23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij

Vergelijkbare documenten
509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen

rechtmatigheid POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

NVAB. A. ter Linden en N.M. van Seumeren

R e g i s t r a t i e k a m e r. Sociale Verzekeringsbank. 31 augustus

verklaring omtrent rechtmatigheid

7 november 2000, SUWI/SEC/00/351 mr. A.de Heij, drs. N.van Seumeren

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

R e g i s t r a t i e k a m e r. OR van een computerbedrijf

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Stichting RDC. Informatieverplichting

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,

R e g i s t r a t i e k a m e r. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

R e g i s t r a t i e k a m e r. Arrondissementale Stafdienst

Regiopolitie. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus Bijlagen 1

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 20 februari Ons kenmerk z Onderwerp

In de werkgroep over DIS/TTP heeft het CBP in meerdere instanties nadrukkelijk op deze aandachtspunten gewezen.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

de Minister van Justitie de heer mr. E.H.M. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

De Minister van Justitie

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

De Minister van VWS, de heer drs. J.F. Hoogervorst Postbus EJ DEN HAAG. mw. mr. V.C. Lucieer

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg

R e g i s t r a t i e k a m e r. 14 juli 1998 mr. J. de Zeeuw

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

Resultaten project Controle bij afnemers. 1. Voorgeschiedenis

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving

Winkelier. Winkelier creditcard; definitieve bevindingen

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

/99/6 van 16 dec mr. E. Bool-Houwen

De voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen.

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid advies inzake concept-wetsvoorstel Invoeringswet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Ons kenmerk z Contactpersoon

Een Wooncentrum. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus Bijlagen 2

Ons kenmerk z Onderwerp Wetgevingsadvies Tijdelijk besluit experiment vervroegde inzet no-risk polis

R e g i s t r a t i e k a m e r. Advocatenkantoor. ..'s-gravenhage, 2 november Ons kenmerk 98.V Onderwerp Due diligence

R e g i s t r a t i e k a m e r. Gemeente Doetinchem

Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van Justitie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Oplegnotitie (GBA-verordening 2012) Gemeenteblad 2011 nr.100

POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20

R e g i s t r a t i e k a m e r. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Ons kenmerk z

Inhoud van het wetsvoorstel

Advies conceptwetsvoorstel Jeugd. Geachte,

Raadsvoorstel Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen

R e g i s t r a t i e k a m e r. Regiopolitie Gooi- en Vechtstreek

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 4 mei Ons kenmerk 98.V Onderwerp standpunt over gegevensverstrekking

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 27 december Ons kenmerk 99.O Onderwerp Monitoring computernetwerk

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

NOTA VOOR DE RAAD BI < -3 NEE BI. gemeente QoSterhOUt

Bij brief heeft het CBP u laten weten de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen.

Arbodienst. Klacht; verzoeker/arbodienst

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling ONS KENMERK z

1b. vraag: kan artikel 8, onder f, als grondslag voor verwerking dienen ten behoeve van fraudebestrijding:

Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Verordening basisregistratie personen (Verordening BRP) Purmerend

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus LV Den Haag

R e g i s t r a t i e k a m e r. Burgemeester en wethouders van gemeente X

Ons kenmerk z Contactpersoon

Onderwerp Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden

+Z} IJsselstein. Raadsvoorstel. Agendapunt 19. r Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Inleiding

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

de bank ambtshalve onderzoek de bank Definitieve Bevindingen

No.W /III 's-gravenhage, 23 juni 2011

VNG: Referentiemodellen Gegevensuitwisseling Jeugddomein. Concept, 30 september 2014.

Ons kenmerk z Contactpersoon

de Minister van VWS concept wetsvoorstel structurele maatregel wanbetalers

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

1. Kritisch onderscheid tussen verzamelen en verwerken

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 14 juni Ons kenmerk z Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:

Ons kenmerk z Contactpersoon

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum, gelet op artikel 14 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van VROM. 8 juli 1999, kenmerk HIS mr. J. de Zeeuw

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z Contactpersoon Onderwerp Wetgevingsadvies Wet wijziging financieringsstelsel kinderopvang

Verordening Verwerking Persoonsgegevens gemeente Oosterhout

1.1 Wet basisregistratie personen

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking pre-employment screening van Randstad Nederland B.V.

Privacyprotocol. dat de veiligheid van de jeugdige altijd voorop staat en het belang van het kind de eerste overweging moet zijn (art 3 IVRK);

R e g i s t r a t i e k a m e r

Versie maart 2017 Opgesteld door: Talent in zorg. Privacyreglement

Privacy-regeling voor de collectie persoonsgegevens uit de GBA en de BRP van het Centraal Bureau voor Genealogie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

Minister van Financiën. Postbus EE Den Haag

Transcriptie:

R e g i s t r a t i e k a m e r De Minister voor Grote Stedenen Integratiebeleid 23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij070-3811339..'s-Gravenhage, 29 mei 2001.. Onderwerp Advies over rapport van de Commissie Modernisering GBA Bij brief heeft u de Registratiekamer verzocht te adviseren over de voorstellen van de Commissie Snellen voor de modernisering van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De Registratiekamer voldoet gaarne aan uw verzoek met betrekking tot de hoofdlijnen van de voorstellen van de Commissie uit het rapport GBA in de toekomst. Zij verwacht bij de eventuele uitwerking van die voorstellen in wetgeving of anderszins nog in een later stadium te zullen worden betrokken. De uitgangspunten van de Commissie De Commissie ziet het toekomstige GBA-stelsel als spil van de identiteitsinfrastructuur, waarbij geautoriseerde organisaties over de nodige identificerende persoonsgegevens moeten kunnen beschikken. Dit is van belang voor het vaststellen of een burger een recht heeft op specifieke publiekrechtelijke diensten of voorzieningen. Door gebruik te maken van moderne informatie- en communicatietechnieken moet de GBA voor de geautoriseerde organisaties toegankelijker worden gemaakt. De Commissie denkt bij het realiseren daarvan in het bijzonder aan het gebruik van webtechnologie. Ook meent de Commissie dat de burger meer bij het GBA-stelsel moet worden betrokken. De nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen volgens de Commissie dienstbaar zijn voor dit doel. De Registratiekamer kan deze uitgangspunten in algemene zin onderschrijven. Het juridisch kader Artikel 8 EVRM, artikel 10 Grondwet en Richtlijn 95/46/EG van het Europese Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus 93374 Bijlagen 2509 AJ 's-gravenhage Contactpersoon mr. drs. A.C.M. de Heij Tel. 070-3811300 Doorkiesnummer 070-3811300 Fax 070-3811301

Blad 2 met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens vormen het juridisch kader voor het GBA-stelsel. Vanwege de implementatie van de richtlijn is de Wet GBA onlangs op onderdelen aangepast. Deze aanpassingen staan in de Wet van 8 april 2001 (Stb. 2001, 180). Ook toekomstige wijzigingen van de Wet GBA zullen binnen dit grondrechtelijke kader dienen te passen. In dit geheel is van belang dat de Wet GBA voorziet in een voor de burger dwingend systeem. De burger kan zich niet onttrekken aan de vastlegging van zijn gegevens in de GBA en de verstrekking daarvan aan geautoriseerde organisaties. Wijzigingen in zijn persoonlijke omstandigheden zoals verhuizing en huwelijk, worden al dan niet na verplichte aangiften door betrokkenen, opgenomen in de gegevensset van de GBA. De Registratiekamer stelt dan ook vraagtekens bij het uitgangspunt van de Commissie dat binnen de wettelijke systematiek van de GBA de burger centraal dient te staan, en meent dat dit uitgangspunt in elk geval nuancering behoeft. De GBA is immers primair bedoeld om de overheid te voorzien van persoonsgegevens van ingeschreven burgers. Het is de overheid die verantwoordelijk is voor de juistheid en volledigheid van de GBA-gegevens en veel gegevens worden slechts opgenomen op basis van officiële documenten. Naar het oordeel van de Registratiekamer heeft de Commissie zich in haar rapport onvoldoende rekenschap gegeven van deze werkelijkheid. Inhoud van de GBA Uitgangspunt van de Wet GBA is dat daarin alleen objectief vast te stellen gegevens worden opgenomen. De Commissie houdt met betrekking tot de uitbreiding van de gegevensset van de GBA vast aan dit uitgangspunt. De Commissie adviseert de gegevensset van de GBA slechts uit te breiden met het gegeven overleden kind. De Commissie adviseert voorts in de GBA niet op te nemen de elektronische handtekening van de burger alsmede diens DNA-gegevens. Met betrekking tot de opname van biometrische gegevens beveelt de Commissie een nader onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid daarvan aan.

Blad 3 De Registratiekamer kan zich op deze onderdelen verenigen met het advies van de Commissie. Zij merkt evenwel reeds nu op, dat mochten de resultaten van het onderzoek met betrekking tot de wenselijkheid en haalbaarheid van opname van biometrische gegevens in de GBA positief zijn, een dergelijke opname gelet op de aard van de bedoelde gegevens met bijzondere waarborgen zal moeten worden omkleed. Toegankelijkheid van de GBA Door toepassing van nieuwe informatie- en communicatie technieken moet de GBA toegankelijker worden voor de afnemers. De Commissie denkt daarbij in het bijzonder aan de toepassing van webtechnologie. Voordat dit gerealiseerd is gedacht wordt aan periode van 8 jaar beveelt de Commissie een tijdelijke oplossing aan in de vorm van een Landelijk Raadpleegbare Directory (LRD). De Registratiekamer vindt deze tussenstap in het kader van de waarborging van de bescherming van persoonsgegevens niet bezwaarlijk, omdat een LRD verenigbaar is met de opzet en het doel van de GBA. Zij vraagt zich evenwel af of de LRD wordt ingebed in de Wet GBA dan wel of de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing zal zijn. Gelet op het feit dat de LRD wordt gezien als een afnemer, zal zonder nadere voorziening het laatste het geval zijn. De aard en de wenselijkheid van een dergelijke voorziening behoeven nadere aandacht. De Registratiekamer mist in het rapport een nadere beschrijving van de stappen naar de realisatie en het beheer van een LRD. Ook op dit punt is nader onderzoek dus op zijn plaats. Wel wordt beschreven welke gegevens in een LRD worden opgenomen en de beschikbaarheid van de gegevens voor geautoriseerde organisaties 24 uur per dag. Sectorloketten en hybride organisaties Het rapport van de Commissie besteedt aandacht aan de verstrekking van GBAgegevens aan sectorloketten en hybride organisaties. Het uitgangspunt daarbij is dat de GBA-gegevens uitsluitend worden gebruikt voor publieke taken. Er dient controle en toezicht te zijn, dat de daadwerkelijk verstrekking uitsluitend voor dit doel plaatsvindt.

Blad 4 De Commissie beveelt in dat verband accountantscontrole en externe EDP-audits aan, eventueel in samenwerking met het College bescherming persoonsgegevens. De Registratiekamer ondersteunt deze aanbeveling. Accountantscontrole en externe EDP-audits kunnen bijdragen aan het juiste gebruik van GBA-gegevens en kunnen voorkomen dat deze gegevens worden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor zij zijn verkregen. Ten behoeve van het faciliteren van deze vorm van toezicht en controle heeft de Registratiekamer in samenwerking met verschillende marktpartijen enkele auditproducten ontwikkeld zoals een Quickscan, een WBP-zelfevaluatie en een Raamwerk Privacy Audit. In de praktijk zal moeten blijken, in hoeverre het College bescherming persoonsgegevens bij deze controle betrokken dient te zijn. Digitale kluis Door het ter beschikking stellen van een digitale kluis meent de Commissie dat de burger de regie kan voeren over zijn eigen persoonsgegevens. Tevens meent de Commissie dat door middel van een digitale kluis de burger nauwer betrokken raakt bij de GBA. Het valt niet te ontkennen dat de idee van een digitale kluis in de media veel aandacht heeft gekregen en in zoverre al heeft bijgedragen aan een grotere zichtbaarheid van de GBA. Naar het oordeel van de Registratiekamer zijn de verwachtingen rond het succes van de digitale kluis echter te hoog gespannen. Zij constateert in de eerste plaats dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de wijze waarop de digitale kluis zich tot de GBA dient te verhouden, de vraag welke randvoorwaarden dienen te worden gesteld aan de inrichting en het beheer van de kluis, de mogelijke rol daarbij van de gemeenten of particuliere bedrijven, én de vraag welke persoonsgegevens worden opgeslagen in de digitale kluis. De Commissie ziet de digitale kluis enerzijds in het kader van de controle van de burger op de GBA, anderzijds gaat zij ervan uit dat de persoonsgegevens in de kluis juist en volledig zijn. Wanneer de burger zelf de mogelijkheid heeft gegevens toe te voegen, kan hij echter ook gegevens toevoegen die niet juist zijn om een ander beeld van zichzelf te creëren. Om dit probleem op te lossen zullen meer randvoorwaarden moeten worden gesteld die de vrije beschikkingsmacht van de burger onherroepelijk zullen inperken.

Blad 5 Het ziet er naar uit dat hier een spanningsveld zichtbaar wordt, dat de Commissie onvoldoende heeft verkend en waarin het concept van de regie op eigen gegevens zowel op juridische als op praktische grenzen stuit. In de ogen van de Commissie heeft de burger óók de regie over de verstrekking van de hem betreffende gegevens in de digitale kluis aan private partijen. Naar het oordeel van de Registratiekamer is hier echter sprake van een vrijheid onder druk. Anders dan de Commissie ziet zij geen afdoende mogelijkheden om de burger te beschermen tegen de druk van derden om zijn gegevens uit de digitale kluis ter beschikking te stellen. Het tegendeel is het geval: hoe meer de digitale kluis zal worden geïnstitutionaliseerd, des te groter zal de maatschappelijke druk op de burger worden om de opgeslagen gegevens beschikbaar te stellen. In zijn consequenties dreigt het denkbeeld van de Commissie dan ook de bestaande rechtsbescherming van de burger in de Wet GBA én de grondslagen van de bescherming van persoonsgegevens zelf te ondergraven. De Registratiekamer adviseert u dan ook het voorstel van de Commissie voor de digitale kluis te heroverwegen en te bezien of er alternatieven zijn die de betrokkenheid van de burger bij de GBA kunnen vergroten. De Wet van 8 april 2001 (Stb. 2001, 180) bevat reeds enkele bepalingen om de werking van de GBA transparanter te maken voor de burger en legt de gemeente in dat verband diverse verplichtingen op. Conclusie De Registratiekamer ziet tal van positieve punten in de voorstellen van de Commissie over de modernisering van de GBA. Deze voorstellen beogen een snellere informatieuitwisseling tussen de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en de geautoriseerde organisaties tot stand te brengen, zodat een betere aansluiting ontstaat met de aldaar gevoerde werkprocessen. De tussenstap van een tijdelijk LRP vindt de Registratiekamer niet bezwaarlijk.

Blad 6 Het aanbieden van een digitale kluis aan de burger behoeft echter nadere overweging, gezien de verschillende daaraan verbonden onduidelijkheden en negatieve effecten voor de privacy van de burger. Een centraal probleem daarbij is dat er naar het oordeel van de Registratiekamer geen werkbare mogelijkheden bestaan om de burger te beschermen tegen druk van derden om zijn gegevens ter beschikking te stellen. Hoogachtend, mr. P.J. Hustinx voorzitter