1 633 Ruimteapparaat voor Synco 700 regelaar Konnexbusaansluiting QAW740 Digitaal, multifunctioneel ruimteapparaat voor eenvoudige afstandsbediening van Synco 700 regelaars. Toepassing Gebruik Toepassing Ruimteapparaat in combinatie met een Synco 700 regelaar voor installaties in: Kantoor en administratieve gebouwen Bedrijfsgebouwen en verkoopruimten Scholen Ziekenhuizen Fabrieken en werkplaatsen Wooncomplexen Te gebruiken met Synco 700 regelaars voor installaties met verwarming, ventilatie of koeling (CV/AC). Alleen te gebruiken voor systemen met Konnex (KNX) communicatie. Functies Hoofdfuncties Afstandsbediening van een Synco 700 regelaar Meting ruimtetemperatuur Communicatie via Konnex CE1N1633nl 08.2006 Siemens Building Technologies HVAC Products
Bedieningsfuncties Relatieve gewenste waardegever ruimtetemperatuur Keuze van de bedrijfswijze en aanwezigheidstoets Timerfunctie met timertoets Weergave van bedrijfswijze, temperaturen, timerfunctie en storingsmeldingen Typenoverzicht ASN Type Compatibel met QAW740 Ruimteapparaat Synco 700 regelaar Aanwijzing Niet te gebruiken voor Synco RXB regelaar. Bedrijfswijzetoets Techniek Op het ruimteapparaat kan met een draaiknop een gewenste waarde correctie van ± 3 K voor de comfort en precomforttemperatuur ( ) worden uitgevoerd, die aan de regelaar wordt doorgegeven. De basisinstelling van de comforttemperatuur wordt op de regelaar zelf ingesteld. Tijdens de instelling met de draaiknop verandert de weergave met de ingestelde correctiewaarde. Na 4 seconden zonder verdere instelling verschijnt als bevestiging weer de basisweergave met de gemeten ruimtetemperatuur. Met de bedrijfswijzetoets kan worden omgeschakeld tussen automatisch en handbedrijf. Daarmee kan de ruimte doeltreffend aan het overeenkomstige ruimtegebruik worden aangepast. De omschakeling van de bedrijfswijze met de bedrijfswijzetoets is door een instelling op het serviceniveau automatisch te begrenzen. Dan wordt na de ingestelde tijd (1 99 h) weer naar automatisch bedrijf teruggeschakeld. Als standaard waarde is deze functie echter niet geactiveerd en is de gekozen bedrijfswijze continue actief. Timerfunctie Relatieve gewenste waardegever ruimtetemperatuur Ruimtemeetwaardecorrectie Eenheid Met de timerfunctie kan vanuit elke bedrijfswijze een instelbare benodigde tijd worden gestart, ondertussen is het comfortbedrijf gewaarborgd. Men start de functie met de timertoets en stelt met de draaiknop de gewenste tijd tot einde bedrijf in. Deze is in stappen van 15 min. instelbaar. Bij het starten van de betreffende bedrijfswijze wordt de laatst ingestelde tijd opgeroepen. Maximaal is een bedrijfswijzeduur van 20 uur vanaf de instelprocedure mogelijk. De ingestelde bedrijfswijzeduur wordt via de bus aan de regelaar doorgegeven, het eigenlijke programma van de schakelklok in de regelaar blijft ongewijzigd. De gemeten ruimtetemperatuur kan bij mogelijke afwijkingen van de aangegeven waarde in het bereik van 4.5 4.5 K worden aangepast. De resulterende meetwaarde wordt op de bus afgegeven en op de regelaardisplay weergegeven. Er kan gekozen worden tussen de standaards C en F. Storingsmeldingen Kortsluiting of onderbreking van de ruimteopnemer wordt met een knipperend belsymbool aangegeven. Deze storingen worden op de bus afgegeven. 1633Z02 2/6
Communicatie Apparaatadres (d) Geografische zone (A) Busverkeer Konnex Inbedrijfstelling Met het belsymbool worden ook de storingen aangegeven, die de toegewezen regelaar via de bus aan het ruimteapparaat doorgeeft. Daarbij blijft de gemeten temperatuur nog steeds weergegeven. Bij een conflict met een apparaatadres verandert de weergave van deze instelling. Het ruimteapparaat heeft een apparaatadres en een geografische zone, volgens welke met de regelaar of andere apparaten op het bussysteem wordt gecommuniceerd. Daarom moet de adresbepaling worden gepland, opdat de gegevens juist worden overgebracht. Het ruimteadres stelt het apparaatadres bij de eerste voedingsspanning zelfstandig ter beschikking of zoekt d.m.v. een toetsdruk een vrij apparaatadres. Deze kan echter handmatig worden aangepast. De geografische zone (appartement) moet met de regelaar overeenstemmen en moet derhalve tijdens de installatie worden ingevoerd. Het busverkeer, dat vooral door de frequentie van de meetwaarden van de ruimtetemperatuur en bedieningsingrepen wordt belast, is met de drempelfunctie van de ruimtetemperatuur te begrenzen. Een nieuwe meetwaarde wordt pas bij het overschrijden van de drempel afgegeven. Het ruimteapparaat is voorzien van de EasyMode, maar laat ook een integratie in de Smodus voor Konnex toe. Voor het ontwerp en de installatie is het daarom nodig om de beschrijving van het Konnex bussysteem te lezen. De inbedrijfstelling via het service en specialistenniveau. De procedure hiervoor is in de installatiehandleiding CE1G1633 beschreven. Uitvoering Apparaat Bedieningselementen Het apparaat bestaat uit de volgende onderdelen: Ruimteapparaat met ingebouwde elektronica en bedieningselementen Voet voor wandmontage met aansluitklemmen Timertoets Display Draaiknop 1633Z03 Bedrijfswijzetoets 3/6
Technische gegevens Interfaces Leidingaansluitingen Beveiligingsgegevens Omgevingscondities Normen en standaards Ruimtetemperatuurmeting Diverse kenmerken Konnexbus Soort interface Transceiver Baudrate Stroomopname bus Aansluitfactor busbelasting (SBT) Meer informatie over Konnex zie Konnexbus Kabeltype Beveiligingsklasse KonnexTP1 TPUART 9,6 kbit/s 7,5 ma 1.2 Apparatenblad CE1N3127 en Basisdocumentatie CE1P3127 Volgens apparatenblad CE1N3127 2aderig zonder afscherming, per paar getwist, aansluitingen niet verwisselbaar volgens apparatenblad CE1N3127 III volgens EN60730 bij inbouw volgens voorschriften Beschermingsgraad IP 20 volgens EN 60529 Vervuiling Omgeving volgens EN 60730 Bedrijf IEC 72133 Klasse 3K 5 Temperatuur 0...50 C zonder condensatie Vochtigheid < 85 % r.v. Vervoer IEC 72132 Klasse 2K 3 Temperatuur 25...70 C Vochtigheid < 95 % r.v. Opslag IEC 72131 Klasse 1K 3 Temperatuur 25...70 C Vochtigheid < 95 % r.v. conformiteit EMCrichtlijn 89/336/EEG Immuniteit EN 500821, EN 500822, EN 607301 EN 5009022 Emissies EN 500811, EN 500812, EN5009022 Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG Elektrische veiligheid EN 607301, EN 6073029 Meetbereik 0...45 C Tijdconstante 13 min Softwareklasse A volgens EN 60730 Maten (gewicht) ca. 0,115 kg 4/6
Aanwijzingen Productenaansprakelijkheid Projectering De apparaten mogen alleen worden toegepast in gebouwtechnische installaties en alleen voor de beschreven toepassingen en kenmerken. Voor het gebruik van de apparaten moeten alle voorwaarden worden aangehouden, die in het hoofdstuk Technische gegevens zijn beschreven. De lokale installatievoorschriften moeten worden nageleefd. Montage in de hoofdverblijf resp. referentieruimte De montageplaats moet zodanig worden gekozen, dat de opnemer de luchttemperatuur in de ruimte zo zuiver mogelijk kan meten en niet wordt beïnvloed door zoninstraling of andere warmte resp. koudebronnen. Montagehoogte is ca. 1,5 m. boven de vloer. De grondbeginselen van het Konnex bussysteem moeten worden aangehouden (zie hiervoor de documenten CE1N3127 en CE1P3127). Het apparaat past op de meeste, normaal verkrijgbare inbouwdozen of wordt direct op de wand aangebracht. Montage Installatie en bediening Wandmontage met voet. Het apparaat mag niet aan druipwater worden blootgesteld. Voor de elektrische installatie moeten de lokale voorschriften worden nageleefd. Bij ieder apparaat is een installatie en bedieningshandleiding gevoegd. Aansluitschema 4 3 6 5 2 1 1 2 3 4 5 6 CE+ CE Konnex TP1 (niet verwisselbaar) Konnex TP1 (niet verwisselbaar) 24Z40 5/6
Maatschetsen 1633M01 96 91 96 47 30 30 4,2 1633M02 30 30 Maten in mm. 6/6 2006 Siemens Switzerland Ltd Wijzigingen voorbehouden www.siemens.nl/sbt