Tuin- en parkmachines mei 2010
Inhoud Inleiding 5 1 Veiligheid en risico s 7 2 De heggenschaar 10 2.1 Verschillende uitvoeringen 10 2.2 Opleiding en leeftijd 11 2.3 Onderdelen 11 2.4 Veiligheid 12 2.5 Controle en onderhoud 13 2.6 Aan de slag 14 2.7 Na afloop 21 3 De bladblazer 22 3.1 Meest gebruikte uitvoeringen 22 3.2 Opleiding en leeftijd 22 3.3 Onderdelen 22 3.4 Veiligheid 23 3.5 Controle en onderhoud 24 3.6 Aan de slag 24 3.7 Na afloop 27 4 De cirkelmaaier 28 4.1 Meest gebruikte types 28 4.2 Opleiding en leeftijd 28 4.3 Onderdelen 29 4.4 Veiligheid 29 4.5 Controle en onderhoud 30 4.6 Aan de slag 31 4.7 Na afloop 32 5 De graskantsteekmachine 33 5.1 Opleiding en leeftijd 33 5.2 Onderdelen 33 5.3 Veiligheid 33 5.4 Controle en onderhoud 34 5.5 Aan de slag 34 5.6 Na afloop 35 6 Elektrische tuin- en parkmachines 36 6.1 Voordelen en nadelen 36 6.2 Veiligheid 36 6.3 Controle en onderhoud 37 6.4 Bijzondere risico s bij elektrische machines 37
3 De bladblazer Bladblazers kunnen op allerlei terreinen en voor diverse werkzaamheden worden ingezet, zoals voor het verplaatsen en verwijderen van blad, gras, papier en ander zwerfvuil. Tevens worden ze vaak ingezet als vervanging van veegwerkzaamheden. 3.1 Meest gebruikte uitvoeringen Bladblazers komen in verschillende uitvoeringen voor. Er zijn vier modellen: de handbladblazer; de op de rug gedragen bladblazer; de geduwde bladzuiger; de bladblazer op een een- of tweeassige trekker. Dit boek gaat alleen in op de eerste twee genoemde uitvoeringen. 3.2 Opleiding en leeftijd Het werken met een bladblazer is fysiek zwaar werk is, waarbij je tevens blootstaat aan kwalijke trillingen. Bovendien zijn de machines tegenwoordig zo krachtig dat je gemakkelijk spierklachten kan oplopen. Daarom is ook hier een goede opleiding noodzakelijk. Om dezelfde reden is de minimumleeftijd om met zo n machine te werken 18 jaar. 3.3 Onderdelen De geduwde en ruggedragen bladblazer hebben globaal uit dezelfde onderdelen: luchtfilter brandstoftank stuur- of duwboom Een handbladblazer (foto boven) en een op de rug gedragen bladblazer (foto onder). bladzuiger uitlaat oliepeil Geduwde bladblazer. 22 IPC Groene Ruimte
Tuin- en parkmachines luchtfilter bougie uitlaat nood-/stopknop gas- en vastzetknop brandstoftank verbrandingsmotor startinrichting rugframe met (verstelbare) schouderriemen Ruggedragen bladblazer. 3.4 Veiligheid blaaspijp luchtinlaat ventilatorbuis Verschillende factoren kunnen de veiligheid van het bedienend personeel in gevaar brengen. Risico s kunnen ontstaan: staat hij uit en start je het apparaat op de werkplek. Pas de juiste werktechniek toe. Je vermindert daarmee de kans op overbelasting van je bewegingsapparaat. Naast deze veiligheidstips zijn bij het werken met de geduwde of een op de rug gedragen bladblazer beoordeling - de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM`s) verplicht: veiligheidsschoeisel, bij voorkeur een hoog model; dunne leren, goed passende, handschoenen; gehoorbescherming; in bepaalde omstandigheden oogbescherming; signaalkleding bij werkzaamheden waarbij je duidelijk zichtbaar moet zijn. Let op: een bladblazer die op de rug wordt gedragen bedekt de signaalkleding. Daarom moet er bij sommige werkzaamheden wellicht een broek in signaalkleuren gedragen worden. door stof en wegspattende stenen, deze risico`s zijn ook voor de omgeving van toepassing; bij onderhoud met een draaiende motor; door belasting met een op de rug gedragen bladblazer; door blootstelling aan lawaai, trillingen en uitlaatgassen. Vanwege de genoemde risico s zijn enkele veiligheidstips te geven: Houd altijd voldoende afstand tot andere personen; een ander mag niet getroffen worden door wegslingerende voorwerpen. Meestal wordt 5 meter aangehouden als veilige afstand. Als de machine niet wordt gebruikt, zet je de machine stationair. Bij voorkeur Persoonlijke beschermingsmiddelen die verplicht zijn als je werkt met een bladblazer. IPC Groene Ruimte 23
Daarnaast zijn bij het werken met cirkelmaaier de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen - op basis van risicobeoordeling - verplicht: veiligheidsschoeisel, bij voorkeur een hoog model; dunne leren, goed passende handschoenen als de machine veel trillingen produceert; handschoenen, te gebruiken bij het onderhoud bij het mes en maaitrommel; gehoorbescherming; in bepaalde omstandigheden oogbescherming; signaalkleding bij werk waarbij je goed zichtbaar moet zijn. 4.5 Controle en onderhoud Voor een goed gebruik van een cirkelmaaier is zowel dagelijks als periodiek onderhoud nodig. Controleren oliepeil. Dagelijks onderhoud Het dagelijks onderhoud van een cirkelmaaier voorafgaande aan de te verrichten werkzaamheden bestaat uit: nagaan of alles aanwezig is (visuele controle); controleren of alle onderdelen vastzitten; controle van de toestand van het mes, onder andere scherpte; nakijken van het luchtfilter. Maak het filter eventueel schoon volgens de gebruiksaanwijzing; bepalen van de brandstofvoorraad; vul deze zo nodig bij en vermijd hierbij morsen; controleren van het motoroliepeil. Controleren brandstof. Controleren luchtfilter. 30 IPC Groene Ruimte
Tuin- en parkmachines Machine uit! Zorg ervoor dat bij onderhoud de machine: volledig uitgeschakeld is; niet onbedoeld aangezet kan worden. Periodiek onderhoud De bij een machine behorende instructieboekje geeft informatie over het periodiek onderhoud. Het boek Tuin- en parkmachines gaat hier verder niet op in. Het mes verdient hier extra aandacht: let bij het slijpen erop dat de vouw (slijphoek) van het mes behouden blijft. Let er tevens op dat het mes in balans geslepen is. Ergonomie Bij de geduwde, niet aangedreven cirkelmaaier moet je ervoor zorgen dat je de duw- of stuurboom op de juiste hoogte afstelt. Zorg voor een afstelling waarbij je rechtop kan blijven lopen. Globaal is de hoek van de onderarm meer dan 90 gebogen tot maximaal 120. Bij een zelfrijdende cirkelmaaier moet ook de duw- of stuurboom goed worden afgesteld. Tevens stel je de loopsnelheid zo in, dat je op een gemakkelijke manier de machine kunt bijhouden. Uiteraard moet het maaibeeld wel van goede kwaliteit zijn bij de ingestelde loopsnelheid. 4.6 Aan de slag Als je de machine bedrijfsklaar gemaakt hebt, kan het eigenlijke werk beginnen. De volgende punten zijn van belang: starttechniek, ergonomie, werktechniek en werkrichting. Het instellen van de loopsnelheid. Starttechniek Als je de machine bedrijfsklaar gemaakt hebt, probeer hem dan - vóór je op pad gaat - eerst even uit. Bij een cirkelmaaier betekent dit dat je hem moet starten en even rustig moet laten proefdraaien. Denk hierbij ook aan de eerder genoemde veiligheid en gebruik je persoonlijke beschermingsmiddelen. Werktechniek Loop vooraf de volgende punten na. Bepaal van tevoren hoe je het maaien van het terrein gaat aanpakken. Controleer het terrein op vreemde voorwerpen zoals zwerfvuil of nesten. Bepaal de maaihoogte en stel je machine af. Tip: Maai eerst ergens in een achteraf hoekje een proefbaantje. Maai ongeveer met 5 cm overlap op de meest efficiënte manier. IPC Groene Ruimte 31
6 Elektrische tuin- en parkmachines De in vorige hoofdstukken besproken machines bestaan ook in elektrische uitvoeringen. De elektrische uitvoeringen worden meer door particulieren in privé-situaties gebruikt. Behalve de eerder besproken machines komen ook enkele andere machines aan de orde, bijvoorbeeld de draadmaaier en de snoeihoutversnipperaar. Hierbij wordt volstaan met het geven van enkele aanwijzigen voor veilig gebruik. De volgende machines worden door particulieren vaak gebruikt in elektrische uitvoeringen: cirkel-, luchtkussen- en kooimaaier; draadmaaier, draadstriemer of grastrimmer; heggenschaar; motorzaag bladzuiger en bladblazer; snoeihoutversnipperaar. Elektrisch aangedreven machines: heggenschaar (boven), motorzaag (midden) en draadmaaier (onder). 6.1 Voordelen en nadelen Voordelen van elektrisch aangedreven machines zijn onder andere: ze zijn lichter van gewicht, waardoor sprake is van een lagere fysieke belasting. ze maken minder lawaai en trillingen; je ademt geen uitlaatgassen in. Er zijn echter ook nadelen van elektrische machines: ze zijn gevoelig (en gevaarlijk) bij werken onder vochtige/natte omstandigheden; ze hebben een lagere werkcapaciteit; ze zitten vast aan een snoer, waardoor je minder mobiel bent; ze hebben een snoer dat je per ongeluk door kunt knippen tijdens het werk. 6.2 Veiligheid Voor al de genoemde elektrische machines gelden de eerder genoemde risico`s en bijbehorende maatregelen die ook voor het werken met benzine-uitvoeringen gelden; veel verschil is er niet. Extra risico ontstaat bij elektrische machines doordat je onder stroom kunt komen te staan of omdat er kortsluiting kan optreden. De heggenschaar en motorzaag moeten zijn voorzien van tweehandenbediening: als een van beide losgelaten wordt, wordt de werking van de machine nagenoeg onmiddellijk gestopt. De overige machines zijn voorzien van een paniekstop (dodemansknop). Om een groter bereik te hebben met een elektrische machine wordt vaak een verlengkabel of kabelhaspel gebruik. Voor een veilig gebruik van verlengkabels en kabelhaspels moet je aan de volgende punten denken: 36 IPC Groene Ruimte
Tuin- en parkmachines Bij gebruik van een kabelhaspel moet altijd kennis worden genomen van het maximaal toelaatbare vermogen in opgerolde en uitgerolde toestand. Als een kabelhaspel niet geheel is afgerold tijdens het gebruik, kan deze ten gevolge van spoelwerking zeer heet worden en brand veroorzaken. Bij gebruik van verlengkabels moet je er altijd op letten dat de kabel niet overbelast wordt. Je moet er altijd voor zorgen dat de kabel geschikt is voor het vermogen van het aangesloten apparaat (aangegeven in Watt). Er worden bij het gebruik van elektrische machines in buitenomstandigheden opvallend gekleurde verlengkabels gebruikt. Deze kabels zijn uit één stuk met aangegoten stekker en contrastekker Er zijn verschillende soorten snoeren. Al die snoeren moeten goed onderhouden worden en bij gebruik gecontroleerd worden. Aan de snoeren worden veiligheidseisen gesteld. In Nederland moet alle snoeren goedgekeurd zijn, door de KEMA (Keuring Elektrotechnische Materialen te Arnhem). 6.3 Controle en onderhoud Elektrische machines hebben regelmatig onderhoud nodig. Wanneer dit niet gebeurt, zal de kwaliteit en de veiligheid snel achteruit gaan. Met de periodieke controles door deskundigen blijft het risico beperkt. Alle storingen en defecten moeten gemeld worden bij die deskundigen; het is niet verstandig zelf te gaan improviseren of repareren dan wel storingen proberen op te lossen. Iedereen die met elektrische machines aan de slag gaat, moet vooraf steeds de volgende punten controleren. Aangegoten stekker en contrastekker voor buitengebruik. Is de stekker onbeschadigd? Zitten de draden nog goed vast? Is de isolatiemantel van het snoer onbeschadigd? Werkt de aan/uit-schakelaar nog goed? Stopt het apparaat meteen bij uitschakelen? Is het gereedschap vrij van stof, olie en vocht? Loopt het apparaat niet meteen warm? Keuring Elektrotechnisch materiaal moet ten minste één keer per jaar gekeurd worden, door een speciaal aantoonbaar opgeleid persoon, een zogenaamde VOP-er (VOP staat voor: voldoende opgeleid persoon). 6.4 Bijzondere risico s bij elektrische machines Het gebruik van sommige elektrische machines brengt specifieke risico s met zich mee. Dat geldt bijvoorbeeld voor de elektrische draadmaaier, maar ook voor de elektrische heggenschaar en de elektrische motorzaag. Hieronder worden een aantal elektrische machines besproken. IPC Groene Ruimte 37