Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem

Vergelijkbare documenten
Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Lijst met technische staleisen

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

Besluit Postbus 90151

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Herplaatsing Bijlage Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening natuurbescherming

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof

(Tekst geldend op: )

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof

Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof

Regeling geurhinder en veehouderij

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tabel 4 Diergebonden normen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij

Provinciaal blad 2012, 28

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IENM/BSK-2015/, tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij

Toelichting op tabel regels

Tabel 4 Diergebonden normen 2015

1 PS2012RGW07. Datum : 24 april 2012 Nummer PS: PS2012RGW07 Afdeling : VEH Commissie: RGW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tabel 4 Diergebonden normen

Wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij

Tabel 4 Diergebonden normen

Toelichting bij de lijst emissiefactoren fijn stof voor de veehouderij Maart 2010

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V2 van november Werkingsprincipe

Beton Detricon. 25 Detricon. 43 Anders Beton PAS R Agro Air Concepts, Ten Hoeve Projecten BV 45 CBgroep BVBA

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V5 van november Werkingsprincipe

Regeling stankemissie veehouderijen

Bedrijfsomvang en -type volgens NEG-typering

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2008

Tabel 4 Diergebonden normen

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V7 van november Werkingsprincipe

Tabel 4 Diergebonden normen

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V3 van november Werkingsprincipe

Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1 (begripsbepalingen)

Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten

Voorstel tot opname van een techniek in de PAS-lijst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit 81/16. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 16 december Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

Onderzoek geur ontwikkeling Biezenakker in Ulft

Informatiedocument Minder dieren houden

Informatiedocument Minder dieren houden

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Informatiedocument Leefoppervlaktes in de Intensieve Veehouderij CONCEPT, versie 3 Uitgeprint:

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 11 oktober 2016;

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V3 van november Werkingsprincipe

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogd en alternatief

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof Bijlage Richtlijnenboek Landbouwdieren

GEURHINDER VEEHOUDERIJEN OMMEN-OOST

Toelichting certificatie Plusstallen (inclusief ambitieniveau per diercategorie)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

onrtviimrje FRYSLAN Doe. nr.: Class, nr. Ingek.: 1 6 DEC 2015 Afdeling. Bah. door: Aid. Hoofd AWB.. weken voor kennisg. aangenomen/tel.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018

GPBV bedrijf: begrippen en voorbeelden. Ilse De Vreese Dep. Omgeving, afd. GOP, directie Omgevingsprojecten

PAS en Besluit huisvesting. LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

houdende regels met betrekking tot emissiearme huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren (Besluit emissiearme huisvesting)

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012

#Boerenhorenbijbrabant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

Dieren per m 2 staloppervlak

- Concept voor internetconsultatie -

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR

Actualisatie Fijn Stof in de landbouw

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikelen 28, 36 en 70 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet; Besluit: Artikel I

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogde situatie (voorkeursalternatief) en alternatief

Gebruikershandleiding rekenmodel Vee-combistof (pluimvee) (Versie: mei 2019)

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest Tweede kwartaal 2019

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Transcriptie:

Bijlage 1 bij de stikstof en Natura2000 Noord-Brabant Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen (versie 10 januari 2012) 1 2 Code in RAV-lijst Runderen A 1 A 2 A 3 A 4 A 5 A 6 A 7 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar kg NH3 per per jaar Beweiden*) 9,5 5,7 7,1 *) De streefreductie van geldt ook voor de biologische melkveehouderij gezien verplichte weidegang. De CvD adviseert specifiek voor strooiselstal systemen permanent opstallen in open stal permanent opstallen in mechanisch geventileerde stal zoogkoeien ouder dan 2 jaar vrouwelijk jongvee tot 2 jaar vleeskalveren tot 8 maanden vleesstierkalveren tot 6 maanden vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maanden (roodvleesproductie) fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar 70% 11,0 3,3 8,1 11,0 1,65 8,1 0% 5,3 - - Huisvesting van zoogkoeien vindt niet plaats in standaard stallen, vandaar geen verdere eisen. Tevens is sprake van lange 40-3,9 Afhankelijk van 3,9 type stal (open of 40-2,5 mechanisch geventileerd en al 2,5 of niet beweiding) 40-2,5 2,5 40-7,2 7,2 40-9,5 9,5 Voorlopig hanteren van waarden traditionele systemen. Er zijn enkele luchtwassystemen bij vleeskalveren haalbaar maar die vergen relatief nog te grote investeringen. Voor de categorien A5, A6 en A7 zijn op dit moment nog geen arme stalsystemen beschikbaar. 1 In de gevallen dat de technische staleisen niet alleen van bouwkundige aard zijn, maar ook voorzien in installaties als luchtwassers, spreekt het vanzelf, dat pas aan de technische staleisen voldaan is, indien deze installaties niet alleen aanwezig, maar ook hun specificaties in werking zijn. 2 Biologische veehouderijen dienen een bewijs van aanmelding of certificaat van Skal te overhandigen om te kunnen vaststellen dat het om (omschakeling naar) een biologisch veehouderijbedrijf gaat. 1/5

Code in RAV-lijst Schapen B 1 Geiten C 1 C 2 C 3 Varkens*) schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (zie eindnoot 1 en 2) geiten ouder dan 1 jaar opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen kg NH3 per per jaar 0% 0,7 0,7 0,7 Emissiereductie bij schapen wordt niet realistisch geacht, gezien de vaak lange 40-1,9 Afhankelijk van 1,9 type stal (open of 40-0,8 mechanisch geventileerd en al 0,8 of niet beweiding) 40-0,2 0,2 Voorlopig emmissiewaarde van traditionele systemen. Dit ook vanwege onzekerheid geitenhouderijsector ivm maatregelen Q- koorts. D 1.1 D 1.2 D 1.3 biggenopfok (gespeende biggen) hokoppervlak 0,35 m2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2 kraamzeugen (incl. biggen tot spenen) guste en dragende zeugen D 2 dekberen, 7 maanden en ouder D 3 vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking hokoppervlak 0,8 m2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 0,6 0,09 0,09 0,75 0,11 0,11 0,75*) 8,3 1,25 1,25 8,3*) 4,2 0,63 0,63 4,2*) 5, 5 0,83 0,83 5,5*) 2,5 0,38 0,38 3,5 0,53 0,53 3,5*) Luchtwassers werken goed in de praktijk. *) Voor biologische varkenshouderij geldt een streefreductie van. Gezien verplichte uitloop is toepassing van luchtwassers geen optie. Ook zijn er nog geen staltechnieken in de Rav beschikbaar. Per geval worden aanvullende reductie maatregelen gevraagd.. 2/5

Kippen E 1 E 2 opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken overige huisvestingssystemen nietbatterijhuisvesting NB: subcategorie biologische opfokhennen overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting NB: Subcategorie legouderdieren NB: subcategorie biologische leghennen per jaar 0,17 0,0255 0,016 kolonie 0,150 scharrel 0,030 volière bio scharrel: 0,17 bio volière: 0,05*) 0,045 0,00675 0,007 0,315 0,047 0,030 kolonie 0,068 scharrel 0,055 voliere 0,150 legouderdieren*) bio scharrel: 0,09**) bio volière: 0,09**) Algemeen: toepassing van luchtwassystemen in de pluimveehouderij zorgt in de praktijk nog voor problemen met stofophoping. Vandaar dat (voorlopig) vooral wordt gekozen voor systemen zonder luchtwassing. De praktijk kiest meer en meer voor systemen met roostervloer met arme techniek. *) Biologische pluimveebedrijven hebben een andere waarde omdat er nog weinig stalsystemen beschikaar zijn. Betreft het meest reducerende dat geen gebruik maakt van luchtwassing *) Vanwege hoge hygiëne eisen bij legouderdieren. **) Biologische pluimveebedrijven hebben andere waarde omdat er nog weinig stalsystemen beschikbaar zijn. 3/5

E 3 E 4 overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting (groot)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken (groot)ouderdieren van vleeskuikens per jaar 0,100 0,015 n.v.t. in verband met toekomstig verbod Batterijhuisvesting is wettelijk niet meer toegestaan vanaf 01-01-2012. Bedrijven zullen voor die datum moeten omschakelen naar kolonie-, volière of scharrelhuisvesting zie boven 0,250 0,0375 0,183 Betreft het meest reducerende dat geen gebruik maakt van luchtwassing 0,580 0,087 0,435 Er zijn enkele systemen die hieraan voldoen. E 5 vleeskuikens 0,080 0,012 0,037 Er zijn voldoende beschikbare systemen die op of onder deze waarde zitten. E6 Kalkoenen F 1 F 2 Additionele technieken i.c.m. - opfokleghennen (E1) en vleeskuikens (E5); - leghennen (E2) en vleeskuiken(groot)ouderdier en (E3 en E4) vleeskalkoenen in opfok, tot 6 weken vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken 0,030 0,050 0,0045 0,0075 0,010 0,015 0,15 0,023 0,15 0,47 0,07 0,47 Er is bij deze waarden voldoende keuze. Opslag van mest zonder mestbewerking is niet meer mogelijk. NB: Dit geldt voorlopig niet voor biologische pluimveebedrijven. Deze bedrijven zijn kleiner van omvang. Investering voor deze additionele technieken zijn te hoog. F 3 vleeskalkoenen van 30 weken en ouder 0,59 0,0885 0,59 F 4 vleeskalkoenen 0,68 0,102 0,49 Er zijn enkele nieuwe toepasbare systemen beschikbaar gekomen. 4/5

Eenden G 1 G 2 Nertsen H 1 Konijnen I 1 I 2 Parelhoenders J 1 Paarden K 1 K 2 K 3 K 4 Struisvogels L 1 L 2 L 3 vleeseenden tot 24 maanden vleeseenden per jaar 0,32 0,047 0,32 binnen mesten 0,210 0,03 0,210 buiten mesten (per afgeleverde eend) nertsen, per fokteef voedster van konijnen inclusief 0,15 ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd vlees en opfokkonijnen tot dekleeftijd parelhoenders voor de vleesproductie volwassen paarden (3 jaar en ouder) paarden in opfok (jonger dan 3 jaar) volwassen pony's (3 jaar en ouder) pony's in opfok (jonger dan 3 jaar) struisvogelouderdieren Diercategorie opfokstruisvogels (tot 4 maanden) Diercategorie vleesstruisvogels (4 tot 12 maanden) Er zijn voorlopig geen systemen beschikbaar anders dan 0% 0,019 0,019 0,019 Buiten mesten is niet toegestaan. 0,58 0,087 0,25 Het van dagontmesting met afvoer naar gesloten opslag wordt in vrijwel alle nertsenstallen toegepast. 1,2 0,18 0,77 0,2 0,03 0,12 Het betreft van mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine. 0% 0,05 0,05 0,05 Worden voor het grootste gedeelte in buitenren gehouden. 0% 5,0 5,0 5,0 0% 2,1 2,1 2,1 0% 3,1 3,1 3,1 0% 1,3 1,3 1,3 0% 2,5 2,5 2,5 0% 0,3 0,3 0,3 0% 1,8 1,8 1,8 Emissiereductie bij paarden wordt niet realistisch geacht gezien de vaak lange Emissiereductie bij struisvogels wordt niet realistisch geacht gezien het feit dat ze vooral buiten lopen 5/5