Team Toezicht Kinderopvang Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum T (035) 692 62 22 www.ggdgv.nl Inspectierapport Ribbelhoek (PSZ) Van Hogendorplaan 1B 1215EG HILVERSUM
Inspectierapport Ribbelhoek (PSZ) Van Hogendorplaan 1B 1215EG HILVERSUM Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: Hilversum Datum inspectie: 10-02-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 11-02-2016 2 van 11
Inhoudsopgave Het onderzoek... 4 Observaties en bevindingen... 5 Pedagogisch klimaat... 5 Personeel en groepen... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal... 11 3 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onaangekondigde jaarlijkse inspectiebezoek bij peuterspeelzaal Ribbelhoek vond plaats op 10 februari 2016. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemeen Peuterspeelzaal Ribbelhoek maakt deel uit van kinderopvang organisatie Bink in Hilversum. De peuterspeelzaal is samen met buitenschoolse opvang Basisbende gehuisvest in een voormalig schoolgebouw. De peuterspeelzaal is vijf ochtenden per week geopend. De beroepskracht wordt elke ochtend door een vaste vrijwilliger ondersteund. Naast de groepsruimte maken de kinderen gebruik van een aangrenzend speellokaal, de groepsruimte van de buitenschoolse opvang en een eigen buitenspeelruimte. Inspectiegeschiedenis De inspectie van 2014 en 2015 voldeed aan de getoetste items. Huidige bevindingen De onaangekondigde observatie van de praktijk heeft plaatsgevonden op 10 februari 2016. Er is gesproken met de beroepskrachten en vrijwilliger. Verder zijn relevante documenten beoordeeld. Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein pedagogisch klimaat. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld. Ten tijde van de observatie op 10 februari 2016 waren er twee beroepskrachten en een vrijwilliger aanwezig. Pedagogische praktijk Op basis van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld. Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de beroepskrachten en de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Tijdens de observatie is gezien dat de beroepshouding van de medewerkers van positieve invloed is op de emotionele veiligheid van kinderen. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Er is respectvol verbaal en non-verbaal contact. Een kind dat verdrietig binnenkomt wordt door de vrijwilliger in een ander deel van de ruimte tot rust gebracht, wanneer de kring is afgelopen is ook dit kind weer toe aan spelen en gaat met een ander kind naar de autohoek. Als één van de kinderen zichtbaar angstig reageert op een ander kind wordt de situatie door de beroepskrachten goed in de gaten gehouden, haar reactie is opgemerkt en de beroepskracht zegt later: "Je was een beetje van hem geschrokken hè, kom maar hier bij mij zitten." Er is voldoende sprake van structuur en flexibiliteit. Zo is er een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Dit biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit voor onvoorziene situaties of uitloop van geplande activiteiten. Zo worden de schminkspullen mee naar buiten genomen wanneer ineens toch nog even de zon gaat schijnen en de groep naar buiten gaat. Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. 5 van 11
Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is met name gekeken naar de vaardigheden van de beroepskrachten in het uitlokken en begeleiden van spel en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Tijdens de observatie is waargenomen dat de beroepshouding van de medewerkers een positieve invloed heeft op de persoonlijke competentie. Er is sprake van een doelgericht aanbod. De beroepskrachten organiseren en benutten het dagprogramma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier voor kinderen. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken. Er is aandacht voor en overleg over kwaliteit en niveau van spel. De beroepskrachten merken op dat één van de kinderen niet tot spel komt. De vrijwilliger gaat met haar een spel doen. Andere kinderen komen er ook bij en mogen mee doen. Wanneer blijkt dat het aangeboden spel te makkelijk is wordt dit door de beroepskracht en vrijwilliger besproken en aangepast. Omdat de ruimte in twee delen kan worden opgesplitst ontstaan er vanzelf plekken waar kinderen op eigen gelegenheid kunnen spelen zonder gestoord te worden door andere kinderen of volwassenen. De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit. De situatie is voor de kinderen inzichtelijk; "We gaan zo de verkleedkleren opruimen, dan trek je je jas aan en als je je jas aan hebt dan mag je bij de muur gaan zitten en dan gaan we naar buiten." Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de beroepskrachten en het functioneren van de groepen. Tijdens de observatie is geconstateerd dat de beroepskrachten zich voldoende bezig houden met het stimuleren van de sociale competentie. De beroepskrachten benoemen en waarderen individuele talenten, kwaliteiten en eigenaardigheden. Zij activeren de betrokkenheid en deelname van alle kinderen aan het groepsgebeuren op een wijze die recht doet aan het individuele kind. Aan tafel worden de kinderen op elkaars kunnen gewezen. "Weet je wat ik zo knap vind, kijk eens naar T. die kan al zijn eigen mandarijn schillen, knap hè?" Bij de beoordeling van de overdracht van normen en waarden is met name het gedrag van de groepsleiding en de kinderen geobserveerd. De beroepshouding van de medewerkers draagt bij aan de overdracht van normen en waarden. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten en vrijwilliger tijdens observatie) Observaties (Onaangekondigd op 10 februari 2016 9.00-11.00 uur) Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleid PSZ jan 2016) Pedagogisch werkplan (Pedagogisch werkplan PSZ HSUM REG jan 2016) Vestigingsinformatie PSZ Ribbelhoek 2015 6 van 11
Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein personeel en groepen. Voor de beoordeling van de items binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van observatie, roosters en presentielijsten. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag Van de vaste beroepskracht is een verklaring omtrent het gedrag gezien die is afgegeven na 1 maart 2013. De drie de vaste vrijwilligers beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie De vaste beroepskracht beschikt over een geldige beroepskwalificatie zoals in de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt dagelijks tussen 8.30 en 11.30 uur plaats op 1 groep van maximaal 16 kinderen. De kinderen hebben de leeftijd van 2-4 jaar. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Gedurende de opvang (dagelijks van 8.30-11.30 uur) worden er maximaal 16 kinderen opgevangen door 1 vaste beroepskracht en 1 van de 3 vaste vrijwilligers. Ten tijde van de onaangekondigde observatie was er tevens een ondersteunende beroepskracht aanwezig voor één van de kinderen die extra zorg nodig heeft. Geconstateerd is dat aan de minimale eisen met betrekking tot de beroepskracht/vrijwilligerskindratio is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten en vrijwilliger tijdens observatie) Observaties (Onaangekondigd op 10 februari 2016 9.00-11.00 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Ribbelhoek Website : http://www.kinderopvanghilversum.nl Aantal kindplaatsen : 32 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Bink Hilversum Adres houder : Postbus 1064 Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM Website : www.binkkinderopvang.nl KvK nummer : 55449808 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek Adres : Postbus 251 Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM Telefoonnummer : 035-6926377 Onderzoek uitgevoerd door : K. Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Hilversum Adres : Postbus 9900 Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM Planning Datum inspectie : 10-02-2016 Opstellen concept inspectierapport : 11-02-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 11-02-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-02-2016 Verzenden inspectierapport naar : 11-02-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 18-02-2016 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11