PARAGRAAF 4 : FINANCIERING Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid van de gemeente voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het Treasurystatuut. Met een raadsbesluit is dit statuut eind 2015 geactualiseerd. De belangrijkste punten, naast de voorschriften uit de Wet Financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn dat de gemeente alleen leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen verstrekt en dat uitzettingen een prudent karakter hebben die niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico. onder het schatkistbankieren. Van de beschikbare middelen in rekening courant mag 0,75% van het begrotingstotaal, buiten de schatkist worden gehouden; het drempelbedrag. Onderstaande grafiek laat zien dat in geen van de kwartalen het drempelbedrag is overschreden; in Q1 was er 622.000 ruimte t.o.v. het drempelbedrag waar in Q2 de ruimte nog ruim 450.000 was om vervolgens toe te nemen tot 520.000 in Q4. Schatkistbankieren Met de invoering van het schatkistbankieren per 15 december 2013 dienen decentrale overheden hun tegoeden aan te houden bij het ministerie van Financiën in plaats van bij een bank. Doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld. De randvoorwaarden voor het verstrekken van leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak blijven wel een gemeentelijke afweging en vallen niet 95 Paragrafen bij het jaarverslag 2016 : Nieuwe energie
Wet HOF (EMU-saldo) Op grond van de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF) dienen decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning te leveren in het kader van de gestelde Europese begrotingsdoelstellingen. Het Nederlandse begrotingstekort dient beperkt te blijven tot de gestelde 3%-norm op macroniveau. Het EMU-tekort van de medeoverheden mag daarin maximaal -0,5% BBP bedragen (waarvan gemeenten -0,34%). De gemeenten (en provincies) worden hierbij niet individueel beoordeeld maar als collectief. Het overheidstekort komt in 2016 volgens het CPB op 1,6% en blijft daarmee onder de Europese norm. Het begrote EMU-tekort van Hof van Twente is voor 2016 1,7 miljoen, ten opzichte van een referentiewaarde van 3,2 miljoen. Het werkelijke aandeel in het EMU-saldo 2016 komt uit op een overschot van 1,5 miljoen. Renterisicobeheer Renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de financiële resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Er zijn twee normeringen vastgesteld als richtlijn om het renterisico te kunnen beoordelen: de kasgeldlimiet voor de korte termijn financiering en de renterisiconorm voor de lange termijn financiering. De renterisiconorm heeft betrekking op het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de lange termijn financiering. De jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen mogen samen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De norm voor 2016 is 16,5 miljoen. Het werkelijke renterisico voor 2016 betreft 1,4 miljoen en blijft daarmee ruimschoots binnen de gestelde norm. Renteontwikkelingen Naast de ontwikkeling van de omvang van de financieringsbehoefte is de renteontwikkeling een belangrijke factor. De Europese Centrale Bank voert nog steeds een ruim monetair beleid waardoor de rentetarieven op een laag niveau staan. 96 Paragrafen bij het jaarverslag 2016 : Nieuwe energie
Mede door de bancaire verwachtingen onder invloed van een gematigd economisch herstel werd verwacht dat de rente in 2016 iets zou oplopen. Echter is de rente van een langlopende lening (10-jaars) in 2016 dicht de 0% grens genaderd, waar deze in 2015 nog rond de 1% was. De rentetarieven voor kortlopende financiering (3-maands euribor) zijn zelfs omgeslagen naar een negatieve rente. De rente schommelde in 2016 rond de -0,3%. Met deze ontwikkeling is er bij rentevergoedingen op beschikbare middelen ook geen enkele sprake geweest van enig rendement. Kasgeldlimiet De wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet is gesteld op 8,5% van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet voor 2016 bedraagt 7,2 miljoen. In 2016 is er geen sprake geweest van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Kasgeldlimiet 2016 (bedragen x 1.000) 1 e kwartaal 2 e kwartaal 3 e kwartaal 4 e kwartaal Gemiddelde vlottende (korte) schuld -3.369-1.928-715 -90 Gemiddelde vlottende middelen 169 1.319 719.263 Gemiddeld saldo -3.200-608 4 173 Kasgeldlimiet (8,5% x 82,3 mln (begrotingstotaal)) -7.174-7.174-7.174-7.174 Ruimte ten opzichte van de kasgeldlimiet 3.974 6.566 7.178 7.347 Koersrisicobeheer Vanwege het verplichte schatkistbankieren zijn er geen koersrisico s in het kader van treasurybeleid. Aandelen van nutsbedrijven zijn uit hoofde van de publieke taak aangetrokken en worden niet als risicovolle beleggingen beschouwd. Het betreft aandelen van de BNG, Twente Milieu, Cogas, Enexis, Crematorium, PBE, Twence, Wadinko en Vitens. 97 Paragrafen bij het jaarverslag 2016 : Nieuwe energie
Kredietrisicobeheer Het uitzetten van middelen in het kader van treasury is alleen nog toegestaan binnen de kaders van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Hierdoor doen zich hier geen (nieuwe) kredietrisico s voor. Bij het verstrekken van leningen, garanties of borgstellingen uit hoofde van de publieke taak worden, indien mogelijk, zekerheden of garanties geëist. In 2016 is één gemeentegarantie afgegeven voor een nieuwe geldlening van GFC (Goorsche Football Club). Het betreft een lening à 175.000 waar de gemeente en de Stichting Waarborgfonds Sport beide garant staan voor 50%. Via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) fungeert de gemeente samen met het Rijk als achtervang voor leningen die woningcorporaties hebben aangetrokken voor de financiering van hun activiteiten binnen de gemeente. Kredietrisico uitgezette en gegarandeerde leningen 2016 (bedragen x 1.000) 1 januari 31 december % Verstrekte leningen aan verenigingen en stichtingen 2.104 2.068 4,50% Leningen aan financiële instellingen/verbonden partijen 5.002 2.519 5,50% Hypotheek- en fietsprivéregeling 814 629 1,40% Deelnemingen 1.421 1.400 3,00% Gegarandeerde leningen (woningcorporatie/stichting) 7.233 6.414 13,9% Gegarandeerde leningen WSW (achtervangfunctie) 39.493 32.991 71,7% Totaal 56.067 46.020 100% Gemeentefinanciering De ontwikkeling van de financieringsbehoefte is bepalend voor de leningenportefeuille. Op basis van de informatie over de (toekomstige) geldstromen wordt inzicht verkregen in het verwachte kasverloop (zie tabel mutatie middelen 2016). Deze vormen de basis voor de financiële transacties. 98 Paragrafen bij het jaarverslag 2016 : Nieuwe energie
Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel het eigen vermogen, en de voorzieningen en beschikbare middelen in rekening courant. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (bijvoorbeeld rekening courant en werkkapitaal); het vreemd vermogen. In 2016 is zoals verwacht geen nieuwe langlopende financiering aangetrokken. De omvang van de leningenportefeuille daalt van 30,2 miljoen eind 2015 naar 28,8 miljoen eind 2016, met een gemiddeld rentepercentage van 4,7%. De liquide middelen zijn ten opzichte van 2015 toegenomen met 525.000. Mutatie middelen 2016 (bedragen x 1.000) Balansstanden ultimo 2015 2016 Liquide middelen -307 218 Toename beschikbare middelen 24 525 Kasstromen 2016 Begroting Werkelijk Operationele activiteiten 2.000 5.615 Investeringsactiviteiten -3.800-6.727 Financieringsactiviteiten.300 1.637 Toename beschikbare middelen -1.500 525 Onderuitputting Het nadelig saldo bedraagt 183.000. Dit wordt veroorzaakt door lagere rentekosten kortlopend geld, hogere rente eigen financieringsmiddelen als gevolg van hogere standen reserves en voorzieningen dan verwacht op 1 januari 2016 en lagere afschrijvingskosten. 99 Paragrafen bij het jaarverslag 2016 : Nieuwe energie
PARAGRAAF 5 : BEDRIJFSVOERING Personeel In 2016 is begonnen met het schrijven van een nieuw HR-beleid. Het HR-beleid richt zich niet meer op het traditionele human resource management (het aansturen van het menselijk kapitaal), maar meer op human relations development ( persoonlijk leiderschap, eigenaarschap, samenwerking, duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling en flexibilisering). Eén en ander in overeenstemming met de uitgangspunten van de ingezette organisatieontwikkeling en de LEV-waarden (leiderschap, eigenaarschap en vertrouwen). Het HRD-beleidsstuk is begin 2017 vastgesteld. De organisatiedag op 23 november 2016 georganiseerd voor en door medewerkers stond in het teken van LEV en de betekenis van veranderingen in de samenleving voor ons werk. Deze dag was eveneens de aftrap van het verdere organisatieontwikkelingstraject dat in 2017 meer vorm zal krijgen. In 2016 is bovendien een aanzet gegeven om meer te sturen op resultaat en minder op aanwezigheid. Plaats- en tijdsonafhankelijk werken raakt steeds 100 Jaarverslag 2016: Nieuwe energie meer ingeburgerd. Medewerkers werden hierbij gefaciliteerd met digitale hulpmiddelen, zoals ipads of laptops. Het nieuwe functiewaarderingssysteem HR21 is ingevoerd en medio 2016 zijn alle functies hierin ingedeeld en gewaardeerd. Hiermee is een nieuw generiek functieboek ontstaan, dat speciaal is ontwikkeld voor gemeenten. 2016 is eveneens het jaar geweest waarin de voorbereidingen zijn getroffen voor de samenwerking met de gemeente Hengelo en de SWB in de nieuwe organisatie-eenheid Gildebor. Dit heeft met name voor de medewerkers van de buitendienst een grote verandering teweeg gebracht. Huisvesting Naast het RIEC (Regionaal Informatie- en Expertise Centrum), het energiebedrijf Zuiver en de Stadsbank is sinds 2016 ook Arcadis in een gedeelte van het gemeentehuis gehuisvest. De Twentse School heeft echter besloten om vanaf 2017 geen gebruik meer te maken van de door haar gehuurde werkplek in het gemeentehuis. Verder wordt voor één dag per week een ruimte om niet beschikbaar gesteld aan dagopvang de Roos. Op dit moment is er geen vrije