I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-code Land Paarden 0101 II. Bilateraal certificaat FAVV-code EX.VTL.BR.01.04 Titel van het certificaat Veterinair certificaat voor de definitieve uitvoer van paarden van België naar 4 p. III. Algemene voorwaarden Erkenning voor export naar Een specifieke erkenning door de bevoegde overheid van is niet nodig voor de definitieve uitvoer van paarden. Een import-permit is daarentegen wel nodig. IV. Specifieke voorwaarden Vaccinatie tegen equine adenitis Normaal gezien is de vaccinatie tegen equine adenitis niet vereist, behalve indien deze specifiek op de import-permit vermeld is (deze zal wel vermeld zijn op import-permits afgeleverd voor 22/5/2015, maar er moet hier geen rekening mee gehouden worden). Indien deze vaccinatie op de import permit vermeld is (voor import-permits afgeleverd na 22/5/2015), dan moet deze eis additioneel gecertificeerd worden, aangezien deze eis niet in het bilateraal certificaat opgenomen is. V. Certificeringsvoorwaarden De eigenaar van het te exporteren paard dient een beëdigde verklaring af te leggen, waarin de verschillende bedrijven (naam en adres) waar het paard verbleven heeft tijdens de 2 laatste maanden voorafgaand aan het inladen en de verschillende landen waar het paard verbleven heeft tijdens de 6 laatste maanden voorafgaand aan het inladen opgelijst worden. Deze verklaring is een belangrijk basiselement bij het certificeren van verschillende punten van het certificaat. 1/5
Punt 7.8: indien het paard gevaccineerd is tegen West-Nijlkoorts, dan dient het minstens volgens een van de twee vermelde mogelijkheden geïdentificeerd te zijn. Punt 8.1: deze verklaring mag worden afgegeven na controle van de dierziektestatus. België is vrij van Surra en Nipah. West-Nijlkoorts, Japanse encefalitis, Oosterse en Westerse paardenencefalomyelitis, Venezolaanse paardenencefalomyelitis en Kunjinvirus zijn allemaal aangifteplichtig, aangezien alle types van virale paardenencefalitis aangifteplichtig zijn (Koninklijk Besluit van 1 februari 2012 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie met betrekking tot de virale encefalitiden bij de paardachtigen). Punt 8.2: de duur van het permanente verblijf in de Europese Unie van het te exporteren paard voorafgaand aan de datum van inladen, moet geverifieerd worden aan de hand van de bovenvermelde beëdigde verklaring en moet minstens 60 dagen bedragen. Punt 8.3.1: deze verklaring heeft betrekking op de bedrijven gelegen in België, of in een andere EU-lidstaat, waarin het paard verbleven heeft tijdens de 60 dagen voorafgaand aan het inladen (zie beëdigde verklaring van de eigenaar). Voor de bedrijven van verblijf gelegen in België, mag deze verklaring worden afgegeven: - voor wat betreft paardenpokken, equine besmettelijke metritis, Salmonella abortus equi, Surra, equine rhinopneumonie, equin coïtaal exantheem en equine virusarteritis, die niet aangifteplichtige ziekten zijn, op basis van een verklaring van de dierenarts, die het te exporteren paard onder zijn toezicht heeft gehad in deze bedrijven gedurende de laatste 60 dagen voorafgaand aan de export, die het volgende vermeldt: Ik ondergetekende, Dr...., erkende dierenarts met ordenummer..., verklaar dat het (de) paard(en), met volgend(e) identificatienummer(s)., onder mijn toezicht heeft (hebben) gestaan van.. tot en met, en dat het (ze) niet heeft (hebben) verbleven in bedrijven waar zich gevallen van paardenpokken, equine besmettelijke metritis, Surra, Salmonella abortus equi, equine rhinopneumonie, equin coïtaal exantheem en/of equine virusarteritis hebben voorgedaan tijdens de 90 dagen voorafgaand aan zijn (hun) inladen voor export naar. - voor wat betreft de andere vermelde ziekten, die aangifteplichtig zijn, na controle van de dierziektestatus van België en indien nodig van de bedrijven van verblijf tijdens de 90 dagen voorafgaand aan het inladen. Voor de bedrijven van verblijf die in een andere EU-lidstaat gelegen zijn, mag deze verklaring worden afgegeven: - voor wat betreft paardenpokken, equine besmettelijke metritis, Salmonella abortus equi, Surra, equine rhinopneumonie, equin coïtaal exantheem en equine virusarteritis, die niet aangifteplichtige ziekten zijn, op basis van een 2/5
verklaring van de praktijkdierenarts, werkende in de betrokken lidstaat, die deze bedrijven of het te exporteren paard in deze bedrijven onder zijn toezicht heeft gehad gedurende de laatste 60 dagen voorafgaand aan de export, die het volgende vermeldt: Ik ondergetekende, Dr...., erkende dierenarts met ordenummer..., werkende in de EU-lidstaat., verklaar dat het (de) paard(en), met volgend(e) identificatienummer(s)., onder mijn toezicht heeft (hebben) gestaan van.. tot en met, periode gedurende dewelke het (ze) in de volgende bedrijven (naam en adres van de bedrijven vermelden) heeft (hebben) verbleven, waar zich geen enkel geval van paardenpokken, equine besmettelijke metritis, Surra, Salmonella abortus equi, equine rhinopneumonie, equin coïtaal exantheem en/of equine virusarteritis heeft voorgedaan tijdens de 90 dagen voorafgaand aan zijn (hun) inladen voor export naar. - voor wat betreft de andere vermelde ziekten, die aangifteplichtig zijn, na controle, op de website van het OIE of van de betrokken lidstaat, van de dierziektestatus van de betrokken lidstaat tijdens de 90 dagen voorafgaand aan het inladen. Punt 8.3.2: deze verklaring heeft betrekking op de bedrijven gelegen in België of in een andere EU-lidstaat, waarin het paard verbleven heeft tijdens de 30 dagen voorafgaand aan het inladen (zie beëdigde verklaring van de eigenaar). Voor de bedrijven van verblijf gelegen in België, mag deze verklaring worden afgegeven op basis van een verklaring van de dierenarts, die het te exporteren paard onder zijn toezicht heeft gehad gedurende de laatste 30 dagen voorafgaand aan de export, die het volgende vermeldt: Ik ondergetekende, Dr....., erkende dierenarts met ordenummer.., verklaar dat het (de) paard(en), met volgend(e) identificatienummer(s).., onder mijn toezicht heeft (hebben) gestaan van.. tot en met., en dat het (ze) niet heeft (hebben) verbleven in bedrijven waar zich gevallen van paardengriep en/of vesiculaire stomatitis hebben voorgedaan tijdens de 30 dagen voorafgaand aan zijn (hun) inladen voor export naar. Voor de bedrijven van verblijf die in een andere EU-lidstaat gelegen zijn, mag deze verklaring worden afgegeven op basis van een verklaring van de praktijkdierenarts, werkende in de betrokken lidstaat, die deze bedrijven of het te exporteren paard in deze bedrijven onder zijn toezicht heeft gehad gedurende de laatste 30 dagen voorafgaand aan de export, die het volgende vermeldt: Ik ondergetekende, Dr...., erkende dierenarts met ordenummer..., werkende in de EU-lidstaat., verklaar dat het (de) paard(en), met volgend(e) identificatienummer(s)., onder mijn toezicht heeft (hebben) gestaan van.. tot en met, periode 3/5
gedurende dewelke het (ze) in de volgende bedrijven heeft (hebben) verbleven (naam en adres van de bedrijven vermelden), waar zich geen enkel geval van paardengriep en/of vesiculaire stomatitis heeft voorgedaan tijdens de 30 dagen voorafgaand aan zijn (hun) inladen voor export naar. Punt 8.4: dit punt vermeldt dat het geëxporteerde paard geïsoleerd werd voor inscheping gedurende ten minste 14 dagen, in een ruimte die goedgekeurd werd door het FAVV. - Elke isolatie van een paard moet vooraf schriftelijk aan de PCE worden gemeld. - De isolatieruimte moet vooraf worden goedgekeurd door de PCE. Deze goedkeuring moet tijdig bij de PCE worden aangevraagd, met het formulier EX.VTL.QU-IS.aanvraag. Om goedgekeurd te kunnen worden, moet een isolatieruimte aan de volgende voorwaarden voldoen: De isolatieruimte moet voorzien zijn van een aparte ingang voor paarden en personeel. De isolatieruimte moet voor ieder gebruik grondig gereinigd en ontsmet worden. Het all-in-all-out principe moet toegepast worden. De geïsoleerde paarden mogen niet direct in contact komen met dieren die zich niet in deze isolatieruimte bevinden. Er dienen voorzieningen genomen te worden voor het ontsmetten van handen en schoeisel. Het materiaal dat in contact komt met het paard dat zich in de isolatieruimte bevindt, moet iedere keer vóór er een nieuw paard in isolatie gaat grondig gereinigd worden en dient tevens strikt voorbehouden te zijn voor dat paard. Het overige materiaal dat in deze isolatieruimte wordt gebruikt, dient strikt voorbehouden te zijn voor deze ruimte of dient voor ieder gebruik in de isolatieruimte grondig gereinigd en ontsmet te worden. Punt 8.5.3.4: Het uitvoeren van de testen is enkel van toepassing indien het uitgevoerde paard niet gevaccineerd is overeenkomstig de bepalingen van punt 8.6.3 van het certificaat. Wanneer een merrie of een ruin positief (aanwezigheid van As) test voor equine virale arteritis, dan moeten de (dubbele) laboresultaten worden gecontroleerd, zonder rekening te houden met de interpretatie ervan door het laboratorium. - Indien de verdunning bekomen op de eerste test gelijk is aan de verdunning bekomen op de tweede test, dan voldoet het paard aan de eisen van (stabiele titers) en mag het geëxporteerd worden. - Indien de verdunning bekomen op de eerste test kleiner is dan de verdunning bekomen op de tweede test (m.a.w. wanneer de verdunning van 1:x naar 1:y gaat, met x>y), dan voldoet het paard aan de eisen van (dalende titers) en mag het geëxporteerd worden. - Indien de verdunning bekomen op de eerste test groter is dan de 4/5
verdunning bekomen op de tweede test (m.a.w. wanneer de verdunning van 1:x naar 1:y gaat, met x<y), dan voldoet het paard NIET aan de eisen van die dit resultaat als toenemende titers zal beschouwen (soms in tegenstelling met de interpretatie van het laboratorium) en mag het NIET geëxporteerd worden. Punten 8.5.3.5 en 8.5.3.6: er dient nagegaan te worden, aan de hand van de beëdigde verklaring van de eigenaar, in welke landen het paard heeft verbleven gedurende de laatste 6 maanden voorafgaand aan de export. - Indien het paard enkel in België heeft verbleven, dan mogen deze punten geschrapt worden. - Indien het paard in andere landen dan België heeft verbleven, dan dienen de resultaten van deze testen tijdens de certificatie voorgelegd te worden. Punt 8.6.3: Schrappen indien de voorwaarden niet vervuld zijn. Indien de voorwaarden vervuld zijn: de uitvoering van de testen beschreven in paragraaf 8.5.3.4 is niet nodig. Deze verklaring kan worden ondertekend na controle. De leeftijd van het paard moet worden gecontroleerd bij het uitvoeren van de neutralisatieproeven, alsook de datum van vaccinatie en hervaccinatie. De datum van vaccinatie direct na de test mag niet meer dan 2 werkdagen overschrijden vanaf de datum van ontvangst van het analyseverslag. De datum van ontvangst van het analyseverslag kan als volgt worden gecontroleerd: - ofwel op basis van een verzendingsbewijs van het laboratorium (post, e-mail); - ofwel, als dergelijk bewijs niet beschikbaar is, afhankelijk van de datum van afsluiting van het analyseverslag. 5/5