geschreven door de secretaris van Oerle E. Duijtz, d.d. 20 mei 1689).



Vergelijkbare documenten
Ridder Hendrik van Norch en familie.

D74, thans Kruisstraat 12

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235

Wenceslaus I van Luxemburg: Praag, 25 februari 1337 Luxemburg, 8 december 1383

Lodewijk van Male: kasteel van Male, bij Brugge, 25 oktober 1330 vermoord Sint-Omaars, 30 januari 1384

Van links naar rechts de hertogen Hendrik I, II en III van Brabant. RHCe, fotocollectie.

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd

Enkele raakpunten tussen Boom en Antwerpen

Keizer Ferdinand II: Graz, 9 juli 1578 Wenen, 15 februari 1637

De wapenschilden van Cuijk en Grave

Eduard III van Engeland: Windsor Castle, 13 november 1312 Richmond upon Thames, 21 juni 1377

Albrecht van Oostenrijk: (Wiener Neustadt, 15 november 1559 Brussel, 13 juli 1621

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

TANTE BETSIE. Charles & Herman Horsthuis. (Elisabeth Helena Henriëtte Issels) (Arnhem 11 oktober 1885 Haarlem 29 oktober 1943)

De aansluiting van De Tak Rotterdam-Giessendam

Altena. Middeleeuwen. In de. Werkblad

Boomstamput uit begin 11 e eeuw. Deze vondst was het begin van de ontdekking van het woongebied van de middeleeuwse adellijke familie Van Oerle.

II-d. GOYART GHRAERT SCHAMPERS was eigenaar van een huis in de Regtestraat te Stratum, dat stond naast het huis 'de Schampert', groot ^lopenzaad

Bijlage A BN/De Stem Bijlage B NRC

De gerechtigden tot het Bacx-koorke in de Sint Jan tot de reductie van Den Bosch. drs. L. F. W. Adriaenssen

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

Blad 1. Kwartierstaat van Betje Hendriks ( ) De ouders van Betje

Keizer Leopold I: Wenen, 9 juni aldaar, 5 mei 1705

Maximiliaan II Emanuel van Beieren: München, 11 juli 1662 aldaar, 26 februari 1726

Everdina Josina van der Wyck ( ) en Epo Sjuck Burmania Vegelin van Claerbergen ( )

Karel IV van Spanje: Portici, 11 november Rome, 20 januari 1819.

Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244

Reinoud III van Gelre: 13 mei december 1371

Robert van Thorote: Thourotte, begin 13e eeuw Fosses, 16 oktober 1246

Filips I van Castilië, ook wel Philips de Schone

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Nummer Toegang: 176 Plaatsingslijst van de collectie van der lely, 18de-19de eeuw

OVER EEN GLAS, EERTIJDS IN DE GROOTE KERK TE ROTTERDAM, DOOR DR. HENRI OBREEN.

Keizer Frans I Stefan: Nancy, 8 december 1708 Innsbruck, 18 augustus 1765

EEN VIJFTIENDE-EEUWS ROTTERDAMS FAMILIENET- WERK VERDER ONTRAFELD

Café Kerkemeijer te Rekken

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Stamboom dossier. Albertus (Albert) Wilhelmus Maria Cuijpers ( ) Ongehuwd. Nvt. Update door Ir. René A.M.

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Zus Mina van den Berg

Blad 2a. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) oudouders/oudgrootouders

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

Rooms-katholieke parochie Sint Jan, Sint Pieter en Sint Catharina ( Catharina tot juni 1763)

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken

Filips IV van Spanje: Valladolid, 8 april 1605 Madrid, 17 september 1665

Korte geschiedenis van de parochie

Karel de Stoute: Dijon, 10 november 1433 Nancy, 5 januari 1477

DE LATE MIDDELEEUWEN ( )

BARTHOLEIJNS I (uitgestorven)

Parenteel van Michael de Bont. Generatie I. Generatie II. Generatie III

TWEETRAPSMAKING, OFWEL TWEE KEER OVER JE NALATENSCHAP BESCHIKKEN

Takken Carolus en August. Rond 1932, Geduld Overwint, met o.a. Aug. Dellaert, P. Dellaert, P. Doens, Arn. Dellaert. Camiel en Eugene, getrouwd in

Graf Antoon Hubert Janssen begraafplaats Einighausen.

Fragment-genealogie Smeets (3)

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) De ouders van Antoon

Carlo I Gonzaga: Parijs, 6 mei Mantua, 22 september 1637

Johanna I van Napels: circa Muro Lucano, 12 mei 1382

Lodewijk II van Nevers: Nevers, ± 1304 Slag bij Crécy, 26 augustus 1346

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Stamboom dossier. Catharina (Cato/Toos) Johanna Maria Cuijpers ( ) Gehuwd Hermanus (Herman) Cornelis Antonius Lelieveld ( )

D27, thans Driehuizen 4-4a

Kijk ook eens op:

Adressen op basis van de burgerlijk stand:

Maria van Bourgondië: Brussel, 13 februari 1457 Wijnendale, 27 maart 1482

Overzicht van de bronnen in de Digitale Stamboom van het RHC Eindhoven.

R.K. Begraafplaatsen voor Leiden. Rooms katholieke begraafplaats ZIJLPOORT. Tarieven per 15 februari 2015

Karel VI van Frankrijk: Parijs, 3 december 1368 aldaar, 21 oktober 1422

HUNGERINK. Generatie I

Willem III der Nederlanden: Brussel, 19 februari 1817 Apeldoorn, 23 november 1890

16 Christiaan Huberti Schrickx. Hij is gedoopt op in Groot-Zundert.

Overzicht van de bronnen in de Digitale Stamboom van het RHC Eindhoven.

Eduard IV van Engeland: Rouaan, 28 april 1442 Palace of Westminster, 9 april 1483

De Zusters van Liefde in Eindhoven-centrum

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB's)

" Non - Stop " Seniorenwerking vnr - vzw

Lodewijk XV van Frankrijk: Versailles, 15 februari 1710 aldaar overleden op 10 mei 1774

OVER WAPENBORDEN EN WAPENS OP HET VROEGERE ORGEL IN DE CUNERAKERK

Info plus Het leenstelsel

Akte van geboorte. [w.g.] Govert van Andel Izak van der Beek. Jan Colijn C. Boll maire

De baronnen van Kieseghem

Tarieven m.i.v. 1 januari 2019

Emma van Waldeck-Pyrmont: Arolsen, 2 augustus 1858 Den Haag, 20 maart 1934

Karel III Filips van de Palts: Neuburg, 4 november Mannheim, 31 december 1742

DR. LETTEPLEIN, GENOEMD NAAR WIE?

Lodewijk van Berlaymont: 1542, Berlaimont , Bergen

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

HEEMKUNDE TWEEDE JAARGANG

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

Oscar II van Zweden: Stockholm, 21 januari 1829 aldaar, 8 december 1907

Voor u ligt het persoonlijk wensenboekje uitgegeven door Begrafenisvereniging Onstwedde

Begraafplaats Sint Pieter bij Maastricht.

Terugkeren naar de Heemkunde-site kan via de Terugknop. U vindt de terugknop bovenin uw scherm, meestal uiterst linksboven.

Willem van Oranje. Over Willem. Info. Bekenden van Willem. Willem van Oranje. Tijdlijn Info Foto s. wsw. Dillenburg. Willem van Oranje Lente, 1545

Heerlijkheid ter Hoyen in Markegem

Genealogie van Joannes WACKERS

Genealogie van Joannes HANGHS. Door: Lucien Pijper Rijksweg 52, 5941 AE Velden

DE GRAFKELDER VAN DE NED. HERV. KERK TE KOUDEKERK AAN DEN RIJN

Historie kerkhof Boekel Stand van zaken kennis 11 november 2014, Archeologische werkgroep (HKK)

Parenteel van Petrus (Peter) Eijsermans

Transcriptie:

4000 JAAR OERLE 100 JAAR HEERLIJKHEID OERLE (7) Heerlijkheid Oerle Circa een eeuw, namelijk gedurende de periode 1561-1658 was Oerle, ook een heerlijkheid. De hertog van Brabant bezat veel gronden en domeingoederen, onder meer de Meierij van Den Bosch behoorde geheel tot het gebied van het hertogdom Brabant, was betekende dat de goederen en rechten ervan in handen waren van één persoon, indertijd hertog Filips II. Hij kon een bepaald deel van zijn goederen, rechten en bevoegdheden losmaken en ze tegen betaling van een geldbedrag in leen (doorgaans heerlijkheid genoemd) uitgeven aan een leenman. De rechten bestreken onder andere het bestuur en de rechtspraak over de heerlijkheid. De hertog bleef echter bekleed met het oppergezag over zijn gehele gebied. De ontvanger van het leen, de zogenoemde leenman, noemde zich heer van de heerlijkheid. In het uitgestrekte domeingoed van het bestuurlijk district Den Bosch lagen meerdere dorpen die geschikt bevonden werden om als heerlijkheid te worden uitgegeven. Waarschijnlijk wegens geldgebrek had de Brabantse hertog Filips II in 1557 aan de Staten van Brabant toestemming gevraagd (en gekregen) om een aantal dorpen in de Meierij als heerlijkheid te verkopen of te verpanden (met recht van terugkoop). De koper van het heerlijk goed, de pandheer/leenheer, mocht de heerlijkheid exploiteren en ermee handelen alsof het zijn eigen goed was, totdat het koopbedrag aan hem werd terugbetaald. Onder meer Oerle - met nog vier dorpen die ressorteerden onder de bank van Oerle - kwam in de verkoop. Zo werd het ressort van de bank van Oerle in vijf afzonderlijke pandheerlijkheden uitgegeven, te weten: Meerveldhoven, Zeelst, Zonderwijk (Veldhoven), Blaarthem en uiteraard Oerle. Een gevolg hiervan was dat de schepenbank van Oerle uiteenviel in meerdere nieuwe banken (Vessem, Wintelre en Knegsel bleven hertogdorpen met één gezamenlijke schepenbank). Elke nieuwe heerlijkheid kreeg zijn eigen schepenbank. De grenzen van deze heerlijkheden vielen samen met die van het dorp, vandaar dat ze ook wel dorpsheerlijkheden werden genoemd. In een heerlijkheid waren de inwoners verplicht aan allerlei heerlijke rechten te voldoen, zoals handen spandiensten ten behoeve van de heer, onderhoud van wegen en waterlopen, het betalen van heffingen, boetes, jacht- en visrechten, cijnzen, et cetera. Voorts genoot de heer de inkomsten uit de houtschat (belasting op houtopbrengst) en uit de warande (jacht op zowel vliegend als loslopend wild en de visserij). De handhaving van deze rechten en eventuele privileges was opgedragen aan een rechtsprekend college (de schepenen met de heer als centrale persoon), dat doorgaans voor een jaar werd beëdigd door de heer of door de schout als plaatsvervanger van de heer, waarna herbenoeming mogelijk was. Al snel bleek dat de uit de Oerlese schepenbank afgesplitste heerlijkheden te arm waren, een te gering aantal inwoners hadden en te klein van omvang waren om een gunstig bedrag aan inkomsten te genereren, waardoor deze dorpen niet aantrekkelijk waren voor een geïnteresseerde koper. In 1560 kwam Oerle (met de hoge, middelbare en lage justitie, met de houtschat, de warande, vogel- en visserije, ceure en breuken) in de verkoop. 1) Op 28 augustus 1561 ging Oerle naar Willem de Borchgrave. Hij had kort daarvoor al Meerveldhoven gekocht waardoor nu beide heerlijkheden in feite werden samengevoegd. Zeelst, Zonderwijk (Veldhoven) en Blaarthem werden ook al snel (5 oktober 1562) samengevoegd en kwamen in bezit van Rodolf van Eyck. (Waarschijnlijk waren Vessem, Wintelre en Knegsel zo oninteressant voor een koper dat deze dorpen daarom onderdeel van het domein van de hertog bleven.) Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de heren (en vrouwe) gedurende de vrij korte periode, waarin Oerle als heerlijkheid was verpand. Heren (en Vrouwe) van Oerle De eerste heer van de namiddeleeuwse heerlijkheid Oerle - gecombineerd met de heerlijkheid Meerveldhoven - was Willem de Borchgrave. Hij werd door vererving opgevolgd door zijn nazaten. De familie de Borchgrave had haar hoofdverblijf in de stad s-hertogenbosch, waar zij teruggaan tot circa 1400. De vroegst traceerbare gegevens over de familie de Borchgrave (Burchgrave) voeren naar het 1) Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Oud Rechterlijk archief Oerle en Meerveldhoven, R 293, p. 140-141, (kopie van origineel, geschreven door de secretaris van Oerle E. Duijtz, d.d. 20 mei 1689).

land van Altena, een streek gelegen tussen Maas en Rijn, noordelijk van Texuandrie, in het noorden begrensd door het Land van Gorkum, ten oosten door de Maas, ten westen door de Biesbosch en ten zuiden door het Land van Heusden. De naar deze streek verwijzende familienaam d Altna komt reeds voor in aktes van 1145, 1152, 1155 en 1172, en hierin is sprake van Thierry d'altena. Op de zegels van deze charters zijn ook wapenschilden te zien, namelijk een veld van zilver, beladen met twee afgewende zalmen van sabel, identiek aan de wapenafbeelding van de Borchgrave. Links: Familiewapen De Borchgrave: twee afgewende zwarte zalmen (of zeebaarzen?) op een zilveren schild. Rechts: Rouwschild in de St. Martinuskapel te Bovelingen. Het wapenschild gehouden door twee wildemannen, omkranst en omgord met loof, houdende een knots in de buitenste hand, alles van natuurlijke kleur (verwijzing naar het gemeentewapen van Den Bosch, waar de familie eeuwenlang haar domicilie had). (foto: Irène Rijkse-Jansen) De familie de Borchgrave ontleende haar naam aan de stamvader die als bevelhebber van het fort ALTEN-AA (aan het oude water of op de oude Maas) de BORCHGRAEF werd genoemd. 10 mei 1639 werd een telg van dit geslacht, Jan Baptiste Everhard de Borchgrave (~1615-1684), zoon van Michiel de Borchgrave (~1580-1630) in de adelstand verheven en vanaf die tijd heet de familie de Borchgrave-d Altena.(De toevoeging d Altena refereert aan de oude heerlijkheid Land van Altena.) In 1616 kocht Michiel de Borchgrave van zijn oom de goederen van Bovelingen (onder Mechelen/Marlinne, België), waardoor hij in het bezit kwam van het kasteel van Bovelingen, om er vervolgens in 1620 te gaan wonen. Zijn hierboven genoemde zoon en erfgenaam van het kasteel, Jan Baptiste Everhard, liet in de parochiekerk van Mechelen-Bovelingen een familiegrafkelder bouwen, waarin de stoffelijke resten van hem en van zijn echtgenote werden begraven. Na de afbraak van de kerk in 1913 kreeg de deksteen een plaats op het pleintje tegenover de kerk met de tekst Graf van de zeer edele en illustere heren de Borchgrave, gesproten uit het geslacht van de graven van Altena. De zeer edele en illustere heer Johannes-Baptista de Borchgrave, wereldlijke heer van Marlens, Ryckelingen, Pepingen en Bovelingen alias Scholchoven, die stierf op 22 maart 1684 en zijn zeer edele dame Catharina van Woelmont hebben deze steen hier geplaatst ter nagedachtenis van hun voorouders. Grafsteen de Borchgrave-d Altena te Mechelen-Bovelingen. Omstreeks 1868 liet de toenmalige kasteelheer te Bovelingen, graaf Francois Henri Michel de Borchgrave d Altena (1835-1902), een klooster met school bouwen om het onderwijs aan de meisjes van het dorp mogelijk te maken, waarvoor hij religieuzen wist te aan te trekken. Bij deze gebouwen liet hij op zijn kosten een kapel bouwen met daaronder een crypte die moest dienen als begraafplaats voor zijn gestorven familieleden. De kapel, toegewijd aan St-Martinus en uitgevoerd in gotische stijl, werd op 6 augustus 1872 plechtig ingezegend. De grafkelder is volledig gemetseld in baksteen en bestaat uit twee compartimenten van

elk dertig nissen die in drie rijen boven elkaar zijn geplaatst. De ingang bevindt zich aan de noordoost zijde buiten de kapel. Onmiddellijk na de inzegening werden de stoffelijke resten van de familieleden (die rond de oude kapel van Pepingen waren begraven) opgegraven en overgebracht naar de nieuwe grafkelder. Later op 2 oktober 1902, werd ook de bouwheer in zijn kelder begraven. Alhoewel de adellijke familie het kasteel en dus ook het dorp omstreeks 1920 definitief verliet om zich in Brussel te gaan vestigen, keerden sommigen toch nog voor hun laatste tocht naar Mechelen- Bovelingen terug. De laatste bijzetting vond in 1996 plaats. Momenteel zijn er nog 30 plaatsen beschikbaar. De grafkelder gaat open bij elke bijzetting en blijft dan gedurende enkele dagen toegankelijk voor geïnteresseerden. Ingang crypte.(foto:irène Rijkse-Jansen) I. Jonker Willem de Borchgrave (zoon van jonker Pierre de Borchgrave, schepen van Den Bosch en hoofdschout van het Land van Altena, en Maria van Bruhesen), geboren omstreeks 1520, overleden 1 februari 1589, gehuwd 1e met jonkvrouw Everarda van Nieulant (Nulants), dochter van Everard van Nieulant en Ida Berwouts, gehuwd 2e met Gertrude van Kessel, dochter van Antoon van Kessel en Jossine Back. Uit het eerste huwelijk: 1. Everard. (volgt) 2. Jan. (volgt) 3. Anna, overleden op 16 april 1648, gehuwd met jonker Richard van Vlierden, schout van Den Bosch. 4. Ida, gehuwd met Gerard van Berkel. Willem de Borchgrave. Willem de Borchgrave woonde in de Sint-Jorisstraat in Den Bosch (naast het huis De Berenbijt), en was in Den Bosch achttien maal benoemd tot schepen in de periode 1543-1580, waarvan tussen 1568-1570 als schepenpresident. Werd in 1589 genoemd als procureur aan de Raad van Brabant. Hij kocht op 5 juni 1559 van Filips II het pandschap van de heerlijkheid Meerveldhoven Mirefelt en op 28 augustus 1561 verhief hij de heerlijkheid Oerle met de hoge, middelbare en lage justitie, waardoor hij heer werd van OERLE en MEERVELDHOVEN. Na zijn dood gingen beide lenen bij successie over op zijn zoon Jan. II. Jonker Jan de Borchgrave (zoon van jonker Willem de Borchgrave en Everarda van Nieulant), overleden waarschijnlijk in 1591, ongehuwd. Schepen van Den Bosch in de jaren 1581, 1584, 1585 en 1590. In 1589 werd hij benoemd tot kapitein van een compagnie stadssoldaten van Den Bosch. Jan de Borchgrave ontving op 20 december 1590 bij successie de heerlijkheden OERLE en MEERVELDHOVEN. Het leen ging op 14 januari 1592 door erfopvolging over op zijn broer Everard. Jan de Borchgrave.

III. Jonker Everard de Borchgrave (zoon van jonker Willem de Borchgrave en Everarda van Nieulant), overleden in augustus 1617, gehuwd in 1577 met jonkvrouw Johanna Schroots, overleden in 1612, dochter van Michiel Schroots, heer van Bovelingen, Quadmechelen en Pepingen, en Barbe de Bochgrave. Uit dit huwelijk twee 2 kinderen: 1. Michiel de Borchgrave. (volgt) 2. Janna Mathilda. kinderloos. Everard de Borchgrave was schepen van Den Bosch in 1587, 1591, 1594, 1602 en 1603. In 1599 wordt hij vermeld als kapitein van de compagnie schutterij van het blok Beursstraat, een van de negen schutterijen van Den Bosch. Hij was zwanenbroeder van de illustere Lieve-Vrouwe-Broederschap van Den Bosch. 14 januari 1592 ontving hij bij verhef het pandschap van de heerlijkheid OERLE en MEERVELDHOVEN. Na zijn overlijden ging het leen door erfopvolging over op zijn zoon Michiel. Johanna Schroots werd door erfenis van haar ouders Vrouwe van Pepingen. Everard de Borchgrave. IV. Jonker Michiel de Borchgrave (zoon van jonker Everard de Borchgrave en Johanna Schroots), geboren omstreeks 1580, overleden in 1630, gehuwd omstreeks 1612 met jonkvrouw Maria de Jeger, overleden in 1650, dochter van Wouter de Jeger, slotheer van het kasteel Lochtenburg te St. Oedenrode, en Helwige van Roesen. Uit dit huwelijk vier kinderen: 1. Johanna Mathildis de Borchgrave, gehuwd in 1653 met jonker Johan Charles de Jeger. (zie hierna) 2. Jan Baptiste Everard de Borchgrave, heer van Bovelingen, Marlens, Ruckelingen, Pepingen en Quaedmechelen, gehuwd met Catharina van Woelmont. 3. Anna-Maria de Borchgrave, overleden vóór 1653, gehuwd met Arnold van Mombeek, heer van Haebrouck en van Terlaemen. 4. Michel Robert de Borchgrave, kanunnik van St. Gertrude te Leuven, pastoor te Neerlanden, overleden 1679. Michiel de Borchgrave. Michiel de Borchgrave was van 27 juli 1613 drossaard van het land van Megen en schepen in Den Bosch in de jaren 1617 en 1620. Hij ontving bij dode hand van zijn vader op 30 september 1617 de heerlijkheid OERLE en MEER- VELDHOVEN in leen, en van zijn moeder ontving hij de heerlijkheid PEPINGEN. Op 14 april 1616 kocht hij van zijn oom Guillaume Schroots, broer van zijn moeder, de goederen van BOVELINGEN; hierdoor kwam Michiel in het bezit van het kasteel van Bovelingen, om er in 1620 zijn intrek te nemen. (Het kasteel, waarschijnlijk omstreeks 1525 gesticht door Arnould Schroots, de grootvader van Johanna, zou tot 1920 in handen blijven van nazaten van Michiel.) 18 december 1619 kreeg hij van de prinsbisschop van Luik, Ferdinand van Beieren, als pand de heerlijkheid van QUAEDMECHELEN en RUCKELINGEN voor de som van 460 rijksdaalders. Kasteel van Bovelingen (thans gemeente Heers, tussen Tongeren en Sint Truiden).

V. Jonkvrouw Maria de Jeger weduwe Michiel de Borchgrave Maria de Jeger weduwe Michiel de Borchgrave verhief op 26 oktober 1633 de heerlijkheid Oerle en Meerveldhoven. Na haar overlijden erfde haar dochter Joanna Mathildis de Borchgrave, gehuwd met (neef) Johan Charles de Jeger, bij verhef de heerlijkheden Oerle en Meerveldhoven. VI. Jonker Johan Charles de Jeger (zoon van Godart de Jeg(h)er en Johanna Spierinck van Well), overleden omstreeks 1675, gehuwd in 1653 met (zijn nicht) Joanna Mathildis de Borchgrave (dochter van Michiel de Borchgrave en jonkvrouw Maria de Jeger). Johan Charles de Jeger was tussen 9 oktober 1653 en tot kort na 21 mei 1658 heer van Oerle en Meerveldhoven en woonachtig Den Bosch. Johan Charles de Jeger. Wapenschild van Grafzerk, in de Sint Jan van Den Bosch, van Godart de Jeger ( 5 december 1624) en Johanna ( 26 december 1618), de ouders van Johan Charles In 1658 werd de verpanding van Oerle (en Meerveldhoven) geheel vrijgemaakt door de Staten, waardoor Oerle (en Meerveldhoven) onder het bestuur van de schout van Kempenland werd gesteld.