Gebruiksaanwijzing [NL]

Vergelijkbare documenten
Gebruiksaanwijzing [NL]

Gebruiksaanwijzing. Schuifpoort: Delta / Orion/ SHB. Aandrijving: Type ZT /IT 06

Gebruikershandleiding

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

PROGRAMMEERBARE STURING

GEBRUIKERSHANDLEIDING

II PROGRAMMEERBARE STURING

HANDLEIDING VLEUGELHEKOPENER

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

BoxControl R D 400 besturing voor DFM(-ZE) en DKM(-ZE)

GfS Day Alarm. Montage handleiding. Art.-Nr.: / Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.: Art.-Nr.:

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

Multifunctionele kaart MMZ (voor gebruik aan ACM230 en ACM400S)

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar

Gebruikshandleiding E515

Afbeelding: 24V-uitvoering, 433MHz

Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE

Afstandsbediening Telis 16 RTS

ELWSE sturing met BOX10

Brandmeldcentrale BMC-V

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

PROGRAMMEERBARE STURING

Alarmunit ZBA710. Inbraaksignalering voor sleutelschakelaars met microschakelaar. Aansluitschema's en gebruikaanwijzing

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

FAAC Tubular Motors Schaapweg BA Vlodrop

Uitbreidingsmodule EM 131 Besturing tegemoetkomend verkeer voor Control vario

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

altron Radioschakelklok

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

POLARIS PROGRAMMEERBARE STURING

F O R E S T S H U T T L E S / L

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Radio codeklavier RTS

Positie-aflezing. - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor. Walda Impuls b.v. Delta MS Arnhem Tel Fax

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

TECHNISCHE HANDLEIDING

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

al-mo easy Radio Installatiehandleiding

STURING R70/2AC : 2 motoren

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

Bedieningshandleiding AOS 4024 veiligheidsdetector

ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver.

SML. Technische gegevens. Leidingspanning Vac 230

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Afbeelding 1: Schakelklok met alle segmenten

TECNO. Leidingspanning Vac 230

GfS Nooduitgang beveiliging

Handleiding Brel 35mm en 45mm elektronische radio motor (ook voor ritsscreen) Type MEV MEV MEV MEV45-40

Gebruikershandleiding

Handleiding Brel Radio motor Type MLE

Klemmenblok. Werking Van De Besturingslogica

EC5415B. B-Tronic EasyControl. Montage- en gebruiksaanwijzing. Wand-/handzender 15-kanaal bidirectioneel

Handleiding Brel Radio motor Type MLE

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

ADVANTAGE. L /2010 rev 0. system ONE2 WI ONE2 WB INSTALLATIEHANDLEIDING

GE Security. FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding

Ridder PositioningUnit RPU

Metaal RTS codeklavier

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

Installatie instructies

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm

Cody Light HF 1/1 1/2

Multi Purpose Converter 20A

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

EN 13241, EN 12604, EN 12605, EN EN EN

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

Fototest aansluiting. Besturing aansluiting MATRIX BULLSC/15 SC. Encoder aansluiting. Uitgang aansluiting SCA of tuinverlichting.

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

MONTAGE - UND BEDIENUNGSANLEITUNG ANTRIEBSSTEUERUNG UST 2L ASSEMBLING AND OPERATING INSTRUCTIONS DRIVE CONTROL UST 2L

Gebruiksaanwijzing voor schakelklok "Onderbouw"

Verwijder de pincode van de simkaart met behulp van uw mobiele telefoon

ONDERSTEUNENDE HANDLEIDING VLEUGELPOORTOPENER SW31000 UG

1.1 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL

Parameter menu In de tabel hieronder worden de hoofdfuncties die beschikbaar zijn in de motorsturing weergegeven. MENU TCA TM TPED TSM PNO FUNCTIE Aut

SuperJack SJ SW motors. Control box SJ A802 Photocells motorplaat 2 arm bocht/recht 1

ASUN-650 ZONWERING SCHAKELAAR. Draadloos bedienen

ilmo 50 WT Ref B

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

MS Semen Storage Pro

Smoove Origin RTS. Instalatiehandleiding

LE10 Draadloze ontvanger

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Installateurshandleiding

Gebruikershandleiding.

GECODEERDE FOTOCELLEN IR/IT 2241

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Gebruikshandleiding E510

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing [NL] Schuifpoort: Odysseus + Delta Aandrijving: Type ET Odysseus Delta

R&D Pagina 2/45 13-6-2007

1 ALGEMEEN 7 1.1 Fabrikant/ leverancier 7 1.2 Gebruik van de Handleiding 7 1.3 Definities m.b.t. Gebruiker/ Bediener/Technicus 7 1.4 Service / Onderhoudsdienst / Dealer 7 1.5 Conformiteit met Europese richtlijnen 8 2 MONTAGE 9 2.1 Montage van de tandheugels 9 2.2 Montage van de aandrijfunit 10 2.3 Afstellen aandrijfunit 10 3 VEILIGHEID IN GEBRUIK EN BIJ WERKZAAMHEDEN 11 3.1 Veiligheid algemeen, zicht op doorgang 11 3.2 Veiligheid bij werkzaamheden en in bedrijfstellen 11 3.3 Veiligheidsvoorzieningen bij de poort 11 3.3.1 Persoonsbeveiligingen en regelmatige controle 11 3.3.2 Noodontgrendeling 11 3.3.3 Infrarood /voertuigbeveiliging in doorgang (optioneel) 11 3.3.4 Algemene veiligheidsinformatie 11 4 IN BEDRIJFSTELLEN VAN DE INSTALLATIE, INITIALISATIE (TECHNICUS) 11 4.1 Motorbesturing MO 46 11 4.2 Interne bedrading Odysseus schuifpoort 11 4.3 Interne bedrading Delta schuifpoort 11 4.4 Aansluitingen van de besturing MO46 11 4.4.1 Ingangen van de besturing 11 4.4.2 Uitgangen van de besturing 11 4.4.3 Drukknoppen van de besturing 11 4.4.4 Signaallampjes op de besturing 11 4.5 Bediening 11 R&D Pagina 3/45 13-6-2007

4.6 Operationeel gedrag van de besturing 11 4.6.1 Elektrische installatie 11 4.6.2 Gedrag na netinschakeling en na ontgrendeling 11 4.6.3 Bedieningsvolgorde van BT en BTG in normaal bedrijf met stationaire functie 11 4.6.4 Bediening d.m.v. BA, BZ en BS 11 4.6.5 Prioriteitsvolgorde 11 4.6.6 Automatisch sluiten voor volledig geopende positie 11 4.6.7 Automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende stand 11 4.6.8 Dodemansbedrijf 11 4.6.9 Noodbedrijf (NB) 11 4.6.10 NB bij ingeschakeld automatisch sluiten voor volledig geopende positie met BT 11 4.6.11 Noodbedrijf na netinschakeling en na ontgrendeling 11 5 BEVEILIGINGSFUNCTIES 11 5.1 Krachtuitschakeling, hindernis- en eindpositieherkenning 11 5.2 Krachtuitschakeling na netinschakeling en na ontgrendeling 11 5.3 Bewaking pulsgever 11 5.4 Synchronisatie op Eindpositie Dicht 11 5.5 Looptijdbegrenzing 11 5.6 Sluitkantbeveiliging door SLA en SLZ 11 5.7 Schakellijsten met 8kΩ afsluitweerstand 11 5.8 Fotocellen 11 5.9 De fotoceltest 11 5.10 Schakelklokbedrijf 11 5.11 Vooralarm, waarschuwingslampje en stoplicht 11 5.12 Radiodisplay 11 5.13 Multirelais 11 5.14 Serviceteller, onderhoudsteller en onderhoudsinterval 11 6 EERSTE INBEDRIJFSTELLING 11 6.1 Leren 11 6.2 Menu-item P1: Leren van de loopwegen 11 6.3 Menu-item P2: instellen van krachtreserves en snelheden 11 6.4 Menu-item P3: instellen dodemansbedrijf / stationair bedrijf 11 6.5 Menu-item P4: instellen van gedeeltelijk geopende positie 11 R&D Pagina 4/45 13-6-2007

6.6 Menu-item P5: Leren en wissen van radiocodes voor BT, BTG en MULTI 11 6.7 Menu-item P6: instellen van automatisch sluiten voor volledig geopende positie 11 6.8 Menu-item P7: instellen van automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende positie 11 6.9 Menu-item P8: instellen van vooralarm vóór openen en sluiten 11 6.10 Menu-item P9: instellen van fotocelfunctie 11 6.11 Menu-item PA: instellen van fotoceltest aan / uit 11 6.12 Menu-item PB: instellen van vertraagd sluiten / uit 11 6.13 Menu-item PC: onderhoudsteller weergeven en wissen 11 6.14 Menu-item PD: onderhoudsinterval instellen 11 6.15 Menu-item PE: instellen van de bedrijfsmodus van het multifunctionele relais 11 6.16 Menu-item PF: resetten naar fabrieksinstellingen 11 7 STORINGSDIAGNOSE DOOR DE BESTURING 11 8 TOEPASSING EN TECHNISCHE GEGEVENS VAN DE POORT 11 8.1 Schuifpoort beschrijving 11 8.2 Technische gegevens 11 8.3 Montage afmetingen ET 11 BIJLAGE A: PLAATSING PERSOONSBEVEILIGING 11 BIJLAGE B: PLAATSING WAARSCHUWINGSBORDJES 11 BIJLAGE C: EG VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING 11 R&D Pagina 5/45 13-6-2007

R&D Pagina 6/45 13-6-2007

1 ALGEMEEN 1.1 Fabrikant/ leverancier Fabrikaat: Heras Productie Maatschappij B.V. Hekdam 1, 5688 JE Oirschot The Netherlands Levering: Heras Fencing Systems B.V. Hekdam 1, 5688 JE Oirschot The Netherlands 1.2 Gebruik van de Handleiding Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe vrijdragende schuifpoorten moeten worden bediend en hoe te handelen in geval van storing. De schuifpoort wordt aangeduid als poort. Het onderhoud en veiligheidsaspecten worden uitgelegd. Deze beschrijving is gemaakt voor de bediener van de poort en voor de installateur die de poort in bedrijf stelt. De monteur gebruikt een aparte handleiding voor montage van de poort. De installateur gebruikt een installatie schema van de betreffende aandrijving en werkt volgens de NEN 1010 Voor technische storingen van welke aard dan ook moet u een gekwalificeerde technicus van raadplegen. 1.3 Definities m.b.t. Gebruiker/ Bediener/Technicus Gebruiker: Bediener: Technicus: Een ieder die met de poort te maken heeft. Gebruiker die vertrouwd is met alle in deze handleiding vermelde veiligheidsaspecten. De bediener mag geen installatie werkzaamheden aan de poort uitvoeren tenzij uitdrukkelijk vermeld en benoemd. De technicus is een monteur van Heras (of een technicus van de klant welke uitdrukkelijk schriftelijke toestemming heeft gekregen van Heras) die is gekwalificeerd voor het uitvoeren van technische handelingen aan de poort. 1.4 Service / Onderhoudsdienst / Dealer Bij problemen, storingen of vragen kunt u contact opnemen met: Dealer Telefoon: <tel. dealer> Fax: <fax dealer> Via bovenstaande telefoon/ fax/ nummers kan ook een nieuw exemplaar van deze gebruikershandleiding worden aangevraagd. R&D Pagina 7/45 13-6-2007

1.5 Conformiteit met Europese richtlijnen Gebruiksaanwijzing Odysseus/Delta met aandrijving type ET De installatie is in overeenstemming met de volgende EU richtlijnen. 98/37 EG Machinerichtlijn 73/23 EEG Laagspanningsrichtlijn 89/336/EEG EMC- richtlijn (elektromagnetisch compatibiliteit) De verklaring van overeenstemming is in bijlage C opgenomen. Het type plaatje is aangebracht aan de voor-, of achterzijde van de poort R&D Pagina 8/45 13-6-2007

2 Montage Bij poort open en poort dicht zijn loopwegbegrenzingen (oploopsteun voor en achter) absoluut noodzakelijk. De begrenzing bij poort dicht moet onder meer verhinderen dat bij gesloten poort een eventueel aanwezig contactprofiel (persoonsbeveiliging) wordt geactiveerd. De funderingen van poort en aandrijving moeten vorstvrij zijn. De aandrijving dient ten minste 30 mm boven de omringende grond en ten minste 100 mm van de poortopening te worden gemonteerd. Vóór het gieten van de fundering dient hetzij een grondkabel of een kunststof kabelbuis voor de kabeldoorvoer te worden gelegd. 2.1 Montage van de tandheugels De tandheugel elementen, van kunststof, worden geleverd in lengten van ca. 500 mm. Deze kunststof elementen worden aan elkaar bevestigd en zo in het daarvoor bestemde aluminiumprofiel geschoven. Aan de uiteinden van de tandheugel elementen moeten de veren en afdekplaten gemonteerd worden. Wanneer de tandheugel zonder veren wordt gemonteerd, vervalt de garantie! De tandheugel houder dient aan beide uiteinden voorzien te worden van veren en afdekplaten. Gebruik de afdekplaten als boormal, boor de gaten ( Ø 2,5mm en Ø 8mm) zodat de tandheugel houder door afdekplaten wordt afgesloten. Monteer aan het uiteinde de eerste afdekplaat met afstandsbus en breng een veer aan. Schuif de tandheugels in de tandheugel houder, totdat de eerste tandheugel de veer met de afdekplaat bereikt. Trek de laatste tandheugel weer een stuk uit het profiel en kort deze zodanig in dat de tweede veer in het profiel past. Monteer nu de tweede afdekplaat met veer en afstandsbus. Let op: De veren mogen niet te strak aangedrukt worden! R&D Pagina 9/45 13-6-2007

2.2 Montage van de aandrijfunit Draai de 4 bevestigingsschroeven los en verwijder de afdekkap. Alle montage gaten en de kabeldoorvoer op de voetplaat zijn nu toegankelijk. Positioneer de aandrijving op een afstand van 65 mm van de poort, met de achterkant op één lijn met de poort en in het midden tussen de wielstoelen. Principe Odysseus Markeer het midden van de ovale gaten op de fundering. Neem de aandrijving van de fundering en boor gaten voor de bevestigingsschroeven 8-10mm Ø. Meer details over ankers kan men vinden in de fundatie tekening. Plaats de ankers en voorzie deze van een moer en een carrosserie ring. Plaats de aandrijfunit op de ankers. Bij een Delta poort wordt de aandrijfunit op een mee geleverde steun bevestigd. Deze steun is bevestigd aan het portaal d.m.v. klembeugels. Meer details zijn terug vinden in een aparte handleiding montage handleiding 10 aandrijfunit ET R&D Pagina 10/45 13-6-2007

2.3 Afstellen aandrijfunit Gebruiksaanwijzing Odysseus/Delta met aandrijving type ET Positioneer de tandheugel houder zo dat deze nog naar boven/onder te schuiven is. Poortvleugel vervolgens in de middenstand zetten. Stel de hoogte van de aandrijfunit zodanig in dat het tandwiel in de tandheugel valt. Let op: Tandwiel moet een speling hebben in de tandheugel ( ± 1mm)! Motor dient ingekoppeld te zijn Controleer of de aandrijfunit evenwijdig loopt aan poortvleugel en waterpas staat. Draai de moeren van de motorsteun vast. Controleer of het tandwiel in het middel van de tandheugels loopt. Schuif de poort geheel open en dicht en controleer of de speling overal ± 1mm bedraagt. Pas eventueel de hoogteafstelling van de aandrijfunit/tandheugel houder aan. Controleer nogmaals of de tandheugel correct gemonteerd is en of alle schroeven van de tandheugel houder en de aandrijving vast zijn aangedraaid. Let op: De noodontgrendeling moet in elke poortpositie gewaarborgd zijn. 3 Veiligheid in gebruik en bij werkzaamheden 3.1 Veiligheid algemeen, zicht op doorgang Ondanks alle veiligheidsvoorzieningen moet bij bediening van de poort rekening gehouden worden dat: de onmiddellijke omgeving geobserveerd kan worden. er geen voorwerpen op, tussen, onder of over de poort heen steken die de poort kunnen blokkeren. men op afstand van de in beweging zijnde poort blijft. Waarschuwingspictogrammen op verschillende plaatsen zijn hiervoor aangebracht (Bijlage B: Plaatsing waarschuwingsbordjes). het loopgedeelte van de poort sneeuw en ijsvrij blijft. Bij een poort met dodemansbediening, vaak zonder veiligheidsvoorzieningen, is zicht op de gehele beweging en doorgang van de poort verplicht. 3.2 Veiligheid bij werkzaamheden en in bedrijfstellen Veiligheidsvoorschriften Voordat de poort in bedrijf wordt genomen dient de bediener de gebruiksaanwijzing volledig te lezen. De in de gebruiksaanwijzing vermelde voorschriften moeten worden opgevolgd en nageleefd. Iedere andere vorm van gebruik kan onvoorspelbare gevaren veroorzaken en is daarom verboden. Bij werkzaamheden aan de installatie kast moet de voeding naar de installatie uitgeschakeld worden en tegen onbevoegd inschakelen beveiligd zijn. R&D Pagina 11/45 13-6-2007

Wanneer de poort met de hand moet worden bewogen dient eerst de installatie buitenwerking worden gesteld. Dit doet men door middel van het laten zakken van het tandwiel van de motorkast met behulp van een imbus sleutel. de motorkast tijdens het gebruik altijd afsluiten. Het openen van de motorkast mag alleen door een technicus met een elektrotechnische opleiding gebeuren. Voor Heras poorten geldt: Veiligheid gaat voor Besturing en Opengaande beweging gaat voor Dichtgaande beweging. 3.3 Veiligheidsvoorzieningen bij de poort 3.3.1 Persoonsbeveiligingen en regelmatige controle Afhankelijk van de opstelling van de poort en het aansluitende hekwerk zijn er op plaatsen waar een risico van beknelling aanwezig is, veiligheidslijsten bevestigt (zie bijlage Bijlage A: Plaatsing Persoonsbeveiliging). Periodiek ( 1x per maand) dienen deze veiligheidslijsten functioneel en visueel gecheckt te worden op beschadigingen. De controle m.b.t. juiste werking gaat als volgt: Alle veiligheidslijsten, welke een beklemming voorkomen bij het openen, worden bij het open lopen gecheckt door in te drukken. De poort zal onmiddellijk stoppen en de beweging omkeren. De LED SLA zal oplichten. Alle veiligheidslijsten, welke een beklemming voorkomen bij het sluiten, worden bij het sluiten gecheckt door in te drukken. De poort zal onmiddellijk stoppen en de beweging omkeren. De LED SLZ zal oplichten. De veiligheidslijst op de poort is een passieve lijst (Odysseus). Als deze lijst in aanraking komt met een object zal de poort bij een bepaalde weerstand onmiddellijk stoppen en de beweging omkeren. Men dient regelmatig te controleren of de poort ongehinderd kan bewegen. Het bewegingsgebied en geleiding (onderligger) moeten vrij zijn van sneeuw, ijs, onkruid of andere zaken die de bewegingsvrijheid van de poort belemmeren. Portaal SLA SLZ R&D Pagina 12/45 13-6-2007

Bij niet functioneren, dient de poort buiten bedrijf gesteld te worden omdat veiligheid niet gegarandeerd is. Neemt contact op met Service / Onderhoudsdienst / Dealer zie 1.4 3.3.2 Noodontgrendeling De noodontgrendeling bevindt zich aan de zijkanten van de aandrijfunit waarmee de poortbeweging kan worden gestopt, enerzijds doordat het tandwiel los komt van de tandheugel, anderzijds doordat een schakelaar de aandrijving stop zet. Het in bedrijf stellen van de poort is pas weer mogelijk nadat de noodstop is uitgeschakeld. Draai het mechanisme met de inbussleutel SW6 door het gat X 180 naar links. Het tandwiel ligt nu lager en de elektrische voeding van de motorbesturing is onderbroken. De hoogte van de tandwielnaaf bedraagt bij levering ca. 87 mm en kan zo nodig met ± 15mm worden veranderd door middel van de hoogteverstelling. Nadat de gewenste hoogte is ingesteld, moet absoluut gewaarborgd zijn dat de aandrijving probleemloos kan ontgrendelen. x Innensechskant SW 6 Betätigung für Notaus Zahnrad Notaus-Schalter Einstellung Motorträger +15 mm / - 15 mm möglich Position Motorträger (bei Auslieferung Achse Zahnrad ca. 87 mm) R&D Pagina 13/45 13-6-2007

Inbussleutel SW6 Tandwiel Activering voor noodstop Noodschakelaar Instelling motordrager ±15 mm mogelijk Positie motordrager (bij levering as tandwiel ca. 87 mm) 3.3.3 Infrarood /voertuigbeveiliging in doorgang (optioneel) Deze beveiliging voorkomt dichtlopen van de poort als er voertuigen in de doorgang bevinden. Wordt tijdens het sluiten de voertuig beveiliging aangesproken; dan stopt de beweging en zal de poort direct geheel openen. Het sluiten kan worden hervat indien de doorgang weer vrij is, bij automatisch sluiten zal dit na ingestelde tijd vanzelf gebeuren. De bovenstaande werking dient maandelijks gecontroleerd te worden. 3.3.4 Algemene veiligheidsinformatie De montage- en bedieningshandleiding moet permanent ter inzage liggen bij de plek waar de apparaten worden gebruikt. Zij dient door iedereen die wordt belast met bediening, onderhoud, reparatie en transport van de apparaten, grondig te worden gelezen en te worden opgevolgd. Onvakkundige bediening, gebrekkig onderhoud of veronachtzaming van de in deze handleiding opgenomen instructies kan personen in gevaar brengen of materiële schade veroorzaken. Mochten in de montage- en bedieningshandleiding beschreven instructies, handelingen, veiligheids- of andere informatie niet volledig begrijpelijk zijn, neem dan contact op met uw leverancier alvorens het apparaat in bedrijf te stellen. Dit geldt ook voor alle instellingswerkzaamheden, het oplossen van storingen, het verwijderen van brand- en hulpstoffen alsmede voor verzorging, onderhoud, inspectie en reparatie van de apparaten. Naast onderhavige montage- en bedieningshandleiding gelden de voorschriften ter voorkoming van ongevallen op de plaats van installatie en toepassing (voorschriften van de beroepsorganisaties) en de milieuvoorschriften, alsmede de vaktechnisch relevante regels met betrekking tot veilig en vakkundig werken. De leverancier kan niet op alle eventuele risico s anticiperen. Wanneer een bepaalde handeling niet op de aanbevolen wijze wordt uitgevoerd, moet de exploitant zich ervan vergewissen dat er geen gevaar bestaat voor hem en anderen. Bovendien dient hij ervoor te zorgen dat de door hem gekozen bedrijfsmodus de apparaten niet in gevaar brengt of beschadigt. De apparaten mogen uitsluitend in bedrijf worden genomen wanneer alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn en naar behoren functioneren. Alle storingen van het apparaat die de veiligheid van de gebruiker of van derden kunnen beïnvloeden, moeten onmiddellijk worden verholpen. Alle op de apparaten aangebrachte waarschuwingen en veiligheidsinformatie moeten volledig aanwezig zijn en in leesbare staat worden gehouden. De op onze elektrische interfaces aan te sluiten periferie moet van de CE markering zijn voorzien, die aangeeft dat aan de desbetreffende eisen in de EG-richtlijnen wordt voldaan. Er wordt op gewezen dat zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen, noch mechanisch noch elektrisch, mogen worden uitgevoerd. Voor het aanbrengen van veranderingen of van extra onderdelen aan het apparaat mogen uitsluitend de door de leverancier voorgeschreven onderdelen worden gebruikt. Desbetreffende werkzaamheden mogen uitsluitend R&D Pagina 14/45 13-6-2007

worden uitgevoerd door vakkundig personeel. Wanneer hiermee in strijd wordt gehandeld, komt de conformiteit en garantie van de fabrikant te vervallen en gaat het risico volledig over op de gebruiker. Voor desbetreffende informatie staat onze service te allen tijde tot uw beschikking. Om te waarborgen dat de installatie binnen de CEN-landen in overeenstemming met de voorschriften wordt gebruikt, dienen in elk geval ook de geldende Europese veiligheidsrichtlijnen en normen te worden opgevolgd. 4 In bedrijfstellen van de installatie, initialisatie (technicus) 4.1 Motorbesturing MO 46 Aansluitschema van de besturing L1 N PE Antrieb 24V-Motor mit Hallsensor SYNC / ENTRIEGELUNG MULTI 230Vac/max. 60W WARN 230Vac/max. 60W AMPEL ROT 230Vac/max. 60W AMPEL GRÜN 230Vac/max. 60W R&D Pagina 15/45 13-6-2007

4.2 Interne bedrading Odysseus schuifpoort Contactprofielanalyse met 8,2 kohm weerstand Kontaktprofilauswertung mit 8,2kOhm Widerstand 8k2 8k2 R&D Pagina 16/45 13-6-2007

4.3 Interne bedrading Delta schuifpoort Inductieve contactprofiel analyse met ASO-systeem K ontaktprofilausw ertung m it A S O -S ystem 8k2 8k2 R&D Pagina 17/45 13-6-2007

4.4 Aansluitingen van de besturing MO46 4.4.1 Ingangen van de besturing Ingang Uitvoering Aansluiting Functie BT Maakcontact 1-pol. schroef-steekklem Bedieningsknop voor volledig open stand BTG Maakcontact 1-pol. schroef-steekklem Bedieningsknop voor voetgangerspositie BA Maakcontact 1-pol. schroef-steekklem Bedieningsknop Open BZ Maakcontact 1-pol. schroef-steekklem Bedieningsknop Dicht Aarde - 1-pol. schroef-steekklem Gemeenschappelijke aardverbinding voor BT, BTG, BS LS SLA SLZ Verbreekcontact 2-pol. schroef-steekklem 2-pol. schroef-steekklem Max. 6 fotocellen met verbreekcontact en afsluitweerstand 1kΩ. Weerstandsanalyse: verbreek-contact met 8,2kΩ weerstand in serie 2-pol. schroef-steekklem BA, BZ Bedieningsknop Stop. Redundante analyse op de besturing conform EN954-1 categorie 3. Fotocellen. Conform EN954-1 categorie 2. Geïntegreerd analyseapparaat voor veiligheidslijsten ter beveiliging van de looprichting Open (SLA) en Dicht (SLZ) met testfunctie. Conform EN954-1 categorie 2. R&D Pagina 18/45 13-6-2007

Aarde - 1-pol. schroef-steekklem Gemeenschappelijke aardverbinding voor SLA en SLZ IMP Pulsgever 3-pol. paalprofiel, niet Pulsgever beveiligd tegen ompolen. SYNC Noodontgrendeling 2 platte stekkers Synchrone schakelaar voor noodontgrendeling. SU Aansluitbus Aansluitpunt voor schakelklok ASU2. Radio Aansluitbus voor ontvanger EKX1OF of ontvanger met decoder Geïntegreerde radio-decoder: BT, BTG, Multi. Net L1, - 3-pol. schroefklem Netaansluiting van besturing N, PE 230Vac L1, N, PE Ant. Steekverbinding op Trafo 24V 2-pol. schroefklem 4.4.2 Uitgangen van de besturing ontvangermodule Aansluitpunt voor secundaire wikkeling van hoofdtrafo. Uitgang Uitvoering Beschrijving Motor 2 platte stekkers Aansluiting 24Vdc motor WARN 2-pol. schroefsteek-klem Potentiaalvrij contact voor waarschuwingslampje. 230V / max. 60W. ROT 2-pol. schroefsteek-klem Potentiaalvrij contact voor rood stoplicht, 230V / max. 60W. GRÜN 2-pol. schroefsteek-klem Potentiaalvrij contact voor groen stoplicht, 230V / max. 60W. MULTI 2-pol. schroefsteek-klem Multifunctioneel relais, potentiaalvrij relaiscontact, max. 230V / max. 60W. Uext 3-pol. schroefsteek-klem 24Vdc en 12Vdc, gemeensch. aarde, gestabiliseerde gelijkspanning, in totaal max. 300mA. Aarde is verbonden met besturingsaarde. LS-TEST 1-pol. schroefsteek-klem 24Vdc voor fotocelzender PE 1-pol. Aansluitpunt voor aardleiding PE Trafo 230V schroefklem 2-pol. schroefklem Aansluitpunt voor primaire wikkeling van hoofdtrafo. 4.4.3 Drukknoppen van de besturing Aanduiding BT Functie Dezelfde functie als externe bedieningsknop BT. R&D Pagina 19/45 13-6-2007

BTG LERN Dezelfde functie als externe bedieningsknop BTG. Afstelling van de besturing. LERN BTG BT 4.4.4 Signaallampjes op de besturing Aanduiding Kleur Functie Vp geel brandt wanneer bedrijfsspanning ingeschakeld is SLA rood brandt wanneer persoonsbeveiliging SLA geactiveerd wordt SLZ rood brandt wanneer persoonsbeveiliging SLZ geactiveerd wordt BT groen brandt wanneer het contact gesloten is BTG groen brandt wanneer het contact gesloten is BA groen brandt wanneer het contact gesloten is BZ groen brandt wanneer het contact gesloten is BS groen brandt wanneer het contact BS gesloten is LS groen brandt wanneer LS een hindernis meldt (infrarood) Display rood tweecijferig 7-segments-display 4.5 Bediening R&D Pagina 20/45 13-6-2007

De aandrijving werkt in sequentiële logica met behulp van een bedieningstoets (BT) of radiosignalen. 1. Activering: de aandrijving start op. 2. Activering: de aandrijving stopt. 3. Activering: de aandrijving start op in tegengestelde richting. 4. Activering: de aandrijving stopt. 4.6 Operationeel gedrag van de besturing 4.6.1 Elektrische installatie Controleer nogmaals of de tandheugel correct gemonteerd is en alle schroeven van de tandheugel en de aandrijving vast zijn aangedraaid. Controleer tijdens de inbedrijfstelling de positie van de tandheugel, en pas eventueel de hoogte-afstelling van de aandrijving aan. De noodontgrendeling moet in elke poortpositie gewaarborgd zijn. Indien de poort, gezien vanaf de aandrijving, naar links moet sluiten, verwissel dan de rode en groene motoraansluiting op de printkaart. 4.6.2 Gedrag na netinschakeling en na ontgrendeling Wanneer de besturing wordt ingeschakeld, is de poortpositie eerst onbekend. Daarom is in eerste instantie alleen de looprichting DICHT met snelheidsniveau 1 toegestaan. Pas wanneer de poort volledig is gesloten en in de eindpositie DICHT door middel van kracht wordt uitgeschakeld, is de poortpositie bekend. Dan schakelt de besturing over in normaal bedrijf. Opmerking: wanneer zich na een netstoring / ontgrendeling een hindernis in de poort bevindt, herkent de besturing deze hindernis als eindpositie DICHT. Wanneer de poort daarna wordt geopend, wordt de eindpositie OPEN gepasseerd. Daarom moet de eindpositie OPEN zijn voorzien van een nood-eindaanslag. De besturing moet dan opnieuw worden uit- en ingeschakeld, waarna de poort opnieuw moet worden gesloten. Wanneer automatisch sluiten voor volledig en/of gedeeltelijk geopende positie is ingeschakeld, wordt de poort na netinschakeling automatisch gesloten. Met automatisch sluiten voor volledig geopende stand wordt de openhoudtijd voor volledig geopende stand toegepast, in andere gevallen de openhoudtijd voor gedeeltelijk geopende stand. Na ontgrendeling vindt geen automatisch sluiten plaats. 4.6.3 Bedieningsvolgorde van BT en BTG in normaal bedrijf met stationaire functie 4.6.3.1 Sequentiële schakeling d.m.v. BT en bijbehorend radiokanaal Zonder automatisch sluiten voor volledig geopende stand: De poort kan d.m.v. BT worden bediend in de bedieningsvolgorde OPEN-STOP-DICHT-STOP. Vanuit gedeeltelijk geopende stand wordt de poort echter gesloten d.m.v. BT. R&D Pagina 21/45 13-6-2007

Met automatisch sluiten voor volledig geopende stand: Wanneer de poort niet in de eindpositie OPEN staat, wordt hij d.m.v. BT geopend. Vanuit eindpositie OPEN wordt de poort d.m.v. BT gesloten. 4.6.3.2 Voetgangerspositie d.m.v. BTG en bijbehorend radiokanaal Zonder automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende stand: Staat de poort niet in de geleerde voetgangerspositie, dan wordt hij d.m.v. BTG in de voetgangerspositie gebracht. Als de poort in beweging is, kan hij met BTG worden gestopt. Prioriteitsvolgorde: Openen tot in eindpositie heeft prioriteit vóór stoppen d.m.v. BTG. Staat de poort in de voetgangerspositie, dan wordt hij d.m.v. BTG gesloten. Met automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende stand: Staat de poort niet in de geleerde voetgangerspositie, dan wordt d.m.v. BTG de voetgangerspositie gerealiseerd. Vanuit de voetgangerspositie wordt de poort gesloten d.m.v. BTG. 4.6.4 Bediening d.m.v. BA, BZ en BS BA heeft de functie OPEN, BZ heeft de functie DICHT en BS heeft de functie STOP. Zolang BS geactiveerd wordt, is er geen poortbeweging mogelijk. Automatisch sluiten wordt door BS geblokkeerd. Wanneer BS niet meer geactiveerd wordt, moet een nieuwe bedieningsinstructie worden gegeven. Wanneer BA ingedrukt wordt gehouden, kan de poort niet sluiten. 4.6.5 Prioriteitsvolgorde BA heeft prioriteit vóór BT, BTG en BZ. Wanneer BA geactiveerd wordt en de poort opengaat, kan niet met BT of BTG worden gestopt of met BZ worden gesloten. Openen tot in eindpositie Open gaat vóór gedeeltelijk openen. Stoppen d.m.v. BTG is niet mogelijk wanneer de poort wordt geopend tot in eindpositie OPEN. 4.6.6 Automatisch sluiten voor volledig geopende positie Automatisch sluiten voor volledig geopende positie kan in het leermenu worden ingesteld. Is tijdens de openhoudtijd LS of SLZ of BA actief, dan loopt de openhoudtijd weliswaar af, maar blijft de poort geopend. Wanneer BA wordt geactiveerd in de eindstand OPEN, wordt de openhoudtijd opnieuw gestart. Is kanaal 1 van de schakelklok ingeschakeld, dan loopt de openhoudtijd weliswaar af, maar blijft de poort geopend. De geblokkeerde functie automatisch sluiten wordt vrijgegeven door een BA opdracht, waarna de openhoudtijd opnieuw wordt gestart. De poort sluit automatisch wanneer de openhoudtijd is verstreken, automatisch sluiten niet geblokkeerd is en het sluiten niet wordt verhinderd door een veiligheidsvoorziening of BA opdracht. Wanneer in de Eindpositie OPEN BT of BZ wordt geactiveerd sluit de poort onmiddellijk. Is de bedrijfsmodus vertraagd sluiten geactiveerd en is een DICHT-opdracht opgeslagen, dan sluit de poort onmiddellijk zodra de eindpositie OPEN is bereikt. R&D Pagina 22/45 13-6-2007

Wanneer tijdens automatisch sluiten BT wordt geactiveerd, vindt STOP en Omkering naar looprichting OPEN plaats. 4.6.7 Automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende stand Automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende stand kan in het leermenu worden ingesteld. Wanneer de poort niet in gedeeltelijk geopende positie staat en op de BTG knop wordt gedrukt, wordt de poort in de voetgangerspositie gebracht. Wanneer de voetgangerspositie is bereikt, begint de geleerde openhoudtijd voor de voetgangerspositie te lopen. Vanuit de voetgangerspositie wordt de poort d.m.v. BTG gesloten. Wanneer LS of SLZ tijdens de openhoudtijd geactiveerd zijn, blijft de openhoudtijd doorlopen. Zodra de tijd is verlopen en noch LS noch SLZ actief zijn, sluit de poort. Automatisch sluiten wordt geblokkeerd wanneer BS wordt geactiveerd. Wanneer BA wordt geactiveerd, gaat de poort volledig open. Wanneer BZ wordt geactiveerd, sluit de poort onmiddellijk. Wanneer kanaal1 van de schakelklok wordt ingeschakeld, gaat de poort volledig open. Nadat de netspanning is ingeschakeld, kan automatisch sluiten plaatsvinden. 4.6.8 Dodemansbedrijf Dodemansbedrijf kan in het leermenu worden ingesteld. In dodemansbedrijf zijn de bedieningstoetsen BA en BZ niet stationair. Met BA en BZ kan de poort handmatig worden geopend of gesloten. De poort loopt zolang de toets wordt ingedrukt en stopt zodra de toets wordt losgelaten. Wanneer BS actief is, is geen poortbeweging mogelijk. LS wordt bewaakt en resulteert in STOP. SLA, SLZ en Kracht worden bewaakt en resulteren in STOP en korte terugloop. Wanneer LS, SLA of SLZ wordt geactiveerd of de desbetreffende test negatief verloopt, is bediening in noodbedrijf mogelijk. BT en BTG en het bijbehorende radiokanaal hebben in dodemansbedrijf geen functie. 4.6.9 Noodbedrijf (NB) Wanneer BT, BTG, BA of BZ wordt geactiveerd en de poortbeweging door een geactiveerde of defecte LS of SLA of SLZ wordt verhinderd, schakelt de besturing over op noodbedrijf. Hierbij knippert eerst het waarschuwingslampje gedurende 10 sec. Vervolgens kan de poort d.m.v. BT, BTG, BA of BZ in dodemansbedrijf worden bewogen, ondanks aangesproken veiligheidsvoorziening. Het uitvallen van een veiligheidsfunctie betekent dat de fotoceltest of de veiligheidslijst test is mislukt of dat de fotocel of schakellijst een hindernis meldt. De bedieningsknoppen moeten zo worden aangebracht dat de bediener tijdens de bediening goed zicht heeft op de poort. R&D Pagina 23/45 13-6-2007

Noodbedrijf per intern radiosignaal is niet mogelijk. Krachtuitschakeling, bereiken van de eindposities, pulsstoringsherkenning en BS worden onverminderd bewaakt en resulteren in STOP. LET OP! Wanneer externe apparaten die een duursignaal afgeven, op BA of BZ worden aangesloten, kunnen deze apparaten het noodbedrijf activeren en de poort in geval van een uitgevallen of geactiveerde veiligheidsvoorziening verplaatsen. Wanneer het multirelais voor een extra radiokanaal wordt gebruikt en dit vervolgens op BA of BZ wordt aangesloten, kan het noodbedrijf ook door middel van een radiosignaal worden geactiveerd. In dat geval mogen uitsluitend stationaire zenders worden gebruikt van waaruit de poort kan worden gezien. 4.6.10 NB bij ingeschakeld automatisch sluiten voor volledig geopende positie met BT Wanneer de poort niet geopend is, moet worden geopend d.m.v. BT. Wanneer dan echter een veiligheidsvoorziening voor de looprichting OPEN is uitgevallen, wordt het vooralarm vóór het noodbedrijf gestart, waarna in noodbedrijf wordt geopend totdat BT wordt losgelaten. Sluiten in noodbedrijf bij ingeschakeld automatisch sluiten is met BT alleen mogelijk vanuit eindpositie OPEN! 4.6.11 Noodbedrijf na netinschakeling en na ontgrendeling Wanneer de besturing wordt ingeschakeld, is de poortpositie eerst onbekend en is alleen de looprichting DICHT toegestaan. Wanneer een veiligheidsvoorziening voor de looprichting DICHT is uitgevallen, wordt het vooralarm vóór noodbedrijf gestart, waarna in noodbedrijf wordt gesloten totdat BT, BTG of BZ wordt losgelaten. Wanneer de eindpositie DICHT wordt bereikt en de poort d.m.v. Kracht wordt uitgeschakeld, schakelt de besturing over op normaal bedrijf. Openen in noodbedrijf vóór het bereiken van eindpositie DICHT is niet mogelijk. R&D Pagina 24/45 13-6-2007

5 Beveiligingsfuncties 5.1 Krachtuitschakeling, hindernis- en eindpositieherkenning Bij het leren heeft de besturing de krachtbehoefte van de poort aan de hand van de loopweg bij openen en sluiten berekend en opgeslagen. Tijdens bedrijf wordt de actuele kracht vergeleken met de geleerde kracht. Wanneer de actuele kracht meer dan een ingestelde krachtreserve groter is dan de geleerde kracht, vindt krachtuitschakeling plaats. Krachtherkenning bij het openen Stop en Korte Terugloop. Krachtherkenning bij het sluiten Met automatisch sluiten in de doelpositie vindt STOP en weer Openen plaats. Na twee sluitpogingen door automatisch sluiten of zonder automatisch sluiten in de doelpositie of bij dodemansbedrijf vinden alleen STOP en Korte Terugloop plaats. 5.2 Krachtuitschakeling na netinschakeling en na ontgrendeling Aangezien de poortpositie na netinschakeling onbekend is, wordt de maximumwaarde van de geleerde kracht bij het sluiten gebruikt als uitschakelwaarde voor de krachtuitschakeling. R&D Pagina 25/45 13-6-2007

5.3 Bewaking pulsgever Wanneer de pulsgever uitvalt, reageert de besturing op dezelfde manier als bij een krachtuitschakeling. Daarnaast verschijnt er een storingsmelding en wordt de besturing vergrendelt. 5.4 Synchronisatie op Eindpositie Dicht Door krachtuitschakeling wordt normaliter een korte terugloop geactiveerd. Wanneer de krachtuitschakeling echter plaatsvindt tijdens het sluiten in het synchrone bereik vóór eindpositie DICHT, dan beoordeelt de besturing de krachtuitschakeling niet als hindernis, maar als eindaanslag. Er vindt geen korte terugloop plaats, maar uitsluitend STOP. De interne positieteller wordt gesynchroniseerd op de eindpositie. 5.5 Looptijdbegrenzing De eindpositie OPEN wordt bereikt door telling van de pulsen. Er is geen looptijdbegrenzing vereist. De besturing schakelt altijd op de berekende positie uit. In de eindpositie DICHT wordt door krachtuitschakeling gesynchroniseerd. Wanneer op de berekende positie geen krachtuitschakeling plaatsvindt, wordt na een looptijdreserve automatisch uitgeschakeld. De besturing voert een storingsmelding uit en ontgrendelt daarna. 5.6 Sluitkantbeveiliging door SLA en SLZ De besturing beschikt over twee geïntegreerde analyse-apparaten met testfunctie conform EN954-1 categorie 2 voor schakellijsten met weerstandsanalyse, ter beveiliging van de sluitkanten in looprichting OPEN en DICHT. Bij het inleren van de besturing herkennen deze apparaten zelfstandig het type aangesloten schakellijst. De toestand van de schakellijsten wordt weergegeven door de rode LED s SLA en SLZ. Bij activering van de schakellijst licht de bijbehorende LED op. De veiligheidslijst SLA beveiligt de looprichting OPEN. Wanneer SLA aanspreekt, kan alleen in noodbedrijf worden geopend. Wanneer SLA tijdens het openen aanspreekt, vinden STOP en Korte Terugloop plaats. De veiligheidslijst SLZ beveiligt de looprichting DICHT. Wanneer SLZ aanspreekt, kan alleen in noodbedrijf worden gesloten. Spreekt SLZ tijdens het sluiten aan, dan geldt: met automatisch sluiten in de doelpositie vinden STOP en weer OPENEN plaats. Na twee sluitpogingen door automatisch sluiten of zonder automatisch sluiten in de doelpositie of bij dodemansbedrijf vinden alleen STOP en korte terugloop plaats. 5.7 Schakellijsten met 8kΩ afsluitweerstand R&D Pagina 26/45 13-6-2007

Er kunnen maakcontacten met 8,2kΩ ±5% parallelweerstand of verbreekcontacten met 8,2kΩ ±5% serieweerstand worden aangesloten. Wanneer de sluitkantbeveiliging niet wordt gebruikt, dient de bijbehorende ingang via een 8,2 kω ±5% weerstand met aarde te worden verbonden. Meerdere schakellijsten met 8kΩ afsluitweerstand kunnen in serie worden geschakeld, zoals in onderstaande figuur wordt weergegeven. Daarbij blijft de veiligheidscategorie onveranderd. Afsluitweerstand Schakellijst 1 Schakellijst 2 SLA / SLZ Gnd MO 46 5.8 Fotocellen Er kan een systeem van maximaal 6 fotocellen op de besturing worden aangesloten. De werking van de fotocellen hangt af van de ingestelde bedrijfsmodus daarvan (zie Leren). 5.9 De fotoceltest Vóór elke poortbeweging waarbij de fotocel wordt geanalyseerd, vindt een fotoceltest plaats. Deze bestaat uit twee fasen. In de eerste fase wordt de zender van de fotocel uitgeschakeld en wordt gewacht tot de ontvanger van de fotocel binnen maximaal 2,5 sec. een hindernis meldt. Daarna begint de tweede fase. De zender van de fotocel wordt weer ingeschakeld en er wordt gewacht tot de ontvanger meldt dat er geen hindernis in de weg staat. Pas daarna begint de poortbeweging. Wanneer in de eerste fase een storing optreedt, is de fotocel defect. De storingsmelding E1 verschijnt. Wanneer in de tweede fase een storing optreedt, wordt aangenomen dat de fotocel een hindernis heeft waargenomen en vindt er geen poortbeweging plaats. Er verschijnt geen storingsmelding. Er kunnen maximaal 6 fotocellen op de besturing worden aangesloten en worden getest. Daarvoor worden alle relaisuitgangen van de ontvangers in serie geschakeld. Parallel met de relaiscontacten van elke ontvanger moet een weerstand van 1kOhm ± 5% zijn aangesloten. R&D Pagina 27/45 13-6-2007

S1 S2 S3 S6 E1 E2 E3 E6 Let op: Tijdens het loopwegleren voert de besturing een fotoceltest uit en leert daarbij of en zo ja, hoeveel fotocellen er zijn aangesloten. Wanneer de fotoceltest tijdens het leren met succes is uitgevoerd, kan tijdens later bedrijf eveneens een fotoceltest worden uitgevoerd. Wanneer de tijdens het leren uitgevoerde fotoceltest niet is geslaagd, wordt later tijdens bedrijf geen fotoceltest meer uitgevoerd. LS-TST + - 24V + - LS MO 46 Belangrijk: Na het inleren moet de monteur alle fotocellen op hun werking controleren! 5.10 Schakelklokbedrijf Op de besturing kan de schakelklok ASU2 worden aangebracht. De schakelklok heeft twee kanalen met de volgende functies: wanneer kanaal1 van de SU inschakelt, komt dat overeen met de opdracht OPEN. Zolang kanaal1 van de ASU2 ingeschakeld is, kan de poort niet worden gesloten. Wanneer kanaal1 van de ASU2 uitschakelt, komt dat overeen met de opdracht DICHT. Bij automatisch sluiten wordt de poort bij uitschakeling van kanaal1 van de ASU2 onmiddellijk gesloten en niet pas door automatisch sluiten. Kanaal 2 van de ASU2 kan op het multirelais worden uitgevoerd. Het potentiaalvrije relais kan dan bijv. met alle gewenste bedieningsingangen worden verbonden. 5.11 Vooralarm, waarschuwingslampje en stoplicht De besturing heeft potentiaalvrije relaisuitgangen voor waarschuwingslampje, rood en groen stoplicht (geen eenrichtingsbesturing). Vóór het openen en sluiten kan telkens een vooralarm voor de duur van 4 seconden worden ingesteld (zie Leren). Poorttoestand Rood stoplicht Waarsch. lampje Groen stoplicht Poort gesloten aan uit uit Poort geopend uit uit aan Vooralarm of poort in beweging uit aan uit Poort gestopt in tussenpositie uit uit uit Poort gestopt in voetgangerspositie uit uit uit R&D Pagina 28/45 13-6-2007

5.12 Radiodisplay Op het display brandt het decimaalpunt voor het cijfer dat de eenheden weergeeft, wanneer een van de geleerde radiocodes wordt ontvangen. 5.13 Multirelais Op de besturing bevindt zich het relais MULTI, dat voor verschillende toepassingen kan worden gebruikt. De instelling wordt uitgevoerd in het leermenu. Tijdens het inleren van de besturing is het relais uitgeschakeld. Zie leren. 5.14 Serviceteller, onderhoudsteller en onderhoudsinterval Poortcyclus Een cyclus is het bereiken v.d. eindpositie Dicht. Voordelingsregister Onderhoudsteller Vergelijkingselement Onderhoudsmelding Serviceteller 32bit Onderhoudsinterval Telkens wanneer de poort de eindpositie DICHT bereikt en synchroniseert, wordt de poortcyclus geteld. De onderhoudsteller wordt vergeleken met het ingestelde onderhoudsinterval. Wanneer de onderhoudsteller het onderhoudsinterval overschrijdt, verschijnt er een onderhoudsmelding. Het voordelingsregister bij schuifpoorten bedraagt 1:1000. R&D Pagina 29/45 13-6-2007

Het voordelingsregister wordt tijdens het leren automatisch vastgelegd voor de onderhoudsteller. De onderhoudsmelding kan op het multirelais worden uitgevoerd. Functies: Onderhoudsteller weergeven en op nul zetten zie Leren. Onderhoudsinterval weergeven en instellen zie Leren. Serviceteller tonen: besturing inschakelen bij ingedrukte LERN-knop. Nadat de programmaversie is weergegeven, verschijnt de actuele serviceteller op het display in de vorm van 4 bytes in hexadecimale weergave (teken met de hoogste waarde eerst). Bijvoorbeeld: 00 00 00 15 = 21 poortcycli 00 10 0b ac = 1.051.564 poortcycli Het instelbereik voor het onderhoudsinterval is 0 = geen onderhoudsmelding t/m 299. Op het tweecijferig display kunnen de cijfers 0 t/m 299 worden weergegeven door één decimaalpunt voor 100 en twee decimaalpunten voor 200 te gebruiken. Bijvoorbeeld: De onderhoudsteller geeft 23. weer. Dat betekent 123. Een schuifpoort heeft dan sinds het laatste onderhoud 123 x 1000 = 123.000 cycli doorlopen. Voor het onderhoudsinterval wordt 0.3. aangegeven. Dat betekent 203. Er verschijnt een onderhoudsmelding wanneer een schuifpoort 203 x 1000 = 203.000 cycli heeft doorlopen. Om ervoor te zorgen dat de besturing de gewenste onderhoudsmelding genereert, moet in het leermenu het volgende worden ingesteld: 1. De bedrijfsmodus Schuifpoort moet worden geselecteerd (zie Leermenu P1). 2. Het onderhoudsinterval moet op de gewenste waarde worden ingesteld. 3. Het multirelais moet zijn ingesteld op de functie Onderhoudsmelding (Leermenu PE r6). 4. De onderhoudsteller moet op nul worden gezet (Leermenu PC). 6 Eerste inbedrijfstelling De besturing wordt aangesloten volgens het hoofdstuk Elektrische installatie. In het leermenu moet de gewenste snelheid worden ingesteld en de loopweg worden geleerd. 6.1 Leren Voor het inleren van de besturing en het instellen van de bedrijfsparameters staan een tweecijferig 7-segments-display en de toetsen BT, BTG en LERN op de besturing ter beschikking. Het leermenu R&D Pagina 30/45 13-6-2007

In normaal bedrijf is het display uitgeschakeld. Het leermenu wordt geactiveerd door de LERNknop gedurende ca. 2 sec. ingedrukt te houden. Op het display verschijnt dan P1. Menu-item 1 is voorgeselecteerd. Met de BT-knop wordt telkens naar het volgende menu-item P2, P3 enz. gegaan. D.m.v. BTG wordt teruggekeerd naar het vorige menu-item. Wanneer het gewenste menu-item wordt weergegeven, wordt dit met de LERN-knop geactiveerd. Menu-item P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 PA PB PC PD PE PF PP Functie Instellen bedrijfsmodus: schuifpoort / reserve. Leren van de aangesloten schakellijsten en fotocellen. Leren van de loopweg en de krachtcurven. Instellen van krachtreserves en snelheden. Instellen dodemansbedrijf / stationair bedrijf Instellen van gedeeltelijk geopende positie Leren of wissen van de radiocodes voor BT, BTG en MULTI. Instellen automatisch sluiten aan / uit en openhoudtijd voor volledig geopende positie. Instellen automatisch sluiten aan / uit en openhoudtijd voor gedeeltelijk geopende positie. Instellen van vooralarm vóór openen en sluiten. Instellen van fotocelfunctie. Instellen fotoceltest aan / uit Vertraagd sluiten aan / uit Onderhoudsteller weergeven en wissen Onderhoudsinterval instellen Instellen bedrijfsmodus van multifunctioneel relais. Resetten naar fabrieksinstellingen. Opslaan en terugkeren naar normaal bedrijf. 6.2 Menu-item P1: Leren van de loopwegen Wanneer menu-item P1 d.m.v. de leertoets is geactiveerd, moet eerst de bedrijfsmodus Schuifpoort worden gekozen. De bedrijfsmodus wordt met BT gekozen en vervolgens met de leertoets bevestigd. Wanneer dit menu-item onbedoeld is geactiveerd, kan met BTG naar het hoofdmenu worden teruggekeerd zonder gegevens te veranderen. Display Betekenis Bedrijfsmodus: schuifpoort R&D Pagina 31/45 13-6-2007

Bedrijfdsmodus: reserve Gebruiksaanwijzing Odysseus/Delta met aandrijving type ET LET OP! De bedrijfsmodus SCHUIFPOORT moet worden geselecteerd (display ). Let op! De veiligheidsvoorzieningen kunnen zich tijdens het inleren anders gedragen dan in normaal bedrijf. Er moet worden gegarandeerd dat zich tijdens het inleren geen personen in de gevarenzone bevinden. Nadat de LERN-knop is geactiveerd, verschijnt HA op het display. De poort kan nu in dodemansbedrijf met BT eerst langzaam, dan snel worden bewogen. De poort moet in de eindpositie OPEN worden gebracht. Vervolgens wordt de LERN-knop ingedrukt om het leren voor loopweg en kracht voort te zetten. Op het display verschijnt nu AU. De besturing voert een test van de schakellijsten en fotocellen uit en leert het type schakellijsten en het aantal aangesloten fotocellen. Wanneer de fotocellentest met succes is uitgevoerd, kan tijdens later bedrijf eveneens een fotoceltest worden uitgevoerd, anders niet. Daarna sluit de poort in de vertraagde modus, waarna bij eindaanslag DICHT wordt uitgeschakeld via pulsstoring / maximumkracht van de besturing. Daarbij wordt de maximale uitschakelstroom voor de gebruikte motor berekend. Daardoor wordt tegelijkertijd de loopweg in pulsen geleerd. Opmerking: omdat de poort sterker tegen de eindaanslag DICHT is aangestoten dan later tijdens bedrijf het geval is, wordt de loopweg met een bepaalde correctiewaarde verlaagd. Nu opent de poort en wordt de krachtcurve voor het openen geleerd. Daarna sluit de poort en wordt de krachtcurve voor het sluiten geleerd. Vervolgens wordt automatisch teruggekeerd naar het leermenu. Opmerking: de krachtreserve wordt na het loopweg-leren automatisch ingesteld. 6.3 Menu-item P2: instellen van krachtreserves en snelheden Wanneer het menu-item P2 d.m.v. de LERN-knop is geactiveerd, verschijnt er een submenu voor het selecteren van de waarden voor kracht en snelheid. Met de BT knop wordt overgeschakeld naar het volgende submenu-item; met BTG keert men terug naar het vorige submenu-item. Submenu-item Functie F1 Krachtreserve voor openen R&D Pagina 32/45 13-6-2007

F2 S1 S2 daarna Krachtreserve voor sluiten Snelheid voor openen Snelheid voor sluiten Terugkeer naar leermenu Met de LERN-knop wordt het gewenste submenu-item geactiveerd. De actuele krachtwaarde (F van Force) en snelheidswaarde (S van Speed) worden weergegeven. Mogelijke waarden zijn 01 (voor laagste krachtreserve-niveau) t/m 13 (voor hoogste krachtreserve-niveau) resp. 01 (voor laagste snelheidsniveau) t/m 08 (voor hoogste snelheidsniveau). Met BT kan de waarde worden verhoogd en met BTG kan de waarde worden verlaagd. Met de LERN-knop wordt teruggekeerd naar het leermenu. Opmerking over de krachtreserve: de krachtanalyse van de besturing heeft een maximumwaarde, die niet kan worden overschreden. Bij het leren van de loopweg berekent de besturing de maximale motorstroom van de aangesloten motor. Ook deze mag niet worden overschreden. De uitschakeldrempel is de laagste waarde die resulteert uit geleerde kracht plus krachtreserve en de maximumkracht van de besturing en de maximumkracht van de motor. Wanneer een zo grote krachtreserve wordt ingesteld dat het maximum van de geleerde krachtcurve plus krachtreserve groter is dan de maximumkracht van de besturing of de maximumkracht van de motor, dan wordt op het display behalve het krachtreserve-niveau ook het decimaalpunt weergegeven. Zo wordt dus weergegeven dat de ingestelde krachtreserve niet meer kan worden bereikt en dat de werkelijke krachtreserve lager is. 6.4 Menu-item P3: instellen dodemansbedrijf / stationair bedrijf Wanneer het menu-item P3 d.m.v. de LERN-knop is geactiveerd, wordt de actuele instelling getoond. Met de BT-knop kan de gewenste instelling worden geselecteerd. Met de LERN-knop wordt teruggekeerd naar het leermenu. Display To SH Betekenis De besturing werkt in dodemansbedrijf. De besturing werkt in stationair bedrijf. Opmerking: het tegelijkertijd instellen van dodemansbedrijf en automatisch sluiten, of dodemansbedrijf en vertraagd sluiten etc., is weliswaar mogelijk, maar bijv. bij dodemansbedrijf vindt geen automatisch sluiten plaats, ook niet wanneer dat is ingesteld. 6.5 Menu-item P4: instellen van gedeeltelijk geopende positie Menu-item P4 kan uitsluitend worden geactiveerd wanneer de poortpositie bekend is. Nadat de netspanning is ingeschakeld, moet de poort eerst worden gesloten. Wanneer menu-item P4 is geactiveerd, verschijnt HA. op het display. De poort kan nu in dodemansbedrijf d.m.v. BT eerst langzaam, daarna snel worden bewogen. De poort wordt in de gewenste, gedeeltelijk geopende stand gebracht. R&D Pagina 33/45 13-6-2007

Vervolgens wordt de LERN-knop ingedrukt. De actuele positie wordt opgeslagen als gedeeltelijk geopende positie. Daarna wordt teruggekeerd naar menu-item P5 in het hoofdmenu. 6.6 Menu-item P5: Leren en wissen van radiocodes voor BT, BTG en MULTI Wanneer menu-item P5 d.m.v. de LERN-knop is geactiveerd, verschijnt er een submenu voor het selecteren van de radiocodes. Met de BT-knop gaat men naar het volgende submenu-item, met BTG wordt teruggekeerd naar het vorige submenu-item. Submenu-item Functie C1 De radiocode voor BT kan worden geleerd resp. gewist. C2 De radiocode voor BTG kan worden geleerd resp. gewist. C3 De radiocode voor MULTI kan worden geleerd resp. gewist. Daarna Terugkeer naar het leermenu Met de LERN-knop wordt het submenu-item geactiveerd. Dan verschijnt: Display Betekenis -- De geselecteerde radiocode is gewist en kan worden geleerd. Oo De geselecteerde radiocode is al geleerd en kan worden overschreven of gewist. Om een radiocode te leren, moet de zender worden geactiveerd. De radiocode wordt dan opgeslagen, waarna wordt teruggekeerd naar het submenu. Om de radiocode te wissen, wordt de BT-knop ingedrukt gehouden en tegelijkertijd de LERNknop geactiveerd. De radiocode wordt gewist, waarna wordt teruggekeerd naar het submenu. Wanneer alleen de LERN-knop wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het submenu zonder dat de radiocode wordt veranderd. Opmerking: de geleerde radiocodes moeten verschillend zijn. 6.7 Menu-item P6: instellen van automatisch sluiten voor volledig geopende positie Wanneer menu-item P6 d.m.v. de LERN-knop is geactiveerd, wordt de openhoudtijd voor volledig geopende positie weergegeven of --, als automatisch sluiten voor volledig geopende positie is uitgeschakeld. R&D Pagina 34/45 13-6-2007

Met de BT-knop kan automatisch sluiten worden ingeschakeld of de openhoudtijd worden verlengd. Met de BTG-knop kan de openhoudtijd worden verkort en automatisch sluiten worden uitgeschakeld. De openhoudtijd kan 1s t/m 299s bedragen. De decimaalpunten op het display staan elk voor 100s. Wanneer de gewenste tijd is ingesteld, wordt d.m.v. de LERN-knop teruggekeerd naar het leermenu. 6.8 Menu-item P7: instellen van automatisch sluiten voor gedeeltelijk geopende positie Wanneer menu-item P7 d.m.v. de LERN-knop is geactiveerd, wordt de openhoudtijd voor de loopvleugel weergegeven of --, als automatisch sluiten voor de loopvleugel is uitgeschakeld. Met de BT-knop kan automatisch sluiten worden ingeschakeld en de openhoudtijd worden verlengd. Met de BTG-knop kan de openhoudtijd worden verkort en automatisch sluiten worden uitgeschakeld. De openhoudtijd kan 1s t/m 299s bedragen. De decimaalpunten op het display staan elk voor 100s. Displayvoorbeeld Betekenis -- Automatisch sluiten is uitgeschakeld. 23 23s openhoudtijd, automatisch sluiten is ingeschakeld. 23. 123s openhoudtijd, automatisch sluiten is ingeschakeld. 2.3. 223s openhoudtijd, automatisch sluiten is ingeschakeld. Displayvoorbeeld Betekenis -- Automatisch sluiten is uitgeschakeld. 23 23 sec openhoudtijd, automatisch sluiten is ingeschakeld. 23. 123 sec openhoudtijd, automatisch sluiten is ingeschakeld. 2.3. 223 sec openhoudtijd, automatisch sluiten is ingeschakeld. Wanneer de gewenste tijd is ingesteld, wordt d.m.v. de LERN-knop teruggekeerd naar het leermenu. 6.9 Menu-item P8: instellen van vooralarm vóór openen en sluiten Wanneer d.m.v. de LERN-knop menu-item P8 is geactiveerd, wordt de actuele instelling van het vooralarm weergegeven. Met de BT-knop kan de gewenste instelling worden geselecteerd. Met de LERN-knop kan worden teruggekeerd naar het leermenu. R&D Pagina 35/45 13-6-2007