Catechisatielessen
Catechisatielessen bij het boekje: Daar horen jullie ook bij Het doopformulier uitgelegd voor jongeren Auteur: Ds. J. Lohuis, predikant van de hervormde gemeente te Scherpenisse Uitgave: B.V. Uitgeverij De Banier, Apeldoorn 2017 ISBN 978 94 0290 4512 2
CATECHISATIELESSEN Daar horen jullie ook bij Door: ds. J. Lohuis 3
HOOFDSTUK 1 JIJ BENT GEDOOPT 1) Waarom ben jij een bevoorrechte jongere? 2) Hoe zou het gekomen zijn dat de jongste zoon (blz.10) zo brutaal deed tegen zijn vader? 3) Wat is er zo opmerkelijk aan het antwoord van de vader? 4) Wat is de inhoud van die rijke erfenis (blz. 12)? 5) Zeg eens met eigen woorden wat ds. J. van Haaren schrijft (blz. 13,14). 6) Hoe kun je de rijkdom van Gods goedertierenheid verachten? Lezen: Lukas 15:11-32 Leren: Handelingen 2:39 4
5
HOOFDSTUK 2 JIJ MOET WEDEROM GEBOREN WORDEN 1) Wat is het verschil tussen de jongste en de oudste zoon uit de gelijkenis van de verloren zoon? 2) Had de oudste zoon gelijk toen hij zei dat hij nog nooit een bokje had gekregen? 3) Wat is het verschil tussen belofte en vervulling (blz. 17 bovenaan)? 4) Wat betekent hetgeen uit het vlees geboren is dat is vlees (blz. 18 bovenaan)? 5) Hoe kan de Heere toornig zijn op een kleine baby? 6) Wat is wedergeboorte? 7) Wat laat het water van de doop ons zien? Lezen: Johannes 3:1-14 Leren: Johannes 3:5 6
7
HOOFDSTUK 3 GEDOOPT IN DE NAAM VAN GOD DRIE-ENIG 1) Waarom zijn alle geestelijke illusies aan flarden geschoten? 2) Het doopwater wijst ons op onze zonde. Wat is er nog meer te zien in dat water? 3) Wat betekenen de woorden betuigen en verzegelen? 4) Geen van de drie Personen kan gemist worden (blz. 25 onderaan). Leg dat eens uit (zie blz. 26). 5) Wat betekent het dat God een Naam heeft? 6) Wat wil het zeggen dat je gedoopt bent in de Naam van? Lezen: Exodus 3:13-17 en Mattheüs 28:16-20 Leren: Psalm 68:21 8
9
HOOFDSTUK 4 WAT DE VADER JOU BELOOFT 1) Wat betekent de Vader-naam in dit gedeelte? 2) Waarom is het zo erg als gedoopte mensen zich later laten overdopen? 3) Wat is het werkverbond? 4) Wat is het genadeverbond? 5) Waarom ben je gelukkig als je een kind van God mag zijn? 6) Zijn alle gedoopten kinderen van God? 7) Wat is de inhoud van Gods vaderlijke zorg? Lezen: Genesis 17:1-7 Leren: Ezechiël 33:11 ( Leren vanaf Zo waarachtig tot en met en leve ). 10
11
HOOFDSTUK 5 WAT DE ZOON JOU BELOOFT 1) Ben jij het eens met het zinnetje Jij wilt geen zondaar zijn voor God? 2) Wat wil het zeggen dat het bloed van Christus allesreinigend is? 3) Wat betekent het woordje inlijven? 4) Wat ben jij zonder Christus (blz. 40 bovenaan)? 5) Wat is toerekenen? 6) Hoe kan de Heere jou rechtvaardig rekenen? 7) Wat is bevrijd-zijn? Lezen: Johannes 8:36 Leren: Zacharia 13:1 12
13
HOOFDSTUK 6 WAT DE HEILIGE GEEST JOU BELOOFT 1) Waarom is het belangrijk om deel te hebben aan de Heilige Geest? 2) Wat is het verschil tussen de bij-woning en de in-woning van de Heilige Geest? 3) Wanneer kan de Heilige Geest in een hart van een mens komen wonen? 4) Wat doet de Heilige Geest als Hij komt wonen in het hart? 5) De Heilige Geest eigent ons toe hetgeen wij in Christus hebben. Denk eens na over het woordje hebben. Wat hebben wij in Christus? 6) Wat is de betekenis van het woordje totdat? Lezen: Romeinen 8:1-17 Leren: 1 Korinthe 2:12 14
15
HOOFDSTUK 7 JOUW VERANTWOORDELIJKHEID 1) Wat wordt er bedoeld met de zin in alle verbonden zijn twee delen begrepen? 2) Zeg eens met je eigen woorden wat ds. W. à Brakel schrijft (blz. 50). 3) Wat moet de Heere nog meer doen aan jouw bekering en zaligheid (blz. 51)? 4) Wat bedoelen de woorden vermaand en verplicht te zeggen? Betrek in je antwoord de woorden van ds. J. van Sliedregt op blz. 52. 5) Wie is de tweede partij? Denk in dit verband aan Genesis 15:12. 6) Wat zegt ds. De Bruin over de nieuwe gehoorzaamheid (blz. 53)? Lezen: Genesis 15:7-18 Leren: Genesis 15:12 16
17
HOOFDSTUK 8 ALS JE IN ZONDE VALT 1) Ben je er bang voor om in de zonden te vallen? Of voel je je daar te goed voor? 2) Wat wordt er met zwakheid bedoeld? 3) Waarom hoef je niet te wanhopen (blz. 56)? 4) Wat is volgens Calvijn het voorrecht van de Doop? 5) Wat betekent het dat wij een eeuwig verbond der genade hebben? 6) Hoe veroordeelt de Doop onze hoogmoed (blz. 58 onderaan)? 7) De Doop roept ons op tot bekering. Wat kunnen wij in dit verband van Augustinus leren (blz. 60)? Lezen: Richteren 16:1-6, 16-22 en 28 Leren: Jeremia 3:12m: Bekeer u. Spreekt de HEERE 18
19
HOOFDSTUK 9 DE KINDERDOOP 1) Wat is bij de overdoop wel en niet van doorslaggevende betekenis? 2) Wat is de rijkdom van het zinnetje en hoewel onze kinderen deze dingen niet verstaan (blz. 62,66)? 3) Leg het beeld van de olijfboom eens uit. 4) Wat is het onderscheid tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament? 5) Wat is de eenheid van beide Testamenten? 6) Wat heeft die eenheid te maken met de kinderdoop? 7) Wat wil het zeggen dat de besnijdenis/doop een zegel is van de gerechtigheid van het geloof? 8) Noem nog twee argumenten voor de kinderdoop volgens het formulier. Lezen: Romeinen 11:17-24 Leren: Romeinen 11:21 20
21
HOOFDSTUK 10 HET GEBED I 1) Als God toch al alles beloofd heeft, waarom zou je gaan bidden? 2) Bidden wordt hier aanroepen genoemd. Waarom? 3) Hoe doe je dat: dopen tot Gods eer? 4) Hoe biedt de Doop ons troost? 5) Wat betekent dat er gedoopt wordt tot stichting van de gemeente? 6) Heeft een doopbediening jou wel eens geraakt? Lezen: 1 Koningen 18:30-45 Leren: 1 Johannes 5:14 22
23
HOOFDSTUK 11 HET GEBED II 1) Wat betekent het (voor jou) dat God almachtig is? 2) Wat betekent het in het doopformulier dat God eeuwig is? 3) Herken jij je in het zinnetje Het geweten functioneerde totaal niet meer (blz. 77)? 4) Vat de alinea over Uw kind eens samen (blz. 78) 5) Waarom wordt er ook gevraagd om vereniging met Christus (blz. 79)? 6) Wat ben jij zonder Christus (blz. 80)? 7) Wat betekent het met Christus begraven te worden? 8) Wat is de inhoud van het nieuwe leven? Lezen: Galaten 2:15-21 Leren: Romeinen 7:9 24
25
HOOFDSTUK 12 JOUW OUDERS ZIJN VERMAAND 1) Kun je genade zien? 2) Is vermanen positief of negatief? 3) Leg eens uit wat Calvijn zegt op blz. 84. 4) Wat is de liefde van Christus? 5) Paulus zegt in Gal.2:20: Die mij heeft liefgehad. Wat zegt Luther over het woordje mij? 6) Waarom moeten de kleine kinderen gedoopt worden? 7) Hoe moeten ouders hun kinderen laten dopen? 8) Wat heb jij eraan dat jouw ouders vermaand zijn? Lezen: Handelingen 11:19-24 Leren: 2 Petrus 1:19 26
27
HOOFDSTUK 13 DE EERSTE DOOPVRAAG 1) Wat wil het zeggen dat elke gedoopte jongere een heilige is? Gebruik bij je antwoord de uitleg van ds. G. Boer. 2) Zou de Heere met jou te maken willen hebben? Waarom wel/niet? 3) Wat zijn gelovige ouders? 4) Op welke twee manieren kun je in Christus zijn? 5) Wat betekent aan allerhande ellende, ja aan de verdoemenis zelf onderworpen? 6) Wat betekent het woordje bekennen? 7) Wat hebben jou ouders beleden toen zij hun ja-woord gaven bij jouw doop? 8) Hoe staat het met jouw bekennen (blz. 93)? Lezen: Johannes 15:1-8 Leren: Hebreeën 12:16 28
29
HOOFDSTUK 14 DE TWEEDE DOOPVRAAG 1) Waarom zou de kerk het belangrijk vinden dat jij wordt opgevoed in de juiste leer? 2) Is het niet veel belangrijker dát je gelooft, in plaats van wát je gelooft? 3) Waarom zouden mensen zeggen dat zij genoeg hebben aan de Bijbel en de belijdenisgeschriften niet nodig hebben? 4) Kun je uitleggen waarom wij ons gelukkig mogen achten met onze rijke traditie (blz. 95)? 5) Wat betekent het woordje alhier? 6) Wat moet er alhier geleerd worden? 7) Wat is de waarachtige en volkomen leer der zaligheid? Lezen: 2 Johannes: 4-11 Leren: 2 Johannes: 10 30
31
HOOFDSTUK 15 DE DERDE DOOPVRAAG 1) In de ene uitgave van ons doopformulier staat u voorneemt, terwijl in een andere uitgave staat voor u neemt? 2) Jouw ouders hebben een eed gedaan bij jouw doop. Hoe zouden jouw ouders jou opvoeden als zij hun eed serieus nemen (blz. 101)? 3) Op welke manier zouden jouw ouders te weinig kunnen beseffen hoe kostbaar jouw ziel is (blz. 101)? 4) Waarom is het gelukkig als er staat naar vermogen (blz. 102)? 5) Wat wordt er bedoeld met de voorzeide leer? 6) Ben jij het ermee eens dat jij dat onderwijs dagelijks nodig hebt (blz. 103)? Lezen: Deuteronomium 6:1-15 Leren: Efeze 6:1,4 32
33
HOOFDSTUK 16 JA-WOORD EN DOOPBEDIENING 1) Lees Jozua 24:13-25. Maak van dit gedeelte een korte samenvatting. 2) Jozua stelt het volk in vers 14 en 15 voor een keus. Is dat inhoudelijk hetzelfde als wanneer de kerk het jawoord van jouw ouders vraagt? 3) In vers 16 zegt het volk: ja! Hoe reageert Jozua daarop in vers 19? 4) Had Jozua gelijk en wat zou hij met dat antwoord willen bereiken? 5) Waarom zou Jozua wél de Heere kunnen dienen (vers 15b) en het volk niet (vers 19)? 6) Het volk blijft bij z n keus (vers 21). Hoe reageert Jozua daarop in vers 22? 7) Wat zegt de Heere in de Doop tegen ons volgens ds. W. Pieters (blz. 105)? 8) Wat hebben jouw ouders gezegd toen zij hun jawoord gaven (blz. 106). 9) Als jij ooit geloofsbelijdenis aflegt en je geeft je jawoord, wat zou dan de inhoud van jou jawoord zijn? 10) Hoe komt de Heere in de Doop onze zwakheid tegemoet? Lezen: Jozua 24:13-25 Leren: Prediker 5:4 34
35
HOOFDSTUK 17 HET DANKGEBED 1) Vind jij het ook een ontroerende gedachte dat de gemeente heeft gedankt na jouw doop? 2) Welke twee eigenschappen van God worden genoemd in het dankgebed? 3) Wat leren die eigenschappen ons? 4) Wat is de grote fout die ouders (en wij ook) vaak maken? 5) Wat betekent het woordje toezegging? 6) Het danken gaat weer over in bidden (blz. 109). Wat doet het met je als je bedenkt dat er is gebeden en geworsteld voor je zaligheid? 7) Waarom wordt er gesmeekt om de Heilige Geest? 8) Wanneer wordt de duivel laaiend? Heb jij last van de duivel? 9) Het formulier spreekt van strijden en van overwinnen. Leg dat eens uit. 10) Wat is de beste pleitgrond? Lezen: Exodus 32:1-14 Leren: Lukas 11:13 36
37
HOOFDSTUK 18 TEN SLOTTE 1) Wat betekent het dat Ezau zegt: Ik heb veel? 2) Wat valt je op als je Genesis 33:9 vergelijkt met Genesis 27:38? 3) Jij hebt ook veel. Wat heb jij allemaal? 4) Wat betekent het dat Jakob alles heeft? 5) Jakob was overwinnaar. Hoe zag hij eruit na zijn overwinning? 6) Wat heeft 1 Korinthe 10:6 ons te zeggen? 7) Lees het citaat van bisschop Ryle op blz. 118. Hoe kun je de voorrechten wel/niet goed gebruiken? 8) Wat leert Leviticus 26:40 en 42 ons? 9) Ligt er vergeving van zonden voor jou klaar? 10) De titel van het boekje is: Daar horen jullie ook bij. Waar hoor jij bij? Lezen: 1 Korinthe 10:1-6 Leren: Lukas 15:31 38
39
40