COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Vergelijkbare documenten
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

6850/08 AL/mg DG C I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

14899/09 HD/mm DG H 2 A

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 maart 2004 (OR. fr) 6967/04 LIMITE AVIATION 56 AELE 3 OC 189

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

Publicatieblad van de Europese Unie L 212/7

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

- een bijgewerkte lijst van landen die onderworpen zijn aan een EU-embargo op de uitvoer van wapens (bijlage I);

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2000 (OR. en) 13191/00 Interinstitutioneel dossier: 2000/0137 (C S) LIMITE UEM 120 ECOFI 330

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100

6986/01 CS/vj DG H I NL

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

2019 no. 47 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

Publicatieblad van de Europese Unie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0061/

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Transcriptie:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.03.2000 COM(2000) 145 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot schorsing voor een periode van zes maanden, van Verordening (EG) nr. 2151/1999 houdende een verbod op vluchten tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië, met uitzondering van de Republiek Montenegro en de provincie Kosovo en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nrs. 1294/1999 en 2111/1999 van de Raad ten aanzien van de betalingen en leveringen met betrekking to vluchten tijdens de schorsingsperiode (door de Commissie ingediend)

TOELICHTING (1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 2151/1999 van de Raad van 11 oktober 1999 het verbod bevestigd op vluchten tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië dat voor het eerst werd ingesteld in mei 1999, met uitzondering van vluchten naar de Republiek Montenegro en de provincie Kosovo. (2) Op verzoek van de democratische krachten in de Federale Republiek Joegoslavië, met name de politieke oppositie in de Republiek Servië hechtte de Raad op 28 februari 2000 zijn goedkeuring aan een Gemeenschappelijk Standpunt waarbij wordt vastgesteld dat het verbod op vluchten voor een periode van zes maanden moet worden geschorst en waarbij de Gemeenschap wordt gevraagd de uit deze schorsing voortvloeiende maatregelen volledig uit te voeren. (3) Bijgaand is een voorstel voor een verordening van de Raad tot uitvoering van dit Gemeenschappelijk Standpunt. Om ervoor te zorgen dat vluchten daadwerkelijk kunnen worden hervat, niet alleen van communautaire luchtvaartmaatschappijen maar ook van de luchtvaartmaatschappij van de voormalige Republiek Joegoslavië, JAT, dient de schorsing zodanig te worden uitgevoerd dat JAT, ondanks de financiële beperkingen die op JAT van toepassing zijn omdat dit een onderneming is die deel uitmaakt van de definitie van de regering van de FRJ in Verordening (EG) nr. 1294/1999 van de Raad, in elke lidstaat over één bankrekening kan beschikken om betalingen in verband met toegestane vluchten te maken en te ontvangen. Het voorstel voorziet in de mogelijkheid van dergelijke rekeningen en betalingen die nodig zijn in verband met deze vluchten die anders verboden zouden zijn. (4) Wat de levering van aardolie en aardolieproducten betreft die nodig zijn om de vluchten uit te voeren voorziet het voorstel in de leveringen die nodig zijn aan luchtvaartuigen die worden ingezet in vluchten naar de Federale Republiek Joegoslavië, in luchthavens in zowel de Gemeenschap en voor zover het embargo van toepassing is, in derde landen. Om het embargo niet aan te tasten wordt het aan de autoriteiten van de FRJ overgelaten ervoor te zorgen dat brandstof beschikbaar is in luchthavens in de FRJ en brandstof te leveren aan zowel toestellen die in de Gemeenschap zijn geregistreerd als aan andere luchtvaartuigen zonder hierbij een onderscheid te maken. (5) Rekening houdend met het feit dat de schorsing van beperkte duur is, wordt voorgesteld dat de betalingen alsmede de leveringen van aardolie en aardolieproducten moeten worden opgegeven om de basis te verschaffen voor een evaluatie van een schorsingsoperatie. 2

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot schorsing voor een periode van zes maanden, van Verordening (EG) nr. 2151/1999 houdende een verbod op vluchten tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië, met uitzondering van de Republiek Montenegro en de provincie Kosovo en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nrs. 1294/1999 en 2111/1999 van de Raad ten aanzien van de betalingen en leveringen met betrekking to vluchten tijdens de schorsingsperiode DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 60 en 301, Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2000/176/GBVB van 28 februari 2000, door de Raad aangenomen op grond van artikel 15 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake een schorsing, voor een beperkte periode, artikel 4 van Gemeenschappelijk Standpunt 1999/318/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de Federale Republiek Joegoslavië 1, Gezien het voorstel van de Commissie 2, Overwegende hetgeen volgt: (1) In het licht van een dringend en unaniem verzoek van de democratische oppositie in de Federale Republiek Joegoslavië heeft de Raad bepaald dat het verbod op vluchten tussen de Federale Republiek Joegoslavië en de Europese Gemeenschap tot eind augustus 2000 moet worden geschorst terwijl de Raad zijn algemeen beleidskader van maximale druk op President Milosevic en zijn regime, de versterking van het visumverbod en de financiële sancties handhaaft en met voldoening de toezegging onthaalt van de democratische krachten in de Federale Republiek Joegoslavië om zich gezamelijk in te zetten voor democratische verandering. (2) De bepalingen van Verordening (EG) nr. 2151/1999 houdende een verbod op vluchten tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië, met uitzondering van de Republiek Montenegro en de provincie Kosovo 3, moeten derhalve tijdens die periode, indien is voldaan aan de in deze verordening omschreven voorwaarden, worden geschorst. 1 2 3 PB L 56 van 1.3.2000, blz. 1. PB C PB L 264 van 12.10.1999, blz. 3. 3

(3) Verordening (EG) nr. 1294/1999 van de Raad inzake de bevriezing van middelen en een verbod op investeringen ten aanzien van de Federale Republiek Joegoslavië 4 en Verordening (EG) nr. 2111/1999 van de Raad houdende een verbod op de verkoop en de levering van aardolie en bepaalde aardolieproducten aan de Federale Republiek Joegoslavië 5, moeten voorts worden gewijzigd om bepalingen op te nemen om de overdracht van middelen, de aanwending van middelen en leveringen van aardolie en aardolieproducten die nodig zullen zijn voor vluchten tijdens de schorsingsperiode mogelijk te maken. (4) Er dienen bepalingen te worden opgenomen in verband met het toezicht op de tenuitvoerlegging van de schorsing. HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Verordening (EG) nr. 2151/1999 van de Raad wordt tot 28 augustus geschorst. 2. Voor de in het vorig lid bedoelde periode mogen de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2151/1999 van de Raad opgenomen bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor individuele of reeksen vluchten van burgerluchtvaartuigen zoals omschreven in artikel 1, onder c), tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië. Onverminderd de bevoegdheid van deze bevoegde autoriteiten om de toestemming in te trekken verstrijkt de uit hoofde van dit artikel verleende toestemming op de in lid 1 van dit artikel vermelde datum of op een eerdere datum indien hiertoe wordt besloten door de bevoegde autoriteiten die de toestemming hebben verleend. Artikel 2 1. Onverminderd artikel 3, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1294/1999 van de Raad kan JAT-Jugoslovenski Aerotransport (Joegoslavische luchtvaartmaatschappij) in elke lidstaat een rekening openen bij een communautaire bank om betalingen te ontvangen en te verrichten met betrekking tot vluchten tussen het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië en het grondgebied van de Europese Gemeenschap. De middelen op dergelijke rekeningen worden uitsluitend aangevend voor betalingen met betrekking tot dergelijke vluchten, de kosten voor in de Gemeenschap verleende verkeersleidingsdiensten, de kosten voor de grondafhandeling en andere diensten die door communautaire ondernemingen in luchthavens in de Gemeenschap zijn verleend, kosten voor diensten die zijn verleend door luchtvaartmaatschappijen die hun hoofdzetel of maatschappelijke zetel in een lidstaat van de Gemeenschap hebben, 4 5 PB L 153 van 19.6.1999, blz. 63. PB L 258 van 5.10.1999, blz. 12. 4

de kosten van leveringen aan luchtvaartuigen in luchthavens in de Gemeenschap, van goederen die nodig zijn voor de normale uitvoering van toegestane vluchten, met inbegrip van aardolie en aardolieproducten, en belastingen, douanerechten en andere heffingen die zijn ingesteld door de Gemeenschap en haar lidstaten. 2. Onverminderd artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1294/1999 worden middelen die door JAT van buiten de Gemeenschap worden overgebracht naar een bankrekening die is geopend overeenkomstig het bepaalde in het voorgaand lid, niet bevroren. 3. Artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1294/1999 is niet van toepassing op betalingen voor goederen en diensten alsmede betalingen van belastingen, douanerechten en andere heffingen mits is voldaan aan de volgende voorwaarden. (a) (b) (c) (d) (e) de verplichting rechstreeks en onmiddelijk te betalen in verband met vluchten tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië, uitgevoerd tijdens de in artikel 1, lid 1, bedoelde periode; de kosten, prijzen of tarieven worden op niet-discriminerende basis toegepast en wel zodanig dat de hoogte van dergelijke kosten, prijzen of tarieven in Euro niet het niveau overschrijdt dat van toepassing was gedurende de zes maanden voorafgaande aan 19 juli 1999, vermeerderd met het gemiddelde inflatiepercentage in de Gemeenschap sedert die datum; in het geval van betaling van belastingen, douanerechten en andere heffingen die voor of na de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingesteld, mogen deze niet zijn ingesteld om de beperking van de economische betrekkingen met de Federale Republiek Joegoslavië die werd vastgesteld door de Europese Gemeenschap te compenseren en de betalingen moeten verschuldigd zijn in verband met vluchten die zijn toegestaan overeenkomstig artikel 1, lid 2; middelen worden alleen overgemaakt naar de Federale Republiek Joegoslavië indien de persoon die de betaling verricht niet alleen aantoont dat de betaling in de Federale Republiek Joegoslavië moet plaatsvinden maar ook dat hij over onvoldoende middelen in dat land beschikt om de betaling te verrichten en voorafgaand toestemming wordt verkregen van de bevoegde autoriteit van de lidstaten zoals vermeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1294/1999 van de Raad; en alle betalingen worden opgegeven aan de bevoegde autoriteiten van de meest betrokken lidstaat, zoals vermeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1294/1999 van de Raad, en elke maand aan de Commissie, uiterlijk twee weken na afloop van de maand waarop het verslag betrekking heeft. Het verslag, waar van toepassing, dient vergezeld te gaan van bewijsmateriaal ter motivering van de betalingen aan de Federale Republiek Joegoslavië. 5

Artikel 3 1. Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2111/1999 van de Raad is niet van toepassing op de levering van aardolie en aardolieproducten aan burgerluchtvaarttoestellen in een luchthaven van de Gemeenschap mits (a) (b) (c) dergelijke leveringen noodzakelijk zijn voor de normale uitvoering van toegestane vluchten; dergelijke leveringen rechtstreeks en onmiddelijk verband houden met vluchten tussen het grondgebied van de Gemeenschap en het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië waarvoor overeenkomstig artikel 1, lid 2, toestemming is verleend; en alle leveringen worden opgegeven aan de bevoegde autoriteiten van de meest betrokken lidstaat, zoals vermeld in de Verordeningen (EG) nrs. 1084/1999 en 1971/1999 van de Commissie 6, en elke maand aan de Commissie, uiterlijk twee weken na afloop van de maand waarop het verslag betrekking heeft. 2. Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2111/1999 van de Raad is niet rechtstreeks of onrechtstreeks, van toepassing op de leveringen van aardolie en aardolieproducten van volgens het recht van een lidstaat geregistreerde of opgerichte rechtspersonen aan vliegtuigen in luchthavens in derde landen andere dan de Federale Republiek Joegoslavië, mits dergelijke leveringen nodig zijn voor de normale uitvoering van toegestane vluchten en rechtstreeks en onmiddellijk betrekking hebben op vluchten tussen het grondgebied van het betrokken derde land en de Federale Republiek Joegoslavië, uitgevoerd tijdens de schorsingsperiode als bedoeld in artikel 1, lid 1. Artikel 4 1. De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van deze verordening, met name op het optreden van de Federale Republiek Joegoslavië en de Republiek Servië ten aanzien van communautaire luchtvaartmaatschappijen en brengt voor het eind van de in artikel 1, lid 1, bedoelde periode verslag uit aan de Raad. 2. De lidstaten en de Commissie houden elkaar op de hoogte van de maatregelen die krachtens deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken zoals het verlenen en intrekken van toestemming en samenvattingen van informatie die zij hebben ontvangen overeenkomstig de artikelen 2, lid 3, onder (e) en 3, lid 1, onder (c). Artikel 5 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap. 6 PB L 131 van 27.5.1999, blz. 29 en L 244 van 16.9.1999, blz. 40. 6

Deze verordening is bindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter 7