Vlaamse overheid, Departement MOW

Vergelijkbare documenten
Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Betreft : Methodologie maandrapportages Flexibel Storten 2017

Vlaamse Overheid. Vaarwegbeheer Bestelopdracht 1: Flexibel Storten Afdeling Maritieme Toegang

Vlaamse Overheid. Vaarwegbeheer Bestelopdracht 1: Flexibel Storten Afdeling Maritieme Toegang

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Vlaamse Overheid. Vaarwegbeheer Bestelopdracht 1: Flexibel Storten Afdeling Maritieme Toegang

Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers

Instandhouding Vaarpassen Schelde Milieuvergunningen terugstorten baggerspecie LTV Veiligheid en Toegankelijkheid

Inhoud presentatie. Uitvoering van de verruiming en het belang van monitoring. Kirsten Beirinckx 2 juni Stortstrategie. Overleg flexibel storten

Richtlijnen DSI Data Transformatie Tool

Bijlage: Protocol voorwaarden voor flexibel storten Kwaliteitsparameters

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 ( )

Specificaties levering GIS-producten

Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007

TU Delft. lodellering morfodynamisch adrag van de Drempel van answeert. C (bijlage) Aanvuliende berekeningen. M.D. Groenewoud.

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

Monitoringprogramma flexibel storten Deelopdracht 10: Statusrapport na start verdiepingsstorten - jaar 2

Monitoring meergeulensysteem Westerschelde

Regelmatig worden de monitoringprogramma s geëvalueerd. Op dit moment wordt gewerkt

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

Monitoring meergeulensysteem Westerschelde

MONITORINGSPROGRAMMA MONITORINGSPROGRAMMA PROEFSTORTLOCATIES PROEFSTORTLOCATIES

Verruiming Westerschelde

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

Practicum 1A: Automatisering Plantencentrale

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

Informatica: C# WPO 13

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

TOPOGRAFISCHE KAART NGI 1:10.000, RASTER, KLASSIEKE REEKS. Uitgegeven tussen 1978 en Versie /// 1.0 Publicatiedatum /// 02/06/2017.

BVBA KMO-zone, Klein Boom Putte (Mechelen) Tel: (015) Fax: (015) info@servico.be. RAIL lijsten automatisch verwerken

Informatica: C# WPO 12

Centraal Bureau voor de Statistiek CONSUMENTENVERTROUWEN ALS INDICATIE VOOR DE TOEKOMSTIGE PARTICULIERE CONSUMPTIE

BEFDSS. Het Belgische uitwisselingsformaat voor onderzoekgegevens afkomstig van visueel rioolonderzoek. 1/12/ / 6

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial.ctb;tutorial nn.see)}

Werkwijze Waterpassing Versie 4.4

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Populaties beschrijven met kansmodellen

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Software Test Plan. Yannick Verschueren

Gebruikershandleiding

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Kenmerk GEO Doorkiesnummer +31(0)

Kluwer Office. DMS Basic Medewerker. Software.kluwer.be

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon

8. Module Digitaal Terrein Model (DTM) aanmaken... 1

Handleiding mirok: Meetinstrument Regionale Omgevingskwaliteit

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

User Profile Repository Testrapportage kwaliteit

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen

ConceptHoofd GRSde MutsertMateriebeleid GRSGeo- en Vastgoedinformatie en Advies

AAN DE SLAG MET QDAC VOLLEDIG

Instandhouding vaarpassen Schelde Milieuvergunningen terugstorten baggerspecie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Nauwkeurige dieptemetingen

Factsheet RACS Invoice Management System

Rapportage: asbestinventarisatie

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Modelonzekerheid in GeoTOP

Aanmaken van een lokale site kalibratie Hoe kan vanuit Trimble Access en Trimble Business Center een lokale site coordinatensysteem aangemaakt

Gebruikershandleiding. Real-Time Tachymetermodule

Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Handleiding: inlezen WESP data

MA!N Rapportages en Analyses

Release notes:

Voorbeeld visualisatie rapportage

Handleiding dashboard. 3WA SaaS platform

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding

Hoofdstuk 7: METING VAN DE FREQUENTIE- NAUWKEURIGHEID

I. Opbouw en doel van het rapporteringmodel ex ante

T.a.v. Bert Verbist ANB Centrale Diensten Cel Fauna en Flora Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel.

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Nieuwe ICF-module. Nb. Huidige berichten hoeven niet eerst volledig verwerkt te worden om te kunnen overstappen op deze nieuwe module.

5 Opstellen businesscase

Release notes PCTrans. Release notes PCTrans. Aantekeningen voor PCTrans 5.0 ( )

Gegevensverwerving en verwerking

Rapporten. Labels en Rapporten in Atlantis 1. Atlantis heeft twee manieren om output te genereren: 1. labels 2. rapporten (reports)

CARGO DATA SYSTEMS BV

Resultaten Monitoringprogramma voor het opvolgen van de mogelijke milieueffecten als gevolg van het terugstorten van baggerspecie in de Westerschelde

15 July Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding

Wij hebben een interface voor imports van de salarissen in WinBooks ontwikkeld, gebaseerd op de bestanden die de sociale secretariaten aanleveren.

1.1 Achtergrond. 1.2 Doelstelling van het onderzoek

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-I

Actualisatie van de zandbalans van de Zee- en Westerschelde

10. Module Volume Berekening... 1

Voorstel contactmoment

Overzicht. Van KADSCAN naar herinterpretatie in het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) OC-activiteiten i.v.m. vastgoed (cel GRB) Strategie vastgoed

Richtlijnen voor het aanleveren van variabele data

RICHTLIJN GEODATA. Richtlijn over het aanleveren van geografische informatie in het kader van de veiligheidsrapportage Versie 5.

Transcriptie:

Vlaamse overheid, Departement MOW Afdeling Maritieme Toegang 7

Colofon Foto titelblad: IMDC International Marine & Dredging Consultants Adres: Coveliersstraat 15, 2600 Antwerp, Belgium : + 32 3 270 92 95 : + 32 3 235 67 11 Email: info@imdc.be Website: www.imdc.be

Inhoudstafel 1. INLEIDING... 6 1.1. DE OPDRACHT... 6 1.2. DOEL VAN DE STUDIE... 6 1.3. OVERZICHT VAN DE STUDIE... 6 1.4. OPBOUW VAN HET RAPPORT... 7 2. SCHEMATISCHE BESCHRIJVING VAN DE PROCESFLOW... 8 3. BESCHRIJVING VAN DE VERWERKINGSSTAPPEN... 9 3.1. AANLEVERING VAN DATA DOOR AMT AAN IMDC... 9 3.2. VALIDATIE... 10 3.2.1. Specificaties van de data... 10 3.2.2. Validatie van de raster data... 10 3.2.3. Correctie van celverschuivingen... 11 3.3. BESCHRIJVING VAN DE STRUCTUUR VAN HET MATLAB PROGRAMMA... 13 3.4. OVERZICHT VAN DE GEGENEREERDE BESTANDEN MET HET MATLAB PROGRAMMA... 13 3.4.1. Datafiles voor rapportage en visualisaties in ArcGis... 14 3.4.2. Figuren... 15 3.4.3. Logfile... 15 3.5. AANMAAK VAN DE DIEPTEKAARTEN EN DE VERSCHILKAARTEN... 16 3.5.1. Nummering van de kaarten... 16 3.5.2. Dieptekaarten... 17 3.5.2.1. Te gebruiken datasets voor de dieptekaart... 17 3.5.2.2. Contourlijnen... 17 3.5.3. Verschilkaarten... 18 3.5.3.1. Te gebruiken datasets voor de verschilkaart... 18 3.5.3.2. Omrekenen en bewaren van het raster:... 19 3.5.3.3. Koppelen van de stortgegevens... 19 3.5.3.4. Tabel in de layout plaatsen en hoeveelheden berekenen... 21 3.5.3.5. Bewaren van de verschilkaart... 22 4. NAUWKEURIGHEID VAN DE GEGEVENS... 23 4.1. INLEIDING... 23 4.2. NAUWKEURIGHEID VAN DE VOLUMEVERSCHILBEREKENING OP BASIS VAN 2 PEILINGEN... 23 4.2.1. Toevallige fout in de meetdata van de peilingen... 23 4.2.2. Systematische fout in de meetdata van de peilingen... 24 4.2.3. Onnauwkeurigheid door de interpolatie van de gegevens... 24 4.2.4. Onbepaaldheid in het tijdstip van de meting... 24 4.2.5. Fout door het ontbreken van gegevens... 24 4.2.6. Besluit voor de toevallige fout in de peilingen... 25 I/RA/11353/10.030/RDS pagina II

4.3. NAUWKEURIGHEID VAN DE STORTGEGEVENS... 25 4.3.1. De toevallige fout op de hoogtebepaling in de beun... 25 4.3.2. De fout bij het omrekenen van het volume in de beun naar het gestorte volume... 25 4.3.3. Besluit voor de toevallige fout op de stortvolumes... 26 4.4. VOORBEELD VAN EEN FIGUUR... 26 5. MAANDELIJKSE RAPPORTAGE... 30 5.1. INLEIDING... 30 5.1.1. Doel van de studie... 30 5.1.2. Overzicht van de studie... 30 5.1.3. Opbouw van het rapport... 30 5.2. BESCHRIJVING VAN DE AANGELEVERDE DATA... 31 5.2.1. Baggeropdrachten... 31 5.2.2. Weekstaten... 31 5.2.3. Bathymetriën... 32 5.3. BAGGER- EN STORTACTIVITEITEN IN DE PERIODE... 32 5.3.1. Baggeractiviteiten... 32 5.3.2. Stortactiviteiten... 34 5.4. RAPPORTAGE VAN DE DATA... 34 5.4.1. Methodologie van de rapportage... 34 5.4.2. Rapportage... 35 5.5. ANALYSE VAN DE DATA... 40 5.6. CONCLUSIES... 40 5.7. BIJLAGEN... 40 6. REFERENTIES... 41 Lijst van tabellen TABEL 4-1 OVERZICHT VAN DE NAUWKEURIGHEDEN VAN DE VOLUMEBEPALING.... 25 TABEL 5-1OVERZICHT VAN DE AANGELEVERDE WEEKSTATEN... 31 TABEL 5-2 OVERZICHT AANGELEVERDE BATHYMETRISCHE GEGEVENS... 32 TABEL 5-3 OVERZICHT BAGGERACTIVITEITEN (VERDIEPING EN ONDERHOUD) VOOR DE GERAPPORTEERDE MAAND... 33 TABEL 5-4: SAMENVATTING VERSCHILBEREKENINGEN EN STORTGEGEVENS VOOR DE COMPLETE STORTZONE VOOR DE HOOGE PLATEN WEST.... 38 Lijst van figuren FIGUUR 3-1 VOORBEELD VAN EEN DIEPTEKAART... 18 FIGUUR 3-2 VOORBEELD VAN EEN VERSCHILKAART... 22 I/RA/11353/10.030/RDS pagina III

FIGUUR 4-1 TIJDSERIE VAN DE VOLUMEVERANDERINGEN OP DE HOOGE PLATEN NOORD, MET EEN INDICATIE VAN DE ONNAUWKEURIGHEID.... 27 FIGUUR 4-2 TIJDSERIE VAN DE VOLUMEVERANDERINGEN OP DE HOOGE PLATEN WEST, MET EEN INDICATIE VAN DE ONNAUWKEURIGHEID.... 27 FIGUUR 4-3 TIJDSERIE VAN DE VOLUMEVERANDERINGEN OP DE PLAAT VAN WALSOORDEN, MET EEN INDICATIE VAN DE ONNAUWKEURIGHEID.... 28 FIGUUR 4-4 TIJDSERIE VAN DE VOLUMEVERANDERINGEN OP DE RUG VAN BAARLAND, MET EEN INDICATIE VAN DE ONNAUWKEURIGHEID.... 28 FIGUUR 5-1: KAART VAN STORTZONES PLAAT VAN WALSOORDEN MET AANDUIDING VAN DE DOORSNEDEN.... 35 FIGUUR 5-2: EVOLUTIE VAN DE BATHYMETRIE VOLGENS PEILINGEN VAN 16-04 (T5), 30-05 (T7) EN 16-06 (T8) LANGSHEEN EEN GEKOZEN DOORSNEDE HPWA AAN HOOGE PLATEN WEST.... 36 FIGUUR 5-3: EVOLUTIE VAN DE BATHYMETRIE VOLGENS PEILINGEN VAN 16-04 (T5), 30-05 (T7) EN 16-06 (T8) LANGSHEEN EEN GEKOZEN DOORSNEDE HPWB AAN HOOGE PLATEN WEST.... 36 FIGUUR 5-4 TIJDSVERLOOP VAN HET VOLUME GESTORT MATERIAAL EN HET CUMULATIEVE VERSCHILVOLUME UIT DE PEILINGEN VOOR DE COMPLETE STORTZONE VOOR HOOGE PLATEN WEST (FEBRUARI JUNI 2010)... 39 I/RA/11353/10.030/RDS pagina IV

Lijst van symbolen en afkortingen Symbool of afkorting AMT IMDC NAP RD HPW HPN RvB PWA ASCII Verklaring Afdeling Maritieme Toegang International Marine and Dredging Consultants Nieuw Amsterdams Peil Rijksdriehoeksnet Hooge Platen West Hooge Platen Noord Rug van Baarland Plaat van Walsoorden American Standard Code for Information Interchange I/RA/11353/10.030/RDS pagina V

1. INLEIDING 1.1. De opdracht Door Afdeling Maritieme Toegang werd een algemene offerteaanvraag voor aanneming van diensten (besteknr. 16EF/2009/18) uitgeschreven met als titel Levering van diensten in het kader van het monitoringprogramma flexibel storten. Op datum van 17 september 2009 werd voor dit bestek een offerte ingediend door IMDC, in samenwerking met UA en HWE (documentref. i/of/01000/09.078/rds). De opdracht werd door Afdeling Maritieme Toegang in hun schrijven van 8 december 2009 gegund aan IMDC. Per deelopdracht wordt een aparte offerte overgemaakt aan de opdrachtgever. Voor deelopdracht 1 werd op datum van 12 februari 2010 (1 e versie) en 16 februari 2010 (finale versie) een offerte overgemaakt door IMDC (I/OF/11353/10.003/RDS). Deze offerte werd door de opdrachtgever goedgekeurd op datum van 17 februari 2010 (kenmerk 16EFA-U-10-0122). 1.2. Doel van de studie De opdracht voorziet in het leveren van analyses, inhoudelijke rapportering en opmaak van afgeleide producten op basis van de monitoringdata die gegenereerd zullen worden in het kader van de effectmonitoring uit OS2010 in het algemeen en het monitoringsprogramma Moneos-T in het bijzonder, gedurende 6 jaar. Binnen deelopdracht 1 worden de volgende onderzoekstaken uitgewerkt : Uitwerken aanpak voor de maandelijkse rapportering : methodiek, rapportage, operationele afspraken tussen opdrachtgever en -nemer; Maandelijkse rapportage voor de maanden maart (inclusief een deel van februari), april en mei 2010: 3 afzonderlijke rapportages, telkens per maand. Dit rapport heeft betrekking op de methodologie voor de maandelijkse rapportage. 1.3. Overzicht van de studie Dit deelrapport maakt deel uit van een reeks rapporten die samen de volledige studie beschrijven. Voor deelopdracht 1 : het 1 e maandrapport voor de maanden februari en maart 2010 het 2 e maandrapport voor de maand april 2010 het 3 e maandrapport voor de maand mei 2010 Methodologisch rapport van de maandelijkse rapporteringen Voor deelopdracht 3 : het historische analyserapport aan Plaat van Walsoorden 2007 2010 Voor deelopdracht 4 : het 4 e maandrapport voor de maand juni 2010 het 5 e maandrapport voor de maand juli 2010 het 6 e maandrapport voor de maand augustus 2010. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 6

1.4. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 1 is een inleidend hoofdstuk. Hoofdstuk 2 geeft een schematische beschrijving van de procesflow die tijdens de verwerking van de data en de rapportage per maand gevolgd wordt. Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in detail in op de diverse verwerkingsstappen tijdens de procesflow. Hoofdstuk 4 bevat een weergave van een maandelijks rapport, telkens met duiding en voorbeelden voor elke paragraaf in een maandelijks rapport. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 7

2. SCHEMATISCHE BESCHRIJVING VAN DE PROCESFLOW In de volgende hoofdstukken worden de relevante onderdelen van de diverse stappen in meer detail beschreven, met inbegrip van de technische methodiek. De belangrijke stappen zijn : STAP 1 (zie 3.1) o data-aanlevering (via ftp) verloopt integraal via AMT (geen parallelle data-aanlevering via andere kanalen). STAP 2 (zie 3.1) o bevestiging per mail van ontvangst door IMDC met oplijsting van ontvangen data. STAP 3 (zie 3.2) o uitvoeren van de controle-validatie van de data; STAP 4 (zie 3.3 tot 3.5) o verwerkingsslag van aangeleverde data naar te bestuderen parameters; Hiervoor worden de data omgezet in een formaat dat kan worden ingelezen in Matlab. De veel uitgebreidere functionaliteiten (en snelheid van verwerking) van Matlab worden immers verkozen boven verwerking in een GISprogramma. Zo kan het rapport sneller aangemaakt worden en is de variatie in de manier van rapportage veel groter. Voor de visualisatie in kaarten wordt finaal de geproduceerde output van Matlab terug ingelezen in een GIS-programma. De figuren van de transecten en ook de evolutie van stort- en peilgegevens in de tijd worden direkt vanuit Matlab geproduceerd. o analyse en interpretatie naar noodzaak tot bijsturen stortstrategie ; o aanmaken van het maandelijks rapport ; o IMDC stuurt naar AMT het maandelijks rapport per mail ; STAP 5: o controle van rapport door opdrachtgever; o finaliseren van het rapport en 5 maal afdrukken. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 8

3. BESCHRIJVING VAN DE VERWERKINGSSTAPPEN 3.1. Aanlevering van data door AMT aan IMDC Voor de uitwisseling van de gegevens dient een FTP server van IMDC (ftp://11353:fck556@ftp.imdc.be ). Volgende data formaten worden door AMT aangeleverd: ArcGis raster data (bathymetrie) ArcGis vector data (grenzen, vaargeul, stortvakken, afbakening volumeberekening) Excel tabel (bagger en stort volumes) In de submap data worden alle aangeleverde gegevens van AMT geplaatst. AMT stuurt telkens een mail wanneer bijkomende data op de ftp-server worden geplaatst. Na ontvangst van de data bevestigt IMDC de aanlevering en controle van de data via een mail met een nota in bijlage (zie 2). In de submap oplevering IMDC worden alle op te leveren gegevens van IMDC geplaatst. Vervolgens worden de aangeleverde data in een Excel tabel geregistreerd ( _ontvangen Data AMT.xlsx ). De datasets worden volgens aangeleverde datum en volgens subcategorie op het IMDC netwerk geplaatst. volgens datum: volgens subcategorie: I/RA/11353/10.030/RDS pagina 9

3.2. Validatie 3.2.1. Specificaties van de data Alle raster en vector datasets worden in het RD projectiesysteem (Rijksdriehoeksnet) door AMT aangeleverd. ArcGis rasters worden met een 1x1m celgrootte (binair en ascii matrix) aangeleverd. Peildieptes (z) worden in NAP (Nieuw Amsterdams Peil) uitgedrukt. 3.2.2. Validatie van de raster data Voor de verwerking van de peildata worden alle rastergegevens gecontroleerd op: Projectie systeem (RD_new) = (Rijksdriehoeksnet in ArcGis omgeving ) Z-waarde in NAP (diepte => positieve waarden) Cel grootte (1x1 m) Celoorsprong (tegenover referentiegrid T0 ) Het referentiegrid (eerste peiling T0) levert de celoorsprong welke als basis dient voor alle hierop volgende grids (T1, T2, T3, ) Bij een niet perfecte match van de celoorsprong van bv. peiling T1, d.w.z. een verschuiving van de cellen van T0 en T1 onderling, kan de verschilberekening (volumeberekening) niet 100% correct uitgevoerd worden. Illustratie: voorbeeld celverschuiving: (blauw = T0; groen =T1) T1 T0 In onderstaande tabel worden de referentiewaarden (rode kader) van de respectievelijke T0 peilingen van de verschillende stortzones opgelijst. Deze referentiewaarden moeten identiek zijn aan de gebruikte waarden van T1, T2, T3,. Referentiewaarden: HPW T0: (Hoge Platen West) Left: 27794.453880 Right: 32316.453880 Top: 382019.181970 Bottom: 379024.181970 PWA T0: (Plaat van Walsoorden) Left: 60845.355912 Right: 63481.355912 Top: 382163.099926 Bottom: 377027.099926 I/RA/11353/10.030/RDS pagina 10

RvB T0: (Rug van Baarland) Left: 51518.8230573 Right: 53872.8230573 Top: 382660.58083 Bottom: 376419.58083 HPN T0: (Hoge Platen Noord) Left: 382023.586718 Right: 31912.6404749 Top: 37504.6404749 Bottom: 379410.586718 Opmerkingen en vaststellingen worden geregistreerd en via een opvolgingsverslag aan AMT gecommuniceerd. Indien er problemen werden vastgesteld, wordt de nieuw aangeleverde data opnieuw onderworpen aan de validatieprocedure hierboven beschreven. Minimale celverschuivingen worden door IMDC gecorrigeerd via een ArcGIs procedure hieronder beschreven. 3.2.3. Correctie van celverschuivingen Celverschuivingen van enkele centimeters worden door IMDC met behulp van de Resample functie in ArcGis gecorrigeerd. Volgende parameters worden hiervoor gebruikt: Output Cell Size = 1 (m) Resampling Technique = BILINEAR Bilinear interpolation uses the value of the four nearest input cell centers to determine the value on the output raster. The new value for the output cell is a weighted average of these four values, adjusted to account for their distance from the center of the output cell (ArcGIS Help) Environment settings (General settings) : Snap raster: het raster dat als referentie raster dient (peiling T0) Dit is afhankelijk van het gebied waar de correctie moet uitgevoerd worden. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 11

Nadien wordt het gecorrigeerde raster naar ASCII (.asc) formaat omgezet en terug op de K:\ schijf in de resp. folder geplaatst. Bij de naamgeving wordt een _cor extensie bij de orig. bestandsnaam gevoegd om aan te tonen dat het om een gewijzigde dataset gaat. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 12

3.3. Beschrijving van de structuur van het Matlab programma Zoals beschreven in 2 zal de verdere verwerking van de data in een Matlab omgeving worden uitgevoerd omwille van de bredere functionaliteiten en snellere verwerking dan in een GIS-software omgeving. Hieronder wordt kort de structuur beschreven van het Matlab programma dat gemaakt is om de gevalideerde bathymetrieën en baggergegevens te verwerken. De data die door dit programma wordt gebruikt, wordt beschreven in de vorige paragraaf, uitgezonderd van de doorsneden die vastgelegd zijn op basis van stortactiviteiten in een stortzone. Elke stortzone in een maandelijks rapport bevat minstens 2 vooropgestelde doorsneden, die elkaar loodrecht kruisen. Langsheen een doorsnede wordt de evolutie van de verschillende gepeilde bathymetriën afgebeeld. In functie van de morfologische evoluties kunnen bijkomende doorsneden worden gedefinieerd. De data die door dit programma wordt gegenereerd wordt in de volgende paragraaf beschreven. Het programma voert de volgende stappen uit: 1. Inlezen van de bathymetrieën in ArcGis ASCII formaat. 2. Controle van de ingelezen bathymetrieën (samenvallen van de x en y coördinaten op de twee verschillende tijdstippen). Indien beide niet samenvallen wordt interpolatie toegepast. 3. Inlezen van de contouren van de stortzones en de stortvakken (in.csv formaat) 4. Berekening van het verschil volume (apart voor alle gridpunten waar verdieping is, waar verondieping is en de netto waarde) in de gehele stortzone. Een gridpunt wordt geacht binnen de stortzone te liggen als het centrum van dit gridpunt binnen de contour van de stortzone ligt. Tevens worden de oppervlaktes bepaald waarop er data is in het eerste bestand, het tweede bestand en het gebied waarvoor er in beide bestanden data is. 5. Berekening van de verschilvolumes per stortvak (voor ieder stortvak). Deze berekening gebeurt over het complete stortvak (inclusief het gebied buiten de stortzone). 6. Inlezen van de coördinaten van de doorsneden die werden voorgesteld per stortzone (in.csv formaat) en lineair interpoleren van de bathymetrieën naar de doorsneden, inclusief het bathymetrieverschil tussen 2 peilingen. 7. Inlezen van de baggergegevens uit de excel file met de weekgegevens en controle van de gegevens. 8. Sommatie van de ingelezen baggervolumes per stortvak (apart voor sproeien en dumpen) voor de periode die loopt van de dag van de eerste peiling tot de dag van de laatste peiling. 9. Wegschrijven van figuren met de berekende gegevens ter controle (optioneel) 10. Wegschrijven van de berekende gegevens als.csv en.asc files (zie 3.4). 3.4. Overzicht van de gegenereerde bestanden met het Matlab programma Het in de vorige paragraaf 3.3 beschreven programma genereert een aantal files met gegevens die hieronder opgelijst worden. De gegevens worden opgeslagen in een aantal submappen, die overeenkomen met de tijdstippen van de eerste en tweede datafile. Allereerst wordt er in de uitvoermap een map gemaakt die overeenkomt met de naam van de map waar de gegevens staan van het eindtijdstip waarmee vergeleken wordt. In deze map wordt een nieuwe submap gemaakt voor ieder begintijdstip waarmee een vergelijking gemaakt wordt. Bijvoorbeeld: In deze map worden de volgende bestanden weggeschreven zoals beschreven in paragrafen 3.4.1 tot en met 3.4.3. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 13

3.4.1. Datafiles voor rapportage en visualisaties in ArcGis Door het script wordt een reeks bestanden gegeneerd die enerzijds gebruikt wordt als controle van het script en van de aangeleverde data, en anderzijds als bron voor de rapportage. Een overzicht van de bestanden wordt hieronder gegeven: Diffnewdate_olddate.asc Een ArcView grid bestand (in ascii formaat) met het berekende verschil tussen de twee peilingen). Dit bestand vormt de basis van een verschilkaart die terug te vinden is in de maandrapporten (zie 3.5 en Figuur 3-2). Merk op dat newdate de datum van de recentste peiling van de vergelijking is (formaat yyyymmdd) en olddate de datum van de oudste van de twee. BathCompleteStortzonenewdate_olddate.csv Het bestand (in comma separated ascii formaat) bevat statistieken uit de bathymetrie (oppervlakte, volume verdieping, volume verondieping netto volume verschil) geïntegreerd over de complete stortzone. Dit bestand wordt gebruikt als basis voor de volumetabellen die terug te vinden zijn de maandrapporten (zie 5.4, Tabel 5-4) BathCompleteStortzoneVakkennewdate_olddate.csv Het bestand (in comma separated ascii formaat) bevat statistieken uit de bathymetrie (oppervlakte, volume verdieping, volume verondieping netto volume verschil) geïntegreerd over de complete stortzone, maar de complete stortzone is hier zo gedefinieerd dat deze alle stortvakken omvat (dus ook die gedeeltes van de stortvakken die buiten de polygoon van de vooraf gedefinieerde stortzone vallen).. BathPerStortvaknewdate_olddate.csv Het bestand (in comma separated ascii formaat) bevat statistieken uit de bathymetrie (oppervlakte, volume verdieping, volume verondieping netto volume verschil) geïntegreerd per stortvak. Tevens bevat deze file, het nummer van het stortvak en de x en y coördinaten (in m RD) van het zwaartepunt (midden) van dit stortvak. Merk op dat de complete stortvakken gebruikt zijn, ook de gedeeltes van de stortvakken die buiten de stortzone gelegen zijn. DumpingPerStortvaknewdate_olddate.csv Het bestand (in comma separated ascii formaat) bevat statistieken uit de baggergegevens (gedumpt volume, gestort volume en totaal volume (dumpen en sproeien samen) geïntegreerd per stortvak. Tevens bevat deze bestand, het nummer van het stortvak en de x en y coördinaten (in m RD) van het zwaartepunt (midden) van dit stortvak. Dit bestand wordt gevisualiseerd als tabel op de verschilkaarten van de maadrapporten (zie 3.5 en Figuur 3-2). Merk op dat alle volumes zijn omgerekend van beunvolumes naar in-situ volumes. SummaryPerStortvaknewdate_olddate.csv Het bestand (in comma separated ascii formaat) bevat een combinatie van de statistieken uit de vorige twee bestanden per stortvak namelijk, het netto volume verschil bepaald uit de bathymetrie, het totale gedumpte volume en het verschil tussen deze twee. Tevens bevat deze file, het nummer van het stortvak en de x en y coördinaten (in m RD) van het zwaartepunt (midden) van dit stortvak. Transectafkortingdoorsnede_newdate_olddate.MAT Het bestand is een binaire matlab-bestand dat geïnterpoleerde waarden van bathymetriën bevat volgens een reeks coördinaten (in m RD). Daarnaast bevat het bestand naam van de stortlocatie, naam van de doorsneden, datums van de 2 peilingen en het diepteverschil tussen de 2 peilingen. Dit bestand wordt als basis gebruikt voor figuren die de evolutie van de laatste 3 bathymetriën langsheen een bepaalde doorsnede weergeven (zie 5.4, Figuur 5-2 en Figuur 5-3). I/RA/11353/10.030/RDS pagina 14

3.4.2. Figuren Door het script wordt een aantal figuren gegenereerd. Deze zijn in de eerste plaats bedoeld ter controle van de correcte uitvoering van het script en de aangeleverde gegevens en niet als uiteindelijke visualisatie voor de klant. Deze bestaan uit de volgende bestanden (opnieuw gebruik makend van de benamingen newdate en olddate voor het tweede en eerste tijdstip van de peiling dat vergeleken wordt): Bathnewdate.png : de bathymetrie gemeten op tijdstip 2 Cutnewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met daaroverheen geplot de volumes van verdieping per stortzone (als getal). Diffnewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met de nummers van de stortvakken. Dumpnewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met daaroverheen geplot de gedumpte volumes (zonder sproeien) per stortzone (als getal). Fillnewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met daaroverheen geplot de volumes verondieping per stortzone (als getal). Histogramnewdate_olddate.png : een histogram met de verschillen in diepte tussen de twee tijdstippen Netnewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met daaroverheen geplot de netto verschilvolumes per stortzone (als getal). Sproeinewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met daaroverheen geplot de gesproeide volumes per stortzone (als getal). TotalDumpnewdate_olddate.png : het verschil tussen de bathymetrieën op de twee tijdstippen met daaroverheen geplot de totale gedumpte volumes (incl.sproeien) per stortzone (als getal). Transectafkortingdoorsnede_newdate_olddate.png : geïnterpoleerde bathymetriën naar doorsnede tussen de twee tijdstippen, inclusief het diepteverschil 3.4.3. Logfile Er wordt een logfile gegenereerd met de name logfiledate.txt waar date staat voor het moment dat deze file is gegenereerd (in het formaat yymmdd_hhmm). Deze file bevat informatie over het inlezen en de berekening, bijvoorbeeld onduidelijk tijdstippen in de weekfile met baggergegevens, onjuiste gegevens (bijvoorbeeld starttijdstippen van het dumpen, die na het eindtijdstip van dumpen komen) en informatie van belang voor de interpretatie (zoals uitgevoerde dumps op de dag van de peilingen). I/RA/11353/10.030/RDS pagina 15

3.5. Aanmaak van de dieptekaarten en de verschilkaarten 3.5.1. Nummering van de kaarten De kaarten worden doorlopend genummerd. 11353 = projectnummer 001 = volgnummer 100510 = datum aanmaak (yymmdd) HPW = Plaatrand (HPW, PWA, RVB, HPN,..) B =Dieptekaart (bathymetrie) V =Verschilkaart T0 =peiling (T0, T1, T2, T3, ) 11353_001_100510_HPW_BT0 (Dieptekaart) 11353_002_100510_HPW_VT0-T1 (Verschilkaart) Voorbeeld: Voor de het produceren van de kaarten kan men gebruik maken van template en layer bestanden. De template bevat reeds alle nodige basislagen en bookmarks voor het produceren van de kaart. De layer bestanden worden gebruikt om de legende van een bepaalde laag in te laden. Templates & layerbestanden: 11353_template_Bathymetrie.mxt 11353_template_Verschil.mxt 11353_legende verschil.lyr 11353_legende bathymetrie.lyr I/RA/11353/10.030/RDS pagina 16

3.5.2. Dieptekaarten 3.5.2.1. Te gebruiken datasets voor de dieptekaart Op de gevalideerde lodingsdata zoals ontvangen door de opdrachtgever worden geen manipulaties (aanpassingen) meer uitgevoerd. Alle rasters worden rechtstreeks in ArcGis ingelezen en volgens en vaste kleurlegende gevisualiseerd. (11353_legende bathymetrie.lyr) 3.5.2.2. Contourlijnen Op de dieptekaarten worden contourlijnen met een interval van 1m weergegeven. Door de hoge variatie van de dieptes kunnen de dieptelijnen niet duidelijk/zuiver voorgesteld worden. Voor een betere visualisatie van de contourlijnen wordt de resolutie van het bathymetrie raster tijdelijk verlaagd. Resampling van her raster gebeurt middels de aggregate functie binnen ArcGis. Aggregate(<grid>, <cell_factor>, {aggregation_type}, {EXPAND TRUNCATE}, {DATA NODATA}) cell_factor = 10 aggregation_type = MEAN Illustratie: De contourlijnen worden in Spatial- of 3D-Analyst (Surface Analysis) berekend en in de map van het gebruikte raster onder de zelfde naam (vb. 20100219_HPW_B_MB_300.shp) opgeslagen. Het voorlopige 10x10m raster moet na deze bewerking verwijderd worden. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 17

De dieptekaart (.mxd) wordt onder de projectmap in een map per rapport bewaard : Voorbeeld Dieptekaart : Figuur 3-1 Voorbeeld van een dieptekaart 3.5.3. Verschilkaarten 3.5.3.1. Te gebruiken datasets voor de verschilkaart Input data van Matlab (zie ook 3.4.1) : Verschilraster =.asc (bv.diff20100403_20100204.asc) In Situ stortgegevens per vak =.csv (bv. DumpLocs_20100403_20100204.csv) Netto totaal volume =.csv (bv. BathCompleteStortZone20100403_20100204.CSV) I/RA/11353/10.030/RDS pagina 18

Deze bestanden worden in hun resp. projectmap geplaatst: 3.5.3.2. Omrekenen en bewaren van het raster: Het voorteken van het.asc raster moet worden omgedraaid omdat verdiepingen positieve waarden zijn in het asc. raster. De omrekening gebeurd in raster calculator middels het grid met -1 ter vermenigvuldigen. Het finale grid wordt bewaard onder de map : Het verschil raster wordt nu in Arcgis ingelezen en toegevoegd en middels het layerbestand 11353_legende verschil.lyr met de juiste kleurlegende gevisualiseerd. 3.5.3.3. Koppelen van de stortgegevens Voor het correct inlezen van de InSitu stortgegevens worden de.csv bestanden als Excel bestand opgeslagen en aan de laag Stortvakken gekoppeld. Parameters en opties: I/RA/11353/10.030/RDS pagina 19

Stortvakken worden geselecteerd en weggeschreven onder: Bv. : \HPW\stortvakken_T1-04.shp De attribuut tabel wordt geopend en volgende handelingen worden uitgevoerd. In de Fields tab alle colommen behalve Stortvak en in_situ_du afvinken. De Alias voor in_situ_du invullen en het formaat aanpassen (zie hieronder) I/RA/11353/10.030/RDS pagina 20

3.5.3.4. Tabel in de layout plaatsen en hoeveelheden berekenen De tabel kan dan met de optie Add Table to Layout op de kaart geplaatst worden Het totaal volume van de gestorte hoeveelheid moet met de Statistics functie berekend worden. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 21

3.5.3.5. Bewaren van de verschilkaart Kaarten worden in hun respectievelijke projectmap bewaard (volgens rapportnummer) Voorbeeld verschilkaart : Figuur 3-2 Voorbeeld van een verschilkaart I/RA/11353/10.030/RDS pagina 22

4. NAUWKEURIGHEID VAN DE GEGEVENS 4.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven van de nauwkeurigheid van de gegevens en conclusies getrokken naar het meenemen van de nauwkeurigheid bij de interpretatie van resultaten. Hierbij worden enerzijds de fouten in de verschilvolumes op basis van twee peilingen beschouwd en anderzijds die in de bepaling van de gestorte baggerhoeveelheden. Er worden diverse indelingen of typologieën gehanteerd voor fouten van verschillende oorsprong. Een mogelijke indeling wordt bijvoorbeeld weergegeven in (Meetinformatiedienst Zeeland, 2004). Een belangrijk onderscheid is er tussen : - Een stochastische fout : een volkomen willekeurige (random) fout, waarvan richting en grootte door het toeval wordt bepaald vb. omwille van de meetnauwkeurigheid van een toestel; - Een systematische fout : een fout die niet willekeurig optreedt maar het gevolg is van een (meestal menselijk) falen, van een systematische oorzaak; vb. verkeerde ijking van een toestel; Daarnaast zijn er fouten die optreden bij één enkele (punt)meting en fouten die optreden door het meetproces of de verwerking. 4.2. Nauwkeurigheid van de volumeverschilberekening op basis van 2 peilingen De volgende bronnen van fouten in de bepaalde verschilvolumes worden onderkend: Toevallige fout in de meetdata Systematische fout in de meetdata Onnauwkeurigheid door interpolatie van de gegevens Onbepaaldheid in het tijdstip van meting Fout door het ontbreken van gegevens 4.2.1. Toevallige fout in de meetdata van de peilingen De typische onnauwkeurigheid ΔH in de multibeam peilingen wordt geschat op ΔH = 0.10 m (TNO,1997). De puntnauwkeurigheid van een singlebeam-meting (geen informatie over multibeam) wordt geschat op 0.11 m (Adviesdienst Geo Informatie en ICT, 2006). Een absolute vergelijking op een bepaalde datum van gemeten dieptewaarden (multibeam, Beasac VI survey platform) met de verondersteld gekende bodemdiepte ter hoogte van de sluisdrempel van de Pierre Vandamme zeesluis te Zeebrugge leverde een absoluut verschil op van 0.022 m op, met een standaardafwijking van 0.031 m (Eurosense, 2010). Hierbij werd aangenomen dat de hoogte van de sluisdrempel een absoluut exact gegeven is. Deze waarde varieert random. Maar als een standaardafwijking over een gebied of n metingen wordt toegepast zal de waarde afnemen (AGI, 2005). Daardoor zal de gemiddelde waarde hiervan gelijk zijn aan ΔH/ n 0.5 met n het aantal cellen in het domein. Dit volgt onder de aanname dat de onnauwkeurigheid normaal verdeeld is en onafhankelijk in iedere cel in het domein. De formule houdt dus rekening dat de vele onnauwkeurigheden per cel elkaar opheffen als deze over zeer veel verschillende cellen worden uitgemiddeld. Deze gemiddelde onnauwkeurigheid levert over het totale gebied een fout in de verschilvolumes (ΔV) van: 2 In deze formule is A tot de oppervlak van het totale gebied en A cel de oppervlakte van een enkele cel (in dit geval 1 m 2 ). I/RA/11353/10.030/RDS pagina 23

4.2.2. Systematische fout in de meetdata van de peilingen Systematische fouten in de meetdata kunnen vertikaal optreden of horizontaal (een verschuiving van de data). Deze worden normaal gezien via grondige procedures opgespoord en verwijderd. Indien dit niet gebeurd en er is een verticale systematische fout (die optreedt in een van de twee peilingen die gebruikt wordt om de verschilvolumes te bepalen) leve rt dit een fout in het volume (ΔV) op van: Hier is ΔH de systematische fout tussen twee peilingen. Zelfs een kleine systematische fout (vb. bij één peiling ligt alles 1 cm te hoog, waardoor de absolute fout vb. voor Hooge Platen West 37.765 m³ bedraagt) kan significant groter zijn dan de toevallige fout. De onnauwkeurigheid door een horizontale systematische fout hangt af van de dieptes in het gebied en is niet eenvoudig te schatten. Aangezien er een controle moet zijn voor systematische fouten in de aangeleverde data, de grootte-orde varieert en men die grootte-orde moeilijk kan vastleggen, wordt de systematische fout verder niet beschouwd in de bepaling van de nauwkeurigheden. De oorzaken van systematische fouten zijn menselijke fouten of technische storingen en niet (direct) te achterhalen (Meetinformatiedienst Zeeland, 2004). Men kan een dergelijke systematische fout nooit 100 % uitsluiten. Het is wel belangrijk dat men de potentiële grootte-orde van een dergelijke fout in het achterhoofd houdt. 4.2.3. Onnauwkeurigheid door de interpolatie van de gegevens Indien de cellen van twee peilingen (waartussen een bepaalde periode ligt) waarover het verschil wordt bepaald niet samenvallen, wordt een van de twee metingen geïnterpoleerd naar het andere rooster (zie par. 3.2.3). Hierdoor ontstaat een onnauwkeurigheid. Het effect is dat pieken in de bathymetrie lichtjes worden afgevlakt en dalen opgevuld. Deze fouten heffen elkaar echter op en daarom wordt verwacht dat interpolatie geen invloed heeft op de nauwkeurigheid van de volumebepaling. 4.2.4. Onbepaaldheid in het tijdstip van de meting De peilingen zijn uitgevoerd over verschillende dagen, omdat de beschouwde gebieden te groot zijn om in een dag te peilen. De dagen waarop gepeild wordt worden meegeleverd in de metadata bij de peilingen. Daaruit blijkt dat de peilingen typisch over een periode van 3 dagen plaats vinden. Er worden echter geen gegevens bijgeleverd waar op een bepaalde dag wordt gepeild. Deze fout heeft een belangrijke invloed indien de verschilvolumes met de stortgegevens vergeleken worden, daar in de praktijk de peilingen en het storten gelijktijdig plaatsvinden. Deze fout is echter alleen van belang indien men in detail kijkt naar de waarden op het moment van de peiling: indien na de peilingen de stortactiviteiten worden verder gezet en men opnieuw peilt, valt deze fout weg. Deze fout kan worden aangeduid met een horizontale foutenvlag. 4.2.5. Fout door het ontbreken van gegevens In de peilingen ontbreken soms in enkele gebieden gegevens. In de verschilvolumeberekening zijn deze gebieden niet beschouwd (dus een volumeverschil van 0 m 3 is aangenomen). De onnauwkeurigheid hierdoor heeft de vorm: Hier is het gemiddelde verschil in de diepte in het gebied waar geen peilingen zijn gedaan en A ontbrekend de oppervlakte van dat gebied. Echter het gemiddelde verschil in diepte in gebied waar gegevens missen is niet bekend (mogelijkerwijs zou deze geschat kunnen worden als de modulus of de mediaan van de verschildieptes in het beschouwde gebied). Zolang het gebied waar de gegevens ontbreken klein is en dit niet voorkomt in gebieden met grootte diepteverschillen tussen twee peilingen (bv de stortzones) zal de invloed van deze fout verwaarloosbaar klein zijn. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 24

4.2.6. Besluit voor de toevallige fout in de peilingen De verschillende fouten in de peilingen zijn geschat op basis van de voorgaande paragrafen (in concreto de toevallige fout uit 4.2.1) voor de verschillende plaatgebieden in Tabel 4-1. Uit deze tabel blijkt dat de toevallige fout in de peilingen relatief klein is en geen significante invloed heeft op de resultaten. Tabel 4-1 Overzicht van de nauwkeurigheden van de volumebepaling. Toevallige fout peilingen (m 3 ) Rug van Baarland 1.403 Hooge Platen West 1.202 Hooge Platen Noord 1.228 Plaat van Walsoorden 1.311 In (Meetinformatiedienst Zeeland, 2004) wordt eveneens aangehaald dat in de praktijk alle fouten (behalve systematische menselijke fouten) in de praktijk tegen elkaar wegvallen bij volumebepalingen, indien dezelfde technieken worden gehanteerd en het over voldoend grote ruimtelijke gebieden gaat. De invloed van systematische fouten blijft echter niet weg te denken en moeilijk te begroten. 4.3. Nauwkeurigheid van de stortgegevens De volumes in de beun worden bepaald door op tien locaties in de beun de hoogte van het scheidingsoppervlak water-sediment te bepalen met een peilstok (met een nauwkeurigheid van 0.1 m) en deze vervolgens om te rekenen naar een beunvolume met een tabel die per schip de verhouding tussen de hoogte van het sediment in de beun en de volume van de hoeveelheid sediment in de beun bepaalt. De volgende foutenbronnen worden geïdentificeerd in de bepaling van de stortvolumes: Toevallige fout door de meetmethode van de hoogtebepaling Systematische fout (door aannames van de berekening van het in-situ volume) 4.3.1. De toevallige fout op de hoogtebepaling in de beun De relatieve onnauwkeurigheid in het tot ale gestorte volume kan geschat worden met: 1 In deze formule is n stort het aantal uitgevoerde stortingen, H beun de diepte in de beun en ΔH beun de onnauwkeurigheid in de bepaling van de diepte. In deze formule is aangenomen dat de beun een rechthoekige vorm heeft. Voor ΔH beun kan de waarde 0,10 m vooropgesteld worden, voor H beun een waarde van ongeveer 5 m, waardoor de relatieve waarde ongeveer 0,02 bedraagt. De relatieve onnauwkeurigheid neemt snel af met het aantal stortingen. Typisch zijn er tussen de 200 en 1200 stortingen per zone uitgevoerd. De resulterende fout is op die manier maar een klein % van de initiële fout (voor 1 storting) : met name 3,0 % (1200 stortingen) tot 6,2 % (200 stortingen) van deze oorspronkelijke fout (met waarde 0,02). 4.3.2. De fout bij het omrekenen van het volume in de beun naar het gestorte volume Twee bronnen van systematische fouten kunnen hierbij onderscheiden worden. Er kan een systematische fout optreden bij de berekening van de beunvolumes uit de hoogte van het sediment in de beun. Deze omrekening gebeurt door middel van een bestaande omrekeningsformule. Omdat hierover geen verdere gegevens zijn, wordt deze systematische fout niet verder beschouwd. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 25

Daarnaast wordt het volume in de beun omgerekend naar een volume in-situ met behulp van een correctiefactor (die de relatieve densiteit van het sediment in beun t.o.v. de densiteit in-situ weerspiegelt) met de waarde 1,12. Deze correctiefactor die op dit moment gebruikt wordt, is echter niet bepaald voor de huidige stortprocessen, maar voor het baggerproces (met name de ratio tussen de densiteit van het materiaal insitu en in de beun nadat het opgebaggerd is ). Het is onwaarschijnlijk dat het stortproces een omkeerbaar proces is en dus dat het gestorte materiaal zijn oorspronkelijk volume (onmiddellijk) zal aannemen. Er zijn evenwel geen gegevens over de relatieve densiteit bij storten voorhanden. Er is dus een kans dat hier een systematische fout optreedt. Verder zal deze relatieve densiteit (met de huidige veronderstelde waarde van 1,12) nooit een constante zijn, dus variëren per beun of stortbeurt. Door deze variatie treedt een toevallige fout op. Op dit moment wordt deze onnauwkeurigheid vrij ruim ingeschat (met name een maximale waarde van 0,12), omdat er geen gegevens zijn over de natuurlijke variatie en omdat er bovendien een systematische fout kan optreden door de aanname van de waarde 1,12. 4.3.3. Besluit voor de toevallige fout op de stortvolumes De totale onnauwkeurigheid in het gestorte volume (combinatie van de toevallige fout op de hoogtebepaling in de beun en de toevallige fout bij de omrekening van beunvolume naar in-situ volume) kan berekend worden met: ² ² Hierin is Δρ/ρ de relatieve onnauwkeurigheid in de densiteit door een onnauwkeurigheid in de correctiefactor voor de relatie tussen de beundensiteit en de in-situ densiteit en is de relatieve onnauwkeurigheid in het beunvolume door de omrekening. Op dit moment wordt de relatieve onnauwkeurigheid m.a.w. duidelijk bepaald door de onnauwkeurigheid over de correctiefactor 1,12 bij de omrekening van beunvolume naar in-situ volume (waarde 0,12) gezien de relatieve onnauwkeurigheid bij de hoogtebepaling in de beun vrij snel daalt met het aantal stortingen (van de waarde 0,02 bij de 1 e storting tot vb. de waarde 0,001 na 200 stortingen). 4.4. Voorbeeld van een figuur Elke maand wordt er per stortzone een tijdserie aangemaakt waarbij het verloop wordt weergegeven van enerzijds de gestorte volumes en anderzijds de volumeverschillen uit de peilingen. Een voorbeeld van een dergelijke tijdserie met additioneel daarin een indicatie van de onnauwkeurigheid is gegeven per stortzone in Figuur 4-1 tot en met Figuur 4-4. De indicatie van de onnauwkeurigheid wordt bij deze figuren niet weerhouden in de maandrapportage om de leesbaarheid van de figuren niet te bezwaren. In elke figuur is de volgende informatie terug te vinden : - De toevallige fouten in de peilingen zijn aangegeven met een verticale foutenvlag, terwijl de onnauwkeurigheid in het tijdstip van de meting (waarvoor steeds de typische waarde van 3 dagen is gebruikt) is aangegeven met een horizontale foutenvlag. Deze foutenvlaggen zijn in de praktijk bijna niet waarneembaar (kleiner dan de bolvormige indicatie van de puntwaarde). - Een indicatie van het effect van een systematische fout op de peilingen is weergegeven door aannames van respectievelijk 0.01 m, 0.03 m, 0.05 m en 0.1 m door te vertalen naar bandbreedtes (lichtblauwe zone) - De bandbreedte om de stortgegevens (baggerdata) is weergegeven door de lichtrode zone; I/RA/11353/10.030/RDS pagina 26

Figuur 4-1 Tijdserie van de volumeveranderingen op de Hooge Platen Noord, met een indicatie van de onnauwkeurigheid. Figuur 4-2 Tijdserie van de volumeveranderingen op de Hooge Platen West, met een indicatie van de onnauwkeurigheid. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 27

Figuur 4-3 Tijdserie van de volumeveranderingen op de Plaat van Walsoorden, met een indicatie van de onnauwkeurigheid. Figuur 4-4 Tijdserie van de volumeveranderingen op de Rug van Baarland, met een indicatie van de onnauwkeurigheid. Uit deze figuur blijkt dat de toevallige fouten bij peilingen te verwaarlozen zijn, maar de systematische fouten bij peilingen en berekeningen van gestorte volumes niet te verwaarlozen zijn. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 28

Bij de Rug van Baarland (Figuur 4-4) moet bij de interpretatie van de figuur aandacht zijn voor de relatief veel lagere absolute stortvolumes (grootte-orde 10 5 ), waardoor de onnauwkeurigheid van het volumeverschil uit de peilingen visueel groter lijkt. Zonder absolute waarden te kunnen hechten aan de grootte-orden van de systematische fouten waarmee zowel de verschilvolumes uit peilingen als de waarden van de gestorte volumes zijn belast; moet de mogelijkheid van de aanwezigheid van de systematische fouten beschouwd worden bij de interpretatie van de absolute waarden. In concreto zal men bij het analyseren van de stabiliteit in de tijd van specie gestort op één van de 4 daartoe voorzien zones (door de berekening van verschilvolumes van 2 peilingen) ten opzichte van de verwachte drempelwaarden van deze stabiliteit, bovenstaande opmerking ter harte moeten nemen. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 29

5. MAANDELIJKSE RAPPORTAGE In dit hoofdstuk wordt de structuur van een maandelijks rapport weergegeven. Per paragraaf wordt uitgelegd welke informatie onder deze paragraaf wordt teruggevonden, indien relevant met een voorbeeld uit een maandelijkse rapportage. Het voorbeeld zal telkens cursief worden aangegeven. 5.1. Inleiding 5.1.1. Doel van de studie De globale opdracht voorziet in het leveren van analyses, inhoudelijke rapportering en opmaak van afgeleide producten op basis van de monitoringdata die gegenereerd zullen worden in het kader van de effectmonitoring uit OS2010 in het algemeen en het monitoringsprogramma Moneos-T in het bijzonder, gedurende 6 jaar. Vervolgens wordt het specifiek doel van de deelopdracht en van het rapport zelf vermeld. Voorbeeld: Binnen deelopdracht 4 worden de volgende onderzoekstaken uitgewerkt : Maandelijkse rapportage voor de maanden juni, juli en augustus 2010: 3 afzonderlijke rapportages, telkens per maand. Dit rapport heeft betrekking op de rapportage voor de maand juni 2010. 5.1.2. Overzicht van de studie Hier wordt een overzicht gegeven van alle rapporten die reeds werden gepubliceerd, zodat het rapport kan worden gesitueerd. Voorbeeld: Dit deelrapport maakt deel uit van een reeks rapporten die samen de volledige studie beschrijven. Voor deelopdracht 1 : het 1 e maandrapport voor de maanden februari en maart 2010. het 2 e maandrapport voor de maand april 2010. Het 3 e maandrapport voor de maand mei 2010. Voor deelopdrachten 2 en 3 werden tot op heden geen rapporten opgeleverd. Voor deelopdracht 4 : Het 4 e maandrapport voor de maand juni 2010. 5.1.3. Opbouw van het rapport Er wordt steeds dezelfde opbouw van het rapport gehanteerd, om de herkenbaarheid van het rapport te optimaliseren. Hoofdstuk 1 is een inleidend hoofdstuk. Hoofdstuk 2 bevat de beschrijving van de aangeleverde data. Hoofdstuk 3 beschrijft samenvattend de baggeractiviteiten die plaatsvonden in de rapportage-periode. Hoofdstuk 4 is de kern van het rapport en bevat de rapportage van de data. Hoofdstuk 5 analyseert de gerapporteerde data. Tenslotte is er een 6 de concluderend hoofdstuk. I/RA/11353/10.030/RDS pagina 30

5.2. Beschrijving van de aangeleverde data In dit hoofdstuk wordt beschreven welke data we in de rapportageperiode is aangeleverd (op de ftp-server van IMDC of via e-mail) voor het uitvoeren van deze rapportage. Er kan op het moment van deze rapportage onderscheid gemaakt worden tussen : Baggeropdrachten Weekstaten van uitgevoerde baggeractiviteiten Bathymetriën In een later stadium zullen wellicht nog andere type data worden opgenomen in deze beschrijving en in de verdere analyse. 5.2.1. Baggeropdrachten Deze baggeropdrachten worden wekelijks door Afdeling Maritieme Toegang uitgeschreven aan de uitvoerders van de baggerwerken, de THV Zeeschelde. De opdrachten omvatten verdiepingswerken aan de Westerschelde en onderhoudswerken op andere locaties. Voorbeeld: Voor de maand juni zijn er de volgende opdrachten : Baggerprogramma week 22 (31 mei tot 7 juni) Wijziging baggerprogramma week 22 (31 mei tot 7 juni) Baggerprogramma week 23 (7 juni tot 14 juni) Wijziging baggerprogramma week 23 (7 juni tot 14 juni) Wijziging 2 baggerprogramma week 23 (7 juni tot 14 juni) Baggerprogramma week 24 (14 juni tot 21 juni) Wijziging Baggerprogramma week 24 (14 juni tot 21 juni) Wijziging 2 Baggerprogramma week 24 (14 juni tot 21 juni) Baggerprogramma week 25 (21 juni tot 28 juni) Baggerprogramma week 26 (28 juni tot 05 juli) Wijziging Baggerprogramma week 26 (28 juni tot 05 juli) Deze informatie wordt op dit moment enkel impliciet gebruikt en wordt niet in bijlage meegegeven bij de rapportage. 5.2.2. Weekstaten De weekstaten bevatten gegevens van de stortingen die zijn uitgevoerd, zoals deze wekelijks worden opgesteld door de baggertoezichters. In een tabel worden gegevens over de datum, de titel en de periode van de gegevens vermeld. Voorbeeld: De precieze aangeleverde gegevens voor dit rapport worden gerapporteerd in Tabel 5-1. Tabel 5-1Overzicht van de aangeleverde weekstaten Datum ontvangen Titel Periode van de gegevens 08/07/2010 201006_bagger_stort_volumes.xls Juni 2010 I/RA/11353/10.030/RDS pagina 31

5.2.3. Bathymetriën Deze bathymetrische gegevens worden opgemeten in opdracht van de Vlaamse Hydrografie. De aangeleverde informatie wordt gecontroleerd door de Vlaamse Hydrografie en de Afdeling Maritieme Toegang en door Afdeling Maritieme Toegang aangeleverd (via de ftp-site) aan IMDC. In een tabel wordt een overzicht gegeven van de datum van ontvangst, de titel van het bestand, de datum van de peiling, de locatie van de stortzone (in afkorting) en het serienummer van de peiling. De datum van de peiling is de laatste dag van de peilingsactiviteiten die enkele dagen in beslag kunnen nemen. Voorbeeld: Tabel 5-2 Overzicht aangeleverde bathymetrische gegevens Datum ontvangen Titel Datum peiling Locatie stortzone 22/06/2010 20100609_PWA_B_MB_300 09/06/2010 PWA T8 Tx Ty 04/05/2010 20100425_HPN_B_MB_300 25/04/2010 HPN T0 11/06/2010 20100530_HPN_B_MB_300 30/05/2010 HPN T2 22/06/2010 20100612_HPN_B_MB_300 12/06/2010 HPN T3 11/06/2010 20100530_HPW_B_MB_300 30/05/2010 HPW T7 28/06/2010 20100616_HPW_B_MB_300 16/06/2010 HPW T8 5.3. Bagger- en stortactiviteiten in de periode 5.3.1. Baggeractiviteiten In tabelvorm wordt een overzicht gegeven van zowel de verdiepingswerken als onderhoudsbaggerwerken die deze maand werden uitgevoerd. De tabel bevat informatie over de week, de data, de baggerlocatie, de locatie van de stortzone, het baggertuig, het gebaggerde volume en een aanduiding of het een onderhoudsoperatie (o) was of een verdiepingsoperatie (v). I/RA/11353/10.030/RDS pagina 32

Voorbeeld: Tabel 5-3 geeft het overzicht per bagger- en stortlocatie voor de maand juni. Tabel 5-3 Overzicht baggeractiviteiten (verdieping en onderhoud) voor de gerapporteerde maand Week Datum Baggerlocatie Locatie stortzone 22B 31 5 t/m 07 06 Drempel van Borsele (slz) Pas van Terneuzen B10 B12a Overloop Valkenisse B56 Overloop Valkenisse B56 Drempel van Hansweert Drempel van Hansweert Vaarwater boven bath B74 B76 Vaarwater boven bath B74 B76 Drempel van Walsoorden Drempel van Walsoorden Drempel van Valkenisse Drempel van Valkenisse HPN HPN HPN PWA Sleephopper Manzanillo II Manzanillo II A v Humboldt A v Humboldt Volume [m 3 ] Onderhoud/ Verdieping 64.019 v 72.673 o 19.725 v 171.912 v RVB Pinta 42.260 v PWA Pinta 63.549 v RVB Pinta 2.338 v PWA Pinta 4.848 v RVB Pinta 37.962 v PWA Pinta 38.613 v RVB Pinta 20.322 v PWA Pinta 15.407 v I/RA/11353/10.030/RDS pagina 33

5.3.2. Stortactiviteiten Deze paragraaf geeft een overzicht van de volumes die tot op datum van rapportage werden gestort per stortzone, in vergelijking met de voorziene hoeveelheden. Voorbeeld: De stortstrategie is gericht op realisering van de maximale ecologische winst van de plaatrandstortingen, waarbij er sprake is van toename van de oppervlakte laagdynamisch ondiepwater en intertijdengebied. Alle aanlegspecie wordt daarom gestort op 4 voorziene zones : Hooge Platen West: vermoedelijke hoeveelheid 1,70 miljoen m³ Hooge Platen Noord: vermoedelijke hoeveelheid 1,50 miljoen m³ Plaat van Walsoorden: vermoedelijke hoeveelheid 2,50 miljoen m³ Rug van Baarland : vermoedelijke hoeveelheid 2,00 miljoen m³. In de maand juni 2010 werd de gebaggerde specie gebracht naar de Plaat van Walsoorden (PWA), Hooge Platen Noord (HPN) en Rug van Baarland (RVB). Het materiaal van de verdiepingswerken werd op al de hiervoor genoemde zones gestort. Het materiaal werd geklept of gesproeid naargelang de lokale omstandigheden. Halverwege juni bedroegen de totaal gestorte volumes op de 4 voorziene zones ongeveer : Hooge Platen West: 1,95 miljoen m³ Hooge Platen Noord: 1,70 miljoen m³ Plaat van Walsoorden: 1,80 miljoen m³ Rug van Baarland : 0,40 miljoen m³. Op de volgende locaties zijn de stortactiviteiten (tijdelijk) stopgezet : In HPW zijn er geen stortactiviteiten meer vanaf T5 (week 19). 5.4. Rapportage van de data 5.4.1. Methodologie van de rapportage In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de methodologie tot het verkrijgen van resultaten uit de gegevens beschreven in hoofdstuk 5.2. De evolutie van de bathymetriën in een stortzone is voorgesteld langsheen vooropgestelde doorsneden. Elke stortzone bevat tenminste twee doorsneden die elkaar loodrecht kruisen doorheen een locatie met hoge stortactiviteit. In deze paragraaf wordt per stortzone een kaart gegeven met aanduiding van de doorsneden. Voorbeeld : I/RA/11353/10.030/RDS pagina 34

Figuur 5-1: Kaart van stortzones Plaat van Walsoorden met aanduiding van de doorsneden. Met deze bathymetriën zijn verschilkaarten gemaakt tussen enerzijds twee opeenvolgende peilingen en anderzijds tussen een peiling en de T0 meting, d.w.z. de peiling voorafgaand aan de stortingen (zie bijlage A, B en C). Bij de verschilkaarten zijn tevens de stortvakken aangegeven, waarin volgens de weekrapporten stortingen zijn uitgevoerd in de periode tussen de peilingen. Hierbij zijn de stortingen die gebeurden tussen 12 uur s middags op de laatste dag van een peiling en 12 uur s middags op de laatste dag van de volgende peiling in beschouwing genomen. Aangezien de peilingen gedurende meerdere dagen zijn uitgevoerd, ontstaat hierdoor een onnauwkeurigheid, die verschillen tussen de hoeveelheid gestort materiaal en de teruggevonden hoeveelheid materiaal in de peilingen kan veroorzaken. Deze zijn vooral significant, indien er veel gestort is tijdens de peilingen, indien de periode tussen de peilingen kort is of een peiling relatief lang geduurd heeft (zodat de relatieve fout in het tijdstip van de peiling groot is). Een nauwkeurigere methode is echter niet mogelijk, aangezien geen gegevens beschikbaar zijn over het exacte tijdstip wanneer een bepaalde locatie binnen de stortzone gepeild is. Tevens is de hoeveelheid gestort materiaal aangegeven (bestaande uit de som van de gestorte volumes door het storten van zand en door sproeien van zand). In de weekrapporten is het beunvolume gerapporteerd, maar hier is het in-situ volume gerapporteerd, dat verkregen is door het beunvolume te delen door een correctiefactor van 1,12 (IMDC, 2007). 5.4.2. Rapportage Deze paragraaf bevat vervolgens de effectieve rapportage. De dieptekaarten en verschilkaarten worden gerapporteerd in Bijlage (zie 4.7). De evoluties van de bathymetriën worden in verschillende gekozen doorsneden weergegeven. Bij deze evolutie wordt telkens de eerst opgemeten bathymetrie gegeven, de bathymetrie vlak vóór de maand van de rapportage en de effectieve peiling(en) in de maand van rapportage. Naast een figuur over de volledige lengte van de doorsnede wordt ook een detailfiguur gegenereerd die ingaat op die zone waar de grootste bathymetrische verschillen worden vastgesteld. Voorbeeld: I/RA/11353/10.030/RDS pagina 35