Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Rekenregels per 1 januari Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel van wet van het lid Van Gent tot wijziging van onder andere de Wet arbeid en zorg (Wet Babyverlof)

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rekenregels per 1 juli 2008

Voorstel van Wet. De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rekenregels per 1 juli 2007

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet...

30238 Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2006)

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal uitgewerkte of overbodige wetten in te trekken;

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rekenregels per 1 juli 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2010

Aanpassing van de Wet investeren in jongeren en enkele andere wetten ter verduidelijking en verbetering van enige punten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rekenregels per 1 januari 2009

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

In artikel 2.1.5, eerste lid, wordt artikel vervangen door artikel 2.1.4a, eerste lid,.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van); ARTIKEL I. WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN INKOMENSBESLUIT SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 januari 2011

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 19961 Voorstel van Wet van de leden Wolters, G. Terpstra en Gerritse tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige sociale verzekeringswetten (Verhoging percentage vakantiebijslag) Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 19 november 1987 I. Artikel VI vervalt. II. Artikel VII wordt vervangen door: ARTIKEL VII 1. De daglonen, die ten grondslag liggen aan uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet (Stb. 1967, 421) en de Wet Werkloosheidsvoorziening (Stb. 1964, 485) dan wel aan uitkeringen op grond van de verplichte verzekering ingevolge de Ziektewet (Stb. 1987, 88), de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, welke uitkeringen zijn toegekend met ingang van een dag gelegen voor de eerste dag van de maand volgend op de datum van plaatsing van deze wet in het Staatsblad, worden, indien in die daglonen vakantietoeslag is begrepen, verhoogd met de factor 108/107,5. 2. De in het eerste lid bedoelde verhoging is eveneens van toepassing op de daglonen, die ten grondslag liggen aan uitkeringen op grond van de vrijwillige verzekering ingevolge de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die zijn toegekend met ingang van een dag gelegen voor de eerste dag van de maand volgend op de datum van plaatsing van deze wet in het Staatsblad. III. In artikel VIII wordt «het overeenkomstig artikel VI of VII herziene dagloon» vervangen door: het overeenkomstig artikel VII herziene dagloon. IV. Na artikel VIM worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende: ARTIKEL IX Voor de toepassing van a. de artikelen 9 en 12 van de Algemene Ouderdomswet (Stb. 1985, 181) Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 961, nr. 10

b. de artikelen 12b van de Werkloosheidswet (Stb. 1967, 421), 11 en 11a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, V van de wet van 29 december 1982, Stb. 737, en 16 van de Ziektewet, zoals deze artikelen op 31 december 1986 luidden en voorzover zij op grond van de lnvoeringswet stelselherziening sociale zekerheid na laatstgenoemde datum van toepassing zijn gebleven, blijft de wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, neergelegd in artikel I, onderdeel A, van deze wet, over de periode van 1 mei 1987 tot de eerste dag van de maand volgend op de datum van plaatsing van deze wet in het Staatsblad buiten werking. ARTIKEL X De vakantie-uitkering, genoemd in artikel 9, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Stb. 1987, 92) en in artikel 9, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Stb. 1987, 281) is over de periode van 1 mei 1987 tot de eerste dag van de maand volgend op de datum van plaatsing van deze wet in het Staatsblad gelijk aan de vakantie-uitkering zoals bepaald voor de inwerkingtreding van deze wet, verhoogd met het verschil tussen de uitkering, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de genoemde wetten en de overeenkomstige uitkering zoals vastgesteld vóór inwerkingtreding van deze wet. ARTIKEL XI 1. Het bepaalde in deze wet blijft buiten werking ten aanzien van degene, van wie het recht op uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1965, 429), de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet (Stb. 1967, 421), de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93), de Toeslagenwet (Stb. 1987, 91), dewetwerkloosheidsvoorziening.de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Algemene Bijstandswet (Stb. 1973, 395) tussen 30 april 1987 en de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin deze wet in het Staatsblad is geplaatst, is beëindigd. 2. De wijziging van de in artikel 16a van de Wet Werkloosheidsvoorziening genoemde bedragen, die voortvloeit uit artikel I, onderdeel A, van deze wet, blijft buiten beschouwing ten aanzien van degene, van wie het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening tussen 30 april 1987 en de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin deze wet in het Staatsblad is geplaatst, is beëindigd. 3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op degene voor wie na de beëindiging van zijn uitkering of uitkeringen aansluitend recht op uitkering ingevolge een andere in het eerste lid genoemde wet is ontstaan dat op de eerste dag van de maand volgend op de datum van plaatsing van deze wet in het Staatsblad nog bestaat. De in de vorige volzin bedoelde persoon wordt de verhoogde vakantiebijslag over de beëindigde uitkering of uitkeringen op verzoek uitbetaald door het orgaan dat de desbetreffende beëindigde uitkering heeft verstrekt. V. Artikel X, eerste lid, wordt vervangen door: 1. Deze wet, behoudens artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. De artikelen I, onderdeel A, II, V, VII, VIII, IX en XII werken terug tot en met 1 mei 1987 en de artikelen III en IV tot en met 30 april 1987. Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 961, nr. 10 2

Toelichting Artikel VII In het oorspronkelijke wetsvoorstel was, uitgaande van 1 mei 1987 als datum van inwerkingtreding, voorzien in een dagloonverhoging voor hen, wier uitkering ingevolge de werknemersverzekeringen vóór die datum was ingegaan. Dit om een daling van de maanduitkering te voorkomen, die het gevolg zou zijn van de uit de verhoging van het vakantiebijslagpercentage voortvloeiende hogere reservering. Doordat het wetsvoorstel thans later in werking treedt, maar toch tot 1 mei 1987 zal terugwerken, zou zonder nadere voorziening voor hen wier uitkering is ingegaan in het tijdvak van 1 mei 1987 tot de datum van inwerkingtreding, als gevolg van de hogere reservering wel een daling van het maandinkomen optreden. Door de dagloonverhoging in bijgaande nota van wijziging thans te laten gelden voor alle uitkeringen die zijn toegekend met ingang van een dag gelegen vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, wordt ook voor deze groep een daling van het maandinkomen voorkomen. Voorts wordt voorgesteld de in artikel VII van het wetsvoorstel voorziene dagloonverhoging voor de bovenminima in de werknemersverzekeringen thans ook te laten gelden voor de minimumdaglonen Bij de toelichting op het nieuw in te voegen artikel IX wordt uiteengezet waarom de verhoging van de minimumvakantiebijslag over de periode van 1 mei 1987 tot de datum van inwerkingtreding van de wet niet moet doorwerken in de netto-netto-koppeling. Dit maakt het noodzakelijk om de lopende gevallen op minimumniveau, wil voor hen de verhoging van de vakantiebijslag merkbaar worden, onder de in artikel VII bedoelde dagloonverhoging te laten vallen. Artikelen VI, VIII en IX Voor de op de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel lopende uitkeringen op minimumniveau was geen aparte voorziening getroffen. De verhoging van de minimumvakantiebijslag in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag werkte immers via de zogenaamde netto-netto-koppeling in deze uitkeringen door. Gebleken is echter, dat vanwege de terugwerkende kracht doorwerking van de vakantiebijslagverhoging via deze koppeling tot grote uitvoeringstechniscne problemen leidt. Zo leidt de verhoging van de vakantie-uitkering met ingang van 1 mei 1987 in de AOW tot een verhoging van de bruto maanduitkering. Dit houdt verband met het feit dat de bejaardenziekenfondspremie, die verschuldigd is over de vakantie-uitkering, te zamen met de premie over de maanduitkering op die maanduitkering wordt ingehouden. Aangezien de netto-maanduitkering vanwege de koppelingssystematiek geen wijziging zou ondergaan, zou de bruto maanduitkering met ca. f 0,20 moeten worden verhoogd om die hogere inhouding te kunnen opbrengen. Een verhoging met 20 cent per maand heeft materieel echter geen betekenis, omdat dit bedrag - zoals gezegd - direct aan ziekenfondspremie moet worden afgedragen. In een nieuw in te voegen artikel IX wordt dan ook voorgesteld de vorenomschreven doorwerking van de netto-nettokoppeling naar de AOW-maandbedragen over de periode van 1 mei 1987 tot de inwerkingtreding van deze wet achterwege te laten. De Sociale Verzekeringsbank wordt zodoende niet belast met een nabetaling van pensioenen. Door het onderhavige artikel vindt ook geen doorwerking plaats naar de AWW-uitkeringen, die op bruto basis aan de A0W-uitkeringen zijn gekoppeld. Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19961, nr. 10 3

Uitvoeringstechnische problemen doen zich eveneens voor bij de minimumuitkeringen op grond van de oude Werkloosheidswet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die ingevolge de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in bepaalde gevallen nog op basis van de netto-nettokoppeling zijn vastgesteld. De verhoging van de vakantiebijslag met terugwerkende kracht leidt bij deze uitkeringen tot geringe wijzigingen van de bruto dag- c.q. maanduitkeringen. Een rechtstreeks gevolg hiervan is, dat voor de periode van 1 mei 1987 tot de datum van inwerkingtreding van de wet tussen sociale fondsen verrekeningen dienen plaats te vinden. Ook voor de uitkeringsgerechtigde alleenstaanden van 21 tot en met 27 jaar, voor wie het zogenaamde «kopje op de uitkering» geldt, zullen de uitkeringsniveaus met terugwerkende kracht gewijzigd moeten worden. Als gevolg van veranderingen in de premie- en belastingheffing zullen ook geringe verrekeningen tussen de sociale fondsen en de belastingdienst tot stand dienen te komen. Teneinde ook aan deze bezwaren tegemoet te komen, wordt in artikel IX voorgesteld ook hier de vakantiebijslagverhoging voor de toepassing van de netto-netto-koppeling tijdelijk buiten werking te laten. De hierbedoelde minima komen wel voor de verhoging van de vakantiebijslag in aanmerking, doch deze verhoging brengt geen wijziging teweeg in het niveau van de dag- c.q. maanduitkering. Nu de vakantiebijslagverhoging niet leidt tot een nieuwe vaststelling van het minimumdagloon op grond van de Werkloosheidswet, kan artikel VI van het wetsvoorstel dat voorzag in een hernieuwde vaststelling van dat minimumdagloon, vervallen. In verband hiermee is tevens artikel VIII, waarin een verwijzing voorkomt naar artikel VI, aangepast. Artikel X De verhoging van de vakantie-uitkering met terugwerkende kracht leidt met betrekking tot de IOAW en de IOAZ tot een verhoging van de uitkeringsgrondslagen. De verdeling van de uitkering over een maandrespectievelijk vakantie-uitkering in de nieuwe verhouding 100 : 8 zou een geringe wijziging van de maanduitkeringen tot gevolg hebben. Om uitvoeringstechnische redenen wordt afgezien van wijziging van de maanduitkeringen en wordt het verschil in de uitkeringsgrondslagen geheel toegerekend aan de vakantie-uitkering. Dit geschiedt door te bepalen dat gedurende de periode 1 mei 1987 tot de datum van inwerkingtreding van deze wet aan de «oude» vakantie-uitkering het verschil tussen de nieuwe en de oude uitkeringsgrondslag wordt toegevoegd. Dit leidt tot een lager vakantie-uitkeringsbedrag dan uit de factor 8/108 van de nieuwe grondslag zou voortvloeien. Dit negatieve verschil compenseert echter het bedrag waarmee de maanduitkering zou moeten worden gecorrigeerd. Artikel XI Het eerste lid van artikel XI beoogt de werkingssfeer van deze wet niet uit te breiden naar de zogenaamde beëindigingsgevallen. Dat zijn degenen van wie de uitkering in de periode dat aan de wetsvoorstellen terugwerkende kracht wordt verleend,is beëindigd. De nabetaling van de hogere vakantie-uitkering aan de hierbedoelde personen stuit op grote uitvoeringstechnische problemen. Het tweede lid voorziet erin, dat in gevallen waarin de WWV-uitkering in die periode is beëindigd, evenmin recht ontstaat op nabetaling van de in artikel 16a van de WWV bedoelde «kopjes-bedragen» voor alleenstaanden van 21 tot en met 27 jaar, die het gevolg is van de in dit wetsvoorstel neergelegde verhoging van het koppelingsminimumloon vanaf 1 mei 1987. Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 961, nr. 10 4

In het derde lid wordt voorgesteld de verhoogde vakantie-uitkering wel ten goede te laten komen aan degene die gedurende (een deel van) de relevante periode meerdere, opeenvolgende uitkeringen heeft ontvangen. Voorwaarde daarbij is dat op de datum van inwerkingtreding nog recht bestaat op (tenminste) één van de uitkeringen genoemd in het eerste lid van artikel XI. De uitbetaling van de verhoogde vakantie-uitkering over de beëindigde uitkering(en) berust bij de uitvoeringsinstantie(s) die de betrokken uitkering(en) verstrekte(n). Degenen die hiervoor in aanmerking menen te komen zullen zich op grond van de tweede volzin van het derde lid wel bij die uitvoeringsinstantie(s) moeten melden. Indien bij voorbeeld de AWW-uitkering in de relevante periode wordt omgezet in een AOWuitkering, zal de verhoogde vakantie-uitkering over de AOW-uitkering automatisch kunnen worden berekend en uitbetaald, maar zal de vakantie-uitkering over de beëindigde AAW-uitkering moeten worden aangevraagd. Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat aan de persoon, die over de gehele relevante achterliggende periode bij voorbeeld een WW-uitkering ontving, ook in die gevallen waarin in die periode een eventuele toeslag ingevolge de Toeslagenwet (TW) is beëindigd, de verhoogde vakantieuitkering over die toeslag ambtshalve wordt toegekend. Het eerste lid van artikel XI is op hem immers niet van toepassing omdat zijn WW-uitkering doorloopt. Het uitvoeringsorgaan zal in deze situatie wel bij de berekening van de na te betalen vakantie-uitkering alle in de relevante periode ontvangen sociale verzekeringsuitkeringen, inclusief de toeslagen ingevolge de TW, moeten betrekken. Wolters G. Terpstra Gerritse Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 961, nr. 10 5