Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Vergelijkbare documenten
Omzendbrief omtrent de verschillende statuten met betrekking tot klassieke scrapie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

code SGIU-002 versie 1.2 ingangsdatum pag. 1 van 9

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

SGIU-001 bijlage 9.1.8b Bijlage 5

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU EN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Nederland en met het Groothertogdom Luxemburg.

Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Frankrijk.

Omzendbrief betreffende de verplichtingen van de slachthuisexploitanten in het kader van de controle van de identificatie van paarden

Omzendbrief betreffende de verplichtingen van de slachthuisexploitanten in het kader van de controle van de identificatie van paarden

Omzendbrief met betrekking tot particuliere slachtingen

Publicatieblad van de Europese Unie L 274/3

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning van instellingen, instituten en centra

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Invulvoorbeeld Traces certificaat fokschapen met dubbel ARR genotype naar Denemarken, Finland, Oostenrijk, Slovenië of Zweden.

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:

KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE VETERINAIRRECHTELIJKE VOORSCHRIFTEN VOOR DE INVOER EN HET VERKEER VAN SCHAPEN EN GEITEN (B.S

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Opsporen van trichinen bij karkassen van gedomesticeerde varkens tijdens de post-mortemkeuring.

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit

Omzendbrief betreffende het grensoverschrijdende handelsverkeer in niet-onthuid grof vrij wild

Vertaling. Overwegende:

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Omzendbrief met betrekking tot meststoffen/bodemverbeterende middelen die dierlijke bijproducten bevatten

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Frankrijk.

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

Omzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is

Wijziging diverse veterinaire regelingen LNV

Omzendbrief met betrekking tot het in de voedselketen brengen van duiven.

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer naar Marokko van runderen bestemd voor de vetmesting afkomstig uit België

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer van fokrunderen afkomstig uit België naar Marokko

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

(Voor de EER relevante tekst) (2011/874/EU)

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen

Omzendbrief met betrekking tot de procedure en de beslissingsboom voor de verwerving en het behoud van de Maedi- Visna / CAE vrije status.

Publicatieblad van de Europese Unie

Erkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor paarden VANAF 01/09/2010

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux

L 165/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 179/60 Publicatieblad van de Europese Unie

PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties

Opschorting van de validatie van een autocontrolesysteem

Omzendbrief met betrekking tot de afkeuring van rundernieren

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Opsporen van trichinen bij karkassen van gedomesticeerde varkens tijdens de post-mortemkeuring.

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Gearchiveerd op 01/07/2015

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

AGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013

gebruikers (verzamelaars) vervoerders

Uw brief van Uw kenmerk Ons Kenmerk Bijlagen Datum PCCB/S2/MGX/PPS/CKS/

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

deschapenhouder 5 Blauwtongvaccin pas in de lente beschikbaar Inhoud Nieuwsbrief december 2015

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1.

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Reizen met honden, katten of fretten binnen de Europese Gemeenschap. Regels van toepassing vanaf 3 juli 2004

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

Gezondheidscertificaat voor de export van pluimvee- en kalkoenvlees en separatorvlees naar de Republiek Cuba

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

Omzendbrief betreffende de informatie over de voedselketen voor pluimvee

(Voor de EER relevante tekst) (2014/798/EU)

Omzendbrief met betrekking tot identificatiecontroles in het slachthuis

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 12 januari 2011.

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor schapen en geiten, actief in het handelsverkeer

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

Transcriptie:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot het toekennen van een statuut verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie, noodzakelijk in het kader van het handelsverkeer van fokschapen en fokgeiten Referentie PCCB/S2/BHOE/1234228 Datum 13/11/2014 Huidige versie 1.0 Van toepassing vanaf 01/01/2015 Trefwoorden Handelsverkeer, fokschapen, fokgeiten, klassieke scrapie, statuut verwaarloosbaar risico, statuut gecontroleerd risico Opgesteld door Verhoeven Bénédicte, attaché Goedgekeurd door Naassens Pierre, directeur-generaal a.i. 1. Doel Deze omzendbrief heeft als doel de voorwaarden vast te stellen voor het handelsverkeer van fokschapen en -geiten. Hiertoe bepaalt deze omzendbrief de voorwaarden voor het verkrijgen van het statuut verwaarloosbaar risico en het statuut gecontroleerd risico op klassieke scrapie. De omzendbrief PCCB/S2/JHS/PPS/174770 van 27/07/2007 betreffende de wijziging in voorwaarden voor intracommunautair handelsverkeer van fokschapen en geiten met betrekking tot scrapie, wordt opgeheven. 2. Toepassingsgebied Het handelsverkeer van fokschapen en fokgeiten. Voorwaarden ter verkrijging van het statuut verwaarloosbaar en gecontroleerd risico op klassieke scrapie. 3. Referenties 3.1. Wetgeving Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën. Koninklijk besluit van 6 maart 2007 ter organisatie van fokprogramma's ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapenrassen. Koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en het verkeer van schapen en geiten.

/ 3.2. Andere 4. Definities en afkortingen 1) Handelsverkeer: verkeer tussen lidstaten van de Europese Unie. 2) Fokschaap: schaap bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een erkend verzamelcentrum naar de plaats van bestemming te worden vervoerd, voor fok- en gebruiksdoeleinden. 3) Fokgeit: geit bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een erkend verzamelcentrum naar de plaats van bestemming te worden vervoerd, voor fok- en gebruiksdoeleinden. 4) Mestschaap: schaap bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een erkend verzamelcentrum naar de plaats van bestemming te worden vervoerd, om te worden vetgemest voor de slacht. 5) Mestgeit: geit bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een erkend verzamelcentrum naar de plaats van bestemming te worden vervoerd, om te worden vetgemest voor de slacht. 6) Slachtschaap: schaap bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een erkend verzamelcentrum naar een slachthuis te worden geleid om daar te worden geslacht. 7) Slachtgeit: geit bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een erkend verzamelcentrum naar een slachthuis te worden geleid om daar te worden geslacht. 8) Schaap met prioneiwitgenotype ARR/ARR: schaap waarvan het prioneiwitgenotype werd aangetoond op basis van: a) een genotyperingstest, uitgevoerd in een erkend laboratorium, of b) een afstammingsbewijs, afgeleverd door een erkende fokvereniging, of c) de afkomst van een beslag met een OSE-resistent statuut van niveau 1, of d) een officieel gezondheidscertificaat, waarop het genotype ARR/ARR uitdrukkelijk vermeld staat. 9) FAVV: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. 10) PCE: provinciale controle-eenheid van het FAVV. 5. Voorwaarden voor het handelsverkeer van fokschapen, fokgeiten en sperma en embryo s daarvan Vanaf 1 januari 2015 mogen fokschapen, die niet over het prioneiwitgenotype ARR/ARR beschikken, fokgeiten en sperma en embryo s van deze dieren enkel nog in het handelsverkeer gebracht worden wanneer ze afkomstig zijn van beslagen met een statuut verwaarloosbaar risico of een statuut gecontroleerd risico op klassieke scrapie. Fokschapen, die niet over het prioneiwitgenotype ARR/ARR beschikken en fokgeiten, bestemd voor een lidstaat met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie of met een nationaal bestrijdingsprogramma 1, moeten afkomstig zijn van een beslag met een statuut verwaarloosbaar risico. Schapen met prioneiwitgenotype ARR/ARR kunnen steeds in het handelsverkeer worden gebracht, tenzij zij afkomstig zijn van een beslag waarvoor beperkingen gelden wegens het voorkomen van klassieke scrapie. Een schapenbeslag met een OSE-resistent statuut van niveau I, zoals bepaald in het KB van 6 maart 2007 ter organisatie van fokprogramma's ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapenrassen 2, wordt, indien er ten minste zeven jaar geen geval 1 Zie bijlage VIII, hoofdstuk A, afdeling A, punten 2 en 3 bij Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën. 2 Zie ook omzendbrief PCCB/S2/BHOE/540922 van 29/09/2010 betreffende de voorwaarden ter verkrijging van het statuut van niveau 1-resistentie tegen OSE bij schapenrassen.

van klassieke scrapie is bevestigd, door het FAVV automatisch erkend als beslag met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie. Mestschapen, die geen prioneiwitgenotype ARR/ARR hebben en mestgeiten, die bestemd zijn voor een lidstaat met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie of met een nationaal bestrijdingsprogramma 1, moeten eveneens afkomstig zijn van een beslag met een statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie. Mestschapen en mestgeiten, bestemd voor andere lidstaten, hoeven niet aan deze voorwaarde te voldoen. Het handelsverkeer van slachtschapen en geiten vereist geen kwalificatie voor het risico op klassieke scrapie van het beslag van herkomst. Ter verkrijging van het statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie, moet een schapen- of geitenbeslag ten minste 7 jaar voldoen aan onderstaande voorwaarden. Om een statuut gecontroleerd risico op klassieke scrapie te krijgen, moet een beslag ten minste 3 jaar aan deze voorwaarden voldoen: 1) de schapen en geiten zijn permanent geïdentificeerd en er worden registers bijgehouden zodat zij tot hun beslag van geboorte kunnen worden getraceerd; 2) de verplaatsingen van schapen en geiten van en naar het beslag worden geregistreerd; 3) alleen de volgende schapen en geiten worden binnengebracht: i. schapen en geiten van beslagen met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie (in geval van het statuut verwaarloosbaar risico) of van beslagen met een verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie (in geval van het statuut gecontroleerd risico); ii. schapen en geiten van beslagen die gedurende ten minste zeven jaar (in geval van het statuut verwaarloosbaar risico) of ten minste 3 jaar (in geval van het statuut gecontroleerd risico) of ten minste even lang als het bedrijf waarop zij worden binnengebracht, voldoen aan de punten 1) tot en met 9); iii. schapen met prioneiwitgenotype ARR/ARR; 4) het bedrijf wordt minimaal jaarlijks door een officiële dierenarts van het FAVV gecontroleerd om na te gaan of aan de punten 1) tot en met 9) wordt voldaan; 5) er zijn geen gevallen van klassieke scrapie bevestigd; 6) alle schapen en geiten die ouder zijn dan 18 maanden en voor menselijke consumptie zijn geslacht, worden door een officiële dierenarts gekeurd en alle dieren die neurologische tekenen vertonen, worden in een erkend laboratorium op klassieke scrapie getest. Alle schapen en geiten ouder dan 18 maanden die gestorven zijn of om andere redenen dan slacht voor menselijke consumptie gedood zijn, worden in een erkend laboratorium op klassieke scrapie onderzocht (zie verder onder punt Modaliteiten betreffende de bemonstering van kadavers ); 7) alleen de volgende embryo s en eicellen van schapen en geiten worden binnengebracht: i. embryo s en eicellen van donordieren die sinds hun geboorte zijn gehouden in een lidstaat met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie of op een beslag met een verwaarloosbaar of een gecontroleerd risico op klassieke scrapie, of die aan de volgende voorwaarden voldoen: zij zijn permanent geïdentificeerd zodat zij tot hun beslag van geboorte kunnen worden getraceerd; zij zijn sinds hun geboorte gehouden op beslagen waar tijdens hun verblijf geen gevallen van klassieke scrapie zijn bevestigd; zij vertoonden geen klinische tekenen van klassieke scrapie ten tijde van de winning van de embryo s of eicellen;

ii. embryo s of eicellen van schapen met prioneiwitgenotype ARR/ARR; 8) alleen het volgende sperma van schapen en geiten wordt binnengebracht: i. sperma van donordieren die sinds hun geboorte zijn gehouden in een lidstaat met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie of op een beslag met een verwaarloosbaar of een gecontroleerd risico op klassieke scrapie, of die aan de volgende voorwaarden voldoen: zij zijn permanent geïdentificeerd zodat zij tot hun beslag van geboorte kunnen worden getraceerd; zij vertoonden geen klinische tekenen van klassieke scrapie ten tijde van de winning van het sperma; ii. sperma van rammen met prioneiwitgenotype ARR/ARR; 9) de schapen en geiten op het beslag hebben geen direct of indirect contact, met inbegrip van gemeenschappelijk gebruik van weiden, met schapen en geiten van beslagen met een lagere status. Modaliteiten betreffende de bemonstering van kadavers Indien op het beslag een schaap of geit van 18 maanden of ouder sterft of gedood wordt, moet zo snel mogelijk contact opgenomen worden met de PCE. Hiertoe stuurt de verantwoordelijke van het beslag het document Verplicht onderzoek op scrapie met het oog op het intracommunautair handelsverkeer van fokschapen en geiten (zie bijlage) naar de PCE per fax of e-mail (contactgegevens van de PCE zie http://www.favv.be/pce/). Het dode dier zal worden opgehaald door de krengenophaaldienst van het CODA. De kosten van de snelle OSE-diagnosetest zijn ten laste van het FAVV. Modaliteiten voor het toekennen, schorsen, intrekken en beheren van de statuten met betrekking op klassieke scrapie Het beheer van de statuten met betrekking tot klassieke scrapie zal door de PCE s in Sanitel gebeuren. Beslagen die na 31/12/2014 nog fokschapen, die geen prioneiwitgenotype ARR/ARR hebben en fokgeiten in het handelsverkeer wensen te brengen, zullen vóór 1/1/2015 een scrapiestatuut moeten aanvragen bij de PCE. Het initiatief tot aanvraag van het scrapiestatuut gaat uit van de verantwoordelijke van het beslag. Beslagen die op 1/1/2015 over geen erkend scrapiestatuut beschikken, zullen geen fokschapen, die geen prioneiwitgenotype ARR/ARR hebben en fokgeiten meer in het handelsverkeer kunnen brengen. Om aan de voorwaarde van de jaarlijkse officiële controle te voldoen, zal de certificerende dierenarts op het moment van de certificatie voor export, minimaal 1 maal per jaar de hierboven vernoemde voorwaarden voor het verkrijgen van een statuut met betrekking tot klassieke scrapie controleren. Tijdens deze controle zullen o.a. de registers nagegaan worden teneinde te controleren dat enkel dieren werden binnengebracht uit beslagen met ten minste een statuut gecontroleerd risico of dieren met een prioneiwitgenotype ARR/ARR. Beslagen die evenwel niet elk jaar een dier in het handelsverkeer brengen en zodanig niet bezocht worden door een certificerende dierenarts, zullen een controle bij hun PCE moeten aanvragen teneinde te voldoen aan de jaarlijks vereiste officiële controle. Het initiatief tot aanvraag van deze jaarlijkse controle, die een voorwaarde is om het scrapiestatuut te behouden, ligt bij de verantwoordelijke van het beslag.

Beslagen die vanaf 1/1/2015 voor het eerst fokschapen, die geen prioneiwitgenotype ARR/ARR hebben of fokgeiten in het handelsverkeer willen brengen, moeten een statuut aanvragen bij de PCE. Ter verkrijging van dit statuut zullen ze moeten aantonen dat aan alle bovenvernoemde voorwaarden voldaan is en dit voor ten minste 3 jaar (of 7 jaar indien men een statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie wenst). Deze beslagen zullen vanaf 1/1/2015 eveneens jaarlijks gecontroleerd worden. Het initiatief tot aanvraag van het statuut en het voldoen aan de vereiste van de jaarlijkse officiële controle ligt bij de verantwoordelijke van het beslag. De verantwoordelijke zal dus jaarlijks een officiële controle bij het FAVV moeten aanvragen (indien hij nog geen 3 jaar voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot het handelsverkeer) teneinde te voldoen aan de jaarlijks vereiste controle. Beslagen die menen aanspraak te kunnen maken op het statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie, moeten dit statuut eveneens aanvragen bij hun PCE en alle stukken die bewijzen dat aan bovenvernoemde voorwaarden is voldaan ter beschikking stellen. Indien blijkt dat niet meer is voldaan aan de criteria, deelt het FAVV aan de verantwoordelijke haar intentie mee om de erkenning van het statuut verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie van het beslag in te trekken. De verantwoordelijke beschikt over een periode van vijftien dagen om per aangetekende brief zijn bezwaren aan het FAVV mee te delen en, in voorkomend geval, te verzoeken door deze gehoord te worden of verbeteringen voor te stellen teneinde tegemoet te komen aan de ingeroepen motieven. De betrokken PCE onderzoekt de bezwaren en voorgestelde verbeteringen en voert een nieuwe controle uit. Het FAVV stelt de verantwoordelijke in kennis van het resultaat van deze controle. Indien het FAVV van oordeel is dat nog steeds niet is voldaan aan de criteria bevestigt zij de voorgenomen maatregelen tot intrekking van het statuut met betrekking tot klassieke scrapie. 6. Bijlagen Document Verplicht onderzoek op scrapie met het oog op het intracommunautair handelsverkeer van fokschapen en geiten. 7. Overzicht van de revisies Overzicht van de revisies van de omzendbrief Versie Van toepassing vanaf Reden en omvang van de revisie 1 01/01/2015 Originele versie