Procedure. 1 De heer De Roos heeft niet deelgenomen aan de hoorzitting en beraadslaging over onderhavige opleiding.

Vergelijkbare documenten
Procedure. 1 De heer De Roos heeft niet deelgenomen aan de hoorzitting en beraadslaging over onderhavige opleiding.

Beoordeling. Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september april 2015

Beoordeling. Doelstellingen

Beoordeling. Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties

De commissie beoordeelt om die redenen Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties, als voldoende.

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding woonderzoeksmaster

m a o Bes I uit : 21 juli 2016 : ja, positief besluit van 21 november 2011

and lt van de Open Universiteit Open Universiteit Nederland wo-master Business Process Management and lt (60 ECTS) 20 december 2012

Beoordeling. Doelstellingen

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Erasmus Universiteit Rotterdam (penvoerder) ( i.s.m.universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit van. Amsterdam) 26íebruari2014 voltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Teamscan op accreditatiewaardigheid

22 augustus en 13 januari april april 2017 ja, positief besluit van 16 mei 2013

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies.

Op verzoek van de NVAO heeft de beoordelingscommissie onderzoeksmasteropleidingen

nuao Gegevens Naam instelling Naam opleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding woonderzoeksmaster

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. : Vrije Universiteit Amsterdam : wo-bachelor Archeologie (180 ECTS) : 13 november2ol3 : voltijd : Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuw Associatedegreeprogramma. : Sales en Accountmanagement

: december maart juni augustus 2017

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accred tatie aan de opleiding wo-master Computer Science van de Open Universiteit

Bijlage b bij agendapunt 3.1/09DB39. Erasmus Universiteit Rotterdam. College van bestuur Postbus DR ROTTERDAM

De opleiding. Procedure

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Tweede Kamer der Staten-Generaal

18 september voltijd Groningen 28 november februari Beoordelingskaders bijzonder kenmerk ondernemen d.d.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. College van bestuur. Vrije Universiteit Amsterdam. De Boelelaan HV AMSTERDAM

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

wao Gegevens Instelling Opleiding Variant Afstudeeerrichtingen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding woonderzoeksmaster

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Protocol TNO Educatieve Master

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

bijlagen 2 Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Samenvatting aanvraag

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Psychologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding womaster. : voltijd, deeltijd : Geschiedenis vandaag : Groningen

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

nuao Gegevens Naam instelling Oude naam opleiding

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791)

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

van de wo-master Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Politicologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Toetsing realisatie voorwaarden. nieuwe opleiding. hbo-master Strategy & Leadership. AOG TSM Master School. 15 oktober 2018

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Fontys Hogescholen

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Transcriptie:

Advies van de beoordelingscommissie onderzoeksmasteropleidingen Maatschappijwetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen ten behoeve van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie over de aanvraag tot accreditatie van de onderzoeksgerichte masteropleiding Business (research) van Tilburg University Procedure Op verzoek van de NVAO heeft de beoordelingscommissie onderzoeksmasteropleidingen Maatschappijwetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) de aanvraag om accreditatie beoordeeld van de onderzoeksmasteropleiding Business die wordt aangeboden door de School of Economics and Management van Tilburg University (TiSEM). De opleiding wordt gevoed door het onderzoeksinstituut Center for Research in Economics and Business (CentER). De commissie heeft haar advies opgesteld aan de hand van de criteria die zijn geformuleerd in het Beoordelingskader beperkte opleidingsbeoordeling onderzoeksmasters van 22 november 2011. De KNAW-commissie bestaat uit: prof. dr. P. Scheepers (voorzitter), hoogleraar Methoden en technieken van sociaal- wetenschappelijk onderzoek, Radboud Universiteit Nijmegen; Prof. dr. J. Plantenga, hoogleraar Economie van de welvaartsstaat, Universiteit Utrecht; prof. mr. T.A. de Roos, emeritus hoogleraar Straf- en Strafprocesrecht Tilburg University 1 ; prof. dr. F. Witlox, hoogleraar Economische Geografie, Universiteit Gent; M. Postma MSc. (student-lid), recent afgestudeerd aan de research master Social and Cultural Science, Radboud Universiteit Nijmegen. De commissie heeft het aanvraagdossier bestudeerd in een eerste vergadering op 18 maart 2014. Aan de opleiding is vervolgens een aantal inhoudelijke en feitelijke/organisatorische vragen voorgelegd. Tevens heeft de commissie per commissielid twee recent verschenen scripties opgevraagd. De commissieleden hebben deze werkstukken gelezen en beoordeeld naar vorm en inhoud en ook teruggekoppeld naar de beoordelingen door de betrokkenen. De antwoorden op de schriftelijke vragen (hierna: aanvullend materiaal ) zijn ontvangen op 28 april 2014. Ook heeft de commissie op 22 mei 2014 de Research Review van de Tilburg School of Economics and Management ontvangen. De commissie heeft het aanvullend materiaal en de Research Review besproken voorafgaand aan de hoorzitting op 23 mei 2014. Tijdens de hoorzitting, ten kantore van de NVAO, heeft de commissie gesproken met respectievelijk delegaties van studenten en alumni, van docenten en van het management van de opleiding. De studenten werden at random geselecteerd namens de commissie door de secretaris. De commissie heeft op basis van het aanvraagdossier, de schriftelijke antwoorden op de gestelde vragen, de Research Review en de hoorzitting haar advies vastgesteld. Het advies is op 9 juli 2014 aan de instelling voorgelegd met het verzoek voorstellen te doen voor correctie van eventuele feitelijke onjuistheden. De instelling heeft op 23 juli 2014 gereageerd. Dit heeft geleid tot één tekstuele correctie. Voor de goede orde wil de commissie nog de volgende toelichting geven bij de bijlage waarin haar oordeel per standaard is vermeld. Bij de standaarden wordt gewerkt met een vierpuntsschaal: onvoldoende, voldoende, goed of excellent. De score voldoende wordt als basisnorm gehanteerd. Dit houdt volgens de NVAO-spelregels in dat de opleiding aan de hoge eisen van een onderzoeksmaster voldoet. Een voldoende moet dus niet als een diskwalificatie gelezen worden. De beoordeling goed en excellent zijn dan ook uitzonderlijk en worden slechts gegeven wanneer ze aansluiten bij een overeenkomstig geformuleerd oordeel in de tekst van het rapport. 1 De heer De Roos heeft niet deelgenomen aan de hoorzitting en beraadslaging over onderhavige opleiding. 1

Beoordeling Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties De onderzoeksmasteropleiding Business heeft als doel studenten op te leiden in het uitvoeren van onderzoek en hen voor te bereiden op het schrijven van een PhD-thesis. Met de beoogde eindkwalificaties streeft de opleiding er naar de kennis, vaardigheden en attitudes aan te leren die een wetenschappelijk onderzoeker op het terrein van de bedrijfskunde (business) dient te beheersen. De beoogde eindkwalificaties weerspiegelen zowel het onderzoekskarakter alsook het gevorderde masterniveau. Wat betreft de vaardigheden blijkt het onderzoekskarakter uit de aandacht voor helder formuleren, kritische analyse, ontrafelen (deciphering) van complexe vraagstukken en accurate communicatie van onderzoeksresultaten. In het aanvraagdossier presenteert de opleiding 31 beoogde eindkwalificaties: vijf gericht op vaardigheden, drie gericht op attitudes en 23 gericht op kennis. Van de 23 beoogde eindkwalificaties ten aanzien van de kennis zijn er twee op alle studenten van toepassing (kennis op masterniveau van empirische methodologie en theoretisch modelleren) en de overige naar gelang de gekozen track. De opleiding geeft in een tabel aan hoe deze eindkwalificaties aansluiten bij de Dublin-descriptoren. Om te waarborgen dat de beoogde eindkwalificaties voldoende domeinspecifiek zijn ingevuld, heeft de opleiding zichzelf vergeleken met vijf benchmark programma s die eveneens dergelijke eindkwalificaties nastreven: van de beste Nederlandse partnerinstelling, de beste Europese en drie Noord-Amerikaanse programma s die uitblinken in hetzelfde onderzoeksveld. De commissie acht de eindkwalificaties passend bij het researchmasterniveau. De beoogde eindkwalificaties zijn niet alleen gericht op een vervolg in een PhD-traject maar zijn ook relevant in marktgerichte functies waarvoor gevorderde academische kennis vereist is. De opleiding streeft aansluiting bij de wereldtop na. Ook streeft de opleiding naar doorstroming van haar afgestudeerden en de PhD-kandidaten naar andere universiteiten behorende bij de wereldtop. De commissie concludeert dat het beoogde niveau, zoals in de beoogde eindkwalificaties weerspiegeld, het gebruikelijke niveau voor masteropleidingen overstijgt. De commissie beoordeelt om die redenen Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties, als goed. Standaard 2: Onderwijsleeromgeving Programma Het programma bestaat uit twee jaren van elk 60 EC. Studenten kiezen voorafgaand aan hun studie een track. Er zijn zes tracks: Accounting, Finance, Information Management*, Marketing, Operations Research, Organization and Strategy*. *) deze tracks worden per ingang van het collegejaar 2014/15 samengevoegd. In het eerste jaar van hun studie volgen studenten verplichte vakken binnen de gekozen track en op het terrein van onderzoeksmethodologie. Afhankelijk van de gekozen track bestaat er ook de mogelijkheid om keuzevakken te volgen. In het tweede jaar vindt verdere verdieping in de gekozen track plaats. Ook schrijven studenten hun masterthesis: een zelfstandig theoretisch en/of empirisch onderzoek (29 EC). De opleiding demonstreert in het aanvraagdossier dat alle eindkwalificaties zijn afgedekt in de opleidingsonderdelen. Het programma stelt studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te realiseren. 2

De commissie stelt vast dat het onderwijs kleinschalig en intensief is. De tracks worden gevolgd door kleine studentenaantallen (tot en met een track met maar één student) met veel contacturen. De opleiding boekt schaalvoordelen doordat sommige vakken verplicht zijn gesteld voor studenten uit meerdere tracks of ook voor studenten van de onderzoeksmasteropleiding Economics. De commissie overweegt dat door de splitsing in kleine tracks de onderwijsleeromgeving wel kwetsbaar is geworden. Ook de zeer intensieve contacten tussen studenten en docenten maakt het programma kwetsbaar, hoewel dit niet zo door hen wordt gepercipieerd; de studenten en docenten waarmee de commissie heeft gesproken waarderen het intensieve en laagdrempelige contact. De commissie concludeert dat de opleiding beschikt over een voldoende kritische massa en een inspirerende leeromgeving. Het programma richt zich op het bijbrengen van onderzoeksvaardigheden op een gevorderd niveau. De commissie herkent dit vooral in het tweede jaar. De commissie stelt na bestudering en bespreking van het onderwijsprogramma vast dat er een goede balans is tussen vakinhoudelijke en methodische scholing. Ook is er voldoende aandacht voor praktische (onderzoeks-) vaardigheden, zoals geavanceerd gebruik van Excel en Matlab. Het management heeft toegelicht dat voorheen aparte programmeervakken werden aangeboden, maar dat de inhoud daarvan thans geïntegreerd is in de statistiekvakken. De commissie oordeelt dat het curriculum een evenwichtige en samenhangende opbouw heeft. Docenten en onderzoek Het programma wordt verzorgd door gepromoveerde docenten die tevens onderzoeker zijn. Ongeveer 90% van de docenten beschikt over een doctorsgraad en (slechts) 7% van de docenten is in bezit van een BKOgetuigschrift (Basiskwalificatie onderwijs). De opleiding monitort evenwel het functioneren van docenten. Indien de evaluatieresultaten daartoe nopen wordt een docent aangesproken op zijn of haar functioneren. Als dat niet tot verbetering leidt, wordt de docent vervangen. De docenten waarmee de commissie heeft gesproken geven aan dat dit ook in de praktijk gebeurt. De opleiding zet docenten van buiten de faculteit in, wanneer binnen het eigen onderzoeksgebied te weinig expertise aanwezig is ten behoeve van het onderwijs. Daarvan is in ieder geval sprake bij de track Operations Research, waar een deel plaatsvindt binnen het Landelijk Netwerk Mathematische Besliskunde (LNMB). Het onderwijs van de opleiding is ingebed in het facultaire onderzoeksinstituut CentER; de docenten van de opleiding zijn werkzaam als onderzoeker binnen het onderzoeksinstituut. Het onderzoeksinstituut is in 2014 gevisiteerd aan de hand van het Standard Evaluation Protocol (SEP). De onderzoeksvisitatiecommissie beoordeelt de verschillende onderzoeksgroepen van CentER minimaal als 4 op een 5-puntsschaal. Meerdere onderzoeksgroepen scoren zelfs een 5l. Alleen de onderzoeksgroep Information Management scoort lager, namelijk 3.5 (op de criteria kwaliteit, productiviteit en levensvatbaarheid). In reactie op het onderzoeksvisitatierapport heeft het management tijdens de hoorzitting gesteld dat de onderzoeksgroep Information Management per september 2014 wordt geïntegreerd in de onderzoeksgroep Organization and Strategy teneinde de onderzoekskwaliteit te bevorderen. Ook de tracks Information Management en Organization and Strategy worden samengevoegd. De commissie stelt op basis van het onderzoeksvisitatierapport vast dat het onderwijs is ingebed in een excellente onderzoeksomgeving. Het niveau en het onderzoekskarakter van de opleiding is op adequate wijze geborgd doordat zij is ingebed in een academische omgeving met voldoende onderzoekscapaciteit van bewezen zeer goed tot uitstekend niveau. De commissie is positief over de samenvoeging van de tracks Information Management en Organization and Strategy (hoewel enkel nog berustend op een intentieverklaring). De commissie meent dat er goede gronden zijn voor deze samenvoeging, zowel wat betreft de inhoud van de programma s alsook wat betreft de relatieve zwakte van de onderzoeksgroep Information Management. Ook leidt het tot een nieuwe track met voldoende kritische massa. De commissie gaat er van uit dat de instelling extra zorg besteedt aan de nieuwe track en de bijbehorende onderzoeksgroep. Instroom De opleiding hanteert een toelatings-, en selectiebeleid. Aspirant-studenten kunnen zich aanmelden indien ze beschikken over een afgeronde wetenschappelijke bachelor- of masteropleiding Economie, Econometrie of Bedrijfskunde, een excellent gemiddeld cijfer en adequate beheersing van het Engels. Studenten worden vervolgens beoordeeld op een GRE of GMAT test, motivatiebrief, twee brieven van aanbeveling, curriculum vitae en relevante wetenschappelijk werk (zoals bachelorthesis). Ook wordt met elke kandidaat een interview 3

afgenomen. Jaarlijks stromen gemiddeld 35 studenten in. De ingeschreven studenten hebben een brede internationale achtergrond. De instelling voorziet in financiële tegemoetkoming door middel van beurzen voor excellente studenten en korting op collegegeld voor niet-europese studenten. In uitzonderlijke gevallen kunnen studenten instromen in een verkorte variant van één jaar. Dat is bijvoorbeeld het geval bij studenten met een afgeronde relevante reguliere masteropleiding en uitstekende resultaten. De commissie is van oordeel dat de opleiding een zodanige selectie hanteert dat toegelaten studenten goed toegerust zijn op het hoge niveau van de opleiding. Het selectieve toelatingsbeleid weerspiegelt de ambitie van de opleiding om het reguliere masterniveau te overstijgen. Samenvattend is de commissie van mening dat de opleiding beschikt over een programma waarmee beoogde eindkwalificaties kunnen worden gerealiseerd en dat een aantoonbaar onderzoekskarakter heeft. De curricula voor de verschillende tracks zijn evenwichtig ingedeeld, met in samenhang voldoende aandacht voor substantiële en methodologische vakken. De opleiding beschikt over een zeer gekwalificeerd docententeam. De opleiding is gesitueerd in een academische context van excellent niveau, zoals passend voor een onderzoeksmaster. Wel wijst de commissie op de onevenwichtigheden binnen de beoordeling van de onderzoeksomgeving en de ongelijke spreiding van studenten. Op basis van het instroombeleid is gewaarborgd dat instromende studenten kunnen voldoen aan de hoge eisen van de opleiding. Het geheel overziende beoordeelt de commissie Standaard 2: Onderwijsleeromgeving, als voldoende. Standaard 3: Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De opleiding hanteert verschillende toetsvormen voor de afsluiting van de verschillende opleidingsonderdelen. De facultaire examencommissie borgt de kwaliteit van de toetsing. Toetsing vindt plaats aan de hand van leerdoelen die zijn afgeleid van de beoogde eindkwalificaties. De opleiding maakt in het aanvraagdossier inzichtelijk dat zij daarbij zowel kennis, vaardigheden als attitude toetst. De student studeert af op een masterthesis. Dit is een integratieve proeve van bekwaamheid dat de neerslag vormt van een zelfstandig theoretisch en/of empirisch onderzoek. In het ideale geval is de thesis tevens direct publiceerbaar in een peer-reviewed journal, maar vanwege de lange doorlooptijd om een artikel gepubliceerd te krijgen is dat geen formele eis. Binnen de track Information Management, waarbij doorlooptijden in de regel korter zijn, geldt wel als eis dat een wetenschappelijk paper geaccepteerd wordt door een ISI ranked journal of de proceedings van een conferentie. De commissie acht deze benadering gepast. Ook voor de overige tracks toont de opleiding overigens in haar aanvraagdossier aan dat afstudeeronderzoeken worden gepubliceerd in peerreviewed journals.. De opleiding geeft aan dat de student volledig vrij is in zijn of haar onderwerpkeuze. Afgestudeerden onderschrijven dat ze vrijheid hebben ervaren bij de keuze van het afstudeeronderwerp. Wel moet het onderwerp passen binnen het domein van business studies en moet de vraagstelling zo worden afgebakend dat het haalbaar is binnen 29 EC. De inhoudelijke beperkingen zijn vooral impliciet en komen voort uit de keuze van de student voor een supervisor. Docenten geven aan dat de onderzoeksopzet de uitkomst is van onderhandeling tussen student en supervisor. De commissie overweegt dat met deze beperkingen in voldoende mate is geborgd dat het afstudeerwerk van waarde is voor de wetenschappelijke discipline. De commissie heeft acht recente eindwerken beoordeeld. De commissie vindt dat de onderzoeken in doorsnee goed zijn uitgevoerd. De inzet van methoden is wisselend. Alle werken zijn minstens van het niveau dat van afgestudeerden mag worden verwacht. De commissie kan de cijfermatige beoordeling van de eindwerken door de opleiding op hoofdlijnen volgen, maar mist in een aantal gevallen een schriftelijke motivering bij het toegekende cijfer. De opleiding geeft in haar aanvraagdossier inzicht in de slaag- en uitvalcijfers van de opleiding. De opleiding haalt over de laatste jaren een rendement van ca 75%. Dat is een toename ten opzichte van het slaagpercentage van 60% in de vorige accreditatieperiode. De opleiding monitort de redenen van uitval. 4

Van de afgestudeerden gaat circa de helft verder als onderzoeker (PhD student) aan de Tilburg School of Economics and Management. Blijkens de realisatiegegevens verkrijgt weer circa de helft van de afgestudeerden die hun loopbaan buiten Tilburg University voortzetten een aanstelling als onderzoeker of PhD student aan een andere (vaak gerenommeerde) instelling. De andere helft van die groep stroomt door naar de beroepspraktijk en vervult daar functies waar een sterk analytisch vermogen en gevorderde beheersing van onderzoeksvaardigheden vereist zijn. De commissie stelt op basis van de gegevens over de tewerkstelling van de afgestudeerden vast dat de opleiding haar hoge ambitie op dit vlak realiseert. De commissie komt op basis van het bestudeerde materiaal, waaronder afstudeerwerken, de gesprekken met verschillende delegaties en het overzicht van de resultaten van afgestudeerden tot de conclusie dat de toetsing en beoordeling en de realisatie van de eindkwalificaties het gebruikelijke niveau voor masteropleidingen overstijgen. Het geheel overziende beoordeelt de commissie Standaard 3: Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties, als goed. Advies De commissie komt op basis van de informatie in het aanvraagdossier, de bestudeerde scripties, de antwoorden op de door haar gestelde vragen (aanvullende informatie), de Research Review en de hoorzitting, tot een positief eindoordeel over de aanvraag. Concluderend is de commissie van oordeel dat de onderzoeksmasteropleiding Business van Tilburg University voldoet aan de door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie gestelde eisen aan onderzoeksmasters, zoals neergelegd in het Beoordelingskader onderzoeksmasters van 22 november 2011. De commissie kwalificeert de kwaliteit van de opleiding als goed. Den Haag, 25 juli 2014 Namens de Commissie Beoordeling onderzoeksmasteropleidingen Maatschappijwetenschappen, prof. dr. P. Scheepers voorzitter T.T. Lamers MSc. secretaris 5

Bijlage Overzicht van beoordelingen door de KNAW-commissie Maatschappijwetenschappen betreffende de onderzoeksmaster Business (research) van Tilburg University Standaard Beoordeling door de KNAW-commissie 1. Beoogde eindkwalificaties 2. Onderwijsleeromgeving 3. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Eindoordeel De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. De standaarden krijgen het oordeel onvoldoende (O), voldoende (V), goed (G) of excellent (E). Het eindoordeel over de opleiding als geheel wordt op dezelfde schaal gegeven. G V G G 6