Orde van dienst voor de Eeuwigheidszondag It Ljochtbeaken, 20 november 2016 Voorganger: mw. ds. Lydia Veerman-van Dijk Organist: dhr. Hindrik Riemersma Liturgisch bloemstuk: de bloemencommissie
Uitleg liturgische bloemschikking De symboliek van het bloemstuk weerspiegelt de herinnering aan onze geliefden. Het liturgisch bloemstuk verbeeldt iets van de ontmoeting van God met Zijn volk, en met ons. Het raamwerk laat zien dat we met Hem verbonden mogen zijn. Het wit van de rozen symboliseert licht, zuiverheid en hoop. Er zijn 11 rozen geschikt, 10 symboliseren de dierbaren die ons het afgelopen jaar zijn ontvallen en die we vandaag gedenken, en de 11 e roos voor hen die hier vandaag niet bij name worden genoemd. Het groen van de klimop-ranken en het mos symboliseert hoop, toekomst en trouw. Klimop verwijst tevens naar verbondenheid, met hen die ons zijn ontvallen. De takken, soms kronkelig, staan symbool voor het verlies en het rouwen. De hangende ranken symboliseren het verdriet. Het leven is een tocht, soms kronkelend naar beneden en soms als heimwee recht omhoog. Heel ons leven is enkel spankracht, opgekropte eeuwigheid die onweerstaanbaar hunkert naar het laatste licht, waar enkel bloei zal zijn bij Hem, die niets dan leven is!
Orgelspel Voorafgaand aan de dienst zingen we: Niet is het laatste woord gesproken en Welk een vriend is onze Jezus Niet is het laatste woord gesproken (lied 818:1)
Welk een vriend is onze Jezus Welk een vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan! Welk een voorrecht, dat ik door Hem, altijd vrij tot God mag gaan. Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer, Juist omdat wij t al niet brengen, in t gebed tot onze Heer. Zijn wij zwak, belast, beladen en terneergedrukt door zorg, dierb're Heiland, onze Toevlucht, Gij zijt onze Hulp en Borg. Als soms vrienden ons verlaten, gaan wij biddend tot de Heer. In Zijn armen zijn wij veilig; Hij verlaat ons nimmermeer. Welkomstwoord en mededelingen Zingen: psalm 139: 1, 2 1. HEER, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, 't ligt alles open voor uw ogen. 2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij: wie weet mijn wegen zoals Gij? Gij kent mijn leven woord voor woord, Gij hebt mij voor ik spreek gehoord. Ja overal, op al mijn wegen en altijd weer komt Gij mij tegen. Bemoediging en groet Over de bloemschikking
Luisteren naar: Bid met mij (van Sela) Gebed Abba Vader 1. Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. 2. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d'uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts alleen. Gesprek met de kinderen Zingen: Wy gean no nei ús eigen plakj (hierna gaan de kinderen naar de kinderdienst) 1. Wy gean no nei ús eigen plakj en diele no it ljocht. Dat ljocht fertelt ús wat fan God, Hy sjocht wa t om Him socht. 2. Wy jouwe Gods ferhalen troch, wa t dêr foar iepen stiet fielt dan miskien in bytsje ljocht wêrtroch it fierder giet. 3. Aanst gean wy nei ús eigen hûs, t ferhaal is noch net dien. It ljocht ferbynt ús mei elkoar, it is foar elkenien.
Lezen uit de bijbel: Mattheüs 24: 32-35 32 Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. 33. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat het einde nabij is. 34 Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. 35 Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. Openbaring 21: 1-6 1. Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. 5. Hij die op de troon zat zei: Alles maak ik nieuw! Ik hoorde zeggen: Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar. 6. Toen zei hij tegen mij: Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Zingen: Lichtstad met uw paar len poorten (Evang. Lb 413) 1. Lichtstad met uw paarlen poorten, wond're stad zo hoog gebouwd, nimmer heeft men op deze aarde, ooit uw heerlijkheid aanschouwd. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist'ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen, in het nieuw Jeruzalem.
4. Wat een vreugde zal dat wezen, vereend te zijn met Hem, in de stad met paarlen poorten, in het nieuw Jeruzalem. Refrein: Overdenking Zingen: Niet is het laatste woord gesproken (lied 818)
2. Wie als het water uitgegoten De dorre grond tot bloeien brengt; Wie als het dauw daalt in de morgen En schepping teer met licht doordrenkt, Leeft niet vergeefs, gaat niet verloren In duisternis van niemandsland. Een naam klinkt in het wuivend koren: Belofte van het nieuwe land. Inleiding op de gedachtenis Gedicht: Zingen: Heer, herinner U de namen (mel. Lied 730) 1. Heer, herinner U de namen, Ieder die gestorven is. Zie ons aan zoals wij kwamen Uit de diepte, het verlies Van de mensen, die wij dragen Op de lippen, in ons hart, Die wij missen sinds de dagen, Dat de dood ons huis verwart. 2. Heer, U weet hoe vaak wij deelden Van ons dagelijkse brood, Hoe wij vochten, hoe wij speelden, Ongehinderd door de dood. Ooit bent U met ons begonnen Aan een ware levensreis. Langs de wegen van verlangen Gaan wij biddend: breng ons thuis.
Gedachtenis van hen die ons ontvallen zijn Wij gedenken: Eva overleden op 3 december Joop Jongsma overleden op 10 december, 72 jaar Henk Wilkens overleden op 17 december, 75 jaar Akkie Wiersma-Kooistra overleden op 6 januari, 77 jaar Jeltje Riemersma-Wijma overleden op 10 januari, 92 jaar Tabe de Jong overleden op 12 maart, 83 jaar Paulina Elsenga-v.d. Wal overleden op 12 maart, 70 jaar Harm Elzinga overleden op 24 maart, 82 jaar Steven Tiemens overleden op 4 juli, 21 jaar Bauke de Vries overleden op 15 september, 84 jaar Als de naam van de overledene genoemd wordt, kan de familie naar voren komen en een kaars aansteken aan de Paaskaars. Zingen: Als alles duister is Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. (2x) Voor hen die hier vanochtend niet zijn genoemd, maar die wij dragen in ons hart, steekt de diaken een kaars aan. Voor de wereld, voor hen die onschuldig zijn gestorven aan honger, geweld en ongelijkheid, steekt de diaken een kaars aan. Er is voor iedereen gelegenheid om een kaarsje aan te steken om een dierbare te gedenken. Zingen: Als alles duister is Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. (een aantal keer herhalen)
Moment van gedenken (wij gaan, voor zover mogelijk is, staan) Stilte Ter nagedachtenis aan Wieky van Dijk-de Jong en Jeltje Lijkelema-Algra Zingen: U zij de glorie (SOW 47: 1, 3) 1. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen, daald een engel af, heeft de steen genomen van t verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie,nu en immermeer. 3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen,die mij vrede geeft? In zijn godd lijk wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. Dankgebed, voorbeden, stil gebed en Onze Vader Onze Vader, die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel als ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen.
Inzameling van de gaven Zingen: Eens als de bazuinen klinken (769: 1, 6) 1. Eens, als de bazuinen klinken uit de hoogte, links en rechts, duizend stemmen ons omringen, ja en amen wordt gezegd, rest er niets meer dan te zingen, - Heer, dan is uw pleit beslecht. 6. Van die dag kan niemand weten, maar het woord drijft aan tot spoed, zouden wij niet haastig eten, gaandeweg Hem tegemoet, Jezus Christus, gistren, heden, komt voor eens en komt voor goed! Zegen Na de dienst is er gelegenheid om koffie/thee te drinken in de Bining.
wij noemen ze hier samen. wij noemen ze bij namen. Zo vlinderen zij binnen in woorden en in zinnen en zijn wij even bij elkaar aan t einde van het jaar. zij blijven met ons leven. ze zijn met ons verweven in liefde, in verhalen, die wij zo graag herhalen, in bloemengeuren, in een lied dat opklinkt uit verdriet. zij worden niet vergeten. zijn in een ander weten. Bij God mogen ze wonen, daar waar geen pijn kan komen. zijn in het licht, zijn vrij. Hanna Lam