Navigatiesysteem. TravelPilot RGS 08. Gebruiksaanwijzing



Vergelijkbare documenten
Navigatie. TravelPilot DX-N. Gebruiksaanwijzing

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

1. Deze handleiding gebruiken

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE A3

Waarschuwingen. Controleer dat uw positie stabiel is voordat u uw reis begint.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Traffic Message Channel (TMC)

InteGra Gebruikershandleiding 1

Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station

Gebruikershandleiding HERE Drive

1. AM/FM-radio gebruiken

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Aanvullende gebruiksaanwijzing. SMS op het vaste net tiptel 340 clip

BeoSound Handleiding

Inhoud van de handleiding

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

Fleischmann Tachowagen HO

1. Wanneer een correctie moet worden gemaakt

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

Handleiding ComfortTouch App voor Busch-ComfortTouch. Busch-ComfortTouch / / Busch-ComfortTouch / /12-825

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker

Gebruikershandleiding Nokia Maps

Gebruikershandleiding HERE Maps

4.0 Bediening CD AM 19 C 12:10 45 C. Whirlpool Electronic LCD - Gebruikershandboek 12:10 12:10. Licht\kleurentherapie.

Nederlands. Deze functie wordt gestart met de TEST toets aan de achterzijde van het apparaat. Ga als volgt te werk:

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

TravelPilot Navigatie. TravelPilot DX-V. Gebruiksaanwijzing.

A = display B = 4-tal bedieningstoetsen A B. Functie toets. Instelmenu activeren; naar volgende stap in het submenu; waardeverandering bevestigen

LCD scherm va LCD scherm

Bedieningselement voor de Eeberspächer-standverwarmingen A WORLD OF COMFORT

GO x40, GO x30, GO x20, GO x10, GO,XXL IQ Routes, XL IQ Routes, XL,ONE, ONE 2nd edition, Urban Rider, Rider Pro

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c SC Putten - Tel : info@lagarde.nl

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

LCD scherm ve LCD scherm

Bosch iphone Navigation

Inhoudsopgave: Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Televisie menu. 4 Radio menu. 6 MiniGids. 8 TV Gids . Programma informatie oproepen. Kiezen en Kijken...

GO x40, GO x30, GO x20, GO x10, GO,XXL IQ Routes, XL IQ Routes, XL,ONE, ONE 2nd edition, Urban Rider, Rider Pro

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT

Verkorte gebruiksaanwijzing

Afstandsbediening Telis 16 RTS

SGH-A400 WAP browser Handleiding

GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Nederlands Français. Handleiding. Mobile Station

Een Net2 Entry Monitor configureren

Uw gebruiksaanwijzing. BLAUPUNKT RIO RCR 87

Gebruiksaanwijzing SE200/S regelapparaat

Programmeerprocedure - Eerste scherm

Gebruiksaanwijzing. Sauna Softdamp Infrarood Timer Langegolf Kleurenunit. Leisure Line

Inbouw handleiding Multi-Media Unit Mitsubishi Lancer

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Gebruiksaanwijzing elektronisch slot TeamLock 4

Bedieningen Dutch - 1

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

De Konftel 250 Korte handleiding

Handleiding en Tutorials

Video Intercom Systeem

ACSI HANDLEIDING GARMIN NÜVI 250

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer standaard

DT-F1/DT-F1V. NL Revision 1

Navigatie TravelPilot EX-V

COCKPIT 2 FC 520/ 530 / 535

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren!

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1-

Mitel 5360 phone. Cheatsheet. 1. Scherm. Luidspreker. 2. Oproep-/berichtindicator. Dempen. 3. Toetsen voor volume, luidspreker en dempen.

HANDLEIDING NAVIGATIESYSTEEM

HiPath 3000 HiPath Xpressions Compact Versie 2.0. Beknopte handleiding Xpressions aangepaste bedieningsinstructies

INSTRUCTIES SYNC-SOFTWARE UPDATE

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

BEDIENINGSINSTRUCTIES

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Honeywell. Gebruiksaanwijzing DFRC. RF Afstandsbediening Sfeerhaard

De BeoCom 6000 extra handset kunt u overal in huis en tuin met u meenemen.

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

toets kiezen uit 3 verschillende menu s nl.: Met de R-toets kan elk gekozen menu worden verlaten en komt men terug in de bedrijfssituatie.

Beginnerscursus TYRE. H. van Uden (

ADVISOR CD3401. Manager Handleiding. Software versie: vanaf V

Handleiding M532 HD-recorder

Handleiding bij de Booktest Generator

TYRECONTROL «P» A-188

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.0

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor

ASA espeed B25.14 en B45.14 Tot en met firmware versie D28

Handleiding Icespy MR software

TIPS EN HINTS VOOR BEGINNERS. Klik nu in de Menu balk op het menu item ELEMENT. Onder het woord Element gaat er nu vervolgens nu een sub menu open

Overzicht van het navigatiesysteem

FIAT DUCATO NL SMS-READER

Gebruikershandleiding vochtmeter FMW * * FMW Vochtmeter. Gebruiksaanwijzing Versie 3.13 VOCHTMETERS

O-synce NAVI2move. Gebruikershandleiding NEDERLANDS

Handleiding M532 PVR maart 2011

Gebruiksaanwijzing voor Afstandbediening Low Vision Design

Gebruikershandleiding Console Inbouw Station type 7043

Handleiding. Trenergy E-relax fietscomputer. Pagina: 1

Transcriptie:

Navigatiesysteem TravelPilot RGS 08 Gebruiksaanwijzing

Algemene informatie Bediening tijdens de rit Afleiding door de TravelPilot RGN 08 kan leiden tot blindvliegen. Wanneer u geen aandacht schenkt aan de actuele verkeerssituatie, kunt u ernstige ongelukken veroorzaken. Onthoud dat u bv. bij een snelheid van 50 km per uur in één seconde 14 meter aflegt. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat. Gebruik tijdens de rit uitsluitend de gesproken informatie en de pictogrammen op de monitor. Stop op een geschikte plaats wanneer u de Travel- Pilot RGS 08 opnieuw wilt programmeren of wanneer u gedetailleerde informatie wilt oproepen. Routegeleiding De regeling van het verkeer ter plaatse kan afwijken van de op de cd-rom opgeslagen gegevens. De TravelPilot RGS 08 kan u vanwege de aard van het systeem niet wijzen op een gewijzigde verkeerssituatie, bv. bij werk in uitvoering. Wanneer u de daadwerkelijke verkeerssituatie niet in acht neemt, bestaat het gevaar dat u ernstige ongelukken veroorzaakt. Bovendien overtreedt u de verkeersregels. Let op de borden die de actuele regeling van het verkeer aangeven. U als bestuurder bent als enige verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid. Gebruik telkens de nieuwste cd-rom voor de Travel- Pilot RGS 08, om dit probleem vooraf vergaand te voorkomen. Vraag uw dealer naar de laatste update.

9 10 1 2 3 4 5 6 11 12 7 8 13 14 15

Elementen voor bediening en aangifte TravelPilot RGS 08 1 Tekens kiezen, infolijst op kaart in- en uitschakelen, trajectdelen blokkeren in filemenu 2 Tekens kiezen, per bladzijde omslaan in lijsten, zoomgebied wijzigen bij kaartweergave, gesproken informatie luider bij routegeleiding 3 SET Gekozen teken instellen, wisselen van monitorweergave 4 Tekens kiezen, gesproken mededeling herhalen, trajectdelen blokkeren in filemenu 5 Tekens kiezen, per bladzijde omslaan in lijsten, zoomgebied wijzigen bij kaartweergave, gesproken informatie zachter bij routegeleiding 6 Cursor omhoog, wisselen routegeleiding / kaartweergave 7 ENT Enter-toets (bevestiging) 8 Cursor omlaag, filemenu oproepen tijdens routegeleiding 9 Hoofdregel : Invoerveld ; Cursor, wordt gestuurd met 6 en 8. De pijlen bij de cursor geven aan in welke richting de cursor kan worden bewogen. < Keuzeveld = Automatische helderheidssturing > Basishelderheid, instelbaar met + en.? Contrast, instelbaar met + en. 4

Productinformatie Toepassingsgebied De TravelPilot RGS 08 is ontworpen voor het gebruik in personenauto s. Op de cd-rom zijn momenteel geen beperkingen voor vrachtwagens en bussen opgeslagen, zoals hoogtebegrenzingen of maximale wiel- en asdruk. Wanneer hierop niet wordt gelet, bestaat gevaar voor ongelukken. Bovendien overtreedt u de verkeersregels. De TravelPilot RGS 08 mag alleen in personenauto s zonder beperkingen worden gebruikt. De TravelPilot RGS 08 is een zelfstandig, actief routegeleidingssysteem. Met dit systeem kunt u zich naar uw reisdoel laten geleiden wanneer voor uw positie en het reisdoel een geldige navigatie-cd is geplaatst. Tevens zijn cd s als de reisgids Merian Scout en cd s voor andere landen leverbaar. Op de monitor wordt de informatie optisch weergegeven. Bovendien worden de naam van de weg waarop u rijdt, de afstand en de resterende reistijd naar het reisdoel weergegeven. Voor een afslag verschijnt de naam van de weg waarin u dient af te slaan. Wanneer u een aanwijzing niet hebt opgevolgd, wordt binnen enkele seconden een nieuwe route naar het reisdoel berekend. Zo kunt u bv. gerust de u bekende sluipweg nemen, hoewel de TravelPilot u eerst een andere aanwijzing geeft. Het systeem is bekend met wegen met eenrichtingsverkeer, zones met beperkt verkeer (voetgangersgebieden, woonerven etc.) en afslagverboden, en houdt hiermee rekening bij de routeberekening voor personenauto s. Geleverd pakket TravelPilot RGS 08 Het navigatiesysteem bestaat uit een krachtige computer met geïntegreerde cd-romspeler, GPS-ontvanger, gyro, een afstandsbediening, een 5"-kleurenmonitor, een GPSantenne alsmede de actuele cd-rom. De routegeleiding verloopt audiovisueel. Via de radioluidsprekers verkrijgt u exacte informatie, bv. wanneer u waarheen dient af te slaan. Het volume en de klankkleur van de gesproken informatie kunnen worden veranderd. 5

Inhoud TravelPilot inschakelen... 7 Reisdoel invoeren... 8 Bestemming uit geheugen... 9 Stad... 9 Centrum... 10 Straat... 10 Kruispunt... 11 Reisdoelen in de omgeving... 11 Buiten de stad... 12 Bestemming bewaren... 12 Bestemming op kaart... 12 Start routebegeleiding... 14 Snelle weg... 14 Korte weg... 14 Individueel... 14 Verkeersopstopping... 18 Weergavesoorten op de monitor... 20 Pictogrammen... 20 Kaartweergave... 21 Symbolen op de kaart... 23 Info-menu... 24 Kaart huidige positie... 24 Bestemminginfo... 25 Routebeschrijving... 25 Autozoom... 25 Bestemmingsgebied... 26 DSC-menu (Direct Software Control)... 27 Bestemminggeheugen... 27 Actuele bestemming wissen... 29 Invoer positie... 29 Wegenopties... 31 Audio... 32 GPS-status... 33 Standby-tijd... 34 Versie... 34 Demo... 34 Voorbeeld voor het invoeren van het reisdoel... 35 Dag-/nacht-mode... 38 Demo-mode... 39 Appendix... 41 Cd-rom... 41 Cd verwisselen... 41 Onjuiste cd-rom... 42 Bandenwissel en calibrering... 42 Foutmeldingen... 43 Cd-leesfout... 43 Reiniging van het display... 43 6

Bediening tijdens de rit Afleiding door de TravelPilot RGS 08 kan leiden tot blindvliegen. Wanneer u geen aandacht schenkt aan de actuele verkeerssituatie, kunt u ernstige ongelukken veroorzaken. Onthoud dat u bv. bij een snelheid van 50 km per uur in één seconde 14 meter aflegt. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat. Gebruik tijdens de rit uitsluitend de gesproken informatie en de pictogrammen op de monitor. Stop op een geschikte plaats wanneer u de TravelPilot RGS 08 opnieuw wilt programmeren of wanneer u gedetailleerde informatie wilt oproepen. TravelPilot inschakelen De TravelPilot wordt geactiveerd wanneer het contact wordt aangezet. Op de monitor verschijnt de als laatste ingestelde navigatiepagina. Wanneer de kaartweergave op de monitor verschijnt (alleen tijdens de standby-tijd): Kies het NAV-menu met ENT. Nav-menu Het verzoek tot invoeren van het reisdoel of het laatst gekozen reisdoel verschijnt. In het Nav-menu kunt u de volgende functies kiezen: Info-menu Start routebegeleiding (indien reisdoel ingevoerd) Invoer bestemming MERIAN scout (indien een reisgids-cd is geplaatst) DSC-menu 7

Reisdoel invoeren Zet de cursor op Invoer bestemming met / en bevestig dit met ENT. Op de monitor verschijnt een selectie van mogelijkheden voor het invoeren van het reisdoel: Bestemming uit geheugen Voorwaarde: U hebt minimaal één reisdoel opgeslagen. Stad, wanneer het nieuwe reisdoel in een andere stad ligt dan het vorige reisdoel. Straat/kruispunt, wanneer het reisdoel in dezelfde stad ligt. Voorwaarde: het laatste ingevoerde reisdoel bevat de naam van een stad. Doelen in de omgeving, wanneer u als reisdoel het centrum van de plaats of andere bijzondere reisdoelen in de omgeving van de plaats wilt kiezen. Buiten de stad, wanneer uw reisdoel een snelwegop-/afrit, snelwegservicepunt, een snelwegknooppunt of een luchthaven is. Bestemming op kaart, wanneer u een reisdoel direct vanaf de kaart wilt kiezen. 8

Best. uit geheugen Stad Er moet minimaal één reisdoel in het reisdoelgeheugen zijn opgeslagen. Met / kunt u per pagina omslaan om een reisdoel te kiezen. Kies een reisdoel met de cursortoetsen /. Verschuif de keuzebalk met / naar links of naar rechts. Bevestig de keuze met ENT. Terug: Zet de cursor met / op Invoer bestemming en bevestig de keuze met ENT. Om een plaats van bestemming in te voeren. De naam van de als laatst gekozen plaats van bestemming verschijnt op de monitor. Neem de plaats over met ENT of voer als volgt een nieuwe plaatsnaam in: Verschuif de cursor met /, / en kies het eerste teken. Druk op SET. Het invoerveld wordt gewist en het eerste teken wordt ingevoerd. Om zo snel mogelijk bij de plaats van de bestemming in het register te komen, moeten afhankelijk van de eenduidigheid van de naam maximaal zes tekens worden ingevoerd. Voorbeeld: Xanten 1 één letter (X) Münchweier 6 zes letters (MÜNCHW) Met ENT komt u in het register van plaatsnamen. 9

Met / kunt u voor uw keuzen per pagina omslaan. Zet de cursor op de plaats van bestemming met / en bevestig deze met ENT. Stad wijzigen Hiermee kunt u een reeds gekozen stad veranderen. Nav-menu Invoeren afbreken en terug naar het Navmenu. Centrum Straat/kruispunt Wanneer Centrum wordt gekozen, verschijnt op de monitor een eventueel aanwezige lijst van alle op de cd opgeslagen stadsdelen in de plaats van bestemming. Deze menuoptie verschijnt alleen wanneer er straten in de plaats van bestemming zijn gedigitaliseerd. De tekens worden ingevoerd zoals hiervoor beschreven bij Stad. Zodra de gekozen straat is bevestigd met ENT wordt deze als reisdoel aangegeven onder de gekozen stad. Bij stadsdelen heeft de lijst met straten altijd betrekking op de op de monitor als eerste weergegeven plaatsnaam. Straat wijzigen Hiermee kunt u een reeds gekozen straat veranderen. 10

Nav-menu Invoeren afbreken en terug naar het Navmenu. Kruispunt Doelen omgeving Door een kruispunt op te geven kunt u uw reisdoel nauwkeuriger bepalen. Bij Kruispunt worden alle straten weergegeven die de gekozen straat kruisen of direct met deze straat in verbinding staan. Kies de kruising of splitsing die het dichtst bij uw bestemming ligt en bevestig deze met ENT. Kruispunt wijzigen Hiermee kunt u een reeds gekozen kruispunt veranderen. Nav-menu Invoeren afbreken en terug naar het Navmenu. Hier worden reisdoelen in de plaats van bestemming aangegeven, wanneer deze op de cd-rom zijn opgeslagen, zoals Centrum, Station, Parkeerplaats, Ziekenhuis etc., zodat het reisdoel sneller kan worden gekozen. De reisdoelen in de omgeving kunnen ook in een grotere omtrek rondom de gekozen plaats liggen. 11

Buiten de stad Bestemming bewaren Best. op kaart Hier kunt u reisdoelen buiten de stad invoeren, zoals snelwegafrit, snelwegservice of verkeersplein, luchthaven of grensovergang. Onder Luchthaven en Grensovergang kunnen regionale en internationale luchthavens, resp. grensovergangen worden ingevoerd. Het ingevoerde reisdoel kan voordat de routegeleiding is gestart worden opgeslagen. Zet hiertoe de cursor voor Bestemming bewaren en druk op ENT. Om het reisdoel snel terug te vinden, kunt u een korte naam invoeren. Wanneer u geen naam wilt invoeren, drukt u alleen op ENT. Het reisdoel is opgeslagen. Nadat deze menuoptie gekozen is, verschijnt op de monitor en op het noorden georiënteerde kaart van het als laatste ingevoerde bestemmingsgebied. Wanneer van tevoren geen reisdoel was ingevoerd, verschijnt de kaart van de actuele positie. Met de menuopties aan de linkerzijde van de monitor kan de functie van de toetsen,, en comfortabel worden gewisseld. In de volgorde van boven naar beneden hebben de menuopties de volgende functies: 12

1. Reisdoelster naar links, rechts, boven, beneden bewegen 2. Zoomfunctie Zet de cursor voor de gewenste functie door op de toetsen / te drukken. Afhankelijk van de gekozen functie kunt u nu met de toetsen,, en de reisdoelster op de positie zetten die u als volgend reisdoel wilt bereiken, of met de toetsen / de schaal van de kaart wijzigen (de cursor moet voor +/- staan). Wanneer de reisdoelster voorbij de rand van de kaart wordt bewogen, verschijnt automatisch een andere uitsnede van de kaart. Wanneer de positie is bereikt, drukt u op ENT. U kunt het reisdoel een korte naam geven. Wanneer u geen korte naam wilt invoeren, drukt u op toets ENT. Het reisdoel krijgt dan automatisch de naam Best. op kaart. Start de routegeleiding of zet de cursor voor Invoer bestemming en voer opnieuw een reisdoel in. Met Nav-menu wordt het invoeren van het reisdoel afgebroken. 13

Start routebegel. Snelle weg Korte weg Individueel Wanneer het reisdoel is ingevoerd, staat de cursor automatisch voor de menuoptie Start routebegel.. Door op toets ENT te drukken roept u het menu Wegenopties op. De volgende opties zijn mogelijk voor de berekening van het reisdoel. Er wordt een route berekend met een zo kort mogelijke reistijd tot het reisdoel. Er wordt een zo kort mogelijk route berekend, geoptimaliseerd naar het af te leggen traject. Onder deze menuoptie kunnen de opties Snelweg, Overzet en Tol worden geblokkeerd of vrijgegeven voor de routegeleiding. Zet hiertoe de cursor voor de gewenste optie en bevestig deze met ENT. Door opnieuw op toets ENT te drukken kunt u de gekozen optie inschakelen (met) of uitschakelen (zonder). Bovendien kan onder de optie Weg op dezelfde wijze worden bepaald of met de ingestelde opties een snelle of een korte route moet worden berekend. Alle gewenste combinaties van de keuzeopties zijn mogelijk (bv. met snelweg met overzet zonder tol korte weg). 14

Nadat de opties zijn vastgelegd zet u de cursor voor Start routebegel. en start u de routegeleiding door op toets ENT te drukken. Let op: Het kan voorkomen dat er een route met een bepaalde optie wordt berekend, hoewel deze bij de keuze geblokkeerd werd. Wanneer u bv. de optie zonder overzet hebt gekozen, maar uw reisdoel is alleen via een veerpont te bereiken omdat het op een eiland ligt, berekent het systeem de route tegen uw voorkeur toch mét veerpont. Nadat u het reisdoel hebt ingevoerd en de routegeleiding hebt geactiveerd door op toets ENT te drukken, kunt u beginnen met de rit. Het systeem begint de route te berekenen, gebruik makend van de op de cd opgeslagen wegenkaart. Op de monitor verschijnt de mededeling dat de route wordt berekend. Daarna wijst een pijl in de windrichting van het doel met de aanduiding Bereken route en de gesproken mededeling De route wordt berekend. Bovendien wordt de hemelsbrede afstand tot het reisdoel aangegeven. Wanneer u zich met uw auto op een gedigitaliseerde weg bevindt, wordt u na voltooiing van 15

de routeberekening naar uw reisdoel geleid d.m.v. gesproken rij-adviezen en pictogrammen. Het volume van de gesproken mededelingen kan tijdens de mededeling worden ingesteld met de toetsen /. Met wordt de actuele mededeling herhaald. Wanneer toets ENT tijdens de rit wordt ingedrukt, wordt de reisdoelinfo ca. vier seconden weergegeven. Terwijl de reisdoel-info wordt weergegeven kunt u terugkeren naar het Nav-menu door opnieuw op toets ENT te drukken, bv. om het Infomenu op te roepen. Wanneer u zich met uw auto op een niet-gedigitaliseerde weg bevindt, (bv. parkeerterrein, garage, parkeergarage) verschijnt de mededeling Onbekende weg. Wanneer u zich met uw auto buiten het gedigitaliseerde wegennet bevindt (bv. in het buitenland), verschijnt Onbekend gebied. In deze gevallen oriënteert u zich op de pijl op de monitor, die in de richting van het reisdoel wijst. Nadat u van een niet-gedigitaliseerde weg weer op het gedigitaliseerde wegennet bent gekomen, heeft het systeem enkele honderden meters nodig om weer rij-adviezen te kunnen geven. 16

Mocht u de aanbevolen route verlaten, dan berekent het systeem vanuit de actuele positie automatisch een nieuwe route naar het reisdoel. Wanneer u het reisdoel bereikt hebt, verschijnt op het display een finishvlag en is de mededeling U heeft uw bestemming bereikt te horen. Nadat de finishvlag verdwenen is, is op de monitor alleen nog de naam van de straat te zien waarop u op dat moment rijdt. Bij stilstand verschijnt het Nav-menu. Let op: Wanneer het ingevoerde reisdoel buiten het gedigitaliseerde wegennet ligt (bv. bijzondere reisdoelen als werkplaatsen e.d.), verschijnt nadat u het gedigitaliseerde gebied hebt verlaten een pijl op het display die in de richting van het reisdoel wijst. De gesproken mededeling hierbij luidt U heeft de omgeving van uw bestemming bereikt. Wanneer u zich in onmiddellijke nabijheid van het reisdoel bevindt, volgt de mededeling U heeft uw bestemming bereikt. Wanneer het gekozen reisdoel (bv. een opgeslagen eigen positie) niet in het gedigitaliseerde gebied ligt, is de mededeling Voor deze bestemming kunnen geen rij-instructies worden gegeven te horen. Op het display verschijnt dan Geen route en de pijl wijst in de richting van het reisdoel. 17

Verkeersopstopping Met de functie Verkeersopstopping kan de berekende route overeenkomstig de verkeerssituatie worden beïnvloed. Dat wil zeggen, u merkt een storing in het verkeer op of wordt hierover geïnformeerd via de radio (bv. vanwege een file of werk in uitvoering). U kunt nu, beginnend bij de actuele positie van de auto, gedeelten van de route blokkeren. De te blokkeren gedeelten zijn afhankelijk van het aanwezige wegennet. Er kunnen telkens gedeelten tussen afslagen worden geblokkeerd. Het eerste te blokkeren trajectdeel bevat het gedeelte tussen de positie van de auto en de als tweede volgende afslag. De navigatie berekent dan vanaf de volgende afslag een route die u indien mogelijk om de verstoring heen geleidt. U roept de filefunctie op door op toets te drukken. Voorbeeld: U rijdt in een plaats en bevindt zich met uw auto tussen afslag A en afslag B. Via de verkeersinformatie hoort u dat zich tussen de afslagen C en D een storing in het verkeer bevindt. 18

Nu kunt u door op toets te drukken het filemenu oproepen. Er verschijnt een schuifregelaar met daarboven een afstandsaanduiding, hier de afstand van de actuele positie van de auto tot afslag C. Door op toets te drukken voegt u het volgende gedeelte van de route eraan toe. In het voorbeeld is dit het gedeelte tussen C en D. Door op toets te drukken verwijdert u de trajectdelen weer. Wanneer u de gewenste lengte van het te blokkeren trajectdeel hebt gekozen, drukt u op toets ENT. De nieuwe route, die rekening houdt met de storing in het verkeer, wordt berekend. Via menuoptie Afbreken verlaat u het filemenu zonder wijziging. Het menu voor de routegeleiding verschijnt weer. Wanneer er een alternatieve route is berekend en u opnieuw op toets drukt, verschijnt opnieuw het filemenu met de extra optie om de alternatieve route te wissen. Zet hiervoor de cursor op voor Wissen en druk op toets ENT. Er wordt een nieuwe route berekend en het menu voor de routegeleiding verschijnt. Let op: De filefunctie wordt opgeheven wanneer het reisdoel is bereikt of wanneer een ander reisdoel of een andere file wordt ingevoerd. 19

Weergavesoorten op de monitor Tijdens de routegeleiding zijn twee soorten weergave op de monitor mogelijk: Pictogrammen (b.v. rij-adviezen) Kaartweergave Pictogrammen Wanneer de kaartweergave actief is, kan met toets worden overgeschakeld op de pictogrammen. Op de monitor verschijnt: - het pictogram voor het rij-advies (midden) - de resterende afstand tot het reisdoel (linksboven) - de resterende rijtijd (rechtsboven) - de afstand tot de volgende afslag (rechts naast het pictogram) - de weg waarop u rijdt of, bij stilstand, het Nav-menu (onder) Bij een advies om af te slaan, verschijnt op de monitor: - de weg waarnaar moet worden afgeslagen (boven), totdat de afslag voltooid is - een afstandsbalk die u geleidt tot aan het punt van afslaan (rechts naast het pictogram) 20

Kaartweergave Wanneer de kaartweergave actief is, kan met toets worden overgeschakeld op de pictogrammen. De kaart is tot de 20 km-schaal georiënteerd op de rijrichting. Vanaf de 20km-schaal is de weergave georiënteerd in de richting van het reisdoel. Vanaf de 10km-schaal is de kaart georiënteerd op het noorden. U kunt de schaal wijzigen door op de toetsen / te drukken. In de kaartweergave verschijnen: - de berekende route (knipperend) - de actuele positie van de auto en, afhankelijk van de schaal, ook het reisdoel. - de weg waarop u rijdt (beneden) - de ware afstand tot het reisdoel (linksboven) of de naam van de weg waarnaar u dient af te slaan. - de gekozen schaal (rechtsboven) - een infobalk (links) met reistijd rij-advies kompas GPS-status richting van het reisdoel U kunt deze infobalk in- resp. uitschakelen door op toets te drukken. - een wegenkaart in kleur tegen een lichtgrijze achtergrondkleur met spoorlijnen, rivieren en bijzondere kaartsymbolen - steden en plaatsen in donkergrijze kleur - stadsparken (schaal 100 m - 500 m) en nationale parken (schaal 1km - 5 km) in groene kleur, rivieren en meren blauw 21

De straten zijn gekenmerkt met de volgende kleuren: rood = autosnelweg geel = autowegen (schaal t/m 100 km) groen = provinciale wegen (schaal t/m 10 km) donkergroen = doorgaande wegen in de bebouwde kom (schaal t/m 2 km) lichtbruin = woonstraten (schaal t/m 0,2 km) lichtbruin gestippeld = werkterreinen (alleen schaal 0,1 km) groen gestippeld = voetgangersgebieden (schaal t/m 0,2 km) 22

Symbolen op de kaart Bij de kaartweergave verschijnen afhankelijk van de gekozen schaal en de gebruikte cd verschillende symbolen voor inrichtingen van algemeen belang. De symbolen hebben de volgende betekenis: Symbool Betekenis Symbool Betekenis autoverhuur station winkelcentrum luchthaven hotel ziekenhuis openbare instelling parkeerterrein postkantoor rustplaats met kiosk restaurant sportveld tankstation theater / bioscoop toilet werkplaats parkeer & reis 23

Info-menu Kaart huidige pos. Nav-menu Er verschijnt een kaart met de actuele positie van de auto. De kaart is tot de 20 kmschaal georiënteerd op de rijrichting. Vanaf de 20 km-schaal is de weergave georiënteerd in de richting van het reisdoel. Vanaf de 100 km-schaal is de kaart georiënteerd op het noorden. U kunt de schaal wijzigen door op de toetsen / te drukken. Bij stilstand: Terug naar het Info-menu met ENT. Tijdens de rit: Na indrukken van de ENT-toets is de reisdoel-info ca. vier seconden te zien. Terug naar het Info-menu: Druk tijdens de weergave van de reisdoel-info opnieuw op ENT. Wanneer de routegeleiding actief is, schakelt u met over op de pictogrammen. Terug naar het Nav-menu. Alleen nadat het reisdoel is ingevoerd en de routegeleiding is gestart: Tijdens de rit worden deze menu s continu geactualiseerd en er vindt akoestische routegeleiding plaats. 24

Bestemminginfo Routebeschrijving De reistijd, afstand vanaf uw positie en de plaatsnaam van het reisdoel worden weergegeven. Terug met Info-menu. Hiermee kunt u de wegen laten weergeven die u vanaf uw positie tot uw bestemming zult berijden. Sla eventueel om met / of /. Terug met Info-menu. Let op: Wanneer u zonder snelweg kiest, kan het systeem de route op grotere afstand van de positie aanvankelijk ook met gebruikmaking van snelwegen berekenen. Aangezien de route tijdens de rit continu wordt geoptimaliseerd, kan de route bij nadering van het reisdoel toch voldoen aan de gekozen vereisten. Autozoom Geeft positie, reisdoel en rijroute aan op een zo goot mogelijke schaal. positie reisdoel De oriëntatie is in beginsel op het noorden. De positiepijl geeft de rijrichting aan t.o.v. het noorden. De schaal kan worden gewijzigd met. Met wordt de optimale schaal ingesteld. Wijziging van de schaal onder Autozoom 25

laat de schaal van de routegeleidingskaart ongewijzigd. Bij stilstand: Terug naar het Info-menu met ENT. Tijdens de rit: Na indrukken van de ENT-toets is de reisdoel-info ca. vier seconden te zien. Terug naar het Info-menu: Druk tijdens de weergave van de reisdoel-info opnieuw op ENT. Wanneer de routegeleiding actief is, schakelt u met over op de pictogrammen. Bestemmingsgebied Geeft het gebied rondom het reisdoel weer op dezelfde schaal als de kaart van de positie. De schaal kan worden gewijzigd met de toetsen /. De kaart is georiënteerd op het noorden. Bij stilstand: Terug naar het Info-menu met ENT. Tijdens de rit: Na indrukken van de ENT-toets is de reisdoel-info ca. vier seconden te zien. Terug naar het Info-menu: Druk tijdens de weergave van de reisdoel-info opnieuw op ENT. Wanneer de routegeleiding actief is, schakelt u met over op de pictogrammen. 26

DSC-menu (Direct Software Control) Het DSC-menu dient om het systeem te configureren naar uw persoonlijke wensen en bestaat uit de volgende menuopties: Nav-menu Bestemminggeheugen Act. best. wissen Invoer positie Wegenopties Audio GPS-status Standby-tijd Versie Demo Nav-menu Terug naar het Nav-menu. Bestemminggeheugen Onder deze optie kan het reisdoelgeheugen worden bewerkt. De volgende bewerkingen zijn mogelijk: Sorteren ABC... Reisdoelen alfabetisch rangschikken Sorteren afstand Reisdoelen sorteren a.h.v. de afstand van de positie van het moment. De volgorde in het reisdoelgeheugen wijzigt zich met de positie. 27

Sortering terug Sortering terugzetten op de volgorde waarin de reisdoelen werden ingevoerd. Bestemming bewaren Om het laatst ingevoerde reisdoel op te slaan. Om het reisdoel snel te kunnen terugvinden, kunt u een korte naam invoeren. Wanneer u geen korte naam wilt invoeren, drukt u alleen op ENT. Positie als best. U kunt uw positie opslaan als reisdoel. Dit is vooral raadzaam wanneer u in een vreemde stad terug wilt naar dit reisdoel, bv. uw hotel. Er moet een korte naam worden ingevoerd. Elke korte naam kan slechts eenmaal worden gebruikt. Wanneer de korte naam al bestaat, wordt u gevraagd een andere naam in te voeren. Bestemming wissen Roep de functie op indien gewenst. Kies het te wissen reisdoel met / en bevestig dit met ENT. Bevestig ja / nee met ENT. Het reisdoel is gewist uit het reisdoelgeheugen. DSC-menu Terug naar het DSC-menu. 28

Act. best. wissen Invoer positie Het als laatste ingevoerde (actuele) reisdoel wordt gewist. U wordt verzocht een nieuw reisdoel in te voeren. Wanneer de auto met de autotrein of een veerpont is vervoerd, moet het systeem zich positioneren op de nieuwe positie. Dit gebeurt m.b.v. GPS automatisch na enkele honderden meters rijden. Wanneer het systeem zichzelf niet kan positioneren, moet de positie met de hand worden ingevoerd. Let op: De positie moet een kruispunt of een opgeslagen positie zijn. Uit geheugen U kunt een opgeslagen reisdoel invoeren als positie. De reisdoelen die geschikt zijn om te worden ingevoerd als positie, zijn met een kleur geaccentueerd. Stad/kruispunt U kunt de positie invoeren in de volgorde stad, straat, kruispunt. Er bestaan niet-eenduidige kruisingen (ringwegen). Deze zijn niet geschikt voor het invoeren van de positie. 29

Kaart Met de menuopties aan de linkerzijde kan de functie van de toetsen,, en comfortabel worden gewisseld. In de volgorde van boven naar beneden hebben de menuopties de volgende functies: 1. Autosymbool naar links, rechts, boven, beneden bewegen 2. Zoomfunctie 3. Autosymbool oriënteren op de rijrichting Het kiezen van de gewenste functie geschiedt met de toetsen /. Afhankelijk van de gekozen functie kunt u het autosymbool nu met de toetsen,, en op de daadwerkelijke positie zetten, met de toetsen / de schaal van de kaart wijzigen (cursor staat voor +/-) of het autosymbool in de gewenste rijrichting draaien (cursor staat voor ). DSC-menu Terug naar het DSC-menu. 30

Wegenopties Hier kunt u vastleggen welke voorinstellingen er gelden na het oproepen van Start routegeleiding en op welke positie de cursor staat. DSC-menu Terug naar het DSC-menu. Snelle weg Wanneer u snelle weg kiest en activeert door op toets ENT te drukken, staat de cursor na het oproepen van menuoptie Start routebegel. automatisch voor snelle weg. Korte weg Wanneer u korte weg kiest en activeert door op toets ENT te drukken, staat de cursor na het oproepen van menuoptie Start routebegel. automatisch voor korte weg. Individueel Hier kunnen opties worden ingesteld voor de individuele routeberekening. Deze worden automatisch overgenomen wanneer na Start routegeleiding individueel wordt gekozen als routeberekening. Zet hiertoe de cursor voor de gewenste optie en bevestig deze met ENT. Door opnieuw op toets ENT te drukken kunt u de gekozen optie inschakelen (met) of uitschakelen (zonder). 31

Audio Taal U kunt een in het overzicht vermelde taal kiezen voor het display en de gesproken mededelingen. Wanneer de taal wordt gewijzigd, worden de gesproken mededelingen automatisch opnieuw geladen. Let op: Bij enkele instelbare talen, bv. Deens en Zweeds, verschijnen de menu s in de desbetreffende taal, maar worden de gesproken mededelingen in het Engels weergegeven. Taal opnieuw laden Bij spanningsonderbrekingen of bij ontkoppeling van de accu kan het voorkomen dat de mededelingen onvolledig of vervormd worden weergegeven. In dit geval moet de taal opnieuw worden geladen. Let op: Het laden van de taal duurt doorgaand 30 seconden. Volume Wanneer Volume is gekozen, kunt u het basisvolume (volume bij inschakelen) instellen met /. 32

Afwijkingen van het basisvolume kunnen tijdens de routegeleiding worden ingesteld met /. Deze afwijkingen blijven bewaard totdat het apparaat wordt uitgeschakeld. Bass U kunt de basweergave wijzigen met /. Er volgt een akoestische bevestiging. Treble U kunt de hoogweergave wijzigen met /. Er volgt een akoestische bevestiging. DSC-menu Terug naar het DSC-menu. GPS-status Informatie over hoeveel satellieten er beschikbaar zijn en hoeveel daarvan er worden ontvangen. Daarna volgt de aanduiding van de positie (geografische lengte en breedte). DSC-menu Terug naar het DSC-menu. 33

Standby-tijd Versie Demo Wanneer het contact van de auto wordt afgezet, wordt ook de TravelPilot volledig uitgeschakeld. Nadat de TravelPilot opnieuw is ingeschakeld, moet de routegeleiding opnieuw worden gestart. Om de routegeleiding actief te houden, kunt u een standby-tijd invoeren. Tijdens deze standby-tijd is de monitor donker, maar de als laatste ingestelde toestand blijft bewaard. Deze verschijnt na het starten van de auto direct op de monitor en de routegeleiding wordt automatisch voortgezet. De maximale standby-tijd bedraagt 45 minuten, ook wanneer een langere tijd wordt ingevoerd. Aanduiding van de softwareversie. Simulatie van een Start-routegeleiding. Beschrijving zie pagina 39. 34

Voorbeeld voor het invoeren van het reisdoel Gekozen reisdoel: Hildesheim, kruising Kaiserstraße / Bahnhofsallee Kies met de cursor achtereenvolgens de volgende menu-opties met de functietoetsen en bevestig ze met ENT: Nav-menu Invoer bestemming Stad Op de hoofdregel verschijnt Voer stad in. Kies de letter H op de volgende wijze: Druk op / resp. / totdat de H invers wordt weergegeven. Druk op SET. De H verschijnt nu in het invoerveld. Kies achtereenvolgens I, L, D, E en S. Op de invoerregel moet nu HILDES staan. Deze letters zijn voldoende om in het plaatsnamenregister in de buurt van de stadsnaam HILDESHEIM te komen. Beëindig het invoeren met ENT. Het plaatsnamenregister verschijnt. De cursor staat bij HILDESHEIM. Druk op ENT. Op de monitor verschijnt na korte tijd het gekozen reisdoel HILDESHEIM. 35