UAV opnames 2012 voor precisielandbouw doeleinden

Vergelijkbare documenten
Gebruik satellliet- en andere sensing beelden mbt precisiebemesting

Flying Sensor Rapport

Remote Sensing bereikt de boer?

PRECISIE LANDBOUW MET DRONES

Van den Borne aardappelen Precisielandbouw

Meer met taakkaarten in Pakket Akkerbouw 2015

GROENMONITOR: processing, ontsluiting en toepassingen

Flying Sensor Rapport

CIV Akkerbouw Module Precisielandbouw

De fotogrammetrie bij het NGI

Precisielandbouw VAN DEN BORNE AARDAPPELEN

LGN en het satelliet dataportaal: thematische en temporele verfijning. Gerbert Roerink Tel:

Gebruik satelliet- en andere sensing beelden mbt precisiebemesting

Minder Chemie in de Praktijk Landbouw op Algoritmes


ILVO. Precisielandbouw

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Precisielandbouw: voet aan wal in Nederland

Drones in de boomkwekerij

INHOUDSOPGAVE. Trimble Agrometius. Precisielandbouw een uitdaging voor de loonwerker. Voorstelling Agrometius/Trimble

UAV, van aanschaf tot lancering. Carl Lankveld

Technische fiche. Orthofotomozaïek, middenschalig, zomeropnamen. versie 1.0. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Smart Farming. Rendement door efficiency. Herman Krebbers Mechanisatie en precisielandbouw

Efficiënter telen met sensingtechniek. Herman Krebbers Mechanisatie en precisielandbouw

Samenvatting Aardrijkskunde Remote Sensing

Detectie/sensing. (bodemgebonden) ziekten en plagen. T. H. Been & J. N. Jukema

Technische fiche. DHMV II, grootschalige orthofotomozaïeken. versie 1.0. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

4/11/2017. Rendement uit Bodemspiegel en perceelsvergelijking. Herman Krebbers. Vanuit de lucht zie je meer. Direct snel overzicht perceel en zones

Van Precisielandbouw naar Smart Farming! Klaar voor de praktijk? Event AgriFood april 2018 Marc Sneyders

Najaar update - impact droogte op grasland en het herstel naderhand

Precisielandbouw. Sander Smets Onderzoeker Akkerbouw PIBO-Campus

Pilootproject 2018 Inschatting droogteschade landbouwgewassen Stad Sint-Truiden Droneport

Hightech meets Nature. Natuurinclusief en precisielandbouw

Down to Earth Remote Sensing in het waterbeheer. Ronald Loeve en Peter Boone

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Precisielandbouw & Geo-informatie Geert Hermans ZLTO

Slim kijken naar Dijken

Loofdoding2 App. Instructie gebruik Loofdoding 2 App in Akkerweb Auteur Corné Kempenaar T E.

De productiviteit van precisie begint hier Application Pro modules en Variable Rate Application.

Verkenning sensorgestuurde dosering van loofdodingsmiddelen in pootaardappelen

Mogelijkheden van fenolische verbindingen om de stikstofstatus van aardappelen te evalueren

Masterclass Fruitteelt

Precisie. Landbouw. groei door kennis

HWodKa precisielandbouw van de kaart

ROOKPLUIM ANALYSE. NEO BV Utrechtseweg 3E, 3811 NA, Amersfoort, the Netherlands

Proefresultaten zoete aardappel 2017

Open data als basis voor innovatie in de landbouw

IKONOS SATELLIETBEELDEN OPNAME Algemene technische uitleg. Versie /// 1.0 Publicatiedatum /// 29/05/2017. /// Rapport

Ontwikkelingen schurftherkenning fruit. Jan van de Zande, Jan Meuleman, Marcel Wenneker

Precisielandbouw. in de stal en op het veld. 12 februari Prof. Dr. Ir. Ben Aernouts KU Leuven campus Geel

Verslag waarnemingen loofdoding. consumptieaardappelen. in Zeeland in 2006.

Inhoud Toepassing PL in aardappelen met NBS app. Introductie Bedrijf Achtergrond NBS Praktijktoepassing NBS Akkerweb

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Technische fiche. Orthofoto's. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot

Opbrengstmeting op rooiers en combines. Succesvol data oogsten voor een hogere opbrengst

RPAS PLATFORMEN EN SENSOREN IN LANDBOUW

Proefresultaten zoete aardappel 2016

ALL SKY FOTO'S PROCEDURE

Ervaringen met precisie bemesting op grasland. Kees Lokhorst & Jouke Oenema. Bemesten op grasland volgens Robin Hood of King John

9.4 Invloed koude tijdens bewaring pootgoed K. Demeulemeester (Inagro)

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Het Nederlands Lelie Rapport Met Micosat mycorrhizae, schimmel en bacteriën

Het gewicht van een paard

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

BEGEO DE ULTIEME CONNECTIE

Flying Sensor Report. Collaboratorium Klimaat en Weer Valorius Programma Klimaat voor Ruimte

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk GM december Betreft Toepasbaarheid RPAS voor rietkraaginspecties

NBS.aardappelsensing.

Fotogrammetrische aanvulling als hulpmiddel bij landmeetkundige activiteiten

Technische fiche. Middenschalige orthofotomozaïeken. versie 4.0. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

FACTSHEET FOTOGRAMMETRIE

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

NBS Aardappelsensing 3

Precisiebemesting & optimalisatie mineralen kringlopen met NIRS

Geo-Airflight. Successen tot heden

Thermografische analyse gevels. Gouda

BEREGENING MET REMOTE SENSING (29)

Opslagdetectie op Leusderheide met behulp van Flying Sensors

Ternperatuurverdeling Botlek en le, 2e en 3e Petroleumhaven. ( definitieve versie maart 1979) Ir. H.W. Brunsveld van Hulten Fysische Afdeling

Plaatsspecifiek Perceelmanagement van de Kaart De toepassing van remote sensing beelden voor de karakterisering van gewaspatronen

Teaser. Pieter Vermeer Exit ready E: T: + 31(0) M: + 31(0) Teaser Milan InnoVincY Pagina 1

Modelleren van turbulente warmte en vocht stromingen in de atmosfeer met behulp van warmtebeelden van het aardoppervlak.

Sprectraaldata voor perceelsanalyse (140)

I. Aardappelcystenaaltje

IKONOS Satellietbeelden Opname Algemene technische uitleg

Precisielandbouw en kunstmest strooien

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

Naar een duurzame stikstofbemesting in de sierteelt met oog voor plantkwaliteit en milieu

[Hanssen, 2001] R F Hanssen. Radar Interferometry: Data Interpretation and Error Analysis. Kluwer Academic Publishers, Dordrecht 2001.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Our Sky is not the limit!

Informatie over Lenzen

IV-19. Map van bosbestand Tervuren Copyright Vlaamse Gemeenschap

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

+31 (0) E:

--- ORTHO --- v1.3 (2011) PRODUCTSPECIFICATIE

PRIVA SENSOREN VOOR TUINBOUW

Transcriptie:

UAV opnames 2012 voor precisielandbouw doeleinden Sensing thermische banden (134) Verplichting 1300012650/relatienummer 118153 Eric van Valkengoed Paul van der Voet 29 november 2012

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding...2 2 Resultaten...3 2.1 Ligging van het perceel... 3 2.2 Opname met automatisch vluchtplan... 4 2.3 Situatie in het veld... 7 2.4 Multispectrale en thermische beelden... 8 2.4.1 Geometrische correctie en mosaïkering van de beelden...8 2.4.2 Het multispectrale beeld...9 2.4.3 Het thermische beeld...10 2.5 Analyse en gebruik van de beelden... 11 2.5.1 Visuele interpretatie...11 2.5.2 Taakkaart voor loofdoding...11 2.5.3 De TCARI / OSAVI index...13 2.6 De opbrengstgegevens... 13 2.6.1 Vergelijking opbrengst en TCARI/OSAVI...14 2.6.2 Vergelijking opbrengst en andere kaarten...14 3 Conclusie en Aanbevelingen...15 Lijst met figuren Figuur 1: van het opgenomen perceel (achtergrond Google Earth 2013)... 3 Figuur 2: Lokatie van het opgenomen perceel (achtergrond Google Earth 2013)... 3 Figuur 3: Lancering aan elastiek op het Herdersdreef perceel bij Reusel... 4 Figuur 4: Uitvoering vluchtplan boven het Herdersdreef perceel (deel 1)... 5 Figuur 5: Uitvoering vluchtplan boven het Herdersdreef perceel (deel 2)... 6 Figuur 6: UAS landing in het Herdersdreef aardappelveld... 6 Figuur 7: Aardappelgewas en calibratiepanelen op 20 september 2012... 7 Figuur 8: Situering van de verschillende rassen die in 2012 op het perceel geteeld werden... 7 Figuur 9: Regressie tussen ruwe pixel (DN) waardes (x-as) en reflectiewaardes (%) van calibratie panelen (y-as) voor de 700Nm red-edge band.... 8 Figuur 10: Samenvoegen van de individuele beelden tot 1 mozaïek... 9 Figuur 11: False-color composiet van het mozaïek van het Herdersdreef perceel en zijn omgeving... 10 Figuur 12: Image mosaick van de thermische band... 10 Figuur 13: mozaïek van de thermische band ingezoomd op het Herdersdreef perceel... 11 Figuur 14: WDVI kaart berekend uit het multispectrale beeld... 12 Figuur 15: Taakkaart voor de loofdoding... 12 Figuur 16: TCARI/OSAVI index voor het perceel aan de Herdersdreef... 13 Figuur 17: de kaart met opbrengstgegevens voor het perceel op de herdersdreef.. 14 i

1 Inleiding TerraSphere levert sinds jaren biomassa-kaarten van individuele percelen aan diverse klanten door heel Nederland, en beschikt over een uitgebreid archief aan bewerkte satelliet beelden. Voor veel landbouw toepassingen zijn opnamen in bepaalde weken, zoals bijvoorbeeld in juni cruciaal, maar de afgelopen jaren is gebleken dat deze door bewolking lang niet altijd geleverd kunnen worden. Sinds 2009 is TerraSphere de mogenlijkheden aan het onderzoeken om in Nederland een aanvullende service op te zetten die op strategische momenten in het groeiseizoen biomassa kaarten vanuit een onbemand vliegtuig (Unmanned Aerial System of verder UAS) kan leveren. Ondersteund door EU en ESA financiering onderzoekt TerraSphere met verschillende internationale bedrijven en universiteiten de mogelijkheden van zo'n service in 2012 en 2013. Van den Borne Aardappelen (VdBA) is een van de grootste akkerbouwbedrijven in de grensstreek van Nederland en België. VdBA wordt geleid door een van de meest actieve ondernemers bij het inzetten van Precisie Landbouw technieken ter bevordering van optimale opbrengst in combinatie met zo laag mogelijke milieubelasting (zie www.vandenborneaardappelen.com). Reeds tijdens het groeiseizoen 2011 werden er UAV beelden opgenomen boven aardappelvelden van VdBA om te onderzoeken of biomassa sensing met UAVs een meerwaarde kan opleveren ten opzichte van de huidige trekker en satelliet gebaseerde sensing activiteiten. Tijdens het seizoen 2012 zijn eveneens enkele percelen vanuit de UAV opgenomen. In het huidig project is een perceel van 5 ha verschillende malen met een UAV opgenomen door zowel multispectrale als thermische camera's. De UAV is een fixed wing UAS met een totaal gewicht van 3 kg, een lengte van 120 cm, een spanwijdte van 180 cm en de mogelijkheid om meetinstrumenten (1,5 kg) aan boord te transporteren. De UAS heeft een autopilot met GPS en IMU (Inertial Movement Unit, die de bewegingen van het toestel registreert), waardoor er nauwkeurige voorgeprogrammeerde vluchtplannen zijn uitgevoerd. 2

2 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de vluchten in september 2012 in detail besproken. 2.1 Ligging van het perceel Het perceel waarvan multispectrale en thermische beelden zijn opgenomen, is aangegeven met een rode omlijning in de onderstaande Figuur 1. Het perceel is gelegen aan de Herdersdreef bij Reusel. Figuur 1: van het opgenomen perceel (achtergrond Google Earth 2013) De omgeving van het veld is aangegeven in Figuur 2. Het gaat om een gebied van 5,5 ha in de gemeente Reusel op de grens met België. De landsgrens is aangegeven in het geel. Figuur 2: Lokatie van het opgenomen perceel (achtergrond Google Earth 2013) 3

2.2 Opname met automatisch vluchtplan Op 20 september 2012 zijn er verschillende opnames uitgevoerd. De vluchten voor de opnames zijn uitgevoerd met een UAV, een onbemand vliegtuig, dat automatisch een vluchtplan heeft afgevlogen. De procedure voor de automatische vlucht wordt aan de hand van de volgende figuren in detail uitgelegd. Voor vertrek vind er eerst een controle plaats op de verschillende signalen: GNSS (GPS), telemetrie, zender en ontvanger. Wanneer de UAV klaar is voor vertrek, wordt het toestel met maximale motorkracht tegen de wind in gelanceerd aan een elastiek van 18 m lengte (Figuur 3). Figuur 3: Lancering aan elastiek op het Herdersdreef perceel bij Reusel Na vertrek wordt de stabiliteit van het toestel manueel gecontroleerd, waarna op ongeveer 30 meter hoogte de automatische mode wordt ingesteld: hiermee wordt het vantevoren ingevoerde vlucht plan in werking gezet. Het vluchtplan boven het perceel staat in detail in Figuur 4 en Figuur 5 uitgelegd. In 1 heeft de UAV zich (rond het standby punt) op kruishoogte gestabiliseerd en vertrekt de UAV naar het hoekpunt van de te vliegen polygoon. In 2 draait de UAV rond het hoekpunt van de polygoon om de opname te starten. In 3 is de UAV met de eerste lijn van de opname gestart. De gele punten geven de plaats aan waar een foto genomen is. De autopiloot stuurt op die plaats een signaal naar de camera, de coördinaten van elke opname worden zo vastgelegd. In 4 voert de UAV de eerste lijn uit. In 5 is de UAV met de tweede lijn gestart. In 6 is de UAV met de derde lijn gestart. 4

Figuur 4: Uitvoering vluchtplan boven het Herdersdreef perceel (deel 1) in 7 heeft de UAV de tweede lijn een tweede keer uitgevoerd en start het de derde lijn nogmaals. Op dit moment wordt het commando aan de UAV gegeven om de automatische landing in te zetten. In 8 start de UAV met de automatische landing. De UAV zal dalen in een cirkel die het 'approach fix' punt (AF) snijdt. In 9 is de UAV aan het landen. De cirkel wordt een tweede keer uitgevoerd omdat het toestel nog niet op de gewenst 30 meter hoogte was toen het AF-punt bereikt werd. In 10 is de UAV automatisch geland, vanuit het AF-punt richting het 'touch down 'punt (TD). De UAS ligt op de grond, op slechts enkele meters van het TD-punt. 5

Figuur 5: Uitvoering vluchtplan boven het Herdersdreef perceel (deel 2) De automatische landing wordt eveneens met de volgende foto's geïllustreerd in Figuur 6. De reeks foto's is net voor de landing in het aardappelveld genomen. Figuur 6: UAS landing in het Herdersdreef aardappelveld 6

2.3 Situatie in het veld Op de dag van de opname, 20 september 2012, was het aardappelgewas vlak voor het moment van loofdoding. De staat van het gewas kan het best weergegeven worden aan de hand van de onderstaande foto (Figuur 7). Op de foto zijn ook de van zwart naar wit verlopende calibratiepanelen zichtbaar. Deze zijn gebruikt om het multispectrale beeld radiometrisch te calibreren. Figuur 7: Aardappelgewas en calibratiepanelen op 20 september 2012 Een kleine zone waarop het Ludmila aardappelras groeide was reeds gerooid op 20 september. Op het grootste deel van het veld groeide het Fontane aardappelras, zoals is te zien in de onderstaande Figuur 8. Figuur 8: Situering van de verschillende rassen die in 2012 op het perceel geteeld werden De vaste reflectiewaardes (in %) van de 7 panelen zijn gemeten met een handspectrometer. Zodoende kunnen de DN waardes van de panelen op het UAV beeld via een regressie analyse worden gerelateerd aan de reflectiewaardes van de panelen. Via deze relatie (regressie formule) zijnn alle pixels van het beeld worden vertaald naar reflectiewaarden. Deze gecalibreerde reflectiewaarden zijn de basis van waaruit vegetatie indices zoals WDVI (Weighted Difference Vegetation Index) en TCARI/OSAVI (zie 2.5.3) kunnen worden berekend. Figuur 9 laat de regressie zien tussen de DN waardes en de reflectie waarden van de panelen. 7

Figuur 9: Regressie tussen ruwe pixel (DN) waardes (x-as) en reflectiewaardes (%) van calibratie panelen (y-as) voor de 700Nm red-edge band. De opname resultaten zijn in de volgende paragrafen in detail uitgewerkt. 2.4 Multispectrale en thermische beelden De beelden werden op 20 september 2012 opgenomen met zowel een multispectrale als een thermische camera. Tijdens de vlucht was het homogeen bewolkt, een ideale conditie voor een goede opname. 2.4.1 Geometrische correctie en mosaïkering van de beelden Wanneer een foto met een camera wordt genomen, toont het een beeld van de werkelijkheid dat geprojecteerd is door een perspectief centrum (focale lens) op een vlak. Dit resulteert in een zicht in perspectief. Voor een (bijna) verticale luchtfoto betekent dit dat objecten die op dezelfde plaats staan maar een verschillende hoogte hebben, geprojecteerd worden op een andere plaats in de foto. Dit effect wordt de parallax genoemd, waarvoor gecorrigeerd dient te worden. De geometrische correctie gebruikt fotogrammetrische technieken om het perspectief in het beeld uit te schakelen, vervolgens een georeferentie aan het beeld toe te kennen, en de verschillende beelden tot 1 enkele mozaïek samen te voegen. Het resultaat is een orthofoto zonder perspectief effecten. De orthofoto heeft een consistente schaal en past vrijwel perfect op andere geografische gegevens. Figuur 10 illustreert de procedure van de geometrische correctie en het mosaicen. 8

Figuur 10: Samenvoegen van de individuele beelden tot 1 mozaïek De geometrische correctie gebeurt aan de hand van fotogrammetrische software die specifiek gemaakt is voor de verwerking van UAV beelden. Voor elk beeld gebruikt de software de geografische coördinaten van de UAV positie op het moment van de opname. De drie hoeken (de roll, de pitch en de yaw) van de UAV op het moment van opname worden niet gebruikt in de verwerking, dit is een essentieel verschil met de klassieke fotogrammetrische verwerking van beelden. De reden hiervoor is dat de hoeken met onvoldoende nauwkeurigheid opgemeten kunnen worden, omdat de vereiste nauwkeurige apparatuur in de praktijk te zwaar is om aan boord mee te nemen. Dit gebrek aan informatie voor de verwerking wordt gecompenseerd door de veel grotere overlap tussen de beelden. Waar in klassieke fotogrammetrie gewerkt wordt met 60% overlap in vliegrichting en 30% zijdelingse overlap, wordt er hier gezorgd voor een overlap van 80% in de vliegrichting en zo'n 50 à 60% zijdelingse overlap. Omdat elk punt wat op de grond aanwezig is, in meer dan 15 beelden voorkomt, is de fotogrammetrische software voor UAV beelden met zoveel overlap in staat om de drie hoeken automatisch voor elk beeld te berekenen. De gehele procedure gebeurt automatisch en levert nauwkeurige resultaten. 2.4.2 Het multispectrale beeld De multispectrale camera neemt op in vier banden in het zichtbaar en nabij infrarood licht. De banden zijn 550 nm (de groene band), 670 nm (de rode band), 700 nm (de zogenaamde red edge band) en 810 nm (de nabij-infrarode band). De beelden zijn samengevoegd tot een gegeorefereerde mosaic, zoals is geïllustreerd in Figuur 11. 9

Figuur 11: False-color composiet van het mozaïek van het Herdersdreef perceel en zijn omgeving De perceelspolygoon (aangegeven met een dunne witte lijn in de figuur) en de gps punten van de tractor (aangegeven met witte punten in de figuur) diende als referentie voor de georeferentie. In de figuur is het False-color composiet weergegeven in de volgende banden: aan de nabij-infrarode band is de rode kleur toegekend; aan de red edge band is de groene kleur toegekend; aan de rode band is de blauwe kleur toegekend. In het multispectrale beeld is de variatie in het veld duidelijk waar te nemen. De oranje kleur in het aardappel perceel duidt op een relatief hoge biomassa, terwijl de blauwe kleur duidt op relatief weinig biomassa. 2.4.3 Het thermische beeld De thermische opname (zie Figuur 12) is verkregen met een camera die in de spectrale band van 7,5 tot 13,5 μm opneemt, dit is de zogenaamde long wave infrared band (LWIR). Figuur 12: Image mosaick van de thermische band De camera levert metingen met een absolute nauwkeurigheid van 2 Celsius. De legenda die weergegeven is in Figuur 12 heeft dus deze 2 nauwkeurigheid. De relatieve nauwkeurigheid, bij vergelijking van verschillende pixelwaarden in het veld, is beter en kan tot 1 Celsius gaan. In de onderstaande Figuur 13 is ingezoomd op alleen het Herdersdreef perceel. Hierdoor kunnende kleurschakeringen uitsluitend gericht worden op de waarden die aanwezig zijn in het perceel. De visuele interpretatie wordt hierdoor verbeterd. 10

Figuur 13: mozaïek van de thermische band ingezoomd op het Herdersdreef perceel 2.5 Analyse en gebruik van de beelden 2.5.1 Visuele interpretatie Zowel het multispectrale beeld als het thermisch beeld geven duidelijk de variaties weer in het aardappelveld. De trends die in het ene beeld waargenomen worden, kunnen enigszins in het andere beeld teruggevonden worden. Zo zijn de zones die een hoge biomassa aangeven in het multispectrale beeld in het thermisch beeld terug te vinden als zones met een lagere temperatuur. Kale grond in het multispectrale beeld geeft warmere zones in het thermisch beeld weer. Vegetatie wordt meestal kouder waargenomen dan kale grond (omdat de evapotranspiratie activiteit van vegetatie de temperatuur verlaagt): dit zijn logische observaties. Het thermisch beeld vertoont ook een aantal trends die niet terug te vinden zijn in het multispectrale beeld. Deze trends zijn naar alle waarschijnlijkheid gelinkt aan de bodemvochtigheid in het veld. De vochtigheid van de planten wordt duidelijk ook waargenomen. Het multispectrale en het thermische beeld zijn duidelijk complementaire gegevensbronnen. 2.5.2 Taakkaart voor loofdoding De loofdoding van de bovengrondse delen van de aardappelplanten vindt een aantal weken voor het rooien plaats, zodat verdere ziekteverspreiding via de bladeren wordt voorkomen, en het mechanische rooien van de aardappelen wordt vergemakkelijkt. Een specifiek loofdodingsmiddel wordt gespoten om het loof te doden. Doorgaans gebeurt dit met een gelijke dosis over het gehele veld, zodat overal dezelfde hoeveelheid middel wordt gespoten. Omdat de vitaliteit van het gewas reeds sterk varieert tegen het einde van het groeiseizoen, zijn er plekken waar eigenlijk met zeer weinig middel het loof kan worden gedood, terwijl er ook plekken zijn waar juist meer middel nodig is omdat het gewas hier nog zeer groen is. Door overal een gelijke dosis toe te passen, wordt deze gemiddeld te hoog gegeven. om er voor te zorgen dat in ieder geval ook alle vitale plekken gedood worden. Dit betekend een hogere kostenpost, en een onnodige belasting van het milieu. Om deze redenen is het variabel spuiten van loofdodingsmiddel in opkomst. Hiervoor is een moderne spuitmachine nodig, die op basis van de taakkaart de spuitboom (soms ook per sectie) kan aansturen om zo de juiste hoeveelheid middel toe te dienen. Dit alles wordt aangestuurd via satellietgestuurde positiebepaling van de spuitboom ten opzichte van de taakkaart. Met behulp van de UAV beelden kan de variatie in het loof vastgesteld worden en gebruikt worden als informatielaag om variabel in het veld te kunnen spuiten. De taakkaart waarmee het sproeien wordt uitgevoerd, wordt afgeleid van de WDVI kaart, die van het multispectrale beeld is berekend. De WDVI index is een index die correspondeert met de hoeveelheid chlorophyl producerende bovengrondse biomassa. De relatie tussen biomassa en de 11

hoeveelheid toe te dienen loofdodingsmiddel is rechtevenredig: hoe meer biomassa, hoe meer middel moet worden toegediend. In de onderstaande Figuur 14 is de WDVI kaart weergegeven. In het groen staan de zones in het veld waar veel biomassa groeit, in het rood de zones met minder biomassa. In het donker rood zijn zones zonder biomassa : dit is de zone waar het Ludmila ras reeds gerooid was. Figuur 14: WDVI kaart berekend uit het multispectrale beeld De taakkaart die uit de WDVI kaart berekend werd, is weergegeven in Figuur 15. Figuur 15: Taakkaart voor de loofdoding De taakkaart wordt vervolgens in de boordcomputer van de trekker geladen, zodat deze de spuitkoppen kan aansturen en variabel laat spuiten naargelang de positie in het veld. De 12

variabele dosis die toegediend is, was gelijk over de hele lengte van de sproeier, die 30 m breed is. Om deze reden is de taakkaart weergegeven als rechthoeken die loodrecht op de rijrichting staan. Het resultaat van de variabele loofdoding is een middelenbesparing van grofweg 40% ten opzichte van de gebruikelijke homogene dosering, en 90% ten opzichte van de dosering die wordt aangeraden door de fabrikant. 2.5.3 De TCARI / OSAVI index De TCARI index (Transformed Chlorophyll Absorption in Reflectance Index) is een gewas index met een sterke relatie tot de chlorophyll (a en b) inhoud van de planten, en daarmee een maat voor de stikstof (N) concentratie van de bladeren. Een lage stikstof gehalte in de bladeren kan duiden op de noodzaak tot bijbemesting. Via de TCARI/OSAVI index kan ook de stikstof concentratie worden geanalyseerd na stikstoftoediening via bemesting. TCARI is gevoelig voor de vegetatie densiteit (LAI) en daarom op zichzelf niet direct bruikbaar voor verschillende gewas stadia. De OSAVI index (Optimised Soil-Adjusted Vegetation Index) is op zijn beurt zeer weinig gevoelig voor kale grond en geschikt voor landbouwtoepassingen. De index is evenwel ongevoelig voor chlorophyll inhoud. De combinatie van beide indices geeft de TCARI/OSAVI index, die gevoelig is voor chlorophyll inhoud, maar weinig gevoelig voor vegetatie dichtheid en kale grond. Deze index geeft de beste resultaten op beelden die een hoge resolutie hebben (bijvoorbeeld de 10 à 20 cm resolutie van de UAV beelden) en dus veel 'pure' pixels bevat. 'Pure' pixels zijn in dit verband pixels die alleen een plant weergeven of alleen kale grond, in tegenstelling tot gemengde pixels (de mixels) die verschillende elementen bevatten. Figuur 16 geeft de TCARI/OSAVI index weer voor het aardappelveld op de Herdersdreef. Figuur 16: TCARI/OSAVI index voor het perceel aan de Herdersdreef Blauwe waarden geven een hoge index waarde, die omgekeerd evenredig is met de chlorophyll inhoud, waardoor deze blauwe zones dus een lage activiteit weergeven. 2.6 De opbrengstgegevens De onderstaande illustratie (Figuur 17) geeft de door VdbA gemeten opbrengstgegevens weer voor het aardappelveld. 13

Figuur 17: de kaart met opbrengstgegevens voor het perceel op de herdersdreef De opbrengstgegevens zijn afkomstig van de rooimachine: Het betreft hier dus metingen van niet gewassen aardappelen. Omdat het zandige grond betreft, is er weinig aarde meegenomen in de metingen. 2.6.1 Vergelijking opbrengst en TCARI/OSAVI Bij een visuele vergelijking tussen de kaart met de opbrengstgegevens en de TCARI/OSAVI kaart, kan men enig verband tussen beiden observeren. Zones met een lage chlorophyll inhoud in de plant komen enigszins overeen met de zones waar een hogere opbrengst is gemeten. Maar bij een objectieve vergelijking tussen beide gegevensbronnen wordt er geen duidelijk verband gevonden. De regressie analyse geeft een lage R² waarde. De relatie tussen chlorophyll inhoud en opbrengst lijkt laag. Een reden kan ook zijn dat het beeld niet op het juiste moment in het seizoen is genomen om een goede weergave te zijn van de belangrijkste chlorophyll inhoud die er plaatsvond tijdens de groei. De index lijkt eerder nuttig bij het bepalen van stikstofbehoeften voor de plant dan voor opbrengstvoorspellingen. 2.6.2 Vergelijking opbrengst en andere kaarten Bij een vergelijking van de opbrengst kaart met de WDVI is er geen verband gevonden tussen beiden. Het bevestigt de ervaring dat in aardappelen de hoeveelheid biomassa geen goede voorspeller is voor de opbrengst Een relatie tussen de opbrengstkaart en de thermisch infrarode kaart is eveneens niet vast te stellen. 14

3 Conclusie en Aanbevelingen Een fixed-wing UAV met daarin een multi-spectrale en een thermische camera is in staat om snel (binnen enkele uren) en flexibel (op afroep binnen enkele dagen) onafhankelijk van bewolking gedetailleerde beelden (tot 5 cm resolutie) te maken van verschillende percelen. De UAV vliegt vrijwel autonoom een van te voren geprogrammeerd vliegpad en neemt automatisch beelden op, die met speciale software tot een groot mosaick kan worden samengevoegd. Gedetailleerde (<1m resolutie) thermische en multi-spectrale opnamen die zijn gemaakt met behulp van de UAV kunnen worden gebruikt voor het berekenen van verschillende gewas indexen zoals de WDVI en de TCARI/OSAVI index en voor het afleiden van temperatuur beelden. De complementaire beelden geven een goed beeld van de groeiverschillen binnen een perceel (WDVI), de temperatuurverschillen door variatie in verdamping (thermisch) en de verschillen in stikstof inhoud van de bladeren (TCAR/OSAVI). WDVI data vormen een goede basis voor de berekening van een variable loofdodings taakkaart waarmee het aardappelloof met de juiste dosis op de juiste plek wordt behandeld. Hier zijn belangrijke financiele en ecologische voordelen mee te halen. TCARI/OSAVI beelden kunnen vroeger in het seizoen (in Juni) een belangrijke bijdrage leveren aan de berekening van de bemestingsbehoefte van het gewas, omdat de TCAR/OSAVI is gerelateerd aan de stikstof inhoud van de bladeren. Wanneer ook de stikstof bodemvoorraad bekend is, kan een bemestingsadvies worden opgesteld. Net als de loofdodingstaakkaart, ligt een variable N-bijbemestings-taakkaart binnen bereik, dankzij de ruimtelijke variatie die wordt gemeten met de UAV beelden. Het is de verwachting dat een bemestingadvies op basis van UAV beelden (in combinatie met bodemgegevens en/of andere veldgegevens) vanaf 2013 in de praktijk zal worden getoetst. Thermische beelden laten duidelijk variaties zien in het veld met betrekking tot de groeiactiviteit van de aardappel-planten. Hoge gewasverdamping duidt op goede groei en is te zien als een relatief lage temperatuur. Een relatief hoge temperatuur in een gezond (groen) gewas kan duiden op een vochttekort en kan dus een goede hulp zijn bij het bepalen van de (lokale) beregeningsbehoefte van gewassen. In Spanje is een dergelijk UAV toepassing operationeel ten behoeve van de monitoring en irrigatie van wijngaarden. 15