Landschappelijke inpassing Guttersdijk (ongenummerd), Bredevoort
Colofon Landschappelijke inpassing Guttersdijk (ongenummerd), Bredevoort Uitgevoerd door: Opdrachtgever & contactpersoon: Natuurbank Overijssel R. Israël Projectnummer en versie: 864, versie 1.0 Projectleider: Ing. P.Leemreise Ligging projectgebied: Guttersweg (ongenummerd) in Bredevoort, gemeente Aalten Veldmedewerker(s): Ing. P.Leemreise Status: definitief Rapportdatum: 23 december 2016 Correspondentieadres: Aladnaweg 18 7122RR Aalten info@natuurbankoverijssel.nl @natuurbankoverijssel 1
1. Inleiding Er zijn concrete plannen voor sloop en vervangende nieuwbouw van een vakantiewoning en de bouw van een jachthut op een perceel aan de Guttersweg in Bredevoort, gemeente Aalten. De gemeente stelt bij deze ontwikkeling de eis dat het nieuwe perceel landschappelijk ingepast dient te worden. Voorliggend rapport geeft een concrete visie op de landschappelijke inpassing van het plangebied na planrealisatie. Er is bij het opstellen van het plan gekeken naar omliggende landschap, karakteristieke beplanting en beplantingsvormen. In het rapport wordt een eindbeeld gepresenteerd, maar tevens ingegaan op de te nemen inrichtings- en beheermaatregelen om tot het wenselijke eindbeeld te komen. 2. Het plangebied 2.1 Situering Het plangebied ligt aan de Gutterswijk. Het ligt in het buitengebied, ongeveer 1 kilometer ten noorden van de kern Bredevoort. Op onderstaande luchtfoto wordt de globale ligging van het plangebied weergegeven. Globale ligging van het plangebied in de omgeving. Het Plangebied wordt met de gele cirkel aangeduid. Bron: Provincie Gelderland. 2.2 Beschrijving van het plangebied Het plangebied bestaat uit een perceel grasland tussen twee bosjes en wordt begrensd aan de zuid- en noordzijde door de Guttersdijk. In het plangebied staan een houten vakantiewoning en een houten opberghok. Langs de randen van het perceel, in het bijzonder langs de randen van de Gutterdijk, is uitheemse beplanting in de vorm van fijnspar, laurier en rododendron aangeplant. Lokaal, zoals langs de toegangsweg, woekert reuzenbalsemien. 2
Detailopname van het plangebied. Bron: Provincie Gelderland. 3 Voorgenomen activiteiten 3.1 Algemeen De voorgenomen activiteit bestaat uit het slopen van de houten vakantiewoning en het bouwen van een nieuwe vakantiewoning in het noordelijke deel van het perceel. Er zijn tevens plannen voor de bouw van een jachthut in het zuidelijke deel van het plangebied. Onderstaande afbeelding geeft een impressie van de wenselijk te bouwen vakantiewoning in het plangebied. 3
Weergave van de wenselijke ontwikkeling; sloop en herbouw vakantiewoning en nieuwbouw jachthut. Impressie van de te bouwen vakantiewoning. (bron: Eider Timbersale). 4 Landschap 4.1 Historisch landschap Het historische landschapsbeeld is een goede referentie voor streekeigen beplantingstype en vormen. Tevens geeft het soms inzicht in de potentie voor herstel en/of versterking van oude landschapsstructuren. Zoals zichtbaar op onderstaande uitsnede van de historische topografische kaart is het plangebied sinds het begin van de 20 e eeuw grasland. Het ligt op de overgang van een smalle strook kampenlandschap dat in westelijke richting overgaat in het heideontginningslandschap van de 4
Schaarsheide, naar het dal van de Schaarsbeek dat een broek- en goorontginningslandschap kent. Het bos aan de zuidoostzijde is eind 20 e eeuw aangelegd. Het kampenlandschap kenmerkt zich door een kleinschalig en afwisselend landschap met weide, akkers, houtwallen, singels, verspreid liggende boerderijen en een grillig wegenpatroon. Langs de ontginningswegen staan doorgaans zomereiken laanbomen. De erven zijn ingepast in het landschap door erfbeplanting in de vorm van een erfbosje en soms nog door een hoogstam boomgaard. De bossen bestaan hoofdzakelijk uit eiken-berken en de singels uit een gemengde loofhoutopstand met zomereiken, berken, lijsterbes, vuilboom, wilg en sleedoorn. Tijdens de ruilverkaveling zijn veel oorspronkelijke landschapselementen, incl. wegen, verdwenen. Uitsnede van de historische topografische kaart anno 1880. Bron: Kadaster. Uitsnede van de historische topografische kaart anno 1950 en 1987 (rechts). Bron: Kadaster. 5
Uitsnede van de historische topografische kaart anno 1996. Bron: Kadaster. 4.2 Landschappelijke kwaliteit van het plangebied Het plangebied wordt omsloten door hoge opgaande beplanting en is nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg. Aan de noordwest en zuidoostzijde grenst het plangebied aan en aan de andere zijden, parallel aan de Guttersdijk ontneemt een gemengde opstand van inheemse en uitheemse beplanting het zicht op het plangebied. De beleefbaarheid van het plangebied in het landschap ontbreekt. Langs de randen van het plangebied en langs de toegangsweg door het bos zijn exoten aangeplant zoals rododendron, laurier en fijnspar. Op enkele plekken in het plangebied woekeren uitheemse plantensoorten als reuzenbalsemien en Japanse duizendknoop. In het plangebied staan enkele uitheemse bomen, zoals een moeras cypress en tulpenboom. Vanwege de besloten ligging heeft het plangebied geen bijzondere ruimtelijke kwaliteit. 6
Aanwezige exoten in het plangebied. 4.3 Ecologische betekenis van het plangebied Het plangebied bestaat grotendeels uit grasland dat vrij frequent gemaaid wordt (gazon) met opgaande beplanting langs de randen van uitheemse kruid-, struik- en boomsoorten. Het plangebied heeft geen specifieke ecologische betekenis. De opgaande bosjes naast het plangebied behoren tot het functionele leefgebied van verschillende broedvogel-, amfibieën- en grondgebonden zoogdiersoorten. Dat zijn vrij algemene- en weinig kritische soorten. 5. Ruimtelijke analyse 5.1 Analyse Het plangebied bestaat uit een perceel grasland, omgeven door opgaande beplanting en bezit geen specifieke ruimtelijke kwaliteit. Vanwege de ligging, besloten achter opgaande beplanting, is het niet tot nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg. De beplanting tussen de Guttersdijk en het plangebied, evenals plaatselijk in het plangebied, bestaat deels uit uitheemse kruiden, bomen en struiken. Het plangebied bezit geen specifieke ecologische waarde. 5.2 Bouwstenen voor landschappelijke inpassing Het plangebied is nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg en is als zodanig landschappelijk ingepast. Er worden geen nadere maatregelen voorgesteld voor de landschappelijke inpassing van het plangebied. 7
5.3 bouwstenen voor versterking van de ecologische waarde van het plangebied Zoals vastgelegd in het LandschapsOntwikkelingsPlan (LOP) van de gemeente Aalten, wordt gestreefd naar gebruik van inheemse beplanting, passend in het landschapstype waartoe het plangebied behoord. Om de ecologische waarde van het plangebied te versterken wordt geadviseerd om de uitheemse beplanting, met uitzondering van 1-3 solitaire bomen in het plangebied, te verwijderen. Daartoe behoren de laurier, rododendron, fijnspar, douglas-spar, Japanse duizendknoop en reuzenbalsemien. Vooral beide laatst genoemde soorten kunnen vanwege hun snelle uitbreiding een plaag worden. 5.4 Conclusie Het plangebied wordt omgeven door beplanting en is als het ware daardoor volledig landschappelijk ingepast. Ten behoeve van de landschappelijke inpassing is er geen reden om beplanting toe te voegen. 6. Visie 6.1 Uitgangspunten voor het inpassingsplan Het erfontwerp is tot stand gekomen op basis van een ruimtelijke analyse waarbij gekeken is naar de aanwezige erfbeplanting, de functies van het erf, de nieuwe wenselijke ontwikkelingen, het omringende landschap en streekeigen- karakteristieke beplanting. Bij het opstellen van het inpassingsplan is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten; Zichtbaarheid bebouwing Bebouwing mag zichtbaar zijn in het agrarisch cultuurlandschap. Het uitgangspunt is niet om alle bebouwing achter een groene muur te plaatsen. Lelijke objecten worden bij voorkeur wel achter groen geplaatst. Inheems plantmateriaal Uitheems plantmateriaal op het erf wordt zo veel mogelijk verwijderd en vervangen voor inheems plantmateriaal. Nieuwe beplanting is inheems en passend in het landschap. Streekeigen beplantingsvormen Als plantmateriaal voor nieuwe beplanting wordt streekeigen beplanting gebuikt en benut als streekeigen beplantingsvorm. Beplantingsvormen zijn het resultaat van actief beheer, zoals hakhout, knotten, hoogstamfruitboombeheer, scheerhagen etc. 6.2 Plan Het inpassingsplan bestaat uit het zo veel mogelijk verwijderen van uitheemse bomen, struiken en kruiden in het plangebied, met uitzondering van de moeras cypress en enkele tulpenbomen. Om de randen dicht te houden wordt geadviseerd om een gemengde struweelbeplanting met elzen terug te planten. Met juist beheer vormt deze beplanting een dichte afscherming tussen het perceel en de weg. Op de kadastrale grens op het perceel wordt een enkele rij struweelbeplanting geplant. 8
Eindbeeld. 7. Beheer en inrichting 7.1 Inrichting De aanplant van de struweelrand bestaat uit een gemengde aanplant van els, vuilboom, liguster, sleedoorn, hondsroos, Gelderse roos en boswilg. Er wordt gebruik gemaakt van bosplantsoen in de maat 80-120 cm en het wordt geplant in een plantverband van 1,5 x 1,5 meter. De huidige rand wordt niet verbreed, maar anders ingericht. Op de kadastrale grens in het perceel wordt een enkele rij struweelbeplanting geplant. Deze bestaat uit een gemengde haag met meidoorn, hazelaar, veldesdoorn, liguster en Gelderse roos. 7.2 beheer De struweelrand aan de noordoost- en zuidwestzijde wordt beheerd als hakhout. Dat wil zeggen dat de beplanting vlaksgewijs periodiek afgezet wordt. Bij afzetten van beplanting worden de stammen op ca. 20 cm boven de bodem afgezaagd waarna de beplanting weer uitloopt er weer een dichte haag ontstaat. De struweelhaag mag periodiek afgezet worden of geknipt/geschoren worden als deze te breed wordt. 9