Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 21 maart 2016 Onderwerp PMJ-ramingen tot en met 2021

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Datum 10 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over tbs ers die langer op de kamer zitten wegens bezuinigingen bij de Pompekliniek

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 22 mei 2017 Onderwerp Beleidsreactie AEF rapport inzake passende zorg voor gevaarlijke patiënten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 4 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de signalen dat DNA-onderzoeken door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zijn vertraagd

Datum 29 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de leegstand en het personeelstekort bij de PI Haaglanden

Datum 19 juli 2017 Onderwerp Vragen over doorberekening van toezichts- en handhavingskosten aan het bedrijfsleven

Datum 20 januari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de snelwegpolitie wordt afgeschaft

Datum 19 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het nieuwe bekostigingssysteem van het Openbaar Ministerie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 november 2016 Onderwerp NFI en NRGD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 juni 2017 Onderwerp FPK De Woenselse Poort

Normenkader. Ten behoeve van erkenning als reclasseringsorganisatie

Reclassering Nederland. hoofd Personeel & Organisatie en Financiën

Datum 18 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het CJIB

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede dkamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Politie en justitie tappen te veel af

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over cipiers die ziek van angst zouden zijn door onveilige situaties in de gevangenissen

Bijgaand zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de antwoorden op deze vragen.

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2018 Onderwerp Wettelijke experimenteerruimte

Ketengericht werken aan betekenisvol reclasseringswerk. Eindrapport

Datum 11 februari 2016 Onderwerp Antwoorden op Kamervragen over het bericht dat scholen steeds vaker een VOG vragen om moeilijke leerlingen te weren

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

Datum 29 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat kantonrechters vinden dat wanbetalers te makkelijk gegijzeld worden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden. Plan van aanpak incidentonderzoek

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 31 mei 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen inzake de behandeling van verzoeken tot gezinshereniging door de IND

Tweede Kamer der Staten-Generaal

P e r sbe r ± cht. Conclusie evaluatie Politiewet 2012: doorontwikkelen en verbeteren. Ministerie van Justitie en Veiligheid. Datum 16 november 2017

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reclassering en zorg voor een veiliger samenleving: Het Haagse model

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 2 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke afname van contacten bij het Juridisch Loket

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus 2018 met kenmerk 2018Z14697.

Datum 17 februari 2014 Onderwerp Beantwoording kamervragen gevolgen van beperken rechtsbijstand voor rechtsbescherming in vreemdelingenzaken

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

14JAN Mini terie. Nummer

In het laatste deel van deze brief wordt ingegaan op de aanbevelingen die volgen uit de evaluaties.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bakens verzetten. (naar een nieuwe uitvoering) 1 december 2011 Roel Korsmit

Zoetermeer, 24 juni 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 23 maart 2011 Onderwerp Beantwoording kamervragen over het bericht dat de Staatssecretaris kleinere cellen beter vindt

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Per mail verstuurd aan Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Bijgaand zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Nispen (SP) over het bericht dat boetes aan buitenlandse goksites niet geïnd worden.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 24 april 2019 Beantwoording Kamervragen GroenLinks over het bericht in het FD over verdozing van het landschap

Datum 3 april 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de aanpak van kindermisbruik en kinderporno via anonieme internetnetwerken

Toekomstscenario s Halt

Speech Francine Giskes, collegelid Algemene Rekenkamer

Datum 29 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over bericht dat gezinshereniging voor Eritrese asielzoekers bijna onmogelijk is

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders

VRAAG & ANTWOORD. Wat is het bestuurlijk ketenberaad (BKB)? BKB, LKB, directie strafrechtketen September 2016 WELKE DEELNEMERS ZITTEN IN HET BKB?

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Directie Sanctietoepassing en Jeugd Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Ons kenmerk 706327 Datum 23 november 2015 Onderwerp Financiering- en sturingsrelatie reclasseringsorganisaties Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. De strafrechtsketen heeft de afgelopen jaren gewerkt aan vergroting van de gezamenlijke effectiviteit. De reclasseringsorganisaties hebben daardoor een steeds grotere rol in advisering en bij de executie van straffen gekregen. Ook wordt mede door een aantal (beleids)ontwikkelingen meer aandacht gevraagd voor een aantal zware doelgroepen, zoals High Impact Crimes, overvallers, en lokale Top-X groepen. De reclasseringsinzet is daardoor en door recente wet- en regelgeving in omvang en intensiteit structureel toegenomen. Deze ontwikkelingen hebben tevens een nieuwe en andere (flexibeler) vraagstelling aan de reclasseringsorganisaties tot gevolg. De huidige aansturingsen financieringssystematiek bemoeilijkt de reclasseringsorganisaties om een antwoord te formuleren op de veranderende doelgroep en om de flexibiliteit te tonen die nodig is om in te kunnen spelen op de gewijzigde vraagstelling van de opdrachtgevers. Dit wordt extra duidelijk nu ook sprake is van een stijgende vraag naar reclasseringsdiensten. Om binnen dit spanningsveld verantwoorde keuzes te maken, niet alleen voor nu maar juist ook voor de lange termijn, hebben de reclasseringsorganisaties en ik gezamenlijk de opdracht gegeven aan adviesbureau AEF een aantal toekomstscenario s uit te werken. Uitgaand van een gelijkblijvend financieel kader, is onderzocht hoe de reclasseringsorganisaties ook in de toekomst zowel binnen als buiten de strafrechtsketen een waardevolle ketenpartner kunnen blijven. De onderzoekers hebben dus geen scenario s uitgewerkt waarbij meer financiële middelen benodigd zouden zijn. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van dit onderzoek en mijn beleidsreactie daarbij. Het eindrapport van AEF treft u bijgevoegd aan. Naar aanleiding hiervan neem ik de volgende maatregelen: 1. Meer sturen op resultaten, waardoor er voor de professional meer ruimte ontstaat om maatwerk te leveren. 2. Meer aansluiten bij de behoefte van de opdrachtgevers en hen nadrukkelijker in positie brengen om te sturen op effectiviteit en efficiency. Door een nauwere betrokkenheid van met name het OM kan ook beter ingespeeld worden op de kwalitatieve vraagontwikkeling en de behoefte aan meer maatwerk. Pagina 1 van 5

3. Het accepteren van (oplopende) werkvoorraden als een soort ventielfunctie bij toenemende vraag naar reclasseringsproducten, mits deze op een verantwoorde wijze worden beheerd. 4. Het kritisch kijken naar de kerntaken van de reclasseringsorganisaties en op basis van visie en inhoudelijke overwegingen beoordelen waar deze taken het beste belegd kunnen worden. Ook ga ik in op de uitvoering van de moties die zijn ingediend tijdens het VAO Reclassering op 3 juni 2015 1. In deze moties, beide ingediend door de leden Oskam en Kooiman, wordt mij gevraagd om: 1. de actuele staat van de werkvoorraad aan taakstraffen in 2015 weer te geven en te komen met een plan van aanpak om deze werkvoorraad bij de reclasseringsorganisaties terug te dringen; 2. de actuele staat van de wachttijden bij reclasseringstoezicht in 2015 weer te geven en uiteen te zetten hoe oplopende wachttijden bij reclasseringstoezicht voorkomen gaat worden met behoud van de kwaliteit van het reclasseringswerk. Aanbevelingen uit het rapport In het rapport constateert AEF dat de reclasseringsorganisaties te maken krijgen met een toenemende vraag naar reclasseringswerk en dat deze qua aard zal veranderen. Aanpassingen zijn derhalve nodig. De aanbevelingen die AEF daarvoor in haar eindrapport doet zijn herkenbaar, sluiten aan op de inspanningen van de reclasseringsorganisaties om nog efficiënter te gaan werken en bieden aanknopingspunten om de gewenste veranderingen aan te brengen. Ze hebben kort samengevat betrekking op een betere positionering van de opdrachtgevers (met name het OM), op het genereren van meer ruimte voor de professional, op een betere afstemming van het beschikbare financiële kader op de ambities en beleidsintensiveringen door zowel mij als de opdrachtgever van de reclasseringsorganisaties en op de mogelijkheid taken elders te beleggen. Voordat ik stil sta bij de te nemen maatregelen ga ik in op het budgettair kader. In de afgelopen jaren is het voor de reclasseringsorganisaties een uitdaging geweest om de kwaliteit van het werk overeind te houden. Er was enerzijds sprake van een stijgende vraag naar reclasseringsproducten, terwijl er anderzijds minder financiële middelen beschikbaar waren. In 2015 is het uurtarief eenmalig verlaagd waardoor binnen het bestaande budgettair kader meer productie kan worden geleverd. Hierdoor hebben de reclasseringsorganisaties in 2015 gerealiseerd dat de werkvoorraad bij de werkstraffen is gedaald naar 22.524 en dat de werkvoorraad bij de toezichten gelijk is gebleven (21.931). De wachtrijen zijn in deze periode gedaald naar 1.058. In de uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens 2016 (PMJ) voorziet het WODC een groei in de benodigde reclasseringsproductie. Om die reden is het beschikbare budget voor de reclassering voor 2016 reeds in de ontwerpbegroting verhoogd met 13 miljoen euro. De verlaging van het uurtarief wordt niet doorgezet in 2016. Het blijft daarmee wel een uitdaging om de productiebehoefte voor 2016 binnen het beschikbare budget op te vangen. Om die reden heeft het kabinet besloten structureel 5 miljoen euro extra ter beschikking te stellen aan de reclasseringsorganisaties. Aanvullend neem ik nog een aantal maatregelen waardoor nog efficiënter met de beschikbare reclasseringscapaciteit wordt 1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 29 270, nr. 101 en 102 Pagina 2 van 5

omgegaan. Hiermee wordt bereikt dat het budget voldoende op peil is om aan de gevraagde productie te kunnen blijven voldoen. Maatregelen Op basis van het rapport van AEF heb ik met de reclasseringsorganisaties bekeken welke mogelijkheden er zijn om via wijzigingen in de aansturings- en financieringssystematiek te komen tot een nog efficiëntere en zo mogelijk ook effectievere inzet van de reclassering, zonder dat dit tot kwaliteitsverlies leidt. Het huidige budgettaire kader blijft leidend, hetgeen betekent dat de resultaten in 2016 goed zullen moeten worden gemonitord en bij onvoldoende resultaat eventueel worden bijgesteld. Indien de maatregelen bij het advies succesvol zijn, zal ik bezien of ze kunnen worden uitgebreid naar andere productgroepen. 1. Meer ruimte voor de professional binnen het product advies Ik onderstreep het belang van het creëren van meer ruimte voor de professional, te beginnen bij de adviezen. De adviesportefeuille van de 3RO bedraagt inclusief de middelen voor ZSM bijna 50 miljoen euro, hetgeen ruim 20 procent is van het totale reclasseringsbudget. Zoals AEF in haar rapport opmerkt, leidt ZSM tot een nieuwe en andere vraagstelling aan de reclasseringsorganisaties. Met name op het terrein van het reclasseringsadvies heeft het OM meer behoefte aan flexibiliteit en maatwerk. Dit verhoudt zich niet goed tot de bestaande, gestandaardiseerde productstructuur en -financiering en het loslaten hiervan leidt volgens AEF tot een effectievere en efficiëntere afdoening. Mede op basis van het rapport ben ik tot de conclusie gekomen dat om echt winst te kunnen boeken op het terrein van advisering en ZSM een omslag nodig is in de wijze waarop de reclasseringsorganisaties worden aangestuurd en gefinancierd en hoe met de beschikbare capaciteit wordt omgegaan. Ik heb daarbij ook geluisterd naar hetgeen verschillende leden van uw Kamer hierover hebben gezegd in de afgelopen periode. Binnen ZSM is op kleine schaal al sprake van een andere wijze van financieren en sturen (niet op basis van aantallen producten maar op basis van beschikbaarheid of aanwezigheid). De ervaringen hiermee zijn positief, juist doordat de opdrachtgever en de reclasseringsorganisaties nauw met elkaar samenwerken. Advisering gaat sneller, de professional heeft meer ruimte om maatwerk te leveren en daarmede aan te sluiten bij de behoefte van de opdrachtgever en de registratiedruk is minder. Daarom wil ik deze werkwijze uitbreiden naar de gehele adviesportefeuille. Dit betekent dat de inzet van de reclasseringsorganisaties op het terrein van advies zodanig zal worden gefinancierd dat de reclasseringsorganisaties optimaal zorg kunnen dragen voor een effectieve en efficiënte afdoening. In de praktijk zal dit betekenen dat de reclasseringsmedewerker door deze omslag de ruimte krijgt om, op basis van zijn/haar deskundig oordeel, te bepalen welke inzet noodzakelijk is. De reclasseringsorganisaties en opdrachtgevers hebben deze wijziging als positief geduid. Zij verwachten dat het centraal stellen van de expertise van de reclasseringswerker zal leiden tot kwalitatieve verbeteringen, meer doelgericht werken en een betere aansluiting tussen de wensen van de opdrachtgevers en de geleverde diensten. De komende maanden benut ik om samen met de reclasseringsorganisaties en opdrachtgevers deze aanpak nader uit te werken en randvoorwaarden en resultaatafspraken te formuleren. Pagina 3 van 5

2. Meer verantwoordelijkheid bij de opdrachtgevers De verandering van productsturen naar resultaatsturen vereist ook selectiviteit van de kant van de opdrachtgevers. In de praktijk zijn dit met name het OM en DJI. Het rapport van AEF toont in mijn ogen terecht aan dat de invulling van de rol van de opdrachtgevers wordt bemoeilijkt door het feit dat er geen sprake is van budgetverantwoordelijkheid. Enerzijds kunnen ze hierdoor minder sturing geven aan de activiteiten van de reclasseringsorganisaties en anderzijds is er door het ontbreken van budgetverantwoordelijk geen prikkel om kritisch te beoordelen welke inzet van de reclasseringsorganisaties echt noodzakelijk is. Ik wil de opdrachtgevers graag meer betrekken bij de totstandkoming van de jaarlijkse productiekaders voor de reclasseringsorganisaties. Juist door deze betrokkenheid kan de opdrachtgever bepalen hoe de reclasseringsinzet zo kan worden ingezet, dat zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de (lokale) prioriteiten van de opdrachtgever. Ik wil mij in eerste instantie richten op de belangrijkste opdrachtgever van de reclasseringsorganisaties, te weten het OM. Ik wil daarom in 2016 samen met het OM en de reclasseringsorganisaties in een pilot onderzoeken hoe de rol van opdrachtgever zo kan worden vormgegeven dat het tot een effectievere en efficiëntere inzet van reclasseringscapaciteit leidt, waarbij ik mij ervan bewust ben dat de maatschappelijke vragen die een Officier van Justitie heeft te beantwoorden uiteindelijk redengevend zullen zijn voor de bepaling van de reclasseringsinzet. De komende maanden zullen het OM en de reclasseringsorganisaties in samenwerking met mijn ministerie bezien op welke wijze dit kan worden vormgegeven. 3. Wachtlijsten Samen met de reclasseringsorganisaties streef ik er naar om wachtlijstproblematiek zoveel mogelijk te voorkomen. Om die reden heeft het kabinet besloten structureel 5 miljoen euro extra ter beschikking te stellen aan de reclassering. Voor mij is het mocht dit aan de orde zijn van belang dat geen zaken op de wachtlijst belanden die juist een snelle interventie vereisen. De komende periode stel ik samen met de reclasseringsorganisaties en de opdrachtgevers een selectiekader op, zodat de selectie van zaken op een transparante en duidelijke wijze zal plaatsvinden. Mijn uitgangspunt hierbij is dat de zaken met hoogste risico de hoogste prioriteit krijgen. 4. Focussen op de kerntaken De onderzoekers van AEF hebben bekeken welke activiteiten het beste passen bij de kernkwaliteiten en unieke expertise van de reclasseringsorganisaties en geven aan welke activiteiten volgens hen, in het licht van schaarse financiële middelen, ook door andere organisaties (en mogelijk goedkoper) kunnen worden uitgevoerd. AEF trekt de conclusie dat activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van kale taakstraffen en niveau-1 toezicht van belang zijn in het licht van de maatschappelijke opdracht van de reclassering, maar dat de specifieke reclasseringsexpertise op het gebied van recidivevermindering en resocialisatie bij deze werkzaamheden een minder grote rol speelt. Dit betekent volgens AEF dat deze werkzaamheden mogelijk door een andere organisatie kunnen worden uitgevoerd. Ik betrek deze aanbeveling bij de recent gestarte toekomstverkenning Koers en kansen voor de sanctie-uitvoering, zodat deze aanbeveling ook wordt bezien vanuit een bredere visie op het strafrecht en inhoudelijke overwegingen. Deze verkenning geeft zicht op de vraag hoe de uitvoering van vrijheidsbeperkende en vrijheidsbenemende sancties in de toekomst zo georganiseerd zou moeten worden dat zij optimaal bijdragen aan haar maatschappelijke doelstelling, onder meer door steviger aansluiting met het lokaal bestuur en de zorg. Pagina 4 van 5

Een concrete opgave is onder meer om de organisatie zo in te richten dat fluctuaties in de instroom, maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de kenmerken van de doelgroep ondervangen kunnen worden. De uitkomsten van dit traject komen naar verwachting begin 2017 beschikbaar. Tot slot Aldus zet ik primair in op instandhouding van de kwaliteit van het reclasseringswerk door een uurtarief te betalen dat in verhouding staat tot de werkzaamheden die moeten worden verricht. Daarnaast geef ik de reclasseringswerkers het vertrouwen om, op basis van hun eigen professionele oordeel, op de slimste en meest doelmatige manier invulling te geven aan hun taak. Daarmee ontstaat niet alleen ruimte om de kwaliteit van het werk van de reclasseringsorganisaties zowel binnen als buiten de strafrechtsketen verder te verbeteren, maar ook om met de beschikbare financiële middelen meer resultaten te bereiken. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff Pagina 5 van 5