Herstelplan voor het orgel van de Immanuelkerk in Bunschoten-Spakenburg Opdracht en vraagstelling Op verzoek van de commissie van beheer van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) Bunschoten- West (Plevier 2, 3752 PE Bunschoten-Spakenburg) bezocht ondergetekende het orgel van de Immanuelkerk (adres als voornoemd) op 10 november 2015. Voorafgaand aan de inspectie vond een gesprek plaats met de heren Van Dijk en Willemsen (CvB). Afgesproken werd dat de rapportage ingaat op de staat van onderhoud van het instrument en een plan van aanpak met offertebestek bevat. Historie van het orgel 1 Het instrument werd opgeleverd in 1992 door orgelmaker Henk van Eeken (Herwijnen) als opus 2. Het project stond onder advies van Hans van der Harst en Arjen Sleurink. Sinds de oplevering zijn drie registers op het Hoofdwerk gereserveerd: Gemshoorn 4, Flageolet 1 en Dulciaan 8. De dispositie luidt: Hoofdwerk (I, C f³) Onderpositief (II, C f³) Pedaal (C d¹) Bourdon 16 Holpijp B/D 8 Bourdon 16 (tr. HW) Prestant 8 Viola di Gamba 8 Prestant 8 (tr. HW) Roerfluit 8 Prestant 4 Trompet 8 (tr. HW) Octaaf 4 Roerfluit 4 Quint 3 Nasard 3 Werktuiglijke registers Superoctaaf 2 Woudfluit 2 koppeling HW+OP Mixtuur Cornet D koppeling OP+HW (discant) Sexquialtera B/D koppeling Ped+HW Trompet B/D 8 koppeling Ped+OP tremulant Samenstelling vulstemmen (eigen waarneming) Mixtuur laagste koren: C 2 c 2⅔ c¹ 4 Sexquialtera C ⅔ ⅖ c 1⅓ ⅘ c¹ 2⅔ 1⅗ Cornet c¹ 4 2⅔ 1⅗ 1 De informatie in deze paragraaf is mede ontleend aan www.orgbase.nl (geraadpleegd 16 december 2015). Herstelplan orgel Immanuelkerk, Bunschoten Cees van der Poel, december 2015 1/6
Huidige situatie en beoordeling Kas. De vierzijdig gesloten naaldhouten kas met dak bestaat uit klassiek stijl- en regelwerk met deuren en panelen. Hij is constructief in orde. Hang- en sluitwerk zijn ook in goeden doen, snij - werk en verflaag idem. Wel is de kas aan de buitenzijde stoffig, met name het front. Het interieur van de kas is zeer stoffig en zou schoongemaakt moeten worden. Dit is waarschijnlijk sinds de bouw niet gedaan. De frontpijpen staan er fysiek goed bij, voor zover te inspecteren. Er zijn geen ingezakte voetpunten geconstateerd. Enkele frontpijpen staan met een lapje leer op hun boring. Dit kan gedaan zijn om de voetpunten netjes op de boringen te laten passen, wellicht betreft het regulering van de windtoevoer. Enkele frontpijpen spreken slecht, zie onder Pijpwerk en klank hierna. Claviatuur. De claviatuur is uiterlijk op enkele punten na in prima staat. De speeltafel zou schoongemaakt moeten worden. Van het linker bakstuk is een stukje van het profiel afgebroken, dat kan worden aangevuld. De toetsen van het hoofdwerkmanuaal vertonen in het middengebied iets meer zijwaartse speling dan de weinig bespeelde hoge en lage toetsen. De speling in het mid - den is evenwel (nog) acceptabel. Dezelfde situatie doet zich voor bij het positiefmanuaal, maar in mindere mate dan bij het andere handklavier. Het pedaalklavier vertoont meer slijtage. De zijwaartse speling is aanwezig, opvallend genoeg rammelen de boventoetsen meer dan de ondertoetsen. De toets c kleppert. Het pedaalklavier is aan een revisie toe na ruim twintig jaar. Over de speelaard et cetera meer onder Tractuur. De registernamen Woudfluit en Nasard (links onderste strook) zijn beschadigd en zouden geretoucheerd kunnen worden. De speeltafelverlichting is ruim voldoende. Windvoorziening. Het hart van de windvoorziening is opgesteld achter het orgel op het orgelbalkon. De motor (in dempkist) draait op het gehoor goed. Het regelgordijn functioneert van buiten af gezien goed. De forse spaanbalg met inslaande vouw (2230 1280 mm) is in goede staat. De belering is winddicht en soepel. De balg gaat op het oog erg hoog op: 530 mm gemeten buiten de bladen. Het is de vraag of de regulering geforceerd is afgesteld. De balg kraakt aanzienlijk bij het langzaam opgaan na grote windvraag. De kanalisering naar en in de orgelkas is winddicht, de belering op de gecontroleerde aansluitingen voldoet. De windkarakteristiek van het Hoofdwerk is buitengewoon flexibel. Ook bij het beheerst ongelijk loslaten van toetsen om schokken te voorkomen, danst de wind sterk. Een ademende wind hoort bij dit type orgel, maar het Hoofdwerk stoot enorm. Het is mogelijk met een lang aangehouden volgrepig akkoord bij plenum inclusief Bourdon 16 de balg nagenoeg leeg te spelen. Bij gekoppelde klavieren speelt het orgel bij genoemde extreme belasting puur op de motorwind, wat ontstemming oplevert. Het Onderpositief presteert rustiger, maar ook daar is een drukverval hoorbaar, met name in de hoge tonen wanneer in de bas een fors akkoord wordt aangeslagen. De windkarakteristiek komt tot stand door een samenspel van vele factoren. Aan een aantal factoren is niets te doen, zoals de windhuishouding windladen. De kanalisering oogt niet te krap. Een klassieke windvoorziening met twee of drie spaanbalgen een zou natuurlijker ademende wind geven. De tremulant werkt niet of nauwelijks. Tractuur. Het hoofdwerkmanuaal is uitgevoerd als staartklavier. Vanaf de toets loopt de tractuur naar het wellenbord vlak achter de lessenaar. De onderste vijf wellen daarvan zijn uitgevoerd in metaal, de rest is van hout. De wellen vertonen geen overmatige speling. Het positiefmanuaal als balansklavier. Vanaf de toets loopt de tractuur naar staand wellenbord achter de Herstelplan orgel Immanuelkerk, Bunschoten Cees van der Poel, december 2015 2/6
claviatuur en van daar omlaag naar de ventielen die omhoog worden geopend. Ook dit wellenbord is in goede staat. De pedaaltractuur loopt vanaf de contratoetsen naar een liggend wellenbord op de grond en van daaruit naar de beide pedaalwindlaadjes links en rechts. Dit wellenbord is in orde, voor zover te inspecteren. Het koppelwellenbord achter het knieschot is eveneens in goede staat. Abstracten, omwoelingen en draadwerk zijn in orde. De beproefde stelmoertjes in de speeltafel zijn wat uitgedroogd maar nog goed verstelbaar. Er zijn de volgende kanttekeningen te maken. De ledige gang van de pedaaltoetsen tot het moment waarop ze aangrijpen op de contratoetsen/winkelhaken is te groot en geeft een sponzig speelgevoel. De afstelling van de speelmechanieken van de manualen is wat verlopen, hetzelfde geldt voor de verschillende koppelingen. Alles bij elkaar geeft een ietwat onregelmatig speelgevoel. Kennelijk is het orgel op dit punt lang niet onderhouden. Windladen. Het orgel heeft vier mechanisch geregeerde sleepladen: een voor het Hoofdwerk (in het midden van de kas), een voor het Onderpositief (onderin de kas) en twee voor het Pedaal (onderin de kas ter weerszijden van de positieflade). De laatste twee laden zijn compact, er staat geen pijpwerk op, het zijn transmissieladen voor de Bourdon en Prestant. De pijpen wor - den gevoed door middel van lange conducten. De windlade van het Onderpositief heeft de ventielkast aan de bovenzijde van het cancellenraam. Inspectie van een deel van de ventielkast van de hoofdwerklade bracht geen ongerechtigheden aan het licht. De voorslagen sluiten goed, de pulpeten zijn in goede staat (soepel en veelal nog wit). Het dubbele leer van de ventielen is prima, de festonnering en ventielveren idem. Aangenomen mag worden dat het geïnspecteerde deel representatief is voor de overige ventielkasten. Een blinde proef (indrukken van zoveel mogelijk toetsen bij gesloten registers) leverde voor het Onderpositief geen overmatige windvraag of gesis op, verschijnselen die duiden op mogelijke interne lekkage. Voor het Pedaal geldt hetzelfde. Lastiger te interpreteren was de uitkomst bij het Hoofdwerk. De blinde proef veroorzaakte daar een forse windvraag (het bovenste balgblad zakte substantieel) maar die ging niet gepaard aan noemenswaardig gesis of geruis. De meest plausibele verklaring die ondergetekende kan aandragen is dat (alle?) cancellen (verborgen) ontlaten hebben. Hoewel niet te verwachten, kan tegelijk op basis van de beknopte inspectie niet worden uitgesloten dat de windlade intern lekt. Het zichtbare deel van de onderzijde van de hoofdwerklade vertoont geen scheurvorming. Helaas is er wel zekerheid ten aanzien van de slechte staat van de conducten tussen de verschillende windladen en afgevoerde pijpen en frontpijpen. Die zijn onmiskenbaar vergaand versuikerd. De meeste conducten zijn ovaal vervormd, veel conducten vertonen kleine bobbeltjes, een veeg teken. Heel wat conducten zijn op de soldeernaden opengesprongen. Versuikering is een corrosieproces dat makkelijk optreedt in hoog loodhoudende legeringen zoals in dit orgel toegepast. Het proces begint vrijwel altijd binnenin en openbaart zich aan de buitenzijde bij de soldeernaden en met genoemde bobbeltjes. In het laatste kwart van de vorige eeuw pasten orgelmakers die zich oriënteerden op de klassieke orgelbouw, zoals in de Immanuelkerk, conducten toe van (bijna) puur lood. Van het gevaar van loodcorrosie was men zich niet zo bewust. Menig eigenaar zag zich na enkele decennia geconfronteerd met kapotte conducten. Zo ook hier. De conducten moeten integraal vervangen worden in een legering die ook tin bevat, meestal wordt een tingehalte van 15% toegepast. Deze samenstelling is niet noemenswaardig gevoelig voor corrosie. In het geval van dit orgel zal Herstelplan orgel Immanuelkerk, Bunschoten Cees van der Poel, december 2015 3/6
vervanging van alle conducten tamelijk vergaande demontage vereisen. Het orgel wordt recht gedaan als er opnieuw conducten op klassieke wijze worden aangebracht. Pijpwerk en klank. Het meeste pijpwerk van het Hoofdwerk en Onderpositief staat er fysiek goed bij. Hier en daar is er wat gebruikelijke kleine stemschade aan de bovenranden. Bij een beperkte steekproef is geen corrosie aan voetpunten van pijpen geconstateerd. De kleinste pijpjes van de Roerfluit 4 (OP) zijn uitgevoerd als flespijpjes. De baarden ervan zijn veelal zeer ver naar buiten gebogen. Rond het tuitje aan de bovenzijde zijn ze allemaal voorzien van plakband. Kennelijk zijn de pijpen, merkwaardig genoeg, allemaal lek. Om de situatie niet te verstoren is er niet onder het plakband gekeken. Deze pijpjes moeten in orde gemaakt worden. Merkwaardig is ook de situatie bij de Trompet (HW). De tonen dis³ f³ hebben geen stemkrukken en tongen meer en kunnen geen geluid geven. Het is gissen naar de reden voor het verdwijnen van deze essentiële onderdelen. In ieder geval moet het bewust zijn gedaan. Een tong kan nog uit de kop vallen, hoewel dan meestal tegelijk met de keel. Maar een stemkruk wegnemen vereist menselijk ingrijpen. De betreffende pijpjes moeten worden gerepareerd. Enkele trompetbekers zijn kromgetrokken en/of scheefgezakt. Met het oog daarop is ondersteuning aangebracht boven de lege achterste sleep in de vorm van een forse houten bruggen. Die zijn met grof materiaal vastge - schroefd aan de lege pijpstok voor de gereserveerde Dulciaan. Een enkele individuele ondersteuning van een beker is zelfs in een stevelhuisje geschroefd. De gekozen oplossingen getuigen van weinig begrip voor het materiaal en de factuur van het orgel. De bekers moeten worden gefatsoeneerd waar nodig, weer goed bevestigd op de koppen en op een subtielere wijze ondersteund worden. Bij het toon voor toon beluisteren van de registers vallen de volgende kanttekeningen te maken. 1. Hoofdwerk a. Prestant 8. D en A stomp, f gesmoord, gis stomp. Zeer waarschijnlijk ten gevolge van lekke conducten en te zwakke windtoevoer. b. Roerfluit 8. Cis erg zacht (achter de speeltafel beluisterd), bij A trilt iets mee, de overgang in klank van A naar B is vrij groot. c. Octaaf 4. A staat tegen overblazen aan. d. Mixtuur. In het algemeen een wat wilde aanspraak, het register is in verhouding tot de rest van het orgel behoorlijk vals (lang niet gestemd?). e. Trompet 8. C rauwe toon, D zeer traag, c¹ spreekt niet, f¹ zeer traag, dis³ f³ spreken niet (zie hierboven). Over de hele linie een zeer matig register, de klank is wat timide en onregelmatig, het register is traag tot zeer traag (genoemde tonen). Deze stem moet volledig herzien worden, reparatie bekers en bovenste drie tonen, wellicht herziening lengte bekers en vervangen van tongen. 2. Onderpositief a. Viola di Gamba 8. Trage aanspraak c¹, dis¹, en e¹. Intonatie in ieder geval een beetje verlopen. b. Prestant 4. Cis spreekt niet, veel gesis (naast gat? conduct?), C G stompe klank (intonatie? conducten?). c. Roerfluit 4. c² afwijkende klankkleur. Herstelplan orgel Immanuelkerk, Bunschoten Cees van der Poel, december 2015 4/6
Ten slotte zijn er de drie lege slepen op het Hoofdwerk. Bij de bouw van het orgel zijn de registers Gemshoorn 4, Flageolet 1 en Dulciaan (B/D) 8 gereserveerd. De registerknoppen, slepen en pijproosters voor de genoemde stemmen zijn aanwezig. Als de registers geplaatst zouden worden, moeten in ieder geval de stokboringen en roostergaten worden gemaakt, en nieuw pijpwerk uiteraard. Het orgel heeft nu al een behoorlijke dispositie. De gereserveerde stemmen vallen in de categorie kleurregisters. Ze zullen niet substantieel aan de draagkracht van de klank bijdragen, maar wel heel veel meer kleurcombinaties mogelijk maken. Het plaatsen van de gereserveerde registers is niet noodzakelijk, maar zou het orgel wel helemaal af maken. De nieuw te maken pijpen moeten uiteraard nauw aansluiten bij de factuur van het bestaande pijpwerk. Conclusies Het orgel van de Immanuelkerk is een degelijk gebouwd, fraai en inspirerend orgel. Het concept leent zich uitstekend voor de gereformeerde liturgie, zowel voor ondersteuning van de gemeentezang als voor solistisch spel. Na ruim twintig jaar dient zich een schoonmaak zich aan en herstel van gebruiksschade. De afstelling van de toetsmechaniek heeft aandacht nodig, enig pijpwerk behoeft reparatie en het is nodig de intonatie na te lopen. Alle conducten in het orgel dienen te worden vervangen. Mogelijk behoeft de windlade van het Hoofdwerk reparatie. Herstelplan Het herstelplan voor het orgel omvat de volgende punten: [A] Demontage [1] Opnemen winddruk en toonhoogte. [2] Afruimen van pijpwerk en demontage van onderdelen voor zover nodig. [B] Kas en claviatuur [1] Stofvrij maken exterieur kas, kasinterieur en windladen. [2] Reviseren pedaalklavier. [3] Aanvullen ontbrekende stukje linker bakstuk. [4] Bijwerken of opnieuw aanbrengen registeropschriften Woudfluit en Nasard. [C] Windvoorziening [1] Regulering spaanbalg nazien. [2] Leerstroken windkanalisatie vervangen waar nodig. [3] Verbeteren werking tremulant. [4] Optie. De orgelmaker geeft zijn mening over de mogelijkheid voor het verbeteren van het windgedrag, in het bijzonder van het Hoofdwerk met indicatie van de kosten. [D] Tractuur [1] Opnieuw afstellen toetsmechaniek en koppelingen met speciale aandacht voor de ledige gang van het pedaalklavier. [E] Windladen [1] Vervangen van alle conducten in het orgel in opnieuw een klassieke factuur (met warme lijm) in een legering met voldoende tin om de kans op corrosie te minimaliseren. [2] Controleren en optimaliseren afstelling ventielveren. [3] Optie. Indien nodig repareren windlade Hoofdwerk. [F] Pijpwerk [1] Stofvrij maken pijpwerk, repareren kleine gebreken (fatsoeneren voetpunten, kaken, zijbaarden, kapotte bovenranden, controle afdichting hoeden gedekten et cetera). Herstelplan orgel Immanuelkerk, Bunschoten Cees van der Poel, december 2015 5/6
[2] Repareren flespijpjes Roerfluit 4 (Onderpositief). [3] Repareren klankbekers en hoogste drie tonen Trompet 8 (Hoofdwerk), verbeteren ondersteuning bekers waar nodig; herzien intonatie van het gehele register. [4] Optie. Bijmaken registers Gemshoorn 4 en Flageolet 1 voor het Hoofdwerk op de daartoe gereserveerde slepen. [5] Optie. Bijmaken tongwerk Dulciaan 8 voor het Hoofdwerk op de daartoe gereserveerde achterste sleep. [G] Montage en afwerking [1] Montage alle onderdelen, terugplaatsen pijpwerk. [2] Controleren intonatie van alle pijpen op aanspraak en egaliteit. [3] Generaal stemmen van het hele orgel in een nader te bepalen temperatuur (origineel ⅕-komma stemming naar Harald Vogel). Orgelmakersoffertes kunnen worden uitgebracht op basis van bovenstaande punten, per kostenplaats gespecificeerd in arbeidsuren en materiaal en indien van toepassing de kosten voor transport en materieel. De orgelmaker vermeldt de reis- en verblijfkosten apart en noemt de indexdatum. De orgelmaker vermeldt wanneer de werkzaamheden eventueel uitgevoerd kunnen worden. De opdrachtgever hecht aan het volgen van bovenstaand bestek. Wanneer de orgelmaker in zijn offerte punten wil inbrengen die niet in dit plan van aanpak genoemd zijn, dient dat te geschieden vergezeld van dezelfde specificaties als bij de andere kostenplaatsen. De orgelmaker geeft aan hoe de te bewerken onderdelen tijdens de uitvoering van het werk verzekerd dienen te zijn. Hilversum, december 2015 Cees van der Poel Herstelplan orgel Immanuelkerk, Bunschoten Cees van der Poel, december 2015 6/6