Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Vergelijkbare documenten
Voorstel. Iedere opleiding zal vanaf aug weken onderwijs programmeren met 28 uur onderwijsprogrammering per week Waarbij de regel geldt

Eerste Kamer der Staten-Generaal

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Korte inhoud van de wet doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging

SERVICEDOCUMENT ONDERWIJSTIJD IN HET MBO IN RELATIE TOT JONGEREN MET EEN EXTRA ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE

A In artikel I, onderdeel B, subonderdeel 2, wordt de artikelen 31a, en 38b tot en met 38u vervangen door: de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v.

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren. Els de Ruijter Maartje van den Burg

Focus op Vakmanschap. Heel wat voeten in de aarde Bas Derks, Ministerie van OCW

In de brief van 30 januari 2013 aan de voorzitter van de Tweede Kamer heeft de minister de beleidslijn voor onderwijstijd uiteengezet.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

FoV en HKS en LOB. Aanknopingen zoeken

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

FAQ s experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl Versie 15 oktober 2015

Gelet op artikel 11a.1., eerste, tweede en zesde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Gelet op artikel 2.2.1, eerste lid, 7.2.3, eerste lid, 7.2.7, negende lid, en 7.4.3a, eerste en tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gelet op artikel 11a.1., eerste, tweede en zesde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Onderwijstijd onder Focus op Vakmanschap. De nieuwe benadering van onderwijstijd

Onderwijstijd onder Focus op Vakmanschap. De nieuwe benadering van onderwijstijd

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Betreft naleving onderwijstijd BVE 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal


Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van de Subsidieregeling leerlinggebonden financiering MBO in verband met het aanpassen van de subsidiebedragen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

[ROC's, AOC's en vakinstellingen] Schoolkosten en vrijwillige ouderbijdrage. Geacht College van Bestuur,

Datum 30 januari 2013 Betreft wetsvoorstel 'doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs'

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONDERWIJSTIJD BIJ NIET- BEKOSTIGDE INSTELLINGEN

- 1 - Gelet op de artikelen 3, vijfde lid en 19, vijfde lid, van het Examen- en Kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2011/12

Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht

Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op artikel 11a.1., eerste, tweede en zesde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 28 november 2011 Betreft Kwaliteit van het mbo-onderwijs

Raamwerk Dubbelkwalificering. Verzorgende-IG en Maatschappelijke Zorg niveau 3. Btg ZWS

Datum 3 november 2014 Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (CDA) over het bericht over terugvorderen van de WVA bij transportbedrijven

Onderwijs- en examenregeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DLMB 2013 versie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

1. Wat is beroepspraktijkvorming

Tweede Kamer der Staten-Generaal

E-doc Nr. Datum Reg. Directie

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 7 oktober 2014 Beantwoording vragen lid Van Dijk over mbo-leerlingen die geweigerd worden op ROC's (2014Z16664)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Datum 4 oktober 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Vermue en Mohandis (beiden PvdA) over problemen in de doorstroom vmbo-mbo

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

2 1 SEP. Z012 Update Uitvoeringskalender MBO Actieplan: Focus op vakmanschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN

Achteraf. Elektronisch aanvraagformulier PRAKTIJKLEREN t/m

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen

Leidraad schoolkosten en vrijwillige bijdragen in het MBO

Besluit van houdende wijziging van de regels omtrent het generiek examenonderdeel Engels voor de middenkader- en specialistenopleiding (mbo-4)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden


educatie en beroepsonderwijs die met een in bijlage 2 van deze regeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie WJZ/476469 (04860) Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187) Hierbij bied ik u aan, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, de tweede nota van wijziging bij bovenvermeld voorstel. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Jet Bussemaker Pagina 1 van 1

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2012/13 33 187 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs Nr. Tweede nota van wijziging Ontvangen Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel I, onderdeel C, onder 2, wordt in het nieuwe lid 1a, na ten aanzien van het onderwijs ingevoegd: artikel 7.2.7, eerste lid, niet in acht behoeft te worden genomen voor wat betreft de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming en. B In artikel I, onderdeel P, komt artikel 7.2.7 als volgt te luiden: Artikel 7.2.7. Inrichting beroepsopleidingen 1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat beroepsopleidingen zodanig zijn ingericht dat deelnemers, ongeacht of zij eerst worden ingeschreven voor een opleidingsdomein of voor een kwalificatiedossier, de kwalificatie binnen de vastgestelde studieduur kunnen bereiken en dat het onderwijsprogramma evenwichtig is ingedeeld, alsmede voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming omvat. 2. Beroepsopleidingen in de beroepsopleidende leerweg en in de beroepsbegeleidende leerweg zijn voltijds ingericht en hebben per volledig studiejaar een studielast van ten minste 1600 klokuren. 3. Het onderwijsprogramma voor een opleiding in de beroepsopleidende leerweg voldoet aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming, bedoeld in het eerste lid, indien het bevoegd gezag voor de deelnemer een onderwijsprogramma verzorgt dat: a. voor de entreeopleiding ten minste 1000 klokuren omvat waarvan ten minste 600 begeleide onderwijsuren; W04860.NVW 1

b. voor een eenjarige basisberoepsopleiding en voor de specialistenopleiding ten minste 1000 klokuren omvat, waarvan ten minste 700 begeleide onderwijsuren en ten minste 250 klokuren beroepspraktijkvorming; c. voor een tweejarige basisberoepsopleiding en voor een tweejarige vakopleiding ten minste 2000 klokuren omvat, waarvan ten minste 1250 begeleide onderwijsuren en ten minste 450 klokuren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; d. voor een driejarige vakopleiding en de middenkaderopleiding ten minste 3000 klokuren omvat, waarvan ten minste 1800 begeleide onderwijsuren en ten minste 900 klokuren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd. Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de onder a tot en met d genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.5.4 dan wel, bij toepassing van artikel 1.4.1, eerste lid, in het verslag, bedoeld in artikel 1.4.1, derde lid. 4. Het onderwijsprogramma voor een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg voldoet aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming, bedoeld in het eerste lid, indien het bevoegd gezag voor de deelnemer een onderwijsprogramma verzorgt dat elk studiejaar ten minste 850 klokuren omvat, waarvan ten minste 200 begeleide onderwijsuren en ten minste 610 klokuren beroepspraktijkvorming. Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.5.4 dan wel, bij toepassing van artikel 1.4.1, eerste lid, in het verslag, bedoeld in artikel 1.4.1, derde lid. 5. Het onderwijsprogramma, bedoeld in het derde en vierde lid, omvat alle onderwijsactiviteiten, gericht op het bereiken van de onderwijs- en vormingsdoelen van de opleiding, waaraan door de deelnemer wordt deelgenomen onder verantwoordelijkheid en toezicht van het bevoegd gezag en bestaat uitsluitend uit begeleide onderwijsuren en beroepspraktijkvorming. 6. De begeleide onderwijsuren, bedoeld in het eerste, derde, vierde en vijfde lid, zijn klokuren waarin onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel als bedoeld in de artikelen 4.2.1 en 4.2.2, niet zijnde uren die deel uit maken van de beroepspraktijkvorming. 7. Indien in het laatste studiejaar van de basisberoepsopleiding of de vakopleiding de studieduur van de opleiding gerekend vanaf 1 september en naar boven afgerond op hele maanden minder is dan 10 maanden, worden het aantal begeleide onderwijsuren en het aantal klokuren beroepspraktijkvorming, genoemd in het derde lid, onder b, c en d en het vierde lid, in dat studiejaar W04860.NVW 2

evenredig verlaagd. De laatste twee volzinnen van het derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing. 8. Voor opleidingen waarvan op grond van artikel 7.2.4a, vierde lid, een studieduur is vastgesteld van meer dan drie volledige studiejaren wordt het onderwijsprogramma, bedoeld in het derde lid, onderdeel d, naar evenredigheid verhoogd met begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming. De laatste twee volzinnen van het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing. C In artikel I wordt na onderdeel BB een onderdeel ingevoegd, luidende: BB1 Aan artikel 8a.2.2, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: m. het onderwijsprogramma indien dit minder uren als bedoeld in artikel 7.2.7, derde of vierde lid, omvat. D In artikel I, onderdeel EE, worden in artikel 12.4a.2, eerste lid, de volgende volzinnen toegevoegd: Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, heeft de deelnemersraad, bedoeld in artikel 8a.1.2, instemmingsbevoegdheid met betrekking tot een voorgenomen besluit daartoe en legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.5.4 dan wel, bij toepassing van artikel 1.4.1, eerste lid, in het verslag, bedoeld in artikel 1.4.1, derde lid. E In artikel V, onderdeel C, onder 2, wordt in het nieuwe negende lid, na ten aanzien van het onderwijs ingevoegd: artikel 7.2.6, eerste lid, niet in acht behoeft te worden genomen voor wat betreft de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming en. F In artikel V, onderdeel L, komt artikel 7.2.6 als volgt te luiden: Artikel 7.2.6. Inrichting beroepsopleidingen 1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat beroepsopleidingen zodanig zijn ingericht dat deelnemers, ongeacht of zij eerst worden ingeschreven voor een opleidingsdomein of voor een kwalificatiedossier, de kwalificatie binnen de vastgestelde studieduur kunnen bereiken en dat het onderwijsprogramma evenwichtig is ingedeeld, alsmede voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming omvat. W04860.NVW 3

2. Beroepsopleidingen in de beroepsopleidende leerweg en in de beroepsbegeleidende leerweg zijn voltijds ingericht en hebben per volledig studiejaar een studielast van ten minste 1600 klokuren. 3. Het onderwijsprogramma voor een opleiding in de beroepsopleidende leerweg voldoet aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming, bedoeld in het eerste lid, indien het bevoegd gezag voor de deelnemer een onderwijsprogramma verzorgt dat: a. voor de entreeopleiding ten minste 1000 klokuren omvat waarvan ten minste 600 begeleide onderwijsuren; b. voor een eenjarige basisberoepsopleiding en voor de specialistenopleiding ten minste 1000 klokuren omvat, waarvan ten minste 700 begeleide onderwijsuren en ten minste 250 klokuren beroepspraktijkvorming; c. voor een tweejarige basisberoepsopleiding en voor een tweejarige vakopleiding ten minste 2000 klokuren omvat, waarvan ten minste 1250 begeleide onderwijsuren en ten minste 450 klokuren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; d. voor een driejarige vakopleiding en de middenkaderopleiding ten minste 3000 klokuren omvat, waarvan ten minste 1800 begeleide onderwijsuren en ten minste 900 klokuren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd. Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de onder a tot en met d genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.3.2 dan wel, bij toepassing van artikel 1.4.1, eerste lid, in het verslag, bedoeld in artikel 1.4.1, zevende lid. 4. Het onderwijsprogramma voor een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg voldoet aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming, bedoeld in het eerste lid, indien het bevoegd gezag voor de deelnemer een onderwijsprogramma verzorgt dat elk studiejaar ten minste 850 klokuren omvat, waarvan ten minste 200 begeleide onderwijsuren en ten minste 610 klokuren beroepspraktijkvorming. Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.3.2 dan wel, bij toepassing van artikel 1.4.1, eerste lid, in het verslag, bedoeld in artikel 1.4.1, zevende lid. 5. Het onderwijsprogramma, bedoeld in het derde en vierde lid, omvat alle onderwijsactiviteiten, gericht op het bereiken van de onderwijs- en vormingsdoelen van de opleiding, waaraan door de deelnemer wordt deelgenomen onder verantwoordelijkheid en toezicht van het bevoegd gezag en bestaat uitsluitend uit begeleide onderwijsuren en beroepspraktijkvorming. 6. De begeleide onderwijsuren, bedoeld in het eerste, derde, vierde en vijfde lid, zijn klokuren waarin onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid en W04860.NVW 4

met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel als bedoeld in de artikelen 4.2.1 en 4.2.2, niet zijnde uren die deel uit maken van de beroepspraktijkvorming. 7. Indien in het laatste studiejaar van de basisberoepsopleiding of de vakopleiding de studieduur van de opleiding gerekend vanaf 1 september en naar boven afgerond op hele maanden minder is dan 10 maanden, worden het aantal begeleide onderwijsuren en het aantal klokuren beroepspraktijkvorming, genoemd in het derde lid, onder b, c en d en het vierde lid, in dat studiejaar evenredig verlaagd. De laatste twee volzinnen van het derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing. 8. Voor opleidingen waarvan op grond van artikel 7.2.4a, vierde lid, een studieduur is vastgesteld van meer dan drie volledige studiejaren wordt het onderwijsprogramma, bedoeld in het derde lid, onderdeel d, naar evenredigheid verhoogd met begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming. De laatste twee volzinnen van het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing. G In artikel XI, zesde lid, wordt eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als vervangen door: later in werking treedt dan. H In artikel XI, zevende lid, wordt later in werking treedt dan vervangen door: eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als. Toelichting Deze toelichting wordt mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken gegeven. Deze nota van wijziging strekt ertoe om instellingen ruimte te bieden om voor opleidingen een onderwijsprogramma aan te bieden dat niet volledig aan de urennormen voldoet, als de kwaliteit van die opleiding desondanks is gewaarborgd. Dit moet blijken uit studenttevredenheid, tevredenheid van het afnemend veld en studiesucces. Het is van groot belang dat opleidingen voldoende intensief zijn. Immers, contact tussen student en docent is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het onderwijs. Maar de urennormen zijn geen doel op zich, zij zijn een middel om een doel te bereiken: goed onderwijs, effectieve en efficiënte leerroutes, goede resultaten, tevredenheid van de belanghebbenden, dus de studenten en hun ouders en het bedrijfsleven. Het gaat erom dat de kwaliteit van de opleiding op orde is en de genoemde belanghebbenden tevreden zijn over die kwaliteit. Dat is de uitdaging waarvoor de onderwijsteams zich vanuit hun professionele houding gesteld zien, daarin ondersteund door de afspraken die zijn opgenomen in het Professioneel Statuut. W04860.NVW 5

Het leveren van kwaliteit door de verschillende teams is waar de inspanningen van een instelling op gericht moeten zijn en dat is waar het toezicht van de inspectie zich ook primair op richt. A Deze wijziging hangt samen met de hieronder onder B, C en D beschreven aanpassingen met betrekking tot de urennormen. Voor de zogenoemde derde leerweg (de leerweg die naast de bol en de bbl mogelijk wordt gemaakt voor het niet bekostigd onderwijs) gelden geen urennormen en geen eisen ten aanzien van een alternatieve invulling. B, C, D Deze wijzigingen betreffen aanpassingen met betrekking tot de urennorm. Omwille van de leesbaarheid van deze nota van wijziging is ervoor gekozen het gehele artikel te vervangen in plaats van een hele serie aanpassingen die voor een groot deel redactioneel zijn. De aantallen uren zoals opgenomen in het derde en vierde lid, alsmede de definitie van begeleide onderwijsuren zijn ongewijzigd overgenomen in de nieuwe tekst. In artikel 7.2.7 zijn normen neergelegd voor de urenaantallen van onderwijsprogramma s en de begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming daarbinnen. Het betreft hier normen voor alle niveaus van het mbo-onderwijs: entreeopleiding (mbo 1), basisberoepsopleiding (mbo 2), vakopleiding (mbo 3), middenkaderopleiding (mbo 4) en specialistenopleiding (mbo 4). Als aan die minimumnormen wordt voldaan, dan is aan de wettelijke eisen ten aanzien van de onderwijstijd voldaan. Ook een andere invulling van de onderwijsprogramma s met minder begeleide onderwijsuren of minder uren beroepspraktijkvorming - kan tot voldoende kwaliteit leiden. Deze nota van wijziging geeft de mogelijkheid voor zo n andere invulling. De instelling kan zelf het best bepalen welke mix van werkvormen nodig is voor zo n andere invulling en moet dan wel kunnen onderbouwen dat er kwaliteit geleverd wordt. Men zou kunnen denken aan te ontwikkelen combinaties van e-learning met face to face-onderwijs (blended learning) of andere innovatieve werkvormen, aan intensiever onderwijs op maat in kleinere groepen, zodat per saldo met minder uren volstaan kan worden, of het laten verzorgen van bepaalde lessen door vakkrachten uit het bedrijfsleven. Het bevoegd gezag moet dan allereerst het onderbouwde voornemen om een onderwijsprogramma met minder uren aan te bieden, voorleggen aan de deelnemersraad (medezeggenschapsorgaan van studenten). Aan de deelnemersraad wordt een instemmingsrecht gegeven over dit onderwerp. Het onderwijsprogramma zal verder moeten worden uitgewerkt in de onderwijs- en examenregeling en alle studenten moeten tijdig worden geïnformeerd over de onderwijs- en examenregeling. Het bevoegd gezag moet kunnen onderbouwen welke onderwijskundige visie ten grondslag ligt aan de andere invulling van het onderwijsprogramma en moet de kwaliteit van de betreffende opleidingen kunnen waarborgen, moet vooraf kunnen aantonen op welke wijze de kwaliteit W04860.NVW 6

geborgd is en achteraf kunnen aantonen dat de kwaliteit ook wordt gerealiseerd; daarover moet worden gerapporteerd in het jaarverslag. Er worden daarmee geen nieuwe instrumenten ingezet voor de kwaliteitsbewaking; er is geen andere kwaliteitszorg dan die welke al van de instelling gevraagd wordt. Verantwoording geschiedt eveneens via de normale weg van de jaarverslaglegging. Transparantie staat voorop, en op het terrein van kwaliteit en rendement is de benchmark in ontwikkeling. Met de Benchmark middelbaar beroepsonderwijs laat de sector zien hoe de instellingen hun budget besteden (Financiële prestaties), hoeveel deelnemers het mbo gediplomeerd verlaten (Studiesucces) en wat de deelnemers vinden van het onderwijs (Deelnemersoordeel). E en F Hierin zijn de analoge bepalingen voor de WEB BES opgenomen. G en H In het samenloopartikel XI zijn enkele tekstuele onvolkomenheden hersteld. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Jet Bussemaker W04860.NVW 7