Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd

Vergelijkbare documenten
Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd

Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd

Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd

Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd. Monitor Amateurkunst 2017

VOOR ELKE BEOEFENAAR WAT WILS

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd. Monitor Amateurkunst 2015

De slag om de vrije tijd

ontspanning en iets presteren

Enquête onder verenigingen voor amateurkunst, geschiedenis en volkscultuur in Achtkarspelen, Alphen a/d Rijn, Hardenberg, Houten, Nuenen en Venlo

Rapport VerenigingsMonitor Limburg Op verzoek van Huis voor de Kunsten Limburg

Studenten aan lerarenopleidingen

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Amateurkunst - de feiten. Monitor Amateurkunst in Nederland 2009

VERENIGINGSMONITOR Verenigingen. voor kunstbeoefening in cijfers

Theaterbeoefenaars in Nederland gemeten

Hoofdstuk 21. Cultuur

Wie doen er aan sport en cultuur?

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

HOE HELPT BELEID DE AMATEUR- KUNSTENAAR?

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Amateurkunst & publiek

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Hoog opgeleid, laag inkomen

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Amateurkunst: Feiten en trends. Monitor Amateurkunst in Nederland

Wie doen er aan sport en cultuur?

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Samenvatting. Vrijwilligers in de Amateurkunst

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Factsheet persbericht. Vooral studentes somber over kansen arbeidsmarkt

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Hoofdstuk 22. Cultuur

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Persbericht. Werkloosheid daalt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Hypotheek Index Q1 2018

Samenvatting WijkWijzer 2017

Profiel digitale krantenlezer

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

FACTSHEET SCHORSINGEN IN HET (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN EN

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Uit de beleidsnota: De overlap tussen online en offline cultuurparticipatie. 3 modaliteiten van cultuurparticipatie Verbreding

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

CULTUUR IN BEELD Heeft u de app Cultuur in Beeld 2016 al gedownload?

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

MUZEHOF REGIO ZUTPHEN/LOCHEM

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

8 Centraal Bureau voor de. Jonge e n e r g tevreden over vriendenkring Jong en gelukkig. Buitengewoon tevreden. Weinig eenzaamheid

Persoonlijke gegevens van wethouders

Jaaroverzicht Sportdeelname

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen

Bekendheid Overijsselse regio s

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in augustus licht gestegen

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Ontwikkeling leerlingaantallen

Rapport BankGiro Loterij Cultuuronderzoek 10 juni Diede van Delft

StudentenBureau Stagemonitor

Kwartaalmeting november 2016

Werkloosheid 50-plussers

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Factsheet persbericht. Aanbod stageplaatsen groeit

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Persoonlijke gegevens van Wethouders

PROBIBLIO / BIEBPANEL ACTIVITEITEN EN SAMENWERKINGSPARTNERS

Talentontwikkeling in de vrijetijdsketen

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid gestegen naar 7 procent

Bekendheid Overijsselse regio s

Jaaroverzicht Sportdeelname

Definities kernbegrippen sector

Sociale samenhang in Groningen

Samenvatting Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe Presentatie resultaten schooljaar

Transcriptie:

Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd 217 Beoefenaars en voorzieningen 1

Kunstzinnig en creatief Het LKCA Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) wil ervoor zorgen dat iedereen goede cultuureducatie krijgt (op school én in de vrije tijd) en dat iedereen kan meedoen aan culturele activiteiten. Hoe doen we dat? Wij ondersteunen professionals met kennis. Onze website staat boordevol informatie en ook onze publicaties zijn daar te vinden. Heb je een vraag? Dan kun je ons altijd bellen of mailen. Op onze bijeenkomsten, die we vaak samen met partners organiseren, ontmoet je professionals uit het hele land die van en met elkaar willen leren of samenwerken. Ook zetten we graag samen met professionals nieuwe ontwikkelingen in gang. Volg ons via onze nieuwsbrieven en/of social media, dan ben je op de hoogte van de grote ontwikkelingen binnen en buiten de sector. in de vrije tijd Beoefenaars en voorzieningen

Introductie Ben je een vrouw? Of ben je jonger dan 11 jaar? Heb je misschien een niet-westerse migratieachtergrond? Dan is de kans groter dat je kunstzinnig en creatief actief bent in de vrije tijd. Dat je bijvoorbeeld tekent, gedichten schrijft, lid bent van een toneelvereniging, danst, fotografeert of accordeon speelt. Je bent dan een van de 6,4 miljoen Nederlanders die dit in hun vrije tijd graag doen. De Monitor Amateurkunst 217 van het LKCA bevat kerngegevens over de beoefening en van kunstzinnige en creatieve activiteiten in de vrije tijd in april 217 en de twaalf maanden ervoor. Sinds 213 bevragen we om de twee jaar ongeveer 5. personen in Nederland van zes jaar en ouder over dit onderwerp. Het betreft telkens een steekproef uit de TNS NIPObase, een representatief panelbestand dat ongeveer 16. personen telt. Resultaten van de Monitor Amateurkunst zijn representatief voor de Nederlandse bevolking van zes jaar en ouder op de kenmerken geslacht, leeftijd, opleiding, huishoudgrootte en regio. Het eerste deel van deze publicatie gaat over en beoefening, het tweede deel over voorzieningen. Waar mogelijk vergelijken we de resultaten met die uit 213 en 215. Het volledige monitorrapport is als pdf gepubliceerd en te downloaden van de website van het LKCA: Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd. Monitor Amateurkunst 217. 5

Beoefenaars en beoefening Welke kunstzinnige of creatieve activiteiten beoefenen zij? Onder creatieve en kunstzinnige activiteiten verstaan we bijvoorbeeld schilderen, tekenen, pottenbakken, sieraden maken, wandkleden maken, kleding ontwerpen, muziek maken, zingen in een koor, spelen in een orkest of een bandje, dj en, toneel spelen, meedoen aan een dansgroep, gedichten schrijven, raps maken, fan art op internet, kunstzinnige foto s of films maken, een gamedesign maken, etc. Les nemen, een cursus volgen of een workshop doen om dit te leren of er beter in te worden, vallen hier ook onder. Het gaat om iets waar je zelf actief mee bezig bent, dus niet om concertbezoek of naar de film gaan bijvoorbeeld. We verdelen deze activiteiten in zes categorieën: beeldend, muziek, dans, theater, creatief schrijven en kunstzinnige fotografie/video/ film/computerkunst (media). Beeldende activiteiten in heel ruime zin worden het meest beoefend, gevolgd door muziek (hieronder valt ook: zang). Minder mensen doen aan dans, theater, creatief schrijven of media. Figuur 2. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van de bevolking van zes jaar en ouder Ruim 4 procent van de doet aan meer dan een activiteit. Dit beeld is vanaf 213 stabiel. Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media 5 1 15 2 25 Hoeveel mensen in Nederland doen iets kunstzinnigs of creatiefs in hun vrije tijd? 4 procent van de Nederlandse bevolking van zes jaar en ouder doet in de vrije tijd iets kunstzinnigs of creatiefs. Dat zijn ruim 6,4 miljoen mensen. Ten opzichte van 213 en 215 zien we een minieme afname van 1 procent. 5 4 3 2 41 41 4 Figuur 1. Beoefenaars van kunstzinnige of creatieve activiteiten in de vrije tijd: percentage van de bevolking van zes jaar en ouder in de periode 213-217 Figuur 3. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van de bevolking van zes jaar en ouder in de periode 213-217 Beeldend Muziek Dans Theater 3 25 2 15 1 1 213 215 217 Creatief schrijven Media 5 213 215 217 6 7

Varieert het percentage naar leeftijd? Jantien Westerveld Voorzieningen buitenschools muziekonderwijs op peil houden Meer kinderen van 6 tot 12 jaar maken actief muziek. Dat is fijn, gezien het belang van muziekbeoefening voor de ontwikkeling van een kind. Door Meer Muziek in de Klas zet deze toename hopelijk door, daar valt nog een wereld te winnen. Een goede aansluiting van primair op voortgezet onderwijs helpt jongeren wellicht ook langer muziek te maken in georganiseerd verband. Kinderen maken het meest gebruik van muziekscholen en kunstencentra om te leren. Laten die nu juist heel erg onder druk staan! Mooie taak voor gemeenten om zowel muziekonderwijs onder schooltijd te stimuleren als voorzieningen in hun gemeente op peil te houden. Jantien Westerveld is directeur van Meer Muziek in de Klas. Het aandeel van onder kinderen en jongeren is een stuk hoger dan onder volwassenen. Dit geldt voor alle activiteiten. Het is opvallend dat 6 5 4 het aandeel onder 6- tot 11-jarigen de afgelopen jaren toeneemt, terwijl het aandeel onder 12- tot 19-jarigen daalt. Bij elke soort activiteit zien we deze ontwikkeling terug. Figuur 5. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage per leeftijdsgroep in de bevolking van zes jaar en ouder. Kunstzinnig of creatief in de vrije tijd: totaal Varieert het percentage naar geslacht? In verhouding doen meer meisjes en vrouwen dan jongens en mannen aan kunstzinnige of creatieve activiteiten in hun vrije tijd: 49 procent ten opzichte van 32 procent. Bij beeldend en dans zijn de verschillen het grootst. De percentages zijn nagenoeg gelijk aan die van 215. Man Vrouw Figuur 4. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van de mannelijke en vrouwelijke bevolking van zes jaar en ouder. 5 4 3 2 1 Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media Kunstzinnig of creatief in de vrije tijd: totaal 3 2 1 6-11 jaar 12-19 jaar 2-34 jaar 35-49 jaar 5-64 jaar 65+ Figuur 6. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten per leeftijdsgroep: percentage van de totale bevolking van zes jaar en ouder in de periode 213-217 7 6 5 4 3 2 1 Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media 6-11 jaar 12-19 jaar 2-34 jaar 35-49 jaar 5-64 jaar 65+ 213 215 217 8 9

Varieert het percentage naar migratieachtergrond? Personen met een niet-westerse migratieachtergrond beoefenen in verhouding vaker een kunstzinnige of creatieve activiteit dan personen met een westerse migratieachtergrond of een Nederlandse achtergrond. Dit geldt overigens alleen voor de tweede generatie niet-westerse immigranten. Deze groep is opvallend actiever dan de andere groepen op het gebied van muziek, dans en media. Personen met een migratieachtergrond: eerste generatie Personen met een migratieachtergrond: tweede generatie Figuur 7. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van de bevolking van zes jaar en ouder met en zonder migratieachtergrond Westers Niet-westers Figuur 8. Beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van de bevolking van zes jaar en ouder met en zonder migratieachtergrond, per soort activiteit 3 25 2 15 1 5 Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media Personen met een migratie-achtergrond: westers Personen met een migratie-achtergrond: niet-westers Personen met een migratie-achtergrond: totaal Personen met een Nederlandse achtergrond Personen met een migratieachtergrond: totaal Totaal Personen met een Nederlandse achtergrond Bevolking > 6 jaar 1 2 3 4 5 6 Varieert het percentage naar regio? De regionale spreiding van wijkt nauwelijks af van die van de niet- en de Nederlandse bevolking als geheel. 1 9 8 Leal van Herwaarden: Migranten meer van huis uit kunstzinnig bezig Personen met een niet-westerse migratieachtergrond in de tweede generatie beoefenen vaker een kunstzinnige of creatieve activiteit in de vrije tijd. Dat verklaar ik als volgt: ik denk dat zij van huis uit meer met kunstzinnige of creatieve activiteiten worden opgevoed. Ik heb de indruk dat bij personen met een westerse achtergrond dit soort activiteiten minder verweven zijn in de cultuur. Ik zie dat hiphop binnen dans en muziek het populairst is onder jeugd en jongvolwassenen. Bij hiphopdans en hiphopmuziek zijn de op het hoogste niveau heel vaak mensen met een getinte huidskleur en de afnemers juist heel vaak witte mensen. Leal van Herwaarden is coördinator lesprogramma bij het HipHopHuis in Rotterdam. Figuur 9. Procentuele verdeling van en niet- van kunstzinnige en creatieve activiteiten en van de totale bevolking van zes jaar en ouder naar woonplaats (Nielsen-indeling). Amsterdam, Rotterdam, Den Haag & randgemeenten West (Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland excl. drie grote gemeenten en randgemeenten) Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) Nietbeoefenaar Bevolking >6 jaar 1 11 7 6 5 4 3 2 1 Beoefenaar

Hoe vaak doen iets kunstzinnigs of creatiefs, en hoeveel tijd besteden ze eraan? Evert Bisschop Boele: Nieuwe onderzoeksvragen Gaan vaker naar concerten, voorstellingen en doen ze vaker aan sport? Mensen die in hun vrije tijd kunstzinnig en creatief actief zijn, doen ook vaker aan vrijwilligerswerk, sport, erfgoedbeoefening of andere culturele activiteiten. Bezoekt bioscoop of filmhuis De resultaten uit de Monitor Amateurkunst zijn voor mij een ideale katalysator voor nieuwe onderzoeksvragen. Bijvoorbeeld: het aantal basisschoolkinderen dat zegt actief kunst te beoefenen stijgt de laatste jaren. Is dat een gevolg van programma s als Meer Muziek in de Klas, de leerorkesten, Cultuureducatie met Kwaliteit en hun voorlopers? Momenteel daalt het aantal actieve kunst onder middelbare scholieren nog steeds. Zullen de genoemde programma s op termijn die daling tegengaan? En is er een relatie tussen actieve kunstbeoefening onder schooltijd en receptieve cultuurdeelname? De Monitor roept meer vragen op dan ze beantwoordt, en dat is mooi. Evert Bisschop Boele is bijzonder hoogleraar Betekenis van cultuurparticipatie, Erasmus Universiteit Rotterdam, en lector Kunsteducatie, Hanzehogeschool Groningen. Doet aan sport 1 2 3 4 5 6 7 8 Ruim 8 procent van de is het hele jaar door actief: de meeste (bijna) elke week. Van de mensen die aan beeldend, muziek of dans doen (als hoofdactiviteit), besteden de meeste Figuur 11. Patroon van beoefening: percentage van per soort activiteit 1 8 6 4 2 1 tot 2 uur per week aan die activiteit. De meeste van theater, creatief schrijven en media doen dit minder dan 1 uur per week. Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media Af en toe in de afgelopen 12 maanden Deel van het jaar, bijv. een paar maanden Hele jaar door, (bijna) elke maand Hele jaar door, (bijna) elke week Hele jaar door, (bijna) elke dag Leest romans/thrillers/gedichten etc. Figuur 12. Gemiddelde tijdsbesteding: percentage van per soort activiteit Figuur 1. Receptieve cultuurdeelname, vrijwilligerswerk, erfgoed- en sportbeoefening: percentage van en niet- en van de totale bevolking van zes jaar en ouder Beoefenaar Bezoekt voorstellingen Bezoekt tentoonstellingen 1 8 6 9 uur of meer 5 à 8 uur per week 3 à 4 uur per week 1 à 2 uur per week Niet-beoefenaar 4 Minder dan één uur per week Bevolking >6 jaar Doet vrijwilligerswerk 2 Bezoekt concerten Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media Heeft erfgoedhobby 12 13

Hoeveel zijn lid van een vereniging? Hester Tammes Ik maak altijd de vertaalslag naar Amsterdam De aandacht voor amateurkunst in het Amsterdamse Kunstenplan is minimaal. Deze cijfers tonen aan hoe breed amateurkunst wordt beoefend. Dat neem ik mee in mijn gesprekken met de gemeente, waarbij ik altijd de vertaalslag maak naar de specifieke situatie in deze stad. Hier doen bijvoorbeeld relatief meer 6-plussers aan amateurkunst, urban art is sterker vertegenwoordigd en minder mensen zijn actief in verenigingsverband. Voorzieningen zijn weggevallen, zoals theater De Engelenbak. Of dreigen weg te vallen door stijgende vastgoedprijzen, waardoor hun aanbod voor een groeiende groep te duur wordt. Dit speelt onder andere bij De Zondagsschilders. Naar dat aspect wil ik graag onderzoek zien. Hester Tammes is een van de drijvende krachten achter de Stichting Amateurkunst Amsterdam (SAKA) Een kwart van de bijna anderhalf miljoen mensen is voor zijn of haar kunstzinnige of creatieve activiteiten lid van een vereniging. Net zoveel als in 215. Wel is het aantal dat lid is van een informele groep toegenomen. Een informele 1 8 groep is een aantal mensen dat buiten de kaders van een formele organisatie samenkomt, zoals een popbandje. Die stijging van leden van informele groepen geldt voor alle soorten activiteiten, maar het sterkst voor beeldend. Vooral kinderen en 65-plussers zijn voor hun kunstzinnige of creatieve activiteiten lid van een vereniging. Het aandeel dat lid is van een informele groep is het grootst onder 35- tot 49-jarigen. Figuur 14. Lidmaatschap van vereniging, informele groep of geen van beide: percentage van per soort activiteit Voeren hun activiteiten alleen uit, of samen met anderen? 6 4 2 Geen van beide Lid vereniging en informele groep Alleen lid van informele groep De meeste (61 procent) voeren hun activiteiten bijna altijd in hun eentje uit. Dit geldt vooral voor diegenen die aan media of beeldend doen, of die creatief schrijven. Dans en theater doen de meeste samen. In dit patroon zien we geen verschillen met 215. Alleen lid van vereniging Figuur 13. Beoefening alleen of samen: percentage van per soort activiteit 1 8 6 Meestal of altijd samen Net zo vaak alleen als samen Meestal of altijd alleen 1 8 6 Figuur 15. Lidmaatschap van vereniging, informele groep of geen van beide: percentage van per leeftijdsgroep Geen van beide 4 4 Lid vereniging en informele groep 2 2 Alleen lid van informele groep 6-11 jaar 12-19 jaar 2-34 jaar 35-49 jaar 5-64 jaar 65+ Alle Alleen lid van vereniging 14 15

Wat geven uit aan hun activiteiten, en verdienen ze er ook iets mee? Voorzieningen Beoefenaars geven per maand gemiddeld 65 uit aan lesgelden, huur van werkruimte, contributie, vervoer etc., maar de helft niet meer dan 2. In 215 gaven gemiddeld 75 uit, en de helft niet meer dan 2. Het aandeel dat geen geld uitgeeft aan zijn of haar creatieve hobby is met ruim een derde gelijk gebleven. Les- of cursusgelden vormen de belangrijkste kostenpost. Daar besteden ze gemiddeld 72 per maand aan, maar de meeste niet meer dan 3. Een klein aantal (7 procent) heeft het afgelopen jaar iets verdiend met zijn of haar kunstzinnige of creatieve hobby. Beoefenaars hebben verschillende voorzieningen nodig: fysieke ruimte om iets te kunnen maken of doen; docenten en deskundige begeleiding om iets te leren en er beter in te worden; podia (fysiek en digitaal) om met het publiek te delen wat ze doen of maken; en informatie over hun kunstzinnige en creatieve activiteiten. Daarnaast hebben ze bijvoorbeeld instrumenten, gereedschappen, materialen of bepaalde kleding nodig. Figuur 16. Maandelijkse uitgaven voor kunstzinnige en creatieve activiteiten in vier klassen: percentage van per soort activiteit 1 8 >1 6 51-1 4 1-5 2 Nihil Wat voor ruimte hebben nodig en waar vinden ze die? Jessica Dijkman: Voorzieningen staan op gemeentelijke agenda De cijfers over voorzieningen vertellen mij welke ruimtes voor repetitie en kunstbeoefening de gebruiken. En ook of zij vinden dat er daarvoor voldoende voorzieningen beschikbaar en bereikbaar zijn. Daar lijken ze grotendeels redelijk tevreden over, al lijkt er wel behoefte aan meer en betere podia, tentoonstellingsruimtes en dergelijke. Vanuit beleid roept het bij mij ook vragen op over waar behoefte aan hebben en hoe ze de beschikbare ruimtes en podia beoordelen: vinden ze die prettig, zijn ze financieel toegankelijk genoeg, zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen en kunstvormen? Omdat zulke voorzieningen bij onze gemeente ook op de agenda staan, zou ik dit graag onderzocht zien! Jessica Dijkman is beleidsmedewerker samenleving bij de gemeente Houten. Ruim twee derde van de voert zijn of haar activiteiten thuis uit. Ruim 4 procent maakt (ook) gebruik van werk-, oefen- of lesruimte elders. Een centrum voor de kunsten/muziekof dansschool en het buurthuis/wijkcentrum worden het meest genoemd. De eerste groep voorzieningen wordt het meest genoemd door 6- tot 11-jarigen, de tweede groep door 5-plussers. Ruimte ergens anders Aparte ruimte bij eigen woning Eigen woonruimte 14 12 1 8 6 4 2 Figuur 17. Gebruik van eigen woning en van andere ruimte voor kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van per soort activiteit 16 17

Figuur 18. Gebruik van ruimte buiten de eigen woning voor kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van die ruimte elders gebruiken, per soort activiteit Wat doen om iets te leren en beter te worden in wat ze doen? Overige Buiten, in de natuur 16 14 12 Bijna de helft van alle zegt te leren of beter te worden door gewoon te doen, spelen of maken. Ruim een derde heeft les of volgt een cursus of workshop. Dat zijn ruim twee miljoen mensen in Nederland. Kinderen volgen vaker een les, cursus of workshop dan ouderen. Ongeacht de leeftijd oefent of repeteert ongeveer een derde van de geregeld. Er zijn ook online mogelijkheden voor individueel leren: digitale voorbeelden op internet, speciale apps of via een community. Bijna een kwart van de maakt gebruik van dergelijke digitale leermiddelen. Ruimte in/bij woning van iemand anders Verenigingsgebouw Kerkgebouw School of BSO Buurthuis/wijkcentrum/activiteitencentrum Centrum voor de Kunsten, muziek- of dansschool 1 8 6 4 2 Figuur 2. Manieren om te leren en beter te worden in kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van per soort activiteit Lees erover en doe oefeningen uit een boek Digitale voorbeelden of instructies, via internet of speciale app 18 16 14 12 1 8 6 Geregeld repeteren/oefenen 4 Figuur 19. Gebruik van ruimte buiten de eigen woning voor kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van die ruimte elders gebruiken, naar leeftijdsgroep 35 Les, cursus of workshop Gewoon doen, dan leer ik/ leren we vanzelf 2 3 25 2 15 Centrum voor de Kunsten, muziek- of dansschool Figuur 21. Manieren om te leren en beter te worden in kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van per leeftijdsgroep Gewoon doen, dan leer ik/ leren we vanzelf 6 5 4 1 5 6-11 jaar 12-19 jaar 2-34 jaar 35-49 jaar 5-64 jaar 65+ Buurthuis/wijkcentrum/ activiteitencentrum Kerkgebouw Verenigingsgebouw Les, cursus of workshop Geregeld repeteren/oefenen Digitale voorbeelden of instructies, via internet of speciale app Lees erover en doe oefeningen uit een boek 3 2 1 6-11 jaar 12-19 jaar 2-34 jaar 35-49 jaar 5-64 jaar 65+ 18 19

Van wie krijgen les of workshops? Via welke podia en kanalen laten aan anderen zien, horen en lezen wat ze doen en maken? Ruim de helft van de die les krijgen, een cursus volgen of wel eens meedoen aan een workshop is in de leer bij een zelfstandige docent of kunstenaar. Dit aandeel is het grootst onder van beeldende activiteiten. 1 8 6 4 2 9 procent van de krijgt les bij een zelfstandige die deel uitmaakt van een groepspraktijk. Verenigingen, instellingen of bedrijven bedienen een derde van de. Figuur 22. Werkzaamheid van docent of kunstenaar bij wie in de leer zijn: percentage van die les hebben of weleens een workshop volgen bij een docent of kunstenaar, per soort activiteit Weet ik niet Bij vereniging, instelling of bedrijf Zelfstandig in een groepspraktijk Bijna een derde van de treedt wel eens op voor publiek, stelt werk tentoon of laat iets zien, horen of lezen via online kanalen. Vanaf 213 zien we een lichte stijging in het aantal dat digitale podia gebruikt om werk te tonen. Deze podia worden naast de theater- of concertzaal en het kerkgebouw (kerk, synagoge of moskee) het meest genoemd. Figuur 24. Percentage van die het afgelopen jaar weleens iets aan anderen (publiek) lieten horen, zien of lezen, per soort activiteit Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media Alle Zelfstandig, eigen praktijk 24 1 2 3 4 5 6 Wat vinden van de lessen, cursussen en workshops die ze krijgen? Bijna alle zijn heel tevreden over de lessen, cursussen en workshops die ze krijgen. Dat geldt voor de locatie, het niveau en de organisatie van de lessen, de kwaliteit van de docent en de begeleider, en de prijs. Dit verschilt niet naar soort aanbieder. Niet tevreden Tamelijk tevreden Heel tevreden Figuur 23. Tevredenheid van over lessen, cursussen en workshops: percentage van die les hebben of wel eens een workshop volgen bij een docent of kunstenaar 1 8 6 4 2 Inrichting locatie Niveau lessen/ workshops Organisatie lessen/ workshops Kwaliteit docent/ begeleider Prijs die ik ervoor betaal Figuur 25. Podia waar laten zien, horen of lezen wat ze doen of maken: percentage van die dat weleens doen, per soort activiteit 2 21 22 2 18 16 14 12 1 8 6 4 2 Overige Café, horeca Zalencentrum School Festival, concours Verzorgingshuis, zorgcentrum Openbare ruimte buiten Buurthuis, wijkgebouw Kerkgebouw, synagoge of moskee Internet en sociale media Theater-, dans- of concertzaal

Jan-Willem Kluën: Kunstbeoefening draagt bij aan maatschappelijke participatie Cultuurconnectie ziet de stabiele beoefening van creatieve en kunstzinnige activiteiten als bemoedigend. We hebben zorgen over de kleiner wordende basis voor kunst- en cultuureducatie, zoals blijkt uit de krimp van het aantal kunstencentra. Het kunnen volgen van lessen en workshops is voor jongeren de belangrijkste voorziening voor kunstbeoefening, vooral voor de allerjongsten. Hiermee leggen zij de basis voor een actieve interesse voor en beoefening van kunst en cultuur in hun latere leven. Omdat beoefening niet alleen bijdraagt aan een goede algemene vorming, maar ook leidt tot een hogere cultuurdeelname en maatschappelijke participatie, onderstreept dit het maatschappelijke én economische belang van een solide basis voor kunstzinnige vorming. Jan-Willem Kluën is projectmanager bij Cultuurconnectie, brancheorganisatie voor cultuureducatie, amateurkunst en volksuniversiteitswerk. 1 8 6 4 2 Beeldend Muziek Dans Theater Schrijven Media 1 8 6 Figuur 27. Beoefenaars die vinden dat er te weinig voorzieningen in hun omgeving zijn: percentage van die deze voorzieningen gebruiken, per soort activiteit Te weinig werkruimte e.d. Te weinig les of begeleiding Te weinig podia Figuur 28. Beoefenaars die vinden dat er te weinig voorzieningen in hun omgeving zijn: percentage van die deze voorzieningen gebruiken, naar de mate van stedelijkheid van hun woonplaats (volgens CBS-indeling) Wat vinden van de beschikbaarheid en bereikbaarheid van voorzieningen? 4 Te weinig werkruimte e.d. Volgens de meeste zijn er voldoende voorzieningen in de omgeving. Dit betreft werk-, oefen- of lesruimte, lessen en deskundige begeleiding en fysieke of digitale podia. Het aandeel dat werkruimte en lessen, workshops of deskundige begeleiding mist, is het grootst onder personen die aan theater doen en het kleinst onder de muziek. In tegenstelling tot 215 vinden in niet-stedelijke regio s niet vaker dat er te weinig voorzieningen voor lessen etc. in hun omgeving zijn. Beoefenaars zijn ook tevreden over de bereikbaarheid van de voorzieningen. Vooral over de bereikbaarheid van werk- en lesruimte (85 procent), en iets minder over de bereikbaarheid van podia (64 procent). 2 Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk Te weinig les of begeleiding Te weinig podia Figuur 26. Oordeel van over de beschikbaarheid van voorzieningen: percentage van, per type voorziening 1 8 6 Weet ik niet Te weinig Voldoende Figuur 29. Tevredenheid van over de bereikbaarheid van voorzieningen: percentage van die deze voorzieningen gebruiken, naar type voorziening 1 8 6 4 Ruim voldoende Ontevreden Niet tevreden, niet ontevreden 4 2 Tamelijk tevreden 2 Werk-, repetitie-, oefen-, lesruimte Lessen, workshops, begeleiding Podia, tentoonstellingsruimte e.d. Heel tevreden Werk-, repetitie-, oefen-, lesruimte Lessen, workshops, begeleiding Podia, tentoonstellingsruimte e.d. 22 23

Zijn er de afgelopen twee jaar voorzieningen weggevallen? Net als in 215 zegt vier procent van de dat er de afgelopen twee jaar bepaalde voorzieningen (ruimte, lessen of podia) zijn weggevallen. De helft zegt dat dit niet het geval is. De rest weet het niet of maakte geen gebruik van voorzieningen buiten de deur. 32 13 4 51 Figuur 3. Percentage van die (niet) vinden dat er de afgelopen twee jaar (april 215-maart 217) voorzieningen zijn weggevallen Ja Nee Weet ik niet Niet van toepassing: maakte geen gebruik van voorzieningen Hoe komen aan informatie over en voor hun activiteiten? Figuur 31. Gebruik van diverse informatiebronnen over en voor kunstzinnige en creatieve activiteiten: percentage van, per leeftijdsgroep 24 22 2 18 16 14 12 Vrienden, kennissen en familie vormen samen met digitale media de belangrijkste bronnen van informatie over kunstzinnige of creatieve activiteiten. Beide bronnen worden door 8 procent van de genoemd. Het gebruik van digitale media (websites van verenigingen, Facebook, etc.) als informatiebron is ten opzichte van 215 iets gestegen, ten koste van dagbladen en huis-aanhuisbladen, die door 52 procent van de gebruikt worden. 1 8 6 4 2 Digitale media Dagbladen en huis-aan-huisbladen Vrienden, kennissen, familie 6-12 jaar 13-19 jaar 2-34 jaar 35-49 jaar 5-64 jaar 65+ Alle 24 25

Colofon Kunstzinnig en creatief in de vrije tijd 217 Beoefenaars en voorzieningen Heb je vragen of opmerkingen? Wil je in gesprek over de resultaten van de Monitor Amateurkunst 217? Wil je een presentatie van de resultaten in jouw organisatie of netwerk? Neem gerust contact op. Auteurs Arno Neele ArnoNeele@lkca.nl Zoë Zernitz ZoeZernitz@lkca.nl Teunis IJdens TeunisIJdens@lkca.nl Met medewerking van Hans Mariën (IVAdata) Josefiene Poll Interviews Michiel de Wit Eindredactie Ralf Steenbeek Productiebegeleiding Miriam Schout Vormgeving Taluut Drukwerk Drukkerij Libertas Pascal ISBN 978-9-6997-158-2 Uitgever Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) Kromme Nieuwegracht 66 Postbus 452 35 AL Utrecht 3 711 51 info@lkca.nl www.lkca.nl LKCA Utrecht, oktober 217 26 27

28