A ardrijkskunde Havo 2 2017-2018 Hoofdstuk 1 Arm en Rijk H 1, paragraaf 2,3,(4,5 om mee te oefenen) 6,7,en de samenvatting, begrippenlijst, leerdoelen en de aantekeningen. Daarnaast leer je de topo van Europa achterin je werkboek op p. 138/139 Tips: Je hebt nodig: een passer, kleurpotloden en een rekenmachine. Oefen met kaartvaardigheden. Je moet kunnen werken met de atlas. je kunt vragen verwachten zoals in paragraaf 4 en 5. Veel succes! :-)
Duits Kapitel 7 + 8 Grammatica (Lernecke tekstboek Kapitel 7 en 8) De 1e/ 3e en 4e naamval (de der- groep en de ein-groep) De 1e en 4e naamval van de persoonlijke voornaamwoorden De meervoudsvorm van de zelfstandige naamwoorden Wat moet je in de toets kunnen? De 3 naamvallen in een oefening kunnen toepassen (met behulp van je stappenplan) De 3 naamvallen in een zin herkennen en benoemen de 1e en 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoord kunnen vertalen en de juiste naamval gebruiken (met behulp van je stappenplan) De meervoudsvorm van de zelfstandige naamwoorden kunnen toepassen (ken de standaardregel van de mannelijke/ vrouwelijke en onzijdige woorden en ken de 4 uitzonderingen) Woordenlijsten A + B Kapitel 7 en 8 (twee kanten op leren) Wat moet je in de toets kunnen? De woorden kunnen vertalen van het Duits naar het Nederlands De woorden kunnen vertalen van het Nederlands naar het Duits ( hierbij is het belangrijk dat je de lidwoorden ook goed leert en welke woorden er met een hoofdletter worden geschreven) Instructiewoorden Lernecke tekstboek blz. 16 ( Duits - Nederlands) Wat moet je in de toets kunnen? De Duitse instructiewoorden in de juiste zin kunnen plaatsen Landeskunde Kapitel 7 (werkboek) 1.1 b blz. 7 ( leer deze oefening) / 3.1 blz. 8 (lees het tekstje goed door) / 18.1 blz. 32 (oefening a goed doornemen) Kapitel 8 (werkboek) 1.1 blz. 39 (lees het tekstje goed door) Wat moet je in de toets kunnen?
In de toets krijg je een aantal vragen over de tekstjes en uit oefening 18.1 uit je werkboek. Plauderecke A + B Kapitel 7 en 8 Wat moet je in de toets kunnen? Je moet de vragen en antwoorden uit de Plauderecke kunnen toepassen in een kleine schrijfopdracht. Leestekst (hiervoor kun je niet echt leren maar wel oefenen op de ELO bij het digitale hoofdstuk van Trabitour, daar vind je leesoefeningen die je zelf kunt controleren) Tips In de ELO onder de studiewijzer vind je nog extra uitleg over de grammatica. Bijles naamvallen Bijles meervoudsvorm van de zelfstandige naamwoorden Ook vind je hier nog een paar extra oefeningen voor de grammatica met antwoorden Je mag de toets maken met je stappenplan, vergeet deze niet mee te nemen als je de toets hebt. Ben je deze kwijt kun je er zelf één printen uit de ELO. Begin op tijd met leren van de woordjes. Deze leer je twee kanten op Het zijn vier woorden blokken dus begin op tijd. Weet goed welke lidwoorden erbij horen. Hoe?: Er zijn verschillende manieren om woordjes te leren. Kies een manier die goed bij je past. Maak bijvoorbeeld woordkaartjes. Schrijf het Duitse woord op de voorkant van een kaartje. De vertaling (evt. met plaatje) op de achterkant. Pak een kaartje en lees de vertaling hardop. Schrijf dan het Duitse woord op een apart vel papier. Controleer het antwoord met wat er op de achterkant staat en ga verder met het volgende kaartje. De kaartjes die je goed had leg je apart. Wat niet goed ging oefen je in de volgende ronde. Doe dit ongeveer 20 minuten. De lastige woorden blijf je herhalen. Doe na 20 minuten iets anders en herhaal de oefening dan weer 10 minuten.
Economie Hoofdstuk 1 en 2 Hoofdstuk 1: Je kent de begrippen en leert de blauwe stukjes tekst. Kijk goed naar de samenvatting en de begrippenlijst. Vaardigheden H1: Je kunt een tabel aflezen en zelf maken. Je kunt periodes (week, maand, kwartaal en jaar) naar elkaar omrekenen en je kunt rentepercentages bereken. Hoofdstuk 2: Je kent de begrippen en leert de blauwe stukjes tekst. Ook hier kijk je goed naar de samenvatting en de begrippenlijst. Vaardigheden: Je kunt de begrippen toepassen, je kunt waardes van producten berekenen en keuzes onderbouwen. Je kunt staafdiagrammen en cirkeldiagrammen tekenen en zelf aflezen. Je kan zelf bedenken welk soort diagram voor een situatie het beste is. Tips Maak de rekentrainer die staat achter het hoofdstuk. Voor vragen mail je de docent ( kne@sgdc.nl ) Maak een begrippenlijst of kaartjes met de begrippen.
Engels Stepping Stones, theme 1 and 2 Theme 1: tb p 17,18,19 Words tb p 10+14 Stones tb p 11,20 Gram - past simple of to be tb p 11,20 Gram - prepositions of time tb p 15,20 Gram - past simple Theme 2: tb p 31,32,33 Words tb p 24, 28 Stones tb p 25, 34 Gram adjectives and adverbs tb p 29, 34 Gram much, many, a lot of, lots of, (a) little, (a) few tb p 29, 34 Gram intensifiers Tips Begin op tijd, verdeel de stof in delen (vraag je docent hierbij om hulp) Schrijf de woordjes en stones op, oefen niet alleen in WRTS Herhaal de woordjes en stones die je de vorige dag hebt geleerd Maak je eigen samenvatting van de grammar en ga hiermee oefenen Stel eventuele vragen op tijd aan je docent Vraag hulp bij je ouders of klasgenoten als je iets wilt laten controleren Maak de d-toets Maak zelf toetsvragen Maak gebruik van de epack, via Magister
Frans chapitre 2 en leestekst leer: tekstboek : grammaire c - vragen stellen g - ww pouvoir i - la négation phrases clés d en j - leer de vragen en antwoorden (fn-nf) werkboek : voca leer de voca blz 84,85,86 herhaal alle opdrachten van bron c,g, i, d,en j Tips Er is een lees-onderdeel in het pw dus oefen ook extra lezen op het digitale materiaal begin op tijd verdeel de stof in stukjes en laat je overhoren bonne chance!
Geschiedenis Feniks H4 Van oorlog naar oorlog : Tekstboek blz 60 t/m 73 De precieze leerdoelen staan aangegeven op pagina 72 in het tekstboek, evenals de begrippen, een tijdbalk en een landkaart. Bronnen hoeven alleen bekeken te worden. Je kunt ze oefenen door de vragen in werkboek nog eens te maken. Als je er voor kiest om een samenvatting te maken, wil ik die voor je nakijken.uit het werkboek hoef je alleen de vragen te bekijken die we besproken en nagekeken hebben. Hoofdstuk 5 De tijd van wereldoorlogen Tekstboek blz 78 t/m 93 De precieze leerdoelen staan aangegeven op pagina 92 in het tekstboek, evenals de begrippen, een tijdbalk en een landkaart. Bronnen hoeven alleen bekeken te worden. Je kunt ze oefenen door de vragen in werkboek nog eens te maken. Als je er voor kiest om een samenvatting te maken, wil ik die voor je nakijken. Uit het werkboek hoef je alleen de vragen te bekijken die we besproken en nagekeken hebben.
Mens en Natuur Module 8 + 7 Leg de dikgedrukte woorden in eigen woorden uit.bekijk de bronnen en leg in eigen woorden uit wat er mee bedoeld wordt.maak ook gebruik van je samenvattingen en aantekeningen! 8.1 Wauw, ik groei! TB blz. 7 t/m 11, bron 1, 2, 3, 7 Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting. Je kunt vertellen wat primaire, secundaire en tertiaire geslachtskenmerken zijn en je kunt hierbij voorbeelden noemen Je kan de lichamelijke veranderingen benoemen van meisjes en jongens in de puberteit Je weet wat hormonen zijn en waar deze gemaakt worden Je weet wat de hypofyse is en wat deze doet Je kan vertellen hoe het vrouwelijke en hoe het mannelijke geslachtshormoon heet en waar deze gemaakt wordt Je weet hoe het groeihormoon werkt Je weet wat de groeistop is en hoe deze veroorzaakt wordt 8.2 Genoeg, te veel, te weinig TB blz. 12 t/m 16, bron 1, 3, 6, 8 Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting. Je kunt vertellen wat bouwstoffen en energierijke stoffen zijn en hiervan een voorbeeld noemen Je kent de eenheid kilojoule (kj) Je kunt vertellen waarom het belangrijk is dat je gevarieerd eet, en hoe je dit kunt doen Je kunt vertellen wat de risico s zijn van overgewicht Je kunt vertellen wat eetstoornissen zijn en hiervan voorbeelden noemen 8.5 Man en vrouw TB blz. 26 t/m 29, bron 2, 4, 5, 6 Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting. Je kan de voortplantingsorganen van de man benoemen en kan ze aanwijzen Je kan de voortplantingsorganen van de vrouw benoemen en kan ze aanwijzen Je weet wanneer en man en vrouw vruchtbaar zijn Je weet hoe de menstruatiecyclus van een vrouw verloopt
8.6 Relaties en seksualiteit TB blz. 31 t/m 36, bron 3, 8, 12 Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting Je kunt vertellen wat normen en waarden zijn Je kunt het verschil benoemen tussen heteroseksuele en een homoseksuele relatie Je weet wat voorbehoedsmiddelen zijn en je kunt hier voorbeelden van geven Je kan de drie eisen benoemen waaraan een voorbehoedsmiddel moet voldoen Je kent de verschillende soorten voorbehoedsmiddelen en hoe deze eruit zien Je weet hoe je een condoom moet gebruiken Je kent de werking van de pil en het spiraaltje Je kan uitleggen wat een sterilisatie is en wat er precies ongedaan wordt gemaakt Je weet wat een abortus inhoud en wanneer je het kan laten plaatsvinden Je weet wat soa s zijn en kunt hiervan voorbeelden en kenmerken noemen (bron 12) 8.7 Zwangerschap TB blz. 37 t/m 41, alle bronnen Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting Je kan uitleggen wat de bevruchting inhoud (hoe het eicel bevrucht wordt en wat er na gebeurd) Je weet hoe een vrouw erachter kan komen of zij zwanger is Je kan uitleggen hoe de ontwikkeling van een embryo verloopt Je kan de drie fases van de bevalling benoemen en je kan vertellen wat er dan gebeurd Je kunt vertellen hoe een tweeling ontstaat 7.2 Materialen en stoffen TB blz. 11 t/m 14, bron 9 Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting. Je kunt vertellen wat stofeigenschappen zijn. Je kunt vertellen wat de meest voorkomende eigenschappen van hout, metaal, kunststoffen en beton zijn. Je kunt de dichtheid berekenen van voorwerpen. 7.6 Vermogen en veiligheid TB blz. 33 t/m 36, bron 3 + 5 +7 Het oranje blok om te onthouden is een korte samenvatting Je kunt uitleggen op welke twee manieren ja veel elektrische energie naar een apparaat met een groot vermogen krijgt. Je kunt het vermogen berekenen met behulp van de formule. Je kunt berekenen of er overbelasting komt. Je kunt de werking van een zekering in een schakeling uitleggen.
Tips Maak voor het leren gebruik van de kennen en kunnen lijst. Probeer eerst de vragen te beantwoorden zonder boek. Kijk daarna in je boek of het antwoord juist is. Je kunt de informatie vinden in je tekstboek. Maak ook gebruik van het boekje lang leve de liefde. Op het digitaal lesmateriaal vind je de minicursus en de oefentoetsen. LET OP! Voor dit proefwerk heb je een rekenmachine nodig!! Succes met leren!!
Nederlands Blok 1 en 2 2 Over lezen blok 1 en 2 Je leert de blauwe teksten en kent de begrippen en kunt deze toe te passen in een opdracht. Blok 1 : 2.2, 2.3 Blok 2 : 2.2, 2.3 4 Spelling blok 1 en 2 Je leert de blauwe teksten en tabellen met spellingregels van de volgende paragrafen en je kunt de regels toepassen: Blok 1 : 4.1, 4.2, 4.3. Herhaal/oefen met opdr. 19 t/m 24. Blok 2 : 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5. Herhaal/oefen met opdr. 15 t/m 21. Leer opdr. 21 uit je hoofd. 5 Taalschat blok 1 en 2 Je leert de blauwe teksten en de letterlijke betekenis van de woorden. Je kent de woorden beide kanten. Blok 1 : Opdracht: 25 en 26 Blok 2 : Opdracht: 23 en 24 7 Schrijfvaardig blok 1 en 2 In het proefwerk zit een schrijfopdracht. Lees de blauwe teksten. Je lleert het schema op blz. 256 (schrijfregels) en de volgende opdrachten: Blok 1 : 7.1 + opdr. 36, 37, 38 Blok 2 : 7.1, 7.2 Opdr. 34 Je kunt de regels toepassen en een korte tekst schrijven. 9 Over taal blok 1 en 2 Blok 1 : 9.2 Je leert de blauwe tekst en opdr. 47 Blok 2 : 9.2 Je leert de blauwe tekst en opdr. 45
Tips Verdeling van de leerstof Dag 1: Over lezen Dag 2: Herhalen dag 1 + leren Spelling Lees verder op de volgende bladzijde Dag 3: Herhalen Spelling + leren Taalschat Dag 4: Herhalen Taalschat + leren Schrijfvaardig Dag 5: Herhalen Schrijfvaardig + leren Over Taal Dag 6: Alles herhalen.
Rekenen De vier domeinen: getallen, verhoudingen, verbanden en meten en meetkunde. Niveau 2F De toets bestaat uit een A en een B onderdeel. Bij onderdeel A mag je geen rekenmachine gebruiken. Wel mag je reken met kladpapier. Bij onderdeel B verschijnt er een rekenmachine in het programma. We maken de toets digitaal. Tips Oefen goed met de vier domeinen in fflerenrekenen (toetstraining). Je kan ook de opdrachten van de lessen nogmaals oefenen. Kies het onderdeel dat jij het moeilijkst vindt en oefen daar extra mee. Belangrijk! Neem een woordenboek mee! Dit is handig, want dan kun je woorden zoals ton en kuub opzoeken. Neem ook een pen of potlood mee! Je mag tijdens de toets uitrekenpapier gebruiken, dit krijg je uitgereikt van de aanwezige docent. Succes met oefenen!
Wiskunde H1 Lineaire formules, H2 Wortels en H3 Gelijkvormigheid H1: Lineaire formules De volgende begrippen moet je kennen en weten wat het is: Lineair verband, lineaire grafiek, lineaire formule, hellingsgetal, startgetal, stijgende rechte lijn, dalende rechte lijn, horizontale lijn, verticale lijn, lineaire formule maken, recht evenredig. Wat moet je verder kunnen? Lineaire formules kunnen maken bij: een tabel, grafiek, door twee coördinaten, bij horizontale en verticale lijnen. H2: Wortels De volgende begrippen moet je kennen en weten wat het is: Wortels, exact, benadering, tegengestelde van wortels, wortels optellen en aftrekken, wortels vermenigvuldigen, wortelformules, randpunt. Wat moet je verder kunnen? Wortels bij elkaar optellen/van elkaar afhalen Wortels vermenigvuldigen Grafiek maken bij een wortelformule Het randpunt vinden H3: Gelijkvormigheid De volgende begrippen moet je kennen en weten wat het is: Vergroten, factor, omtrek, oppervlakte, gelijkvormige figuren, overeenkomstige zijden, overeenkomstige hoeken, gelijkvormige driehoeken, Wat moet je verder kunnen? De factor kunnen uitrekenen Ontbrekende zijden uitrekenen Gelijkvormige figuren herkennen
Tips Oefenen, Oefenen en nog eens oefenen... Maak zoveel mogelijk vragen uit je boek ter voorbereiding. De antwoorden hierop zijn te vinden in Magister onder uitwerkingen. Wat moet je dan oefenen? Maak elke laatste vraag van een paragraaf (dat is vaak de moeilijkste). Kom je hier niet uit? Ga dan de blokken theorie nog eens goed bestuderen en maak een vraag aan het begin van de paragraaf en probeer dan ook de laatste vragen van de paragraaf. Je kunt ook oefenen met: Test jezelf, Extra opdrachten en Gemengde Opdrachten. Ook hiervan staan de antwoorden weer in Magister. Neem de volgende spullen mee: - Pen - Potlood + Gum - Geodriehoek - Rekenmachine DENK BIJ DE TOETS AAN JE BEREKENINGEN!!