OVERGANGSPROTOCOL. Afspraken bij de overgang van de ene naar de andere groep. 30 maart o.b.s. De Tweemaster Aalbersestraat TC Hoogezand

Vergelijkbare documenten
Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming, doublure en versnelling Hoofdstuk 5 Doorstroming in de kleuterbouw 6

Protocol Overgang. Obs Valkenhorst Bremstraat GD Assen

Protocol schoolverlenging en schoolversnelling

Overgangsprotocollen Van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Overgangsprotocol De Triangel. Protocol Overgang

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Overgangsprotocol VPCO

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Protocol schoolloopbaan

Protocol doubleren en versnellen

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Beleid doorstroming van groep 1 t/m 8

Protocol kleuterverlenging en doublure

Overgangsprotocol obs de Meander

Om tot een verantwoorde beslissing te komen ten aanzien van al of niet bevorderen volgen wij het onderstaand stappenplan:

Overgang Protocol. Afspraken bij de overgang van de ene naar de andere groep. Basisschool Paulus

SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o. Overgang groep 1-2-3

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Protocol overgang (2/3 en verder) obs De Barkentijn. Beschrijving van afspraken rondom overgang, doubleren en versnellen

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Protocol Kleuterverlenging

Schoolloopbaanprotocol Parcivalschool. Woord vooraf. Inleiding

Overgang naar de volgende groep/ doublure 2017

September: Leerkracht heeft kennis van zijn (zorg-) leerlingen dmv het overdrachtsformulier naar de volgende groep.

Protocol doorstroom groep 2 naar groep 3

Protocol doubleren en versnellen

De wet op het Primair Onderwijs regelt onder meer dat leerlingen in acht aaneengesloten jaren het basisonderwijs moeten kunnen voltooien.

Protocol. verlengen - doubleren - versnellen

Dit protocol is vastgesteld op

Protocol doorstroom / versnellen

Doorstroomgegevens groep 1 tot en met 8 Inhoud

Protocol doubleren en versnellen

Protocol doorstroom / versnellen

PROTOCOL DOUBLEREN & VERSNELLEN. Julianaschool Rijnsburg

Protocol Doubleren 1

Protocol zittenblijven/doubleren

Protocol overgang groep 2 naar groep 3

BASISSCHOOL ST. RADBOUD SLIMPAD LB HEILOO TEL

Protocol doorstromen naar een volgende groep op De Wegwijzer / De Schoof

ZITTENBLIJVEN OVERGAAN

Beleid najaarskinderen in groep ½

Protocol overgang van groep 1,2 naar 3

Protocol. overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode

Protocol overgang groep 1 naar groep 2 Protocol overgang groep 2 naar groep 3

Onderbouwing van het Protocol doorstroming gr 2 naar groep 3 en het Protocol doorstroming groep 3 t/m 8

Beleidsprotocol doorstroom herfstkinderen

Herfstleerlingen Leerlingen in groep 1 en 2

Overgangsprotocol. Overgangsprotocol obs De Singelier & obs Ten Darperschoele oktober

Protocol en beslissingsprocedure groep 1-2-3

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Protocol doorstromen in de basisschool. Schooljaar

Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

Mrt/april09 Overgangscriteria/protocol OVERGANGSPROTOCOL

Zorg voor onze kinderen

B. Andere kinderen horen bij de zogenaamde laatbloeiers, hun rijpingsproces verloopt wat langzamer.

Overgangsnormen die gelden van groep 1 naar groep 2 en vervolgens naar groep

PROTOCOL DOORSTROMEN OF DOUBLEREN Richtlijnen met betrekking tot overgang (of niet) naar een volgend leerjaar

OVERGANGSPROTOCOL Afspraken bij de overgang van de ene naar de andere groep.

Protocol Herfstleerlingen

Beleidsprotocol doorstroom herfstkinderen Versie

Werkgroep: Doubleren en versnellen versie

Inhoud. 3 P a g i n a

4. De zorg voor kinderen.

Zorgverbreding. Rekenen/wiskunde. Basisschool Jahesuja Jantine, Heleen, Suzanna, Jacobine

Protocol doubleren/versnellen

DOORSTROMEN en DOUBLEREN

Protocol Doorstroming-Doublure-Versnellen

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Protocol overgang van PO naar VO

D 1.35 Beleidsnotitie Eindtoets en schooladvies VO. STATUS: Vaststelling DB Besluit College van Bestuur

Protocol extra leertijd

6. Ondersteuning voor de leerlingen

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Overgangsprotocol. Obs Piet de Springer

Beleidsplan overgang van 1 naar 2 naar Beleidsplan; de overgang van 1 naar 2 naar 3

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Geref.b.s. De Wierde

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

obs De Drift Richtlijn Verlengen of Doubleren/Versnellen of Springen

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Locatie: PROTOCOL Eigen leerlijn OBS De Voorsprong

Overgangsprotocol Jan van Schengenschool.

Protocol verwijzing naar voortgezet onderwijs

JANUARI / FEBRUARI 2014 CITO TOETSEN

PROTOCOL instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen

Protocol. CBS Prinses Máxima

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Beleidsprotocol doorstroom herfstkinderen

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Protocol Overgang groep 2 naar groep 3. OBS De Venen

Protocol Herfstleerlingen

Niet methodegebonden toetsen die gedurende de schoolperiode afgenomen worden op het gebied van taal, lezen en spelling:

A-E: deze letters geven aan hoe een kind scoort t.o.v. de andere kinderen in Nederland. U vindt hierover meer informatie in de rapportmap.

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

Overgangscriteria doubleren versnelde doorgang

Transcriptie:

OVERGANGSPROTOCOL Afspraken bij de overgang van de ene naar de andere groep 30 maart 2013 o.b.s. De Tweemaster Aalbersestraat 2 9602 TC Hoogezand

Inhoudsopgave Inleiding bladzijde Hoofdstuk 1 Uitgangspunten m.b.t. doorstroming bladzijde Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstomen en doubleren bladzijde Hoofdstuk 3 Betrokkenen bladzijde Hoofdstuk 4 Schoolplan/ -gids bladzijde Hoofdstuk 5 Doorstroming kleuterbouw bladzijde Hoofdstuk 6 Hoofdregel Procedure overgang groep 3 4 bladzijde Hoofdstuk 7 Procedure overgang groep 3 4 bladzijde

Inleiding Met de start van de basisschool in 1985 was het de bedoeling om leerlingen op basis van de eigen ontwikkeling hun schoolloopbaan te laten volgen. Drempels zouden voorkomen moeten worden: het kind zou steeds op eigen niveau door kunnen werken. Het ene kind zou in een heel ander tempo, op een ander niveau en op een andere wijze dan een leeftijdsgenoot de doelen van de eigen leerlijn moeten behalen. Voor onze school betekent dat onze visie volgens de OGO principes wordt nagestreefd: niet alle kinderen hoeven op hetzelfde moment even ver in de leerstof te zijn. Elk kind probeert op eigen wijze de kerndoelen te halen. Er zou sprake moeten zijn van een continue, ononderbroken ontwikkeling van groep 1 t/m 8. In deze visie op de inrichting van het onderwijs zou, vanzelfsprekend, niet langer sprake hoeven zijn van overgaan en zittenblijven. Nog afgezien van de wenselijkheid (een individuele leerlijn handtekening ouders vereist - is maar zeer zelden effectief en sociaal correct voor een kind/ mens) bleek deze visie in ons onderwijssysteem niet haalbaar. Overgaan, zittenblijven en, in een enkel geval, versnelling is in onze school gewoon praktijk. Kinderen werken jaarlijks gezamenlijk met andere leerlingen per vakgebied een aantal leerstofblokken door. Binnen die leerstofblokken wordt gedifferentieerd tussen de verschillende leerlingen naar tempo, naar niveau, naar leertijd, naar diepgang van instructie en, eventueel, naar leerstijl. Aan het eind van elk leerstofblok bepalen we in onze school of de leerling de basisstof op afdoende wijze heeft opgepakt. Vervolgens wordt zoveel mogelijk binnen de groep getracht uitvallende leerlingen de gestelde blokdoelen alsnog te laten bereiken. In sommige gevallen wordt nog buiten de groep extra begeleiding gegeven. Tegen het eind van het schooljaar (of eerder) wordt de definitieve balans opgemaakt. Op dat moment gaat ons schoolteam na wat de vervolgstap in het nieuwe schooljaar zal zijn. Dat betekent voor bijna alle kinderen overgang naar de opvolgende groep, voor een enkeling een doublure terwijl een sporadische leerling versnelt. We vinden dat we op onze school zorgvuldig moeten omgaan met zittenblijven en doorstromen. Zorgvuldigheid is gewenst omdat doubleren nogal wat nadelen voor het kind kan hebben. Bijv.; - het is een ingrijpende gebeurtenis; - het kan leiden tot spanningen in het gezin; - het kind kan een doublure beschouwen als gezichtsverlies (emotionele schade); - het kind moeten vaak werkvormen en dezelfde leerstof nog eens doen/ verwerken; - het kind moet zich een plaats zien te verwerven tussen nieuwe, jongere leerlingen; - het zelfvertrouwen wordt aangetast - aan het eind van de basisschool wordt de leerling te oud (sociaal-emotionele ontwikkeling, pubergedrag) Tenslotte is duidelijk dat we voor een aantal kinderen de beslissing moeten nemen over het wel/ niet doubleren. We hebben daarvoor onze observatie- en registratiesystemen en ons leerlingvolgsysteem. Wanneer beslissingen moeten worden genomen, hebben we ook criteria nodig.

Overgaan of zittenblijven is in een aantal situaties niet problematisch. Iedereen is het er dan over eens dat een kind verder kan of iedereen is het er over eens dat een kind niet verder kan. Immers, doubleren kan positieve effecten hebben voor de leerling en zijn omgeving. Bijv.: - de leerling kan weer mee doen met een groep; - de instructie kan intensiever en interactiever worden geboden; - de situatie in het gezin kan zich ontspannen; - het kind hoeft niet langer op z n tenen te lopen; - het zelfvertrouwen wordt vergroot Ouders hebben in sommige gevallen grote moeite met het accepteren van een doublure van hun kind. Het kan leiden tot spanningen en onbegrip. Ouders kunnen besluiten om een andere basisschool te zoeken voor hun kind. Ook kunnen ouders een klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. Allerlei situaties die wij als school, indien mogelijk, willen proberen te voorkomen. In het belang van het kind zullen we altijd proberen dit in een prettige sfeer te bespreken. Voor de Inspectie voor het Basisonderwijs vormt het doubleren een indicatie voor de kwaliteit van de school. In beginsel behoort de basisschool voor alle leerlingen acht jaar te duren. Sommige leerlingen mogen langer over de basisschool doen, maar de Inspectie verwacht wel van onze school dat we de beslissing hiertoe op weloverwogen gronden nemen. Specifieke aandacht hierbij willen we besteden aan de leerlingen uit groep 1 en 2, die geboren zijn in de periode van 1 oktober t/m 31 december. Als we deze leerlingen op het eind van groep 1 (na 6-9 maanden), c.q. groep 2 (na 16 19 maanden) niet laten doorstromen naar resp. groep 2 en 3 is ook sprake van doublure. Dit gegeven vraagt om specifieke criteria m.b.t. de overgang. Zittenblijven blijkt lang niet altijd een positief resultaat te hebben. In een belangrijk aantal gevallen loopt het kind de opgelopen achterstanden nauwelijks in, c.q. blijkt na twee of meer jaren nog een veel grotere achterstand opgelopen te hebben. We moeten constateren dat dit zich bij alle vakgebieden voor doet, maar m.n. bij technisch en begrijpend lezen. Een doublure moet een grote kans van slagen bieden om het door ons gewenste doel te bereiken. Zo niet, dan is doubleren niet zinvol. Wij willen hierbij opmerken dat er kinderen zijn die met een dusdanige achterstand binnenkomen, dat het niet mogelijk is om deze leerlingen in 2 leerjaren (of korter) op het niveau van een 6-jarige te brengen. Een toets die het startniveau van een 4-jarige zou kunnen meten, zou mogelijk een hulpmiddel kunnen zijn om de achterstand beter in kaart te brengen. In de voorafgaande vier alinea s hebben we het belang van dit overgangsprotocol benadrukt. Bij het doubleren van leerlingen moeten we gebruik maken van heldere criteria opdat - de nadelen voor het kind worden verzacht; - we duidelijk kunnen zijn naar ouders en een goede relatie met hen in tact blijft; - we voldoen aan de kwaliteitseisen van de overheid; - het zinnig is voor het kind.

M.b.v. dit protocol proberen we inzichtelijk te maken op basis van welke criteria we besluiten om kinderen te laten doorstromen en te laten doubleren. Bovendien geven we hierbij zo nauwlettend mogelijk aan welke procedure wordt gevolgd om tot een uiteindelijke beslissing te kunnen komen. Versnelling laten we in dit protocol buiten beschouwing (het is wenselijk om dit wel in een handelingsplan aan te geven). [Het KPC heeft in de V.W.L. (VersnellingsWenselijkheidsLijst) beschreven of en wanneer het wenselijk is om een leerling te laten versnellen.]

Hoofdstuk 1 Uitgangspunten m.b.t. doorstroming De meeste kinderen stromen op het eind van een schooljaar door naar de opvolgende groep. In enkele gevallen is het raadzaam leerlingen een langere periode te gunnen in een groep. M.b.t. het doorstromen en doubleren hebben we de volgende uitgangspunten geformuleerd. Kinderen mogen éénmaal doubleren of versnellen in onze school. Doubleren komt voor in groep 1 t/m 4. Kinderen die over de gehele linie erg zwak zijn (E-scores), leerlingen met een lage intelligentie (gemiddeld I.Q. lager dan 75) en dyslectische leerlingen doubleren in principe niet op onze school. Ook bij andere leerlingen met een gediagnosticeerde handicap zijn we terughoudend. Ze worden verder geholpen met een individuele leerweg. Het verlengen van de groep is m.n. bedoeld voor leerlingen die wat betreft de resultaten op hun tenen lopen, terwijl wel voldoende capaciteiten aanwezig (b)lijken. Voor kinderen die regelmatig ziek zijn (geweest) of zich door problemen thuis en/ of op school minder hebben ontwikkeld dan op grond van hun capaciteiten verwacht mag worden, lijkt een doublure een goede oplossing. Om de wenselijkheid van een doublure vast te stellen maken we gebruik van de resultaten vanuit: - ons leerlingvolgsysteem (taal voor kleuters, ordenen, inzichtelijk rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen en taal); - de resultaten uit ons protocol technisch lezen; - de resultaten op de methodegebonden toetsen (hoofd)rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en technisch lezen; - onze observaties wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding; - motorische vaardigheden; - verslaggeving van externe deskundigen (logopedie, fysiotherapie, Accare enz.) Bij de beslissing rond de overgang van groep 1 naar 2 en van groep 2 naar 3 staat de ontwikkeling m.b.t. beginnende gecijferdheid, beginnende geletterdheid, de werkhouding en de sociaal-emotionele ontwikkeling centraal. Bij de overgang van groep 3 naar groep 4 zijn de technisch leesresultaten van groot belang. Om de wenselijkheid van een doublure te kunnen vaststellen, speelt het advies van de groepsleerkracht een belangrijke rol. Om de wenselijkheid van een doublure vast te stellen, wordt terdege rekening gehouden met de situatie in de opvolgende groep en in de nieuw te vormen groep (de instromende groep).

Een doublure is altijd een teambeslissing. Om de wenselijkheid van een doublure vast te stellen, spelen de omvang van de tot nog toe uitgevoerde extra hulp en de resultaten hiervan een rol. Om de wenselijkheid van een doublure vast te stellen, speelt een eventueel reeds aanwezig schriftelijk advies (onderzoeksrapport) of ingewonnen, schriftelijk onderzoek/ advies een belangrijke rol. Een extra leerjaar moet iets opbrengen, het moet een doel hebben. Vandaar dat we bij een doublure een langlopend handelingsplan opstellen met een looptijd van 5 maanden en een tussentijdse evaluatie van ongeveer4-6 weken (afhankelijk van de intensiteit van de behandeling. In het plan wordt de beginsituatie geschetst, doelen geformuleerd, de leerstof, organisatie en werkwijze/ materialen genoemd en de wijze waarop de doelen worden geëvalueerd. M.b.t. het aanbieden van een extra leerjaar wordt altijd zorgvuldig overlegd met ouders. In januari/februari (eventueel eerder) wordt met ouders een mogelijke doublure besproken. Daarbij worden de redenen genoemd, alsmede de procedure. Eventueel wordt op dat moment nog (naast eerdere pogingen) een extra inzet gepleegd d.m.v. een handelingsplan (m.n. in groep 2). Eventueel is er ook tussentijds nog overleg. Begin juni wordt definitief de knoop doorgehakt en worden de ouders geïnformeerd over een eigen leerlijn of handelingsplan: zowel in geval van doorstroom als bij een doublure. Na 3 maanden (oktober/ november) volgt er een evaluatiegesprek met leerkrachten, leerling en ouders. Van alle gesprekken wordt verslag gemaakt en dit wordt ondertekend door ouders. In bijzondere gevallen wordt beredeneerd afgeweken van dit overgangsprotocol. Het besluit hiertoe wordt genomen door de schoolleiding.

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming en doubleren Doorstroming: de overgang op het eind van een schooljaar naar de volgende jaarklas of bouw op basis van leeftijd binnen het leerstofjaarklassensysteem. Doubleren: na een schooljaar het opnieuw doorlopen van de jaarklas binnen het leerstofjaarklassensysteem, waarbij in meerdere of mindere mate de leerstof wordt overgedaan. Als synoniemen worden gebruikt verlengen en zittenblijven. Het komt soms voor dat kinderen in de onderbouw langzamer door de leerstof gaan, mar waarbij de leerstof van het vorig schooljaar niet wordt overgedaan. Daardoor vindt er eigenlijk een doorbreking van het leerjaar plaats.

Hoofdstuk 3 Betrokkenen Groepsleerkracht(en): De leerkracht maakt met betrekking tot zijn/ haar advies zoveel mogelijk gebruik van diverse feitelijke gegevens, bijvoorbeeld genormeerde toetsen en observaties. Het vakkundig oordeel van de leerkracht speelt een belangrijke rol bij de beslissing tot doorstroming of doublure. De groepsleerkracht laat zich adviseren door de interne begeleider en/ of remedial teacher en/of externe deskundigen en het team. Extern deskundigen: Op initiatief van de school en/ of ouders kan besloten worden deskundig onderzoek te laten verrichten. Deze deskundige(n) heeft/ hebben tot taak feitelijke informatie boven tafel te krijgen en een uitspraak te doen met betrekking tot doorstroming. Ook is het mogelijk dat reeds in een eerder stadium extern onderzoek is uitgevoerd, wat bruikbaar is bij het nemen van beslissingen. Directie: Na uitgebreid overleg, gehoord hebbende de teamvergadering, neemt de directie (in overleg met het team) een definitief besluit op grond van de gegevens en rekening houdend met het individuele belang van het kind en de belangen van de school en schoolorganisatie. De directie is eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van een zorgvuldige procedure. Interne begeleider De interne begeleider beheert en interpreteert de toetsresultaten, treedt in overleg met externe instanties en adviseert a.d.h.v. feitelijke informatie en resultaten de leerkracht m.b.t. doorstroming. Ook neemt hij/ zij eventueel deel aan de gesprekken met ouders en kind. Ouders: De ouders zijn eindverantwoordelijk voor hun kind. Ouders kunnen daarom al of niet akkoord gaan met de door de directie en team genomen beslissing. Indien ouders niet akkoord gaan met het genomen besluit, kan de directie hen adviseren uit te zien naar een school die beter aansluit bij dat wat de ouders van een school verlangen met het oog op de begeleiding van hun kind. Uiteraard kunnen de ouders tegen het besluit van de directie in beroep gaan bij het schoolbestuur.

Hoofdstuk 4 Schoolplan/ -gids Dit overgangsprotocol vormt een bijlage van ons schoolplan. In de schoolgids wordt melding gemaakt van de aanwezigheid van dit protocol en de bedoelingen er van. Bovendien wordt in deze gids aangegeven dat in sommige gevallen beredeneerd afgeweken kan worden van het overgangsprotocol. De beslissing tot afwijking van het protocol wordt genomen door de schoolleider.

Hoofdstuk 5 Doorstroming kleuterbouw Van groep 1 naar 2 Zit een leerling in juni langer dan 5 onderwijsmaanden in groep 1 d.w.z. is een leerling geboren voor 31 december, dan zal het kind na de zomervakantie doorschuiven naar groep 2 als het kind voldoet aan minimaal 5 van de volgende criteria: - Geen bijzonderheden in het protocol volgen van de leesontwikkeling (waaronder een A- of B-score op de toets Taal voor kleuters, eind groep 1, afname juni); - Een A- of B-score op de toets Ordenen, eind groep 1, afname juni; - Een geobserveerde en voldoende rekenontwikkeling wat betreft de onderdelen ordenen: meer minder, eerste laatste middelste en het (asynchroon) kunnen opzeggen van de telrij tot 10; - Een score van minimaal 18 punten op de observatielijst sociaal-emotionele ontwikkeling; - Een score van minimaal 18 punten op de observatielijst werkhouding; - Een positief oordeel van de groepsleerkracht(en). Een leerling is een bespreekgeval als het kind voldoet aan 4 criteria. Tijdens het bespreken speelt het effect van de tot nog toe gegeven extra hulp een belangrijke rol. Idem het ingewonnen, eventueel schriftelijke, advies of onderzoeksrapport van een extern deskundige. Het kind blijft in groep 1 als het kind op minder dan 4 criteria positief beoordeeld wordt. Alleen in bijzondere gevallen wordt afgeweken van bovenstaande criteria. Van groep 2 naar 3 Een leerling die doorschuift naar groep 2 wordt in het daar op volgende schooljaar niet automatisch bevorderd naar groep 3. Gedurende het 2 e schooljaar zal het kind zich blijvend positief moeten ontwikkelen m.b.t. de eerder genoemde ontwikkelingsgebieden, als mede het oordeel van de groepsleerkracht(en) moet positief blijven. M.b.t. de leerlingen die op het eind van groep 2 over zouden kunnen gaan naar groep 3 wordt in februari een voorgenomen besluit genomen. In de maand juni wordt definitief besloten dat een leerling voortgaat naar groep 3. Hiertoe hanteren we de volgende criteria: - Geen bijzonderheden in Indicatielijstje opsporen risicolezers - Minimaal 5 van de 8 punten op het onderdeel klank en rijm van de Citotoets Taal voor kleuters ; - Minimaal 5 van de 8 punten op het onderdeel auditieve synthese van de Citotoets Taal voor kleuters ; - Minimaal 14 punten van de 18 punten op de fonemische analysetest; - Het geautomatiseerd kunnen benoemen van minimaal 10 letters;

- Een A- of B-score op de toets Ordenen, eind groep 2, afname juni - Een geobserveerde en voldoende rekenontwikkeling wat betreft de onderdelen: - het ordenen meest minst evenveel; - tweede, derde, vierde, vijfde; - het in één oogopslag overzien van vijf dieren; - tellen met aanwijzen t/m 10 (synchroon); - benoemde aantallen laten zien door vingers, streepjes of stippen; - kaarten met de cijfers 6 t/m 10: vlot benoemen; - doortellen vanaf bijv. 3, 5, 6; - Een score van minimaal 21 punten op de observatielijst sociaal-emotionele ontwikkeling; - Een score van minimaal 21 punten op de observatielijst werkhouding; - Een positief oordeel van de groepsleerkracht(en). Een leerling gaat door naar groep 3 als hij/ zij voldoet aan minimaal 9 van de 10 criteria. De leerling is een bespreekgeval als het kind voldoet aan 6, 7 of 8 criteria. Tijdens het bespreken speelt het effect van de tot nog toe gegeven extra hulp een belangrijke rol. Idem het ingewonnen, eventueel schriftelijke, advies of onderzoeksrapport van een extern deskundige. Het kind blijft in groep 2 als het kind op minder dan 6 criteria positief beoordeeld wordt. Alleen in bijzondere gevallen wordt afgeweken van bovenstaande criteria. Stappenplan: A. Kinderen geboren in de periode van de zomervakantie t/m 31 december worden direct geplaatst in groep 1. Zij doen mee met de activiteiten op het gebied van motoriek, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, begrijpend luisteren, enz. behorende bij groep 1. Dat geldt ook voor bijbehorende toetsing, observatielijsten, logopedische screening, enz. Tegen het eind van groep 1 (juni) doen leerlingen die langer dan 5 onderwijsmaanden op school zijn mee aan de Citotoetsen Taal voor kleuters en Ordenen. B. Van de leerlingen die langer dan 5 onderwijsmaanden op school zijn worden in juni groep 1 gegevens verzameld m.b.t. de beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding. Nagegaan wordt in hoeverre de leerlingen voldoen aan de gestelde criteria. C. In een groepsbespreking groep 1-2 wordt op basis van een schriftelijk overzicht van de resultaten en bijbehorende criteria vastgesteld welke leerlingen na de zomervakantie doorstromen naar groep 2. Ook wordt het advies van de leerkracht(en) besproken. Resultaten van de bespreking worden per kind genoteerd en bewaard in het leerlingendossier. Met ouders wordt het besluit besproken, waarna het kind vervolgens in groep 2 wordt geplaatst. Van leerlingen, waarbij wordt vastgesteld dat ze niet door kunnen naar groep 2, wordt de hulpvraag zo nauwlettend mogelijk vastgesteld en wordt deze vraag vertaald in een (langlopend) handelingsplan: start na de zomervakantie.

D. De doorgestroomde leerlingen volgen het volledige programma voor groep 2. E. In februari groep 2 wordt, op basis van de voortgang van het kind, in een groepsbespreking 1 2 een voorgenomen besluit genomen of de leerling op het eind van het schooljaar daadwerkelijk doorstroomt naar groep 3. Dit besluit is o.a. gebaseerd op de verwachting in hoeverre de leerling de criteria voor overgang naar groep 3 nu al beheerst, c.q. op korte termijn zal gaan beheersen. F. Indien het er op lijkt dat leerlingen tegen het eind van groep niet gaan voldoen aan de gestelde criteria worden ouders hiervan op de hoogte gebracht in maart april. Ondertussen wordt getracht de tegenvallende ontwikkelingsgebieden op een hoger plan te tillen d.m.v. een gericht aanbod wat in korte (looptijd 6 8 weken) handelingsplannen is verwoord. G. In juni groep 2 worden gegevens verzameld m.b.t. de beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding. Nagegaan wordt in hoeverre de leerlingen voldoen aan de gestelde criteria voor overgang naar groep 3. Met ouders wordt het besluit besproken, waarna het kind vervolgens in groep 3 wordt geplaatst. Van leerlingen, waarbij wordt vastgesteld dat ze niet door kunnen naar groep 3, wordt de hulpvraag zo nauwlettend mogelijk vastgesteld en wordt deze vraag vertaald in een (langlopend) handelingsplan: start na de zomervakantie. Als bijlagen zijn toegevoegd: - Stroomschema doorstroming groep 1 2 - Sociaal-emotionele ontwikkeling - Werkhouding - Criteria sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding

Hoofdstuk 6 Hoofdregel Procedure overgang groep 3 en 4. Leerlingen worden opgenomen in de Procedure overgang groep 3 en 4 als een kind op twee van de vijf onderdelen (inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, spellen, technisch lezen en sociaal-emotionele ontwikkeling) van het leerlingvolgsysteem een D of E-score (zorgelijke score) haalt, niet zijnde een combinatie van technisch lezen en spellen. Mocht op zowel technisch lezen als spellen het kind een D- of E-score halen, dan is een extra component nodig: drie van de vijf onderdelen op D of E. In alle andere gevallen gaan leerlingen door van groep 3 naar 4 en van groep 4 naar 5. Zoals eerder geformuleerd in de uitgangspunten blijven er geen leerlingen zitten in onze school die over de gehele linie erg zwak zijn (E-scores), leerlingen met een lage intelligentie (gemiddeld I.Q. lager dan 75), dyslectische leerlingen, enz. M.a.w. leerlingen waar op voorhand duidelijk is dat een doublure geen oplossing zal zijn voor het probleem van de betreffende leerling. Bij een eventuele verlenging wordt er altijd een handelingsplan gemaakt voor de langere termijn waarin wordt beschreven hoe de verlenging gestalte wordt gegeven, gebaseerd op de ontwikkelingen van het kind (LVS). Dit betekent bijvoorbeeld dat een kind met een rekenprobleem niet hoeft te verlengen op andere onderdelen van het onderwijsleerproces. De Procedure overgang groep 3 en 4 bestaat uit een verzamellijst van observatiegegevens. Met behulp van de observatiegegevens wordt inzichtelijk welke factoren pleiten voor doorstromen naar een opvolgende groep en welke signalen juist wijzen op een doublure. Aan de verzamellijst zijn een aantal beslisschema s verbonden op grond waarvan het schoolteam besluit: doorgaan, verdere bespreking of doubleren.

Hoofdstuk 7 Procedure overgang groep 3 en 4 STAP 1: DE OUDERS De ouders zijn op de hoogte gebracht van de zorg rondom hun kind en hen is duidelijk gemaakt dat hun kind niet of niet (geheel) voldoet aan de Hoofdregel procedure overgang groep 3 4. Op basis van deze conclusie wordt het kind opgenomen in een fijnmaziger verzamellijst. Hiervoor worden gegevens verzameld m.b.t de ontwikkeling op alle basisvaardigheden, resultaten leerlingvolgsysteem, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de werkhouding, de motorische ontwikkeling, de mondelinge vaardigheden, de situatie in de nieuwe groep en gedachten van de groepsleerkracht(en).

STAP 2: VERZAMELLIJST PROCEDURE OVERGANG GROEP 3 EN 4 A. Leerlingvolgsysteemresultaten: 1 Het kind heeft op de laatste lvs-toets inzichtelijk rekenen een D- of E-score gehaald. 3 2 Het kind heeft op de laatste lvs-toets begrijpend lezen een D- of E-score gehaald. 3 3 Het kind heeft op de laatste lvs-toets spellen een D- of E-score gehaald. 3 4 Het kind heeft op de laatste lvs-toets technisch lezen een D- of E-score gehaald. 3 5 Het kind heeft op de laatste lvs-toets sociaal-emotionele ontwikkeling een D- of E-score gehaald, dan wel deze ontwikkeling is zorgelijk te noemen. 3 Totaal B. Basisvaardigheden: 6 Het kind scoort op de methodegebonden toetsen rekenen in drie van de vier toetsen minder dan 60% goed (gemeten over het totaal van de toetsonderdelen). 3 7 Het kind scoort op de methodegebonden toetsen begrijpend lezen in drie van de vier toetsen minder dan 60% goed (gemeten over het totaal van de toetsonderdelen). 3 8 Het kind scoort op de methodegebonden toetsen spellen in drie van de vier toetsen minder dan 60% goed (gemeten over het totaal van de toetsonderdelen). 3 9 Het kind scoort op de methodegebonden toetsen technisch lezen in drie van de vier toetsen minder dan 60% goed (gemeten over het totaal van de toetsonderdelen). 3 Totaal C. Mening groepsleerkrachten/ situatie in de volgende groep: 10 De groepsleerkrachten zijn van mening dat een doublure wenselijk is. 3 11 De situatie in de opvolgende groep is gunstig 3 Totaal

D. Werkhouding: 12 Concentratie: het kind reageert voortdurend op allerlei prikkels uit de omgeving. Het houdt de aandacht niet gericht op de taak. 1 13 Motivatie: het kind is ongemotiveerd bij het werken aan verschillende opdrachten. 1 14 Taakhouding: het kind kan moeilijk gericht aan een opdracht werken en maakt deze niet af. 1 15 Werktempo: het kind heeft een laag tot onvoldoende werktempo. 1 16 Uitsteltolerantie: het kind is niet in staat ook maar korte tijd te wachten op hulp, aandacht en beloning. 1 17 Creativiteit: het kind kan geen uitdrukking geven aan zijn ideeën en kopieert en imiteert. 1 18 Leergierigheid: de interesse van het kind wordt slechts met moeite gewekt en beperkt zich tot bekende dingen. 1 Totaal E. Spreek- en motorische vaardigheden 19 Het kind heeft een onevenwichtig, moeilijk leesbaar onregelmatig handschrift. 1 20 Het kind durft niet vrij in de groep te spreken. 1 21 Het kind spreekt onduidelijk. 1 22 Het kind heeft moeite een logisch verhaal te vertellen. 1 Totaal

Puntenverzameling Punten leerlingvolgsysteemresultaten Punten basisvaardigheden Punten mening groepsleerkrachten/ situatie in de volgende groep Punten werkhouding Punten spreek- en motorische vaardigheden Totaal

STAP 3: CONCLUSIES OP BASIS VAN DE BESLISSCHEMA S De conclusies omtrent wel of niet doorstromen naar de volgende groep is gebaseerd op stap 1 en 2 van de Verzamellijst procedure overgang groep 3 en 4. Op grond van het aantal punten op de onderdelen A t/m C van de verzamellijst, aangevuld met de punten op onderdeel D en E wordt een eindtotaal. Op grond van de verzamelde gegevens bij stap 2 krijgt de leerling een plaats in de beslisregels 1 t/m 24, 25, 26 t/m 37, respectievelijk doorstromen, bespreken of verlengen. Bij de beslissing bespreken speelt het effect van de gegeven extra hulp een belangrijke rol. Idem het ingewonnen, eventueel schriftelijke, advies of onderzoeksrapport van een extern deskundige. Een leerling stroomt door naar de volgende groep als het voldoet aan één van de beslisregels 1 t/m 24. A B C D en E Eindtotaal A+B+C+D+E 1 6 punten 0 punten 0 punten Maximaal 11 punten Maximaal 17 punten 2 6 punten 3 punten 0 punten Maximaal 9 punten Maximaal 18 punten 3 6 punten 6 punten 0 punten Maximaal 6 punten Maximaal 18 punten 4 6 punten 9 punten 0 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 5 6 punten 12 punten 0 punten 0 punten Maximaal 18 punten 6 6 punten 0 punten 3 punten Maximaal 9 punten Maximaal 18 punten 7 6 punten 0 punten 6 punten Maximaal 6 punten Maximaal 18 punten 8 6 punten 3 punten 3 punten Maximaal 6 punten Maximaal 18 punten 9 6 punten 3 punten 6 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 10 6 punten 6 punten 3 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 11 6 punten 6 punten 6 punten 0 punten Maximaal 18 punten 12 6 punten 9 punten 3 punten 0 punten Maximaal 18 punten 13 9 punten 0 punten 0 punten Maximaal 9 punten Maximaal 18 punten 14 9 punten 3 punten 0 punten Maximaal 6 punten Maximaal 18 punten 15 9 punten 6 punten 0 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 16 9 punten 9 punten 0 punten 0 punten Maximaal 18 punten 17 9 punten 0 punten 3 punten Maximaal 6 punten Maximaal 18 punten 18 9 punten 0 punten 6 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 19 9 punten 3 punten 3 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 20 9 punten 3 punten 6 punten 0 punten Maximaal 18 punten 21 9 punten 6 punten 3 punten 0 punten Maximaal 18 punten 22 12 punten 0 punten 0 punten Maximaal 6 punten Maximaal 18 punten 23 12 punten 3 punten 0 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten 24 12 punten 0 punten 3 punten Maximaal 3 punten Maximaal 18 punten

Bij een leerling is twijfel over de doorstroming en het kind wordt nader besproken als een leerling: 25 - niet valt in besliscategorie 1 t/m 24; - op onderdeel A, B en C in totaal op of onder de 18 punten scoort; - door het totaal aantal punten uit de onderdelen D en E uit komt op een eindtotaal van 19, 20, 21, 22, 23 of 24 punten. Een leerling moet verlengen als het valt in één van de beslisregels 26 t/m 37. A B C D en E Eindtotaal A+B+C+D+E 26 12 punten 9 punten 0 punten Maximaal 3 punten Maximaal 24 punten 27 12 punten 12 punten 0 punten 0 punten Maximaal 24 punten 28 12 punten 6 punten 3 punten Maximaal 3 punten Maximaal 24 punten 29 12 punten 6 punten 6 punten 0 punten Maximaal 24 punten 30 12 punten 9 punten 3 punten 0 punten Maximaal 24 punten 31 15 punten 6 punten 0 punten Maximaal 3 punten Maximaal 24 punten 32 15 punten 9 punten 6 punten 0 punten Maximaal 24 punten 33 15 punten 0 punten 6 punten Maximaal 3 punten Maximaal 24 punten 34 15 punten 3 punten 3 punten Maximaal 3 punten Maximaal 24 punten 35 15 punten 3 punten 6 punten 0 punten Maximaal 24 punten 36 15 punten 6 punten 3 punten 0 punten Maximaal 24 punten 37 Elke score op A t/m E groter dan 24 punten

STAP 4: AFRONDING De bevindingen uit de signalering worden met de ouders besproken. Eventueel wordt een handelingsplan opgesteld of wordt overgegaan op een doorlopende individuele leerlijn.