Verdeelinrichtingen HS. Quercus Technical Services B.V.

Vergelijkbare documenten
ZX Ronde 14 augustus 2011

Xiria. Consultant specificatie. Metaal omsloten middenspanningsschakelsysteem. 2-, 3-, 4- en 5-velden blok-type

Power Xpert FMX IEC Middenspanningsschakelsysteem t/m 24 kv

GE Industrial Solutions

Sicuro generatoraansluitkasten 1 Productinformatie Sicuro generatoraansluitkasten. Sicuro. generatoraansluitkasten

Basiscursus NEN Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Openbaar. Het foutloos bedienen van en schakelen met de MS-linstallatie fabrikaat Siemens type NXPlus C.

ZX- ronde 28 december 2014

Laagspanningsverdeling SIVACON

Zelfbouw & veiligheid

Highlights uit nieuwe HS norm:

Unitole UP 3,6-17,5 kv motor control centres (hoofd)verdeelstations

RA L 5015 QUADRICOLOUR : 100 CY + 9 MAG + 6 BLACK BLACK / ZWART DW-2. Luchtgeïsoleerde Middenspanningsoplossingen 12kV, 31.

Oefenvragen_Basistoets Stipel

Differentieelschakelaars Acti9 iid Type B-SI

Openbaar. Beschrijving voor het bedienen en schakelen van de MS-schakelinstallatie fabrikaat Eaton type Holec FMX.

Openbaar. Alleen schakelen indien de SF6 aanwijzing in de groene zone staat (zie manometer op installatie).

Railkokersystemen geïntegreerd in installaties

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V.

Rapport nummer : ERCD R1 Project : Eisen metalen en kunststof constructiedelen Klant : RV Produkter Datum : 1 juli 2017

Titel: Aanvullende werkinstructie railsystemen. Procesdeskundige: IV (KEB) Procesbeheerder: Procesbeheerder KEB AM Publicatiedatum:

Beschermings- en scheidingsvonkbruggen

DR-HST-X. Deelreglement Opleiding Hoogspanningstechniek (HST)

MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM

Nieuwsbericht. Uniforme eisen voor tijdelijke elektra-aansluitingen maken de bouw veiliger

Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?

Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

2 Railsystemen accoord n.v.t. fout hersteld opm.

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren.

Openbaar. DOELSTELLING Beschrijving voor het foutloos bedienen en schakelen van de MS-schakelinstallatie fabrikaat Eaton type XIRIA.

Xiria. het zorgeloze alternatief

IEC /2. André Spenkelink. Product Market Manager. This is a photographic template your photograph should fit precisely within this rectangle.

Veilighedenlastscheiders compact en betrouwbaar

Interne Boog testen Laagspanningsystemen. MCC User meeting

BADKAMERS OF STORTBADRUIMTEN

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Eisen t.a.v. standaard taalgebruik

tertio - railverdeelsysteem voor modulaire componenten

Certificatieschema BD-HS BEDIENINGSDESKUNDIGE HOOGSPANNING

SIVACON S4 en ALPHA. De standaard in energieverdeling. Veilig, flexibel en betrouwbaar. Answers for infrastructure.

IDE Schakelaar-scheiders voor machinesturingskringen van 32 tot 160A

Aardlekautomaat mrb6, B-kar, 16A, 30mA, 4 polig incl. NUL, 6 ka. Toepassing Schakelapparatuur voor woningen en bedrijfsgebouwen

Geïntegreerde netaansluiting 3x25A

Lastscheider, DMV, 160 A, 3-polig, STOP-functie Optioneel, zonder draaigreep en aandrijfas, Tunnelklem

Beschrijving van het foutloos bedienen en schakelen van de MS-schakelinstallatie fabrikaat ABB type Safering.

Toepassing Schakelapparaten voor industriële en bedrijfstoepassingen. IEC/EN ; IEC/EN 60898; UL 1077; CSA-C22.2 No.

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

OC Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13

Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI

TAD: Technologische AdviesDienst

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

C2/119. Symboliek van de functionele eenheden van installaties aangesloten op het HS verdeelnet

Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

CE-markering: mat of glashelder

SVS. Betrouwbaar en bedrijfszeker

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

FUSERBLOC Schakelaars-scheiders met zekeringen voor industriële zekeringen tot 1250 A

Openbaar. 3 TERMEN EN DEFINITIES Bouwkast Kast ontworpen en bedoeld om er een tijdelijke elektriciteitsaansluiting in aan te brengen.

DEKRA Certification, Arnhem

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Certificatieschema VOP-LS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON LAAGSPANNING

Flexibel verdelen met univers N HS

,5 4,5 Aansluiting Frameklem Frameklem Frameklem re/rm 2,5 50 2,5 50 2,5 50 Aderaansluiting Cu mm 2 soepel met adereindhulzen

Schepen gebouwd voor en

Veilig meten met passende, veilige meetapparatuur

Veilig werken met elektriciteit. (en meten) Thema 2016

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

EXploTraining. De vereenvoudigde vlambooggevarenanalyse

De classificatie van armaturen

OPGAVE A. Bijlagen Bijlage A1: brief van de cliënt Bijlage D1: gepubliceerde octrooiaanvrage

VermogensautomaatNZM2,3p,150A,raamklem,UL/IEC

Veldverdelers IP44/(30), klasse II M

ZX ronde van 10 april 2011

Consultant Specificatie Specificatie van metaalomsloten middenspanningsschakelsysteem Power Xpert FMX

Kortsluitvastheid HS VP. Quercus Technical Services B.V.

Schakelmateriaal HS. Quercus Technical Services B.V.

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I

Geïntegreerde netaansluiting 3x35A

Innovac SVS/08 - SVS/12 3,6-24 kv modulair schakelsysteem

Toepassing Schakelapparaten voorr de export naar Noord-Amerika (UL-gecertificeerd) U e V AC 277/480 Y V DC 60

1 DOELSTELLING Eisen voor bouwkasten t.b.v. aansluitingen voor tijdelijk gebruik met een maximale doorlaatwaarde van 3x80A.

DW-2. Luchtgeïsoleerde Middenspanningsoplossingen 12kV, 31.5kA, 2500A

AKA - Gräper Compact transformator- en verdeelstations

Databank voor de toepassing van de technische voorschriften

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015

Magnefix PLUS. Toepassing. Alex Pikkert. Transformatorstations voor: Energiebedrijven Windturbines Industrie Infrastructuur Openbare gebouwen

INHOUDSTAFEL 1. TOEPASSINGSDOMEIN REFERENTIEDOCUMENTEN DEFINITIES...2

Zucchini railkokersystemen LB / LB6

Warmtekrimpende Warmtekrimpende koppelingen afgetakt of op lijn voor kabel met extrusie-isolatiemateriaal tot 1 kv.

LES3. Schakelingen met signalisatie Impulsschakeling Fluorescentielamp Halogeenverlichting Het AREI

Bestekteksten Eaton Laagspanningsverdeelinrichtingen

Betrouwbare oplossing met weber.unimes. In het hart van elk gebouw

Flexibiliteit in energieverdeling

Toplab of Laptop? dr.ir. René Smeets DNV GL KEMA Laboratories

Transcriptie:

Verdeelinrichtingen HS

Inhoudsopgave Inleiding Verdeelinrichtingen 2.1 Open installaties 2.2 Semi-open installaties 2.3 Gesloten installaties \IO\O\m Omsloten schakelinstallaties 3 ] Metaal omsloten installaties volgens IEC-60298 3.2. Metaal en kunststofomsloten installatie volgens IEC 62271 200 resp. 201 3.3 Uìttrekbare en uitrijdbare schakelaars Railsystemen 4.1 Enkelrail 4.2 Gesectioneerde enkelrail 4 3 Dubbelrailsysteem met dwarskoppelìng 4.4 Dubbelrail met dwars en langskoppelìng 4.5 Duplexsysteem Vragen N 14 15 15 15 16 16 17 18

Inleiding Meerdere schakelaars samengebouwd met andere componenten in een kunststof ofmetalen omhulling noemt men een schakel en verdeelinrichting Men onderscheidt vier groepen: 1. open; 2 semi-open; 3. gesloten; 4 omsloten. De eerste drie groepen zijn schematisch weergegeven in figuur 1.1, terwijl de vierde groep nog is onderverdeeld in metaal en kunststofomsloten uitvoering. open semi-open closed Figuur 1.1 Schematische weergave van drie soorten schakelinstallaties

Verdeelinrichtingen 2.1 Open installaties Deze werden vaak ter plaatse samengebouwd uit losse componenten. De primaire stroomvoerende delen zijn niet geïsoleerd. Dit soort installaties, vaak zonder enige afscherming tegen te dichte nadering van de onder spanning staande delen, komen bijna niet meer voor. Vaak was de enige bescherming tegen aanraking, de toegangsdeur en het plaatsen van de ongeïsoleerde geleiders buiten handbereik. 2.2 Semi-open installaties Ook dit type installatie komt niet zo vaak meer voor. I lier is voor bescherming tegen te dichte nadering van de spanningvoerende delen, een geaard metalen hekwerk geplaatst. Een voorbeeld van een semiopen installatie is te zienin Figuur 2.1 Figuur 2.1 Semi-open installatie Bij dit soort installaties ontbreken vaak vergrendelingen om bedieningsfouten te voorkomen

2.3 Gesloten installaties 1 Iierbij zijn alle stroomvoerende delen afzonderlijk of gezamenlijk omgeven door een omhulsel van metaal, gevuld met isolatiemassa, olie of een gasvormig medium voor een complete installatie. Het concept is gebaseerd op de gedachtegang dat bedienende personen met het materiaal geen foutieve handelingen moeten kunnen verrichten. Deze schakelinstallaties zijn voorzien van allerlei vergrendelingen, zodat scholing en bedieningsinstructies minder intensief hoeven te zijn. Deze filosofie werd vooral aangehangen in Engeland. De schakelinstallaties van de firma Reyrolle zijn in Nederland door de firma Hazemeyer (tegenwoordig Eaton) in licentie vervaardigd. Bij dit concept werd geïsoleerd met 'compound', een soort kabelmassa en geschakeld onder olie. Een voorbeeld van een dergelijke installatie wordt getoond in Figuur 2.2. De voormalige firma Coq had inmiddels een eigen ontwikkeling van deze gesloten installaties op de markt gebracht waarbij met olie werd geïsoleerd en geschakeld. Het gesloten schakelmateriaal valt onder de (oude) IEC-norm 60298. Figuur 2.2 Gesloten schakelinstallatie fabricaat Hazemeyer (Eaton)

Omsloten schakelinstallaties Dit betreft installaties waarbij een compleet uitwendig omhulsel is aangebracht. Als dit omhulsel is gemaakt van kunststof wordt dit 'kunststofomsloten' genoemd. Hierbij is ten aanzien van de beschermingsgraad bepaald, dat de installatie voorzien moet zijn van een 'volledige isolatie'. Een en ander is beschreven in de IEC 62271-201. Bij toepassing van metaal als omhulling met de bedoeling dit te aarden worden de installaties 'metaalomsloten' genoemd. De lec 62271-200 beschrijft deze installaties. Beide uitvoeringsvormen hebben verschillende eigenschappen. Ze hebben echter gemeen dat ze een uitstekende bescherming bieden voor de bedienende persoon. De veiligheid van een omhulsel van isolatiemateriaal is afhankelijk van: 0 De deugdelijkheid van isolatie;. Het niveau van de afleidingsstroom bij aanraking van het oppervlak;. De hoedanigheid van het isolatieoppervlak tijdens het bedrijf. Daartegenover is de veiligheid van een omhulsel van metaal afliankelijk van: ' De deugdelijkheid van de aardverbindingen; - Duur en grootte van de aanrakingspanningen bij aardfouten; - De hoedanigheid van de aardverbindingen tijdens bedrijf. 1 Iieruit volgt dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen de beide uitvoeringsvormen. Een voordeel van omhulsel van isolatiemateriaal is dat dit tijdens en na het productieproces in de fabriek kan worden getest, terwijl de aardverbinding bij een metalen omhulsel naderhand ter plaatse wordt aangebracht en getest. Met betrekking tot algemene uitvoering 'metaalomsloten' (metal enclosed) maakte de EC 60298 uit 1990 nog een onderverdeling in drie groepen en wel letterlijk: - Metal-dad; ' Compartmented;. Cubicle. In IEC 62271200 hoogspanningsschakelmateriaal voor 1 verlaten en wordt onderscheid gemaakt in:. elektrische afschermingsklasse partion class bijvoorbeeld PM;. bedrijfsgereedheid loss ofservice continuity bijvoorbeeld LSCZB; - boogbestendigheid - internal arc classification bijvoorbeeld lac AFL 25 ka - 1 s. tot en met 52 kv wordt deze indeling Hoogspanningsinstallaties worden gedurende lange tijd gebruikt. Daarom wordt eerst nog de indeling volgens de oude IEC-60298 norm toegelicht.

3.1 Metaal omsloten installaties volgens IEC-60298 0ij0 eije l...l.<l lî í í Figuur 3.1metal-clad eompartmented cubicle Metal-dad Bij groep 'metal clad', in de Nederlandse benaming, metaalomsloten met volledig gescheiden compartimenten, moeten de hoofdcomponenten ondergebracht zijn in compartimenten, die van elkaar gescheiden zijn met geaarde metalen schotten. Deze schotten moeten voldoen aan de in het voorschrift bepaalde beschermingsgraad. Er moeten afzonderlijke ruimten worden gecreëerd voor: 0 de schakelaar. het schakelaarcompartiment;. het railsysteem _ het railcompartitnent;. de kabel _ het kabelcompartiment. De primaire stroomvoerende delen hoeven niet extra geisoleerd te worden. Compartmented Voor compartmented' schakelinstallaties gelden ten aanzien van de compartimentering dezelfde eisen als voor 'metal-clad' met als enige verschil dat de schotten hierbij van isolatiemateriaal zijn gemaakt. Cubicle Tenslotte is er de schakelinstallatie die wordt aangeduid met 'cubicle'. In het Nederlands is dit te vertalen als 'metaalomsloten zonder volledig gescheiden compartimenten'. Het is een uitvoeringsvorm, waarbij de compartimentering niet voldoet aan de eisen 'metalclad' of 'compartmented'. Er zijn minder schotten ofze ontbreken geheel. Wel zijn er metalen scheidingswanden tussen de velden aanwezig. Ook hier hoeven de primaire delen niet extra geïsoleerd te zijn Lichtboogbestendigheid Bij een isolatiedefect bestaat de kans dat erin de lucht binnen de omhulsels van omsloten materiaal een lichtboog ontstaat. Het Duitse instituut Pehla heeft veel onderzoekingen gedaan op dit gebied en in Pehla publikatie nummer 2 proeven aangegeven om maatregelen te testen, die de gevolgen van een open boog moeten beperken. Een en ander heeft ertoe geleid, dat bij metaalomsloten installaties versterkte en vergrendelde deuren en uitlaatopeningen worden aangebracht. De Pehla beproevingen zijn overgenomen door IEC en ondergebracht in IEC ÖZZ7I-ZOO.

3.2 Metaal- en kunststofomsloten installatie volgens IEC-62271-200 resp. 201 I Iet betreft verdeelinrichtingen met vast ingebouwde en ofuitrìjdbare schakelaars. Loss of service continuity: LSC De Nederlandse benamingis "bedrijfsgereedheid". Deze categorie classificeert de mate waarin een verdeelinrichting veilig voor personeel is tijdens het openen van een compartiment, terwijl naastgelegen compartimenten onder spanning blijven. Die situatie ontstaat bijvoorbeeld bij het uitrijden van een schakelaar, het aansluiten en oftesten van een kabel en het plegen van onderhoud. Er zijn twee hoofdgroepen te onderscheiden:. LSC 1 als er geen bedrijfsvoering mogelijk is tijdens het openen van een compartiment; de verdeelinrichting moet eerst spanningsloos gemaakt worden voordat veilige toegang tot het inwendige van de installatie mogelijk is; 0 LSC 2 als de bedrijfsvoering tijdens opening en toegang tot het compartiment mogelijk is terwijl de andere compartimenten onder spanning kunnen blijven. De LCS 2 kent nog twee aanvullende niveaus A en B: LSC Z A geeft de mogelijkheid om tijdens het openen van een compartiment een aantal andere compartimenten onder spanning te houden, waarbij het kabelcompartiment wel spanningsloos gemaakt moet worden. LSC 2 B geeft de mogelijkheid om tijdens het openen van een compartiment alle andere compartimenten onder spanning te houden. Partition classes PI, PM De scheidingsklasse geeft aan van welk materiaal de scheiding tussen de compartimenten en de eventueel aanwezige 'shutters' zijn gemaakt. We onderscheiden:. PI: de scheiding van compartimenten en/ofshutters zijn van isolatie materiaal;. PM: scheiding van compartimenten en eventueel aanwezige shutters zijn van metaal en met aarde verbonden. Internal arc classification IAC Bij de interne boogbestendigheid wordt onderscheid gemaakt in drie typen: Type A de verdeelinrichting is zodanig opgesteld dat alleen geautoriseerd, dus aangewezen, personeel toegang tot de verdeelinrichting heeft; Type B er is ongelimiteerde, inclusiefpublieke, toegang tot de verdeelinrichting; Type C in een mast ofpaal gemonteerd schakelmateriaal. Beperkte toegang door het buiten bereik plaatsen. 10

Daarnaast wordt aangegeven voor welke kanten de classificering geldt. Dit wordt aangeduid met: F Front (voorkant); L Lateral (zijkanten); R Rear (achterkant). Bijvoorbeeld IAC AFL 25 ka ls. Deze installatie is dan geclassificeerd als type A voor voorzijde (Front) en zijkant (Lateral) voor een lichtboog van 25 ka die 15 duurt. Om te classificeren wordt in de installatie in alle compartimenten een open boog ingeleid. De installaties wordt omgeven door katoenen indicatoren die tijdens de proeven niet mogen ontsteken. Kunststofomsloten installaties IEC 62271201 beschrijft de kunststofomsloten installaties. Bij kunststofomsloten installaties worden nog aanvullende classificaties voor de isolatie omschreven. Volledige isolatie Bij kunststofomsloten installaties zijn drie kenmerkende aspecten te onderscheiden en wel: 0 De isolatie is overal;. De isolatie is volwaardig; ' De isolatie is aanraakbaar. Deze aspecten hebben zowel betrekking op de bedieningsveiligheid als de bedrijfszekerheid. De isolatie is 'overal', omdat het is aangebracht over alle onder spanning staande delen, ook ter plaatse van de verbindingen tussen de componenten. Een volledige isolatie wordt 'volwaardig' genoemd, als het bestand moet zijn tegen de bij de nominale spanning behorende stoothoudspanning en de houdspanning van netfrequentie. De aanraakbaarheid wordt omschreven in de Beschermingsgraad. Beschermingsgraad bij kunststofomsloten materiaal IEC-62271201 voor kunststofomsloten materiaal omschrijft twee graden van bescherming voor bedienend personeel, waarbij de onder volledige isolatie genoemde drie aspecten aan de orde zijn. Deze zijn:. Beschermingsgraad PA;. Beschermingsgraad PB. 11

Beschermingsgraad PA Hierbij moet de dikte van het isolatieomhulsel voldoende zijn om de betreffende stoothoudspanning en de houdspanning van netfrequentie te kunnen weerstaan. Verder moeten deze testspanningen bij de complete installatie ook kunnen worden gehouden tussen de primaire delen en het buitenoppervlak en ook ter plaatse Van de verbindingen. Tenslotte mag de afleidingsstroom tijdens de aanwezigheid van bedrijfsspanning niet groter zijn dan 0,5 ma gemeten met een oppervlakte van 100 cmz. Deze beschermingsgraad Ais voldoende voor die delen van de installatie die slechts toevallig worden aangeraakt en wordt dan ook toevallig aanrakingsveilig genoemd. Beschermingsgraad PB Dit is bedoeld voor delen van de installatie, waarvan verwacht wordt dat ze kunnen worden aangeraakt bij het uitvoeren van bediening- en onderhoudswerkzaamheden. Beschermingsgraad PB wordt dan ook aanrakingsveilig genoemd. Er zijn twee verschillende klassen te onderscheiden: - PB 1 met een tweede isolatielaag over een eerste laag volgens graad PA, om een extra beveiliging te geven in gevallen, waarin de eerste laag beschadigd mocht zijn. 0 PB 2 met een geaarde geleidende laag als aanvulling op de laag volgens graad PA waarvan de weerstand naar aarde niet groter is dan 100 m0. Beschermingsklasse IP In het voorschrift IEC 60529 wordt de mate van bescherming tegen het binnendringen van vreemde voorwerpen en water vastgelegd. Om aan de normen IEC 6227l 200 of20i te voldoen, moet de installatie minimaal beschermingsgraad IP ZX bezitten. Kencijfer 1e Kencijfer 2e Kencijfer 0 Geen beschrijving Geen beschrijving 1 Geen bescherming tegen opzettelijke toegang, wel Bescherming tegen loodrecht vallend het op afstand houden van grote delen van het lichaam. Bescherming tegen binnendringen van vreemde voorwerpen met een doorsnede groter dan 50 mm. druipwater. 2 Op afstand houden van vingers of dergelijke Bescherming tegen druipwater dat valt voorwerpen, beschermd tegen vreemde voorwerpen onder een hoek van 15 met een doorsnede groter dan 12 mm. 3 Op afstand houden van draden of dergelijke met een Bescherming tegen druipwater dat valt doorsnede groter dan 2,5 mm, beschermd tegen onder een hoek van 60 vreemde voorwerpen meteen doorsnede groter dan 2,5 mm. 4 Op afstand houden van draden of dergelijke Bescherming tegen water dat vanuit voorwerpen groter dan 1 mm, beschermd tegen vreemde voorwerpen met een doorsnede groter dan 1 mm. willekeurige richtingen wordt gespoten. 5 Volledige bescherming tegen aanraken en tegen Bescherming tegen water dat vanuit alle schadelijke opeenhopingen van stof. richtingen met kracht wordt gespoten. 6 Volledige bescherming tegen aanraking en het Bescherming tegen zware zeegang of binnendringen van stof. Tabel 1 betekenis van de cijfers van de IP-codering waterstralen met hoge druk. 12

Isolatieniveau en bestendigheid tegen overspanning Zorgvuldig uitgevoerde beproevingen moeten aantonen of de installatie het isolatieniveau bezit en bestand is tegen overspanningen, zoals aangegeven in de internationale Norm IEC 60071. Deze beproevingen, de zogenaamde diëlektrische beproevingen, bestaan uit twee delen:. houdspanningsbeproeving bij netfrequentie;. stootspanningsbeproeving. Te houden _;spanning met 1e houden Stoo _ panning 11 kv (piek) bedrijfsfreqnentie gedurende 1 minuut tussen: tussen: tussen: tussen: - polen en aarde _ klemmen van de _ polen en aarde _ klemmen van de _ polen onderling geopende - polen onderling geopende klemmen van de scheider - klemmen van de scheider geopende schak. geopende schak. Ur in kv I 11 I 11 3,6 20 40 23 46 10 12 7,2 40 60 46 70 23 2 60 70 85 _ 32 17,5 75 95 85 l l 0 38 45 24 95 12.5 1 10 145 50 60 36 145 170 165 195 70 80 Tabel 2 Beproevingsspanningen volgens IEC 60071 Waarin: 1 geldt bij toepassing in geaarde netten II geldt bij toepassing in zwevende netten Voor de veel voorkomende groep bedrijfsinstallaties met een spanning Ur : 12 kv blijkt de aan te leggen proefwisselspanning 28 kv [tussen de fasen en de fasen en aarde van bijvoorbeeld het railsysteem]. Dit moet een sinusvormige wisselspanning zijn van de netfrequentie, voor dit gebied dus 50 Hz. De genoemde 28 kv is de effectieve waarde van deze wisselspanning en deze moet telkens één minuut worden aangelegd. Geopende scheiders worden over hun contacten getest met een spanning van 32 kv gedurende één minuut. De stoothoudspanningsbeproeving Bij het schakelen in netten ontstaan overspanningen. In installaties die gekoppeld zijn met een bovengronds net, kunnen ook door atmosferische invloeden overspanningen ontstaan. De schakelf en verdeelinrichting moet hier tegen bestand zijn. Deze overspanningen hebben een verloop, waarbij de waarde van de spanning als functie van de tijd heel snel stijgt. Genormaliseerd is een zogenaamde lange stootgoleso/zsoo ps tegen aarde en andere fasen. De topwaarde van deze spanning bedraagt dan bv. 58 kv voor bepaalde delen van een installatie met een spanning Ul : 12 kv. Het is echter eenvoudiger een korte golfte maken 1,2/50 ps, die bij verhoogd niveau, dit is 70 kv in plaats van 58 kv op 12 kv»niveau, nagenoeg dezelfde uitwerking heeft. 13

u% A 100 90 50 zo ' 1,2 ) 4 > 50 ius] 4 > Figuur 3.2 Korte stootgolf 1,2/50 us Stroombelasting van de geleiders De fabrikant geeft voor het verzamelrailsysteem en de geleidingssystemen in de afgaande velden de nominale stroomwaarden op. Hierbij is rekening gehouden met het feit, dat afhankelijk van de uitvoeringsvorm, de koeling geringer is dan in de open lucht. De opgegeven belastbaarheid geldt voor een vastgelegde maximale omgevingstemperatuur. Bij een hiervan afwijkende temperatuur moet een omrekeningsfactor worden gehanteerd. De genoemde systemen moeten ook bestand zijn tegen de gevolgen van kortsluitstromen De opgegeven dynamische kortsluitstroom en de thermische kortsluitstroom zijn hiervoor maatgevend. 3.3 Uittrekbare - en uitrijdbare schakelaars Vooral bij omsloten systemen kan de lastschakelaar ofvermogensschakelaar uittrekbaar uitgevoerd worden. Hierdoor is het mogelijk om railsysteem en kabel te scheiden zonder scheidingschakelaars. Men onderscheidt drie gedefinieerde posities van de lastschakelaar of vermogenssehakelaar ten opzichte van het veld: ' De bedrijfsstand: De schakelaar is volledig ingereden en vergrendeld. In deze stand kan de schakelaar worden in- en uitgeschakeld en de bedrijfstroom voeren. Een mechanische vergrendeling waarborgt dat de schakelaar alleen in de uitgeschakelde toestand in een andere stand kan worden gebracht De scheidingsstand: De schakelaar is elektrisch gescheiden van het railsysteem en de kabel. Nu kan geschakeld worden voor beproevingsdoeleinden.. De rijdstand: In deze stand is de schakelaar volledig buiten het veld. De schakelaar is nu volledig toegankelijk voor bijvoorbeeld onderhoud aan het mechanisme. 14

Railsystemen 4.1 Enkelrail g % T T l 20 MVA 2 t/m 9 uk=12% 400 A schakelaars 1 1250 A schakelaar Figuur 4.1 Enkelrailsysteem Een enkelrail installatie wordt meestal gevoed door een enkele trafo. Dit is de meest eenvoudige configuratie. Bij een gesectioneerde enkelrail ofeen dubbelrail is een flexibele bedrijfsvoering mogelijk door schakelmogelijkheden van kabels en/oftrafo. 4.2 Gesectioneerde enkelrail Ook een gesectioneerd enkelrailsysteem waarbij alleen een langskoppelmogelijkheid bestaat, is minder flexibel dan een dubbelrailsysteem. Bij het gesectioneerde enkelrailsysteern kunnen de kabels niet door schakelhandelingen op een andere rail geplaatst worden. Het omschakelen van kabels naar een andere transformator is wel mogelijk bij een dubbelrailsysteem. i. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 5 Koppel sc a elaar làll ; 110/10kV >l< >l< 110/10kV 4OMVA 4OMVA } uk=16% 2 3en4 uk=16%? 6, 7 en 8 630 A schakelaars 1 en 9 _ 2500 A schakelaars 5 3150 A schakelaar Figuur 4.2 Gesectioneerde enkelrail 15

4.3 Dubbelrailsysteem met dwarskoppeling Een dubbelrailsysteem wordt toegepast als er tenminste twee transformatoren zijn. Elke rail wordt gevoed door één transformator. De meeste flexibiliteit geeft een dubbelrailsysteem met een dwarskoppelmogelijkheid. Bij dit systeem kan elk veld individueel door omschakeling op één van de rails worden geplaatst. Een veel toegepaste variant is het systeem met railkeuzescheiders waarbij er per veld slechts één vermogensschakelaar vereist is. Koppel É schakelaar Veld l Veld 2 Veld 3 Veld 4 Veld 5 Veld 6 Rail A Rail B HD/10 kv 40 MVA \ Y J mono kv =15% Afgaande velden 40 MVA m=16% Trafo 1 Veld 1 en 6 2500 A schakelaars Trafo 2 Veld 2. 3. 4 en 5 800 A schakelaars Koppelschakelaar 3150 A Figuur 4.3 Dubbelrailsysteem met raìlkeuzeschakelaars 4.4 Dubbelrail met dwars- en langskoppeling Langskoppelingen \I : /\ \/ i /\ î Dwarskoppelingen «Figuur 4.4 In Figuur 4.4 is een voorbeeld getekend van een mogelijke configuratie van een dubbelrail met dwarskoppelingen en langskoppelingen. Dit is slechts één van de vele mogelijkheden. 16

Duplexsysteem Een bijzondere variant van een dubbelrailsysteem is het duplexsysteem. Elk dubbelrailveld bestaat hierbij uit twee velden. Railkeuze wordt verkregen door een reserve schakelaarwagen in het lege veld te rijden, deze in te schakelen en daarna de andere schakelaar uit te schakelen, waarna deze laatste als reserveschakelaar beschikbaar komt. Er komen twee varianten voor. Rug aan rug en Front aan front. Van deze laatste versie is een voorbeeld gegeven in Figuur 4_5. { )7 o<} { >T o<} c ) r oo <><>T -_ oo {><>T c } A X T Y 1 2 3 4 5 6 7 8% V V V V V V @ 1 t/m 6 400 A schakelaars 7 en 8 _ 3000 A schakelaars Figuur 4.5 Dubbelrailsysteem met dwarskoppeling volgens het Duplex-systeem (Front-front)

5. Vragen Bij deze opgaven zijn ook de antwoorden vermeld. 1. Schakel en verdeelinrichtingen worden in groepen verdeeld. Welke groepen zijn dat? open; semi-open; gesloten; omsloten. 2. Hoe kan men een semi open installatie herkennen? Door de aanwezigheid van een geaard stalen hekwerk. 3. Wat is het verschil tussen een gesloten en een omsloten installatie? Gesloten (meestal IP2X) is een installatie conform IEC 60298, Omsloten (meestal P5X) is conform IEC 62271 200 en 201 4. Waarvan is de veiligheid van een omhulsel van isolatiemateriaal afhankelijk? De deugdelijkheid van isolatie; Het niveau van de afleidingsstroom bij aanraking van het oppervlak; De hoedanigheid van het isolatieoppervlak tijdens het bedrijf. 5. Waarvan is de veiligheid van een omhulsel van metaal afhankelijk van? De deugdelijkheid van de aardverbindingen; Duur en grootte van de aanrakingspanningen bij aardfouten; De hoedanigheid van de aardverbindingen tijdens bedrijf. 6. Hoe worden de metaal omsloten installaties volgens IEC 60298 ingedeeld? Metal-clad, compartmented en cubicle 7. Wat houdt de classificering LSC in? LSC is de afkorting voor Loss of Service Continuity en geeft aan hoe veilig de verdeelinrichting is voor het personeel als er delen van worden geopend. De Nederlandse vertaling is dan ook bedrijfsgereedheicl. 8. De oude aanduiding voor de compartimentering was/is: Metal clad, compartmented en cubicle. Wat is de nieuwe indeling voor de compartimentering? PI en PM hetgeen inhoud partitionering door isolatie of metaal 9. Wat zijn enkele belangrijke elektrische kenmerken van een verdeelinrichting? Nominaa stroombelastbaarheid, thermische en dynamische kortsluitvastheíd, isolatieniveau 10. Welke drie standen kent men bij uitrijdbaar schakelmaterieel? Bedrijfsstand, scheidingsstand en rijdstand 11. Wat voor soorten railsystemen kent men? Enkelrail, gesectioneerde enkelrail, dubbelrail met dwarskoppeling en dubbelrail met langskoppeling, ook wel gesectioneerde dubbelrail genoemd, duplex systeem. 18