KNNV afd. Regio Delft INVENTARISATIE DELFTSE HOUT EN HERTEKAMP 2008
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afd. Regio Delft Postbus 133 2600 AC DELFT email: afd.regiodelft@knnv.nl www.knnv.nl/afd.regiodelft Inhoudsopgave Bossen... 3 Eiken-beukenbossen op voedselrijke grond... 3 Analyse... 6 Analyse op basis van diagnostische soorten... 7 Delftse Hout en Hertekamp... 7 Bieslandse Bos... 7 Wallertuin... 7 Analyse met SynBioSys... 7 Delftse Hout en Hertekamp... 7 Bieslandse Bos... 7 Discussie... 8 Vogels... 8 Streefbeelden...11 Bossen...11 Iepenonderverbond...11 Broekbos...12 Vogels...13 Referenties...14 Bijlage 1; Bosopnamen Delftse Hout en Hertekamp 2008...15 Bijlage 2; Bosopnamen Bieslandse Bos 2006...16 Bijlage 3; Resultaat streeplijsten Delfse Hout volgens diagnostische soorten...17 Bijlage 4; Resultaat streeplijsten Bieslandse Bos volgens diagnostische soorten...18 Bijlage 5; Resultaat opnamen Delftse Hout en Hertekamp volgens SynBioSys...19 Bijlage 5; Resultaat opnamen Delftse Hout en Hertekamp volgens SynBioSys...19 Bijlage 6; Resultaat opnamen Bieslandse Bos volgens SynBioSys...20 Copyright: KNNV afd. Regio Delft, 2008 Druk: Den Haag Print Referentie: Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 Overname van delen van de tekst is toegestaan onder bronvermelding. Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 2
Inleiding In 2006 heeft de KNNV afd. Regio Delft voor het Staatsbosbeheer een onderzoek uitgevoerd naar de bosvorming in het Bieslandse Bos. Dit is nog een jong bos en de resultaten gaven geen duidelijke aanwijzingen voor het te verwachten eindresultaat. In deze studie is een onderzoek gedaan naar de Delftse Hout. Een voor deze regio oud bos uit de jaren 70. Het is de verwachting dat de nieuwe recreatiebossen van de Balij, het Abtwoudse Bos en het Bieslandse Bos dit ontwikkelingstadium ook zullen passeren. Het onderzoek is vormgegeven als een opleiding tot Bosdeskundige. In het kader van de cursus zijn uiteindelijk een vijftiental mensen opgeleid. Tijdens de cursus zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de staat van de natuur in de Delftse Hout. Ook zijn er vergelijkingen gemaakt met andere bossen. Bossen Eiken-beukenbossen op voedselrijke grond In het kader van de cursus zijn een aantal lesdocumenten geschreven, zie referenties [1 t/m 4]. Hieronder volgt een typering in een notendop. Figuur 1: Delftse Hout Bossen op voedselrijke grond worden in de lente van onder naar boven groen. Eerst bloeien de voorjaarsplanten als Bosanemoon, Speenkruid, Gevlekte aronskelk en Daslook en stinzeplanten als Vingerhelmbloem, Sneeuwklokje, Wilde Hyacint en Bostulp. Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 3
Figuur 2: Voorjaarsaspect met Daslook (foto SynBioSys) Eiken-beukenbossen op voedselrijke grond kennen een dichte ondergroei. Op arme grond verstikt het strooiselpakket de flora op de bodem. Figuur 3: Delftse Hout Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 4
Figuur 4: Delftse Hout Door voedselrijkdom, licht, kalk en (fluctuerend) water wordt het strooisel heel snel door het bodemleven, zoals wormen en bacteriën, omgezet in een voedselrijke toplaag. Dit is de mullhumus. Uit- en inspoelingslagen, zoals op de arme bosbodems ontbreken. Figuur 5: Bodemprofiel nabij de Dobbeplas De Delftse Hout en zeker de Hertekamp zijn ingericht om het oog van de recreant te plezieren. De kunst is de belevingswaarde van het publiek én de natuurwaarde te vergroten. Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 5
Figuur 6 en 7: Hertekamp Analyse De analyse van de bossen is gedaan op basis van de indeling van de Vegetatie van Nederland, deel 5 [5]. De analyse wordt sterk vereenvoudigd door het gebruik van het programma SynBioSys van Alterra. Dit programma analyseert een opname uit het bos op de aspecten genormeerde waarschijnlijkheid, volledigheid en vreemde soorten. Een goede overeenkomst is gevonden als de waarde kleiner dan 0 is. Deze drie waarden worden nog samengevoegd tot een gecombineerde index. Hier geldt hoe kleiner hoe beter, zonder dat er een numerieke limiet aanwezig is. Een belangrijk nadeel van deze werkwijze is dat het begrip van de onderzoeker in het geheel niet wordt verhoogd. Daarom is op basis van de tabellen en de tekst in [5] een excelrekenblad gemaakt dat soortenlijsten kan verwerken [2b]. Dit werkt niet zo goed als SynBioSys, maar het kan desnoods in het veld al worden uitgevoerd. Ook vergroot dit Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 6
formulier wel het begrip voor de verschillen tussen de verbonden en bostypen/ associaties doordat de kensoorten en differentiërende soorten duidelijk zijn aangegeven. De waarnemingen in de Delftse Hout worden steeds afgezet tegen die in het Bieslandse Bos, zie [6], en voor zover mogelijk ook met de Wallertuin. Voor de lokaties waar de opnamen zijn gemaakt, zie Bijlage 1 en 2. Analyse op basis van diagnostische soorten Delftse Hout en Hertekamp De soortenlijst van deelgebied 2 in de Delftse Hout geeft opvallend weinig kensoorten van de Klasse der Eiken- en Beukenbossen op voedselrijke grond, zie Bijlage 3. Verder is er geen twijfel of dit de juiste keuze voor de klasse is. Het verbond is het Verbond van Els en Vogelkers. Hier moeten de differentiërende soorten helpen de keuze te maken. Het onderverbond is het Iepenonderverbond, waar het Abelen- Iepenbos en het Essen-Iepenbos toe behoren. Van deze twee associaties zijn geen kensoorten gevonden. Bieslandse Bos Onder de aanname dat het bossen betreft uit de Klasse der Eiken- en Beukenbossen op voedselrijke grond wordt in Bijlage 4 de verdere onderverdeling onderzocht. De verbondskensoorten wijzen op het Verbond van Els en Vogelkers. Het onderverbond hiervan is niet goed vast te stellen. De kensoorten en differentiërende soorten wijzen een verschillende kant op. Wallertuin De Wallertuin kent een rijke stinzeflora, zoals je dat van een bos uit het Iepenonderverbond mag verwachten. De kensoorten wijzen op een Abelen-Iepenbos: Gewone vogelmelk en Vingerhelmbloem, zie Bijlage 3. Analyse met SynBioSys Delftse Hout en Hertekamp Drie-parameteranalyse De zeven opnamen zijn niet steeds goed op naam te brengen, zie de drie-parametertest in Bijlage 5. Maar ook voor de opnamen die wel redelijk op naam te brengen zijn, geldt dat de opnamen soortenarm zijn. Het aspect volledigheid scoort steeds groter dan nul. Vijf keer wordt een susbassociatie van het Essen-Iepenbos als eerste geïndiceerd. Dat is wat men van nature mag verwachten, zie ook de verspreidingskaart in de Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland deel 4 [7]. Twee-parameteranalyse De twee-parametertest geeft 15 maal het Abelen-Iepenbos, 11 maal het Essen-Iepenbos en nog 9 maal een andere vegetatie-eenheid. Daarbij moet bedacht worden dat het Abelen- Iepenbos in drie subassociaties is opgedeeld en het Essen-Iepenbos in twee. Voor opname Delftse Hout 2 worden deze alle vijf bij de top vijf gegeven. Als je daarvoor corrigeert, wordt het Abelen-Iepenbos en Essen-Iepenbos beide evenveel geïndiceerd. Bieslandse Bos Drie-parameteranalyse Slechts vier van de tien opnamen zijn goed uit te sleutelen: 4, 8, 9 en 10, zie Bijlage 6. Dat wil zeggen dat de genormeerde waarschijnlijkheid en vreemde soorten kleiner dan nul Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 7
scoren. De score op volledigheid is steeds groter dan nul. Dat houdt in dat de opnamen soortenarm zijn. Opname nr. 10 is een ruigte onder populieren en sleutelt niet uit tot een bostype, maar tot een Zevenblad-associatie uit de Klasse der nitrofiele zomen door een gebrek aan bossoorten. De overige drie opnamen duiden steeds verschillende bossen aan. Het Bijvoet-ooibos (38Aa1) komt van nature langs de grote rivieren voor. Het Abelen- en Essen-Iepenbos (43Aa1 & 2) zijn nauw verwant en komen in west Nederland op de binnendijkse kleigronden voor. Twee-parameteranalyse De aanwijzing van klassen door deze analyse is niet zo eenduidig als bij de Delftse Hout en Hertekamp. Naast de Klasse der eiken-beukenbossen op voedselrijke grond komen ook de Klasse der wilgenbroekbossen en struwelen en de Klasse der elzenbroekbossen. Dit als teken dat de bossen wat natter staan dan in de Delftse Hout en Hertekamp. Daarnaast zijn er ook indicaties voor struwelen, zomen en graslanden. Dit zijn nog relicten van vóór de aanleg en de ontwikkelingsfase naar een echt bos. Discussie Conclusie Bieslandse Bos Hoewel de echte pionierfase voor deze bossen wel achter de rug lijkt, zijn er toch nog elementen die daaraan herinneren, zie Tabel 1. De ontwikkeling naar een volwassen bos is nog niet achter de rug. Het lijkt erop dat het Bieslandse Bos in het algemeen wat natter is dan de Delftse Hout en Hertekamp. Ook is de struweelfase nog sterker vertegenwoordigd. Conclusie Delftse Hout en Hertekamp De conclusie moet zijn dat het te verwachten Abelen-Iepenbos of Essen-Iepenbos beide nog niet goed genoeg ontwikkeld zijn. Ook in de streeplijsten ontbreken kensoorten van deze twee associaties. We hebben te maken het Iepenonderverbond waar beide toe behoren. Tabel 1: Uitsleuteling op basis van twee-parameteranalyse Klasse DH&HK % BB % 16 Klasse der matig voedselrijke 3 6 graslanden 32 Klasse der natte strooiselruigte 1 2 33 Klasse der nitrofiele zomen 3 9 9 18 36 Klasse der wilgenbroekstruwelen 1 2 37 Klasse der doornstruwelen 1 3 38 Klasse der wilgenbroekbossen en 5 10 struwelen 39 Klasse der elzenbroekbossen 2 4 43 Klasse der eiken- en beukenbossen op 31 89 29 58 voedselrijke grond Totaal 35 50 43Aa1&2 5 subassociaties 26 74 21 42 43Ab1 6 subassociaties 2 6 1 2 DH&HK: Delftse Hout en Hertekamp BB: Bieslandse Bos 43Aa1&2: Iepenonderverbond 43Ab1: Haagbeukenverbond Vogels De Vogelwacht Delft e.o. telt al vele jaren in natuurgebieden in en rond Delft de broedvogels. De waarnemingen zijn door de KNNV afd. regio Delft verwerkt tot grafieken. De hier Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 8
Aantallen verwijzingen getoonde grafieken zijn op basis van een indeling in ecologische groepen door Sierdsema [8]. Bedacht moet worden dat niet alle vogels even trouw zijn aan een biotoop. Er zijn generalisten en specialisten. De generalisten worden in meerdere biotopen meegeteld. Maar zelfs de naamgever van de Grasmus-groep, komt ook daarbuiten nog voor in de groep van de Struweelvogels, Bosrandstruweelvogels en de Roodborsttapuit-groep. De grafieken van Bieslandse Bos deel 1, Park Buitenhof en de tabel van de Delftse Hout geven de ontwikkeling van jong aangeplant bos, struweel en het voorlopige eindstadium van een redelijk ontwikkeld bos. De Grasmus-groep is kenmerkend voor struwelen, opslag en zeer jong bos, bosranden met struiken. In een jong aangeplant bos heeft deze groep na zo n tien haar piek om dan weer te verdwijnen. 70 Ecogroepen vogels Bieslandse Bos deel 1 60 50 40 30 Grasmus-groep Winterkoning-groep Vink-groep 20 10 0 1985-10 1990 1995 2000 2005 Polynoom (Grasmusgroep) Polynoom (Winterkoninggroep) Polynoom (Vink-groep) -20 Jaar Winterkoning-groep: jong bos, struiklaag in bossen Vink-groep: bos Grasmus-groep: ruigten, struwelen en bosranden Figuur 8: Ecogroepen vogels Bieslandse Bos deel 1 Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 9
Aantal verwijzingen Ecogroepen vogels Park Buitenhof 50 40 Winterkoning-groep Bosrandstruweelvogels 30 20 10 0 1970-10 1980 1990 2000 Jaar Vink-groep Polynoom (Winterkoning-groep) Polynoom (Bosrandstruweelvogels) Polynoom (Vink-groep) Winterkoning-groep: jong bos, struiklaag in bossen Bosrandstruweelvogels: mantels en zomen Vink-groep: opgaand bos Figuur 9: Ecogroepen vogels Park Buitenhof Tabel 2: Analyse broedvogeltellingen Vogelwacht Delft e.o. Delftse Hout-west en noordoost 2003-2006 Gr-nr Ecologische groep West NO 604 Winterkoning-groep 36 17 700 Bosrandvogels 7 2 703 Putter-groep 7 2 711 Bosrandstruweelvogels 11 5 800 Bosvogels 28 12 801 Vink-groep 18 8 803 Appelvink-groep 5 2 804 Grote Bonte Specht-groep 3 1 805 Kleine Bonte Specht-groep 3 1 811 Loofhoutvogels 8 3 812 Holenbroeders 6 2 813 Vogels van oud bos 11 4 De Bosrandstruweelvogels volgt hetzelfde lot als de de Grasmus-groep. Als het bos ouder wordt, worden deze soorten steeds meer een randverschijnsel. De Roodborsttapuit-groep is een beetje een buitenbeentje in dit gebied met een typering lage struwelen en heggen, hoge ruigten (heide, stuifz. en hoogv.). Ook deze groep piekt na tien jaar om dan weer te verdwijnen. De Winterkoning-groep voelt zich thuis in jong bos, maar meer nog in de struiklaag in bossen. Deze groep ziet haar concurrentie afnemen en haar biotoop toenemen in rijper wordend bos. De Vink-groep is in de Delftse Hout de grootste groep bosbewoners van het opgaand bos. Daarnaast komen er nu soorten uit de groep Vogels van oud bos bij: Grote bonte specht, Tjiftjaf, Pimpelmees en Boomkruiper. Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 10
Streefbeelden In 2008 is de discussie gestart over de herinrichting van het ruime gebied rond de Delftse Hout, zie de structuurvisie [9]. Dit geeft kansen aan de mensen die iets met de Delftse Hout en Hertekamp willen doen. Ons streven is het de biodiversiteit en natuurwaarden te verhogen. Dit ter bevordering van de natuur, maar zeker ook ter bevordering van de belevingswaarde voor de recreanten. In referenties [10 en 11] zijn goede aanzetten daarvoor te vinden. Onderstaande figuur komt uit de nota van de gemeente. Let op de toename van water rondom Knus, links van de Grote Plas, en op het ontbreken van P s langs de Tweemolentjeskade. Bossen Iepenonderverbond De echte kensoorten ontbreken nog in de ondergroei. De verspreidingsnelheid hiervan is gering en de afstand groot. Zo zijn daar de Wallertuin met Sneeuwklokje, Vingerhelmbloem en Oosterse sterhyacint, diverse bermen in Delft met Narcis, Crocus en Sterhyacint en de Heemtuin met Stengelloze en Slanke sleutelbloem. De Vegetatie van Nederland [5] zegt hierover: Veg. Van Ned. 5; p 305 over Abelen-Iepenbos: [Het duurt lang] voordat de karakteristieke bolgewassen zich in een nieuw aangelegd bos vestigen. Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 11
Veg. Van Ned. 5; p 307 over Essen-Iepenbos: [Vooral de stinzeplanten] vormen een bijzondere groep; ze vinden in de landgoedbossen [ ] optimale condities. Bijpoten van voorjaars- en stinzeplanten van Essen- en Abelen-Iepenbos lijkt de enige optie. Na de inrichting van de boom- en struiklaag moet nu ook de kruidlaag nog worden ingericht. Figuur 10: Voorjaarsaspect met Speenkruid, Bosanemoon en Holwortel (foto SynBioSys) Broekbos In recreatiegebieden wil men graag de grondwaterstand niet te hoog hebben. De bezoekers houden de voeten graag droog. Dat betekent dat broekbossen veelal geen kans krijgen in recreatiegebieden. Nu er een herinrichting gepland staat in de buurt bij Knus met meer water, valt het te overwegen daar ook wat laag gelegen broekbos bij te ontwikkelen. Bij het gebruik als calamiteitenberging van de Grote plas wordt de capaciteit in dat geval snel groter met stijgend water. Om dezelfde reden zijn in Tanthof oevers verlaagd. Figuur 11: Broekbos (foto SynBioSys) Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 12
Vogels Mantels, zomen en struwelen ontbreken vrijwel in de Delftse Hout. Daardoor ontbreken ook de typische soorten van bosranden en struwelen. Er liggen kansen voor een bredere zoom en struweel op de op te heffen parkeerplaatsen langs de Tweemolentjeskade. Figuur 12: Parkeerplaats langs Tweemolentjeskade volgens Google earth Figuur 13: Parkeerplaats gefotografeerd vanaf brug over Tweemolentjesvaart (rechtsboven op kaart hierboven) Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 13
Figuur 14: Ruim opgezette mantel bij Nismes, Belgische Ardennen Referenties [1] Plantensociologie van zomen, struwelen en bossen, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 2008 [2a] Bossen op voedselrijke grond, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 2008 [2b] Sjabloon Bossen op voedselrijke grond (excel rekenblad) [3] Mossen van bosbodems in voedselrijke bossen, C.J. Nonhof, KNNV afd. Regio Delft, 2008 [4] Algemene korstmossen op schors, C.J. Nonhof, KNNV afd. regio Delft, 2008 [5] De Vegetatie van Nederland deel 5, A.F.H. Stortelder, J.H.J. Schamineé, P.W.F.M. Hommel, Opulus Press, 1999 [6] Inventarisatie Bieslandse Bos 2006, KNNV afd. Regio Delft, 2006 [7] Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland deel 4, E.J. Weeda, J.H.J. Schaminée en L van Duuren, KNNV-Uitgeverij, 2005 [8] Broedvogels en beheer, H. Sierdsema, SOVON onderzoeksrapport 1995/04 of Staatbosbeheerrapport 1995-1 (Te downloaden van de SOVON-site samen met bijbehorend computerprogramma) [9] Gebiedsvisie Delftse Hout, concept, Gemeente Delft, 30 juni 2008 [10] Bosbeheer en biodiversiteit, P. Jansen, M. van Benthem, Uitgeverij Matrijs, 2008 [11] Plantenvademecum voor tuin, park en landschap, A. Koster, Fontaine Uitgevers, 2007 (met CD-ROM) Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 14
Bijlage 1; Bosopnamen Delftse Hout en Hertekamp 2008 450 Delftse Hout en Hertenkamp 371611 371612 371515 449 2.. 1. 4. 5 2.. 3. 1 371525 371621 372622 Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 15
Bijlage 2; Bosopnamen Bieslandse Bos 2006 450 10 Richting Nootdorp 9 Annex Delftse Hout 8 7 6 449 4 5 3 Achterin P-plaats Uylenburg 1 2 Bij P-plaats Krekengebied 86 88 87 Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 16
DH strlst 1 DH strlst 2 DH strlst 3 DH strlst 4 DH strlst 5 Wallertuin Bijlage 3; Resultaat streeplijsten Delfse Hout volgens diagnostische soorten Samenvatting kensoorten Klasse der Eiken- en Beukenbossen op voedselrijke grond 7 2 8 6 9 18 kensoorten Verbond van Els en Vogelkers 3 1 1 2 2 5 kensoorten Haagbeukenverbond 1 0 3 1 2 2 differentiërende soorten Verbond van Els en Vogelkers 3 5 5 4 4 6 differentiërende soorten Haagbeukenverbond 0 0 0 0 0 0 kensoorten Iepenonderverbond 4 1 1 1 1 4 kensoorten Onderverbond van Heksenkruid en Els 0 0 0 0 0 0 differentiërende soorten Iepenonderverbond 2 2 2 2 1 2 differentiërende soorten Onderverbond van Heksenkruid en Els 0 1 1 2 2 5 gemeenschappelijke soorten Onderverbond van Heksenkruid en Els & Haagbeukenverbond 0 0 0 0 0 1 kensoorten Abelen-Iepenbos 0 0 0 0 0 2 kensoorten Essen-Iepenbos 0 0 0 0 0 0 kensoorten Meidoorn-Essenbos 0 0 0 0 0 0 kensoorten Goudveil-Essenbos 0 0 0 0 0 0 kensoorten Vogelkers-Essenbos 0 0 0 0 0 0 kensoorten Eikenbos-Haagbeuken 0 0 0 0 0 0 Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 17
Bij P-plaats Achterin Annex Delftse Hout Richting Nootdorp Bijlage 4; Resultaat streeplijsten Bieslandse Bos volgens diagnostische soorten Samenvatting kensoorten Klasse der Eiken- en Beukenbossen op voedselrijke grond 6 3 5 3 kensoorten Verbond van Els en Vogelkers 2 2 2 1 kensoorten Haagbeukenverbond 0 0 1 1 differentiërende soorten Verbond van Els en Vogelkers 6 5 6 6 differentiërende soorten Haagbeukenverbond 0 0 0 0 kensoorten Iepenonderverbond 0 1 1 0 kensoorten Onderverbond van Heksenkruid en Els 0 0 0 0 differentiërende soorten Iepenonderverbond 2 1 2 1 differentiërende soorten Onderverbond van Heksenkruid en Els 3 2 4 2 gemeenschappelijke soorten Onderverbond van Heksenkruid en Els & Haagbeukenverbond 0 0 0 0 kensoorten Abelen-Iepenbos 0 0 0 0 kensoorten Essen-Iepenbos 0 0 0 0 kensoorten Meidoorn-Essenbos 0 0 0 0 kensoorten Goudveil-Essenbos 0 0 0 0 kensoorten Vogelkers-Essenbos 0 0 0 0 kensoorten Eikenbos-Haagbeuken 0 0 0 0 Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 18
Bijlage 5; Resultaat opnamen Delftse Hout en Hertekamp volgens SynBioSys Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 DH1 43Aa2 43Aa2 43Aa1 X X 43Aa2 43Aa1 43Aa2 43Ab1 43Aa1 DH2 43Aa2 43Aa1 43Aa1 X X 43Aa1 43Aa1 43Aa2 43Aa1 43Aa2 DH3 43Aa2 43Aa2 43Aa1 X X 43Aa2 43Aa2 43Ab1 43Aa1 43Aa1 DH4 43Aa2 X X X X 43Aa2 43Aa1 43Aa1 43RG3 43RG1 DH5 X X X X X 43Aa1 43Aa1 43Aa2 43Aa1 33DG2 HK1 33DG2 X X X X 33DG2 37Ab1 43Aa2 43Aa1 33Aa4 HK2 43Aa2 43Aa1 43Aa1 43RG3 43Aa1 43Aa2 43Aa1 43Aa1 43Aa1 43RG3 DH: Delftse hout HK: Hertekamp 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen Er is afgezien van het opnemen van de subassociaties; bedenk dat 43Aa1 er drie heeft en 43Aa2 twee (bij DH1, bijvoorbeeld, komen deze alle vijf naar voren) Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 19
Bijlage 6; Resultaat opnamen Bieslandse Bos volgens SynBioSys Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 BB1 43Aa1 X X X X 43Aa1 43Aa2 43Ab1 43Aa1 33DG2 BB2 X X X X X 43Aa1 43Aa2 43Aa1 43Aa2 43Aa1 BB3 X X X X X 38Aa1 16Ab5 16RG4 38Aa2 36Aa1 BB4 38Aa1 X X X X 38Aa1 38Aa2 38Aa3 33DG2 32DG5 BB5 X X X X X 39RG4 43RG3 33DG2 43RG1 43RG2 BB6 X X X X X 43Aa1 33DG2 43Aa2 43Aa1 43Rg1 BB7 X X X X X 33DG2 43Aa2 43Aa1 39RG4 43Aa2 BB8 43Aa2 43RG1 43Aa1 43Aa1 X 43Aa1 43Aa2 43RG1 43Aa1 33DG2 BB9 43Aa1 43Aa2 43Aa2 X X 43Aa1 43Aa2 43Aa2 43Aa1 43RG1 BB10 33Aa5 X X X X 16RG11 33Aa5 33Aa4 33RG2 43RG1 BB: Bieslandse Bos 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen Er is afgezien van het opnemen van de subassociaties; bedenk dat 43Aa1 er drie heeft en 43Aa2 twee (bij BB2, bijvoorbeeld, komen deze alle vijf naar voren) Inventarisatie Delftse Hout en Hertekamp 2008, KNNV afd. Regio Delft, 2008 20