RJ-Uiting 2007-10: 'Aanpassingen ten opzichte van de ontwerp-richtlijn 660 Onderwijsinstellingen' Ten geleide De Onderwijssector is een sector die haar jaarverslaggeving aan het harmoniseren en dereguleren is. Als basis hiervoor geldt een ministeriële regeling waarop deze Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen is gebaseerd. De Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs is gebaseerd op de Wet op het primair onderwijs (WPO), Wet op de expertisecentra (WEC), Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) die de minister van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de mogelijkheid geeft nadere regels te stellen voor de verantwoording van instellingen die vallen onder de genoemde wetten. Ook de door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) regulier bekostigde instellingen voor onderwijs en onderzoek zijn onder deze regeling geschaard. Blijkens artikel 2 Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs is op de verslaggeving van onderwijsinstellingen Titel 9 Boek 2 BW van toepassing, met uitzondering van de afdelingen 1 Algemene bepaling, 11 Vrijstellingen op grond van de omvang van het bedrijf van de rechtspersoon en 12 Bepalingen omtrent rechtspersonen van onderscheiden aard. Naar aanleiding daarvan heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) op 15 oktober 2007 Uiting 2007-8 uitgegeven met daarin opgenomen ontwerp-richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. Na de commentaarperiode heeft de Raad de Richtlijn, op basis van de ontwerp- Richtlijn inclusief de aanvullingen zoals opgenomen in deze Uiting, vastgesteld. De volledige Richtlijn zal in februari 2008 worden gepubliceerd. Vanuit het ministerie van OCW zal de komende periode verdere voorlichting worden verstrekt (www.minocw.nl). Ingangsdatum De Richtlijn is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2008. Eerdere toepassing van de Richtlijn wordt aanbevolen. Amsterdam, 21 december 2007 1
RJ-Uiting 2007-10: 'Aanpassingen ten opzichte van de ontwerp-richtlijn 660 Onderwijsinstellingen' Aan alinea 660.102 wordt toegevoegd de Wet op de expertisecentra (WEC): Dit hoofdstuk heeft betrekking op onderwijsinstellingen waarop de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) van toepassing is. De Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs regelt de jaarverslaggeving van onderwijsinstellingen over boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2008. De Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs is gebaseerd op de Wet op het primair onderwijs (WPO), Wet op de expertisecentra (WEC), Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) die de minister van OCW de mogelijkheid geeft nadere regels te stellen voor de verantwoording van instellingen die vallen onder de genoemde wetten. Dit hoofdstuk is eveneens van toepassing op alle door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op basis van de onderwijswetgeving regulier bekostigde instellingen voor onderwijs. Blijkens artikel 2 van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs is op de verslaggeving van onderwijsinstellingen Titel 9 Boek 2 BW van toepassing, met uitzondering van de afdelingen 1 Algemene bepaling, 11 Vrijstellingen op grond van de omvang van het bedrijf van de rechtspersoon en 12 Bepalingen omtrent rechtspersonen van onderscheiden aard. Toepassing van Titel 9 Boek 2 leidt ertoe dat onderwijsinstellingen de uitgangspunten van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, met in het bijzonder hoofdstuk 660 Onderwijsinstellingen, hanteren. De definitie van een onderwijsinstelling zoals opgenomen in alinea 660.104 wordt in overeenstemming gebracht met de wijzigingen zoals doorgevoerd in de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs: Een onderwijsinstelling is volgens artikel 1 lid a van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs: een school, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een centrale dienst als bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, een centrale dienst als bedoeld in artikel 69 van de Wet op de expertisecentra, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitzondering van de scholen, bedoeld in titel II, afdeling II van die wet, een centrale dienst als bedoeld in artikel 53b van de Wet op het voortgezet onderwijs, een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, een kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De definitie van een onderwijssector zoals opgenomen in alinea 660.104 wordt aangevuld met,waarbij universiteiten en hogescholen als afzonderlijke sectoren worden beschouwd. Het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs binnen een AOC worden als één sector beschouwd. : Een onderwijssector is een opleiding of het geheel van opleidingen, op grond van onderscheidenlijk de WPO, de WEC, de WVO, de WEB of de WHW, waarbij universiteiten en hogescholen als afzonderlijke sectoren worden beschouwd. Het 2
voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs binnen een AOC worden als één sector beschouwd. Het gedefinieerde begrip financieel jaarverslag zoals opgenomen in 660.104 wordt gewijzigd in de jaarverslaggeving: De jaarverslaggeving bestaat uit de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens (artikel 1 lid c van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs). Aan het eind van alinea 660.104 wordt toegevoegd: Geoormerkte doelsubsidies betreffen subsidies waaraan door het ministerie van OCW of LNV een bestedingsverplichting aan een door het ministerie van OCW of LNV benoemde doestelling is verbonden. De richtlijn zoals opgenomen in 660.106 dat het boekjaar altijd gelijk is aan het kalenderjaar is verwijderd: 106 De jaarrekening en het jaarverslag van onderwijsinstellingen wordt in de Nederlandse taal opgesteld en gepubliceerd, en in euro's uitgedrukt. Alinea 660.204 wordt aan de Richtlijn toegevoegd: 204 Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de Regeling Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs (kenmerk: WJZ-2005/54063802) toegestaan een vordering op te nemen op de minister van OCW. De alinea s 660.204 tot en met 660.211 worden hernummerd naar 660.205 tot en met 660.212. Aan alinea 660.212 is toegevoegd dat het geoormerkte doelsubsidies betreffen, dat model G van toepassing is op alle van het ministerie van LNV ontvangen gelden (naast de normatieve rijksbijdrage) en dat model G onderdeel uit maakt van de toelichting op de geoormerkte doelsubsidies van het ministerie van OCW en LNV zoals verantwoord onder de overlopende passiva van de kortlopende schulden: 212 De door het ministerie van OCW en LNV verstrekte geoormerkte doelsubsidies dienen te worden gespecificeerd overeenkomstig model G van de bijlage. De door het ministerie van LNV bekostigde instellingen voor onderwijs nemen alle van het ministerie van LNV ontvangen gelden naast de (normatieve) rijksbijdrage op in model G. Dit model dient onderdeel uit te maken van de toelichting op de geoormerkte doelsubsidies van het ministerie van OCW en LNV zoals verantwoord onder de overlopende passiva van de kortlopende schulden. De in alinea 660.301 opgenomen richtlijn voor verwerking van de normatieve rijksbijdrage wordt vet gedrukt: 301 De door onderwijsinstellingen ontvangen (normatieve) rijksbijdrage dient in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig te worden verwerkt als bate in de 3
staat van baten en lasten. Binnen dat kader worden de rijksbijdragen van het ministerie van OCW en het ministerie van LNV afzonderlijk verantwoord. Inzake de verwerking van giften in de jaarrekening wordt alinea 660.304 toegevoegd: GIFTEN 304 Indien baten worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten, dienen deze te worden gewaardeerd tegen de reële waarde (voor zover bepaalbaar) en in overeenstemming met alinea 408 van hoofdstuk 640 Organisaties-zonder-winststreven voor die reële waarde te worden verantwoord in de staat van baten en lasten. Dit geldt bijvoorbeeld voor het geval dat materiële vaste activa worden verkregen voor een bedrag lager dan de reële waarde van die activa of 'om niet'. Indien van belangrijke zodanige baten de waarde niet bepaalbaar is, dient daarvan in de toelichting melding te worden gemaakt. Vrijwilligerswerk wordt in het algemeen niet financieel verantwoord. Indien vrijwilligerswerk belangrijk is voor de organisatie, wordt daarvan in het bestuursverslag melding gemaakt. Inzake de vereiste vermelding van gegevens omtrent de bezoldiging van (gewezen) bestuurders en commissarissen wordt alinea 660.305 toegevoegd: 305 De vereiste vermelding van gegevens omtrent de bezoldiging en dergelijke van (gewezen) bestuurders en van (gewezen) toezichthouders dient plaats te vinden in overeenstemming met paragraaf 6 Bezoldiging van bestuurders en commissarissen van hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen. De alinea s 660.304 tot en met 660.310 worden hernummerd naar 660.306 tot en met 660.312. Aan alinea 660.306 wordt toegevoegd dat model F onderdeel uitmaakt van de toelichting op de personeelslasten zoals verantwoord in de staat van baten en lasten: 306 Bij melding inzake de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) dient het overzicht te worden ingericht overeenkomstig model F van de bijlage. Dit model dient onderdeel uit te maken van de toelichting op de personeelslasten zoals verantwoord in de staat van baten en lasten. Alinea 660.307 inzake de kosten van de eigen organisatie wordt als volgt geherformuleerd: 307 Organisaties waarvan een deel van de activiteiten bestaat uit het verstrekken van subsidies aan andere organisaties wordt aanbevolen inzage te verstrekken in de kosten van de eigen organisatie. In dit verband wordt verwezen naar hoofdstuk 640 Organisaties-zonderwinststreven, alinea 406. De titel boven alinea 660.312 wordt gewijzigd in BEGROTING EN VERGELIJKENDE CIJFERS. Voorts wordt alinea 660.313 toegevoegd: 313 Voor zover het inzicht dit vereist dienen in de toelichting de verschillen tussen de werkelijke cijfers en de cijfers van het voorgaande verslagjaar te worden geanalyseerd. 4
Alinea 660.406 is geherformuleerd zodat de veronderstelling dat altijd een Raad van Toezicht aanwezig is komt te vervallen: 406 Het bestuur rapporteert in het jaarverslag over de aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem in het boekjaar. Het bestuur geeft daarbij tevens aan welke eventuele significante wijzigingen zijn aangebracht, welke eventuele belangrijke verbeteringen zijn gepland en dat één en ander met het, indien aanwezig, met toezicht belaste orgaan is besproken. De verwerking van de O&O-gelden door universiteiten met medische faculteiten dient niet zichtbaar in mindering te worden gebracht op de rijksbijdrage. Dit is dan ook verwijderd uit alinea 660.602: 602 De overdracht van de rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie dient in de toelichting zichtbaar in mindering te worden gebracht op de baten uit rijksbijdragen. De titel van model G wordt gewijzigd in: GEOORMERKTE DOELSUBSIDIES OCW EN LNV 5