Hoornschalen en erwtenmossels (Bivalvia, Sphaeriidae) in het bekken van de Kleine Nete

Vergelijkbare documenten
DENDERMONDE. Nr 52 VAN EEN INVENTARISATIE VAN DE LAND- EN ZOETWATERMOLLUSKEN STUDIEDOCUMENTEN KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT DOCUMENTS DE TRAVAIL

Natuurhistorisch Maandblad

Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie Antwerpen Gemeente Relatiebeheerder Adres

De Nederlandse zoetwatermollusken

J.G.J. Kuiper. Nederland, geregistreerd waren. zijn geweest het verkrijgen enig inzicht in van de verspreiding der voor. bijdrage,

VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT. grafisch vormgever. Kipdorp 46/ Antwerpen

Oppervlaktewater in Nederland

Indijking van de Brakman Nieuwe Isabellasluis. Proeven op klein m odel.

ZOETWATERWEEKDIEREN (MOLLUSCA)

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport

RGJ - GEW. RES. REEKS J - Gew. Reserven A (Beloften)

Vissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:

Oproep kandidaten voor subsidiebelofte voor basissubsidie (trap 1) voor bestaande plaatsen

Kevers van de Habitatrichtlijn,

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE ANTWERPEN

Buro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

overzicht en vermelding van twee nieuwe soorten

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE ANTWERPEN

Tarieven zoals van toepassing vanaf 1/1/2017

Postnummer Steden en Gemeenten Provincie Antwerpen Antwerpen 2018 Antwerpen Antwerpen 2020 Antwerpen Antwerpen 2030 Antwerpen

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3

WEEK VAN 06 TOT 12 JULI 2015 WEEK VAN 13 TOT 29 JULI 2015

helocrene en limnocrene bronnen s t i l s t a a n d e w a t e r e n benedenlopen r i v i e r e n middenlopen bovenlopen rivieren

Wandeling n 23 : La porte Aïve : Hotton Bewegwijzering :

VAN BRON TOT DELTA. Paul de Kort. een studie naar landschapskunst in de Blaricummermeent. Eemmeer. Eem. Amersfoort.

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

die dit programma zelf willen begeleiden TWEEDE EN DERDE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS

LOKALE POLITIE / POLICE LOCALE 31/12/2016

LOKALE POLITIE / POLICE LOCALE 31/12/2017

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel

Libellen van de Habitatrichtlijn,

TURNHOUT Gemeenten en bevolkingscijfer. Vervoergebied Turnhout

Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004)

Vervoergebied Turnhout

Uw gemeente in cijfers: Retie

Ruimte SAMENVATTING. 352 inwoners per km², dunbevolkt

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Regionale Implementatie KRW

EVALUATIE PUTWATERCAMPAGNE STEEK JE KOP NIET IN T ZAND WEET JIJ WELK GRONDWATER UIT JE PUT KOMT? Campagneopzet. Bezoekersgedrag

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

De trilobieten van de Formatie van Hanonet (grens Eifeliaan/Givetiaan), Belgische Ardennen

Trekvissen van de Habitatrichtlijn,

RUP Zonevreemde Bedrijven Gemeente Arendonk

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

a) Rijdt er naast het oudjaarsaanbod ook nog een regulier aanbod?

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie

NR NAAM DEELNEMER. CIPAL DV Deelnemersregister - laatste aanpassing ingevolge AV 12/06/2015 Ondernemingsnummer /8

Inkomen en armoede SAMENVATTING

Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)

Armoede en kwetsbaarheid op het platteland:

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Hors plan de délestage Buiten afschakelplan Commune Gemeente. Tranche 6 Schijf 6 Aartselaar Tranche 2 Schijf 2. Tranche 1 Schijf 1

Gebiedsomschrijving gerechtelijke kantons binnen het arrondissement Antwerpen vanaf 1 mei 2018

Handboek Kwaliteitslabel Pure Kempen voor producenten van streekgebonden producten

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Foto: Merkske, Noord-Brabant

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014

CASE 2 Hout uit landschap als grondstof: natuurbeheerplan als een basisvoorwaarde. Marian Gerard (Provincie Antwerpen)

Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid

Plaatsingslijst van het archief van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout. Burgerlijke Stand. Akten. Oud bestand + aanvulling ( )

Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar

P21B - PROV.U21 REEKS B niv. 2/1(8)

Parc Schlumberger Bruxelles. Cluster green living.

Lden. Année Global - Indicateur global. Jaar Globale - Globale indicator. Lden. Niveau moyen annuel Gemiddeld jaarniveau

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2017

De NO-Atlantische en Mediterrane GLYCYMERIDIDAEsoorten

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Traject Toegelaten afmetingen Verplicht lengte breedte diepgang varen uit de oever op minstens. Albertkanaal

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Veranderingen van de benthische macrofauna in het Hartelkanaal als gevolg van de opening in de Beerdam

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2013

Postel. Retie Legenda Mol Postel Zuid NEDERLAND. Mol

65372 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Gezondheidskloof tussen sociale groepen neemt toe

kleuren of krimpen bevolking op actieve leeftijd: lokale evolutie Provincie Antwerpen Dienst Welzijn en Gezondheid

HET PALEIS IN DE STAD

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012

RINGWERK OEVERZWALUWEN:

Opdracht 1 De Tijdlijn

Herhalingsles 5 Meetkunde Weeroefeningen

Dries Wijckmans. Taak leefomgeving. Aardrijkskunde

Paardenstaart (Equisetum)

Leest. Inhoud. 1. Situering 2. Naamsverklaring 3. Indeling in secties en gehuchten 3.1 Leest Smal - Brabant 3.2 Leest Vrijheid Mechelen 4.

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Tornooibrochure. Augustustornooien. Duivels: maandag 15 augustus Tornooisponsor. Kastelsedijk 54, 2480 Dessel

Collège des procureurs généraux. College van Procureursgeneraal. Bruxelles, le 17 février 2016 Brussel, 17 februari 2016

WATER VOOR MABELE. Een nieuwsbrief elke keer als we groot nieuws hebben?!? Wel dat hebben we!

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Quickscan flora en fauna. Woonhuis Wijststraat 3 te Heesch

Transcriptie:

49 Hoornschalen en erwtenmossels (Bivalvia, Sphaeriidae) in het bekken van de Kleine Nete Thierry Vercauteren 1, Johannes G.J. Kuiper 2, Rose Sablon 3 & Jackie Van Goethem 3 1 Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen 2 63, Rue du 19 Janvier, F-92380 Garches, la France 3 Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen,Vautierstraat 29, 1000 Brussel Samenvatting - Resumé - Summary Recente identificaties door Dr. J.G.J. Kuiper tonen de aanwezigheid van alvast 16 soorten en soortenvormen van hoornschalen en erwtenmossels in de laaglandbeken van het bekken van de Kleine Nete (noordoosten van België). Des identifications récentes par le Dr. J.G.J. Kuiper montrent la présence d' au moins 16 espèces et formes écologiques de Sphaeriidae (Mollusca, Bivalvia) dans les ruisseaux de plaine du bassin de la 'Kleine Nete' (Petite Nèthe) (nord-est de la Belgique). Recent identifications by Dr. J.G.J. Kuiper show the presence of at least 16 species and ecological forms of Sphaeriidae (Mollusca, Bivalvia) in the lowland brooks of the basin of the 'Kleine Nete' (Nord-East Belgium). Aanwezigheid ( ) Biotopen Répartition ( ) Biotopes Occurrence ( ) Biotopes in het bekken - dans le bassin - within the basin Geregeld Zandbodems in stromende beken Pisidium amnicum Régulier Des fonds sablonneux de ruisseaux Regular Sandy bottoms of brooks (running water) Algemeen Zandige bodem in stromend water Pisidium casertanum Commun Des fonds sablonneux d'eaux courantes Common Sandy bottoms in running waters

50 DEEL 1 Eenmalig Zandige loop afwaarts vijver Idem, forma ponderosa Unique Ruisseau sableux en aval d'un étang Once Sandy bottoms downward a pond Onregelmatig Meestal zandige bodem in stromend water Pisidium henslowanum Irrégulier En général des fonds sablonneux d'eaux courantes Irregular Mostly sandy bottoms in running waters Zeer sporadisch Zandbodems in stromende beken Idem, f. inappendiculata Très rare Des fonds sablonneux des ruisseaux Very sporadic Sandy bottoms of brooks (running water) Eenmalig Zandige modder in gekanaliseerde beek Pisidium hibernicum Unique Bourbe sableux dans un ruisseau canalisé Once Sandy mud in a regulated brook Geregeld Op bodems uit fijn materiaal (zand, detritus, slib) Pisidium milium Régulier Des fonds de sable fin, de détritus ou vaseux Regular Bottoms rich of detritus or silt Pisidium moitessierianum Aanwezigheid ( ) Biotopen Répartition ( ) Biotopes Occurrence ( ) Biotopes in het bekken - dans le bassin - within the basin Eenmalig Unique Once Geregeld Zandige modder Pisidium nitidum Régulier Bourbe sableux Regular Sandy mud Zandige beek nabij kanaal en vijver (oude zandput) Ruisseau sableux près d'un canal et d'un étang (ancienne sablière) Sandy brook near a canal and a pond (deserted sandpit) Zeer sporadisch Zandige bodem in stromend water Idem, f. arenicola Très rare Des fonds sablonneux d'eaux courantes Very sporadic Sandy bottoms in running waters Zeer sporadisch Zandige bodem in stromend water Pisidium obtusale Très rare Des fonds sablonneux d'eaux courantes Very sporadic Sandy bottoms in running waters Sporadisch Zandbodems in stromende beken Pisidium personatum Rare Des fonds sablonneux de ruisseaux Sporadic Sandy bottoms of brooks (running water) Eenmalig Zandige modder in gekanaliseerde beek Pisidium pulchellum Unique Bourbe sableux dans un ruisseau canalisé Once Sandy mud in a regulated brook

51 Aanwezigheid ( ) Biotopen Répartition ( ) Biotopes Occurrence ( ) Biotopes in het bekken - dans le bassin - within the basin Algemeen Divers Pisidium subtruncatum Commun Divers Common Various Sporadisch Zand- of slibbodems in stromende beken Pisidium supinum Rare Des fonds sablonneux ou vaseux de ruisseaux Sporadic Sandy or silty bottoms of brooks (running water) Geregeld Divers Sphaerium corneum Régulier Divers Regular Various ( ) Aantal vindplaatsen - Nombre de localités - Total of the localities: 58 Eenmalig Unique Once= 1/58 - Zeer sporadisch Très rare Very sporadic = 3/58 - Sporadisch Rare Sporadic = 6/58 - Onregelmatig Irrégulier Irregular = <12/58 - Geregeld Régulier Regular = <24/58 - Algemeen Commun Common = >35/58 Kernwoorden / Key words: hoornschalen - erwtenmosseltjes - Mollusca - Bivalvia - Sphaeriidae - België - faunistiek - verspreiding.

52 DEEL 1 1. Inleiding Hoornschalen en erwtenmossels zijn kleine tot zeer kleine tweekleppigen (foto 1; tabel 1). Zij behoren tot de meer algemene bewoners van zoet water. Men vindt ze zeer geregeld tot vaak in bodemmonsters van niet te zeer verontreinigde plassen, vijvers en waterlopen. De actuele inlandse soorten van de familie der Sphaeriidae behoren tot twee subfamilies: de hoornschalen of Sphaeriinae en de erwtenmossels of Pisidiinae (tabel 1). De identificatie van de verschillende soorten vergt enige oefening en geduld. De grotere hoornschalen (10-20 mm) kunnen meestal vrij vlot op naam worden gebracht. Bij de kleinere erwtenmosseltjes (< 8 mm) daarentegen ontbreken scherp afgelijnde soortkenmerken en is de variabiliteit binnen eenzelfde soort relatief groot. Dit bemoeilijkt de soortbepaling. Voldoende referentiemateriaal is onontbeerlijk. Probleemgevallen vragen soms de tussenkomst van een expert. Dit verklaart waarom de verschillende soorten hoornschalen en vooral erwtenmossels zelden aan bod komen in Belgische studies over zoet water. De werken van Adam uit 1947 en 1960 vormen in vele gevallen, o.a. voor de Kempense waterlopen, nog steeds de voornaamste, maar beperkte bron van informatie. Sinds enige tijd streeft het Koninklijk Belgisch Instituut voor Foto 1: Gewone hoornschalen (Sphaerium corneum) en erwtenmossels (Pisidium sp.) De hoornschalen zijn meestal opvallend groter dan erwtenmossels. Bij erwtenmossels uit het bekken van de Kleine Nete zijn de schalen vaak bedekt met ijzerhoudend zand.

53 Tabel 1: Opvallendste verschillen tussen erwtenmossels en hoornschalen (Bronnen: Adam (1960), Gittenberger e.a. (1998)) Sphaeriidae Deshayes, 1854 - hoornschalen, erwtenmossels Pisidiinae Gray, 1857 - erwtenmossels (*) Sphaeriinae Deshayes, 1854 - hoornschalen (*) Gewone erwtenmossel (Pisidium casternamum) (x8) Gewone hoornschaal (Sphaerium corneum) (x6) Afmetingen schelp: lengte tot 10-11 mm Schelp: ovaal, driehoekig of vijfhoekig, voor- en achterzijde niet symmetrisch, top (umbo) achter het midden, naar achter neigend Afmetingen schelp: lengte tot 8-25 mm Schelp: ovaal (soms afgerond veelhoekig), eerder symmetrisch, top (umbo) nagenoeg in of iets voor het midden en enigszins naar voor neigend Levend dier: aan achterzijde geen sifonale buizen, wel openingen, waarvan de bovenste, kleinere opening bij enkele soorten ontbreekt Levend dier: aan achterzijde twee korte sifonale buizen: boven de korte uitstroom- of anale buis, onder de langere instroom- of branchiale buis (*) De afgebeelde soorten dienen enkel ter illustratie. De opgegeven verschillen hebben betrekking op de algemene kenmerken van de beide subfamilies en zijn niet alle aanwezig in de afbeeldingen. Natuurwetenschappen te Brussel ernaar om in samenwerking met Dr. J.G.J. Kuiper de leemte aan recente gegevens over de verschillende soorten hoornschalen en erwtenmossels in België geleidelijk op te vullen. Dankzij deze inspanningen is het mogelijk om hier voor een eerste keer meer uitgebreid in te gaan op de verschillende soorten hoornschalen en erwtenmossels, die voorkomen in het bekken van de Kleine Nete.

54 DEEL 1 2. Materiaal De Gueldre & Vandelannoote en Vercauteren verzamelden resp. in 1977 en 1981 macro-invertebraten in het kader van studies over de biologische kwaliteit van waterlopen, behorend tot het bekken van de Kleine Nete (De Gueldre & Vandelannoote, 1978; Vercauteren e.a., 1984). Beide collecties werden later overgedragen aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen te Brussel (KBIN). De huidige studie maakt deel uit van de globale revisie van hoornschalen en erwtenmossels, binnen het kader van de verwerking van historische collecties van Belgische zoetwaterweekdieren. De revisie van de Belgische erwtenmossels gebeurt door Dr. J.G.J. Kuiper, in samenspraak met Dr. J. Van Goethem en mevr. R. Sablon (KBIN, Afdeling Malacologie). De biotoopgegevens zijn verzameld en bewerkt door T. Vercauteren. Mevr. R. Sablon stond in voor de verwerking van de monsters en van de historische gegevens. De aldus geïdentificeerde hoornschalen en erwtenmossels zijn afkomstig van 58 vindplaatsen in het bekken van de Kleine Nete (tabel 2; kaarten 1-2). Alle vindplaatsen liggen op natuurlijke waterlopen, d.w.z. Kempense laaglandbeken. De Kempense laaglandbeken zijn eerder kleinere waterlopen: de breedte bedraagt meestal < 0,5 m - 7 m en overschrijdt zelfs in de benedenlopen zelden 10 m. De beken hebben als natuurlijke eigenschappen: een meanderend verloop, een trage tot matige stroming, een oneffen bodem uit overwegend zand en met plaatselijk (vooral in de kuiltjes) ophopingen van detritus, een schrale tot matige plantengroei. Vele van deze beken hebben door kanalisatie en de inplanting van stuwen een groot deel van hun natuurlijke kenmerken verloren. Zij zijn omgevormd tot zogenaamde slootbeken met als kenmerken: rechtlijnig verloop, traag tot periodiek stilstaand water, een eerder vlakke bedding met belangrijke afzettingen van fijn materiaal (zand, detritus of slib). Een belangrijk kenmerk van de laaglandbeken van het bekken van de Kleine Nete is de voortdurende aanvoer van kalkrijk water vanuit de Kempense kanalen. Hierdoor is het water in vele laaglandbeken veel kalkrijker en bijgevolg minder zuur dan men op basis van de onderliggende zanden zou verwachten. Dit verklaart waarom men er kalkminnende soorten, waaronder bepaalde erwtenmossels, vindt.

55 Tabel 2: Situering van de vindplaatsen van de erwtenmossels (het raster is het UTM-coördinatenstelsel, de dikke lijnen geven de 10km*10 km-hokken aan in het 100km*100km-vierkant '31 UFS') 1 Witte Nete - Mol, Donk, opw. kanaal 30 Rodenloop - Kasterlee,Terlo 2 Witte Nete - Dessel, Boeretang 31 Breiloop - Mol, weg Retie-Geel 3 Witte Nete - Retie, afw. watermolen 32 Daelemansloop - Mol, Leopoldlaan 4 Kleine Nete - Kasterlee, afw. Klein Neetje 33 Daelemansloop - Geel, weg Geel-Kasterlee 5 Kleine Nete - Kasterlee, afw. watermolen 34 Derde Beek - Vorselaar, Heiken 6 Kleine Nete - Geel, afw. weg Geel-Kasterlee 35 Nattenloop - Oud-Turnhout, De Laks 7 Kleine Nete - Kasterlee, t.h.v. Bobbejaanland 36 Aa - Oud-Turnhout, De Blokken 8 Vleminckxloop - Mol-Sluis, Brandstraat 37 Aa - Lille, Lichtaartsesteenweg 9 Achterste Nete - Dessel, Dijkstraat 38 Wouwersloop - Oud-Turnhout, De Laks 10 Voorste Nete - Dessel, Dijkstraat 39 Pikloop - Turnhout, Zevendonk 11 Desselse Nete - Dessel/Retie, weg Retie-Mol 40 Visbeek - Vosselaar, weg Turnhout-Lille 12 Zwarte Nete - Retie, weg Retie-Geel 41 Bremloop - Lille, weg Turnhout-Lille 13 Zwarte Nete - Retie, weg Retie-Mol 42 Bosloop - Lille, weg Turnhout-Lille 14 Zwarte Nete - Retie, na waterzuiveringsstation 43 Koninginneloop - Oud-Turnhout, Zwaneven 15 Looiendse Nete - Retie, afw. E34 44 Grote Caliebeek - Turnhout, Zevendonk 16 Looiendse Nete - Retie, weg Retie-Turnhout 45 Grote Caliebeek - Kasterlee, Molenstraat 17 Looiendse Nete - Retie, Hoeven 46 Kleine Caliebeek - Kasterlee, weg Turnh.-Geel 18 Klein Neetje - Kasterlee, Westreties Heiken 47 Hollebeemdbeek - Lille, weg Turnhout-Lille 19 Klein Neetje - Retie, weg Retie-Turnhout 48 Sloot - Lille, Lichtaartsesteenweg 20 Klein Neetje - Retie, afw. weg Retie-Kasterlee 49 Kindernauwbeek - Lille, afwaarts E34 21 Wamp - Arendonk, opw. dorpskom 50 Bosbeek - Vorselaar, Berkelheide 22 Wamp - Oud-Turnhout, Corsendonk 51 Bosbeek - Vorselaar, Sassenhout 23 Wamp - Kasterlee, weg Kasterlee-Retie 52 Laak - Nijlen, t.h.v. waterzuiveringsstation 24 Biezenloop - Arendonk, Kerkstraat 53 Kleine Beek - Nijlen, Looystraat 25 Grote Biezen- en Broekloop - Arendonk 54 Molenbeek - Wechelderzande, Bruul 26 Grote Biezen- en Broekloop - Arendonk 55 Pulderbeek - Vorselaar, Kleine Heide 27 Bremelsloop - Oud-Turnhout, Hoeven 56 Molenbeek - Zandhoven, Pulse baan 28 Rooise loop - Oud-Turnhout, Zwaneven 57 Dorpsbeek - Zoersel, Zilvereind 29 Rodenloop - Kasterlee, afw. Tikkebroeken 58 Lopende Beek - Malle, Salphen

56 DEEL 1 Kaart 1: Situering van het bekken van de Kleine Nete Kaart 2: Karakterisatie en verspreiding van de bemonsterde biotopen

57 3. Overzicht van de aangetroffen soorten In totaal zijn 13 soorten erwtenmossels en hoornschalen geïdentificeerd (figuren 1-2; tabel 3). Daarenboven zijn bij de erwtenmossels nog 3 (ecologische) vormen aangetroffen. Eén ervan, de forma ponderosa van de gewone erwtenmossel (Pisidium casertanum), is vooral bekend uit grotere wateren zoals rivieren, kanalen en vijvers (Adam, 1960; Gittenberger e.a., 1998). De beide andere, de forma inappendiculata van de kleine erwtenmossel (P. henslowanum) en de forma arenicola van de glanzende erwtenmossel (P. nitidum), mogen worden beschouwd als typisch voor zandige beken (Gittenberger e.a., 1998). Voor de erwtenmossels (Pisidiinae) toont de huidige lijst aan dat 12 van de 14 inlandse soorten in het bekenstelsel van de Kleine Nete voorkomen. Dit is het dubbele van het aantal soorten, dat Adam in 1947 opgaf als aanwezig in de Antwerpse Kempen! Enkel de fraaigestreepte erwtenmossel (P. tenuilineatum) en de sphaeriumvormige erwtenmossel (P. pseudosphaerium) zijn niet aangetroffen. De fraaigestreepte erwtenmossel is zeer zeldzaam geworden. Alhoewel weinig waarschijnlijk, is het niet uitgesloten dat de soort nog voorkomt in heldere beekjes van het bekken. De sphaeriumvormige erwtenmossel daarentegen komt normaal niet in laaglandbeken voor: deze soort is gebonden aan plantenrijk, stilstaand water. Van de hoornschalen (Sphaeriinae) is 1 van de 4 inlandse soorten aangetroffen: nl. de gewone hoornschaal (Sphaerium corneum). Ook dit houdt verband met de herkomst van het onderzochte materiaal: nl. kleinere waterlopen. De gewone hoornschaal is de enige soort, die normaal ook in kleinere waterlopen voorkomt. Waarschijnlijk komen er nog soorten in het stroomgebied van de Kleine Nete voor, maar dan in andere watertypes: de moerashoornschaal (Musculium lacustre) in vijvers en de rivierhoornschaal (Sphaerium rivicola) en de stevige hoornschaal (S. solidum) in de grotere rivieren en kanalen. Zowel de rivierhoornschaal als de stevige hoornschaal zijn trouwens vroeger aangetroffen in de Kempense kanalen (tabel 3) (Adam, 1947; schrift. med. Dr. Kuiper, 2000). 4. Voorkomen Algemene soorten in het bekken van de Kleine Nete zijn de scheve erwtenmossel (P. subtruncatum) en, iets minder, de gewone erwtenmossel (Pisidium casertanum) (figuur 3; kaart 3). Het algemene karakter van de scheve erwtenmossel steunt op het grote aanpassingsvermogen van deze soort. Zij wordt gevonden op zowel zand- als detritusrijke bodems. De opvallende aanwezigheid van de gewone erwtenmossel houdt verband met de eigenschappen van de Kempense laaglandbeken: stromend water, zandige beddingen en periodiek opdrogende (boven-)lopen. De soort vertoont immers een voorkeur voor bewegend water en zandige bodems en is bovendien in staat om zich te handhaven in uitdrogende milieus (Gittenberger e.a., 1998).

58 DEEL 1 2 1 3 4 5 6 7 8 Figuur 1: Aangetroffen erwtenmossels op dezelfde schaal (8x de ware grootte) 1-3, 5-8: linkerkleppen, 4: rechterklep 1. riviererwtenmossel (Pisidium amnicum); 2. gewone erwtenmossel (P. casertanum); 3. Id. f. ponderosa; 4. kleine erwtenmossel (P. henslowanum); 5. driehoekige erwtenmossel (P. supinum); 6. dwergerwtenmossel (P. moitessierianum); 7. hoekige erwtenmossel (P. milium); 8. glanzende erwtenmossel (P. nitidum) (afbeelding 4: tekening van G.A. Peeters in Gittenberger e.a., 1998; overige afbeeldingen:adam, 1960)

59 9 10 11 12 13 14 Figuur 2: Aangetroffen erwtenmossels en hoornschaal op dezelfde schaal (8x de ware grootte) (linkerkleppen) 9. stompe erwtenmossel (Pisidium obtusale); 10. scheve erwtenmossel (P. subtruncatum); 11. fraaie erwtenmossel (P. pulchellum); 12. gladde erwtenmossel (P. hibernicum); 13. gemaskerde erwtenmossel (P. personatum); 14. gewone hoornschaal (Sphaerium corneum) (afbeeldingen uit Adam, 1960)

60 DEEL 1 Tabel 3: Overzicht van de in het bekken van de Kleine Nete aangetroffen hoornschalen en erwtenmossels met verwijzing naar eerdere meldingen in de Antwerpse Kempen. Inlandse soorten hoornschalen en erwtenwossels Eerdere meldingen in Antw. Kempen ( ) Bekken Kl. Nete 1977-'81 Sphaeriidae Deshayes, 1954 - hoornschalen, erwtenmossels Pisidiinae Gray, 1857 - erwtenmossels Pisidium amnicum (Müller, 1774) - riviererwtenmossel Pisidium casertanum (Poli, 1791) - gewone erwtenmossel Pisidium casertanum f. ponderosa Stelfox, 1918 Pisidium henslowanum (Sheppard, 1823) - kleine erwtenmossel Pisidium henslowanum f. inappendiculata Steenberg, 1917 Pisidium hibernicum Westerlund, 1894 - gladde erwtenmossel Pisidium milium Held, 1836 - hoekige erwtenmossel Pisidium moitessierianum Paladilhe, 1866 - dwergerwtenmossel Pisidium nitidum Jenyns, 1832 - glanzende erwtenmossel Pisidium nitidum f. arenicola Stelfox, 1929 Pisidium obtusale (Lamarck, 1818) - stompe erwtenmossel Pisidium personatum (Malm, 1855) - gemaskerde erwtenmossel Pisidium pseudosphaerium Favre, 1927 - sphaeriumvormige erwtenmossel Pisidium pulchellum Jenyns, 1832 - fraaie erwtenmossel Pisidium subtruncatum Malm, 1855 - scheve erwtenmossel Pisidium supinum Schmidt, 1851 - driehoekige erwtenmossel Pisidium tenuilineatum Stelfox, 1918 - fijngestreepte erwtenmossel Sphaeriinae Deshayes, 1854 - hoornschalen Musculium lacustre (Müller, 1774) - moerashoornschaal Sphaerium solidum (Normand, 1844) - stevige hoornschaal Sphaerium rivicola (Sheppard, 1823) - rivierhoornschaal Sphaerium corneum (Linnaeus, 1758) - gewone hoornschaal ( ) Bronnen: Adam, 1947; Adam, 1960; collecties KBIN: schrift. meded. Dr. Kuiper, 1997, 2000

61 Taxa Sphaerium corneum P. pulchellum P. moitessierianum P. hibernicum P. obtusale P. supinum P. personatum P. henslowanum Id. f. inappendiculata P. nitidum Id. f. arenicola P. milium P. amnicum P. casertanum Id. f. ponderosa P. subtruncatum Aantal vindpl. BIOTOOPKENMERKEN overwegend zand ( natuurlijke loop) overwegend zand (gekanaliseerd) veel detritus of slib ( natuurlijke loop) veel detritus of slib (gekanaliseerd) onzeker Aantal vindplaatsen (max - 58) Figuur 3: Voorkomen van hoornschalen en erwtenmossels in het bekken van de Kleine Nete, met verwijzing naar de biotoop Beide soorten komen vaak samen voor. Waar dit niet het geval is, kan dit te wijten zijn aan toeval maar eveneens aan verschillende biotoopvereisten van beide soorten. Zo lijkt de scheve erwtenmossel in het voordeel in zones met veel fijn materiaal en de gewone erwtenmossel in de kleinere, zandige beekjes. Enigszins los van het voorgaande staat de vondst van Pisidium casertanum f. ponderosa. Deze ecologische vorm is immers typisch voor grotere waters, waaronder vijvers. Een verklaring voor haar aanwezigheid volgt uit de ligging van de vindplaats: het Klein Neetje te Retie, onmiddellijk stroomafwaarts de vijver van het Kasteel van Retie (kaart 3: meetpunt 20). Geregeld aangetroffen worden de gewone hoornschaal (figuur 3; kaart 4), de riviererwtenmossel (P. amnicum) en de hoekige erwtenmossel (P. milium) (figuur 3; kaart 5).

62 DEEL 1 Kaart 3: De gewone erwtenmossel (Pisidium casertanum) en de scheve erwtenmossel (P. subtruncatum) in het bekken van de Kleine Nete in 1977-1981 Kaart 4: De gewone hoornschaal (Sphaerium corneum) in het bekken van de Kleine Nete in 1977-1981

63 Kaart 5: De riviererwtenmossel (Pisidium amnicum), de hoekige erwtenmossel (P. milium) en de glanzende erwtenmossel (P. nitidum) in het bekken van de Kleine Nete in 1977-1981 Kaart 6: De kleine erwtenmossel (Pisidium henslowanum), de gladde erwtenmossel (P. hibernicum) en de fraaie erwtenmossel (P. pulchellum) in het bekken van de Kleine Nete in 1977-1981

64 DEEL 1 De gewone hoornschaal komt zoals de scheve erwtenmossel voor in uiteenlopende milieus: zowel stromend als stilstaand water, zowel zandige als slibrijke bodems. Het grote aanpassingsvermogen van deze soort is reeds langer bekend (Adam, 1960; Gittenberger e.a., 1998). De riviererwtenmossel is duidelijk geconcentreerd in kleinere beken (zélfs bovenlopen) met helder, stromend water en pure zandbodems. De Nederlandse naam en literatuurgegevens (Gittenberger e.a., 1998) wijzen de soort aan als een bewoner van grotere beken en rivieren. Zij is echter in 1977-1981 niet weergevonden in de grotere beken van het bekken van de Kleine Nete. De hoekige erwtenmossel ten slotte verkiest duidelijk het fijnere beddingmateriaal (fijn zand, fijne detritus, slib of een mengeling ervan) van gekanaliseerde beken. Door de verschillende voorkeuren van biotoop treft men de riviererwtenmossel en de hoekige erwtenmossel zelden op eenzelfde vindplaats aan. Waar dit toch gebeurt, is dit een aanwijzing dat de vindplaats is 'samengesteld' uit meerdere, onderling sterk verschillende zones of trajecten. Dit is bijvoorbeeld het geval met de vindplaats in de Achterste Nete, die tragere en snellere trajecten, op- en afwaarts een stuwtje met verval, omvat (kaart 5: meetpunt 9). Onregelmatig voorkomende soorten zijn de glanzende erwtenmossel (P. nitidum) en de kleine erwtenmossel (P. henslowanum) (figuur 3; kaarten 5-6). De gewone glanzende erwtenmossel lijkt eerder thuis in biotopen die een overgang vormen tussen deze van de riviererwtenmossel en de hoekige erwtenmossel. Vandaar dat zij geregeld wordt aangetroffen in het gezelschap van één van de beide andere soorten. De vindplaatsen van de ecologische vorm arenicola sluiten aan bij deze van de riviererwtenmossel: nl. bewegend water met een zandige bodem, zoals aangegeven door Gittenberger e.a. (1998). De kleine erwtenmossel vertoont een méér uitgesproken voorkeur voor zandige substraten in bewegend water dan de vorige soort. Zij wordt vaak, samen met haar vorm inappendiculata, aangetroffen in dezelfde biotopen als de riviererwtenmossel. Eerder sporadisch zijn de gemaskerde erwtenmossel (P. personatum) en driehoekige erwtenmossel (P. supinum) (figuur 3; kaart 7). Beide soorten zijn slechts op 5 plaatsen aangetroffen: de gemaskerde erwtenmossel in zandige beken, de driehoekige erwtenmossel in zowel zandige als slibrijkere beekbeddingen. Ten slotte als zeer sporadisch kunnen volgende soorten worden beschouwd: de stompe erwtenmossel (P. obtusale), de gladde erwtenmossel (P. hibernicum), de dwergerwtenmossel (P. moitessierianum) en de fraaie erwtenmossel (P. pulchellum) (figuur 3; kaarten 6-7). De stompe erwtenmossel is gevonden op twee plaatsen (kaart 7: meetpunten 27 en 57). Beide vindplaatsen betreffen mogelijk licht zuur, maar alvast stromend water. Als normale biotoop gelden zure, stilstaande waters, maar het is bekend dat exemplaren soms op andere plaatsen terechtkomen (Gittenberger e.a., 1998).

65 De gladde erwtenmossel en de fraaie erwtenmossel zijn samen aangetroffen in de Vleminkxloop te Mol-Sluis: een gekanaliseerde beek met helder water en een modderbodem (kaart 6: meetpunt 8). De enige vindplaats van de dwergerwtenmossel ligt op de Witte Nete, in de onmiddellijke buurt van een vroegere zandwinningsput en het Kanaal Bocholt-Herentals (kaart 7: meetpunt 1). De soort is bekend uit kanalen, waterlopen en spaarbekkens (Gittenberger e.a., 1998). Kaart 7: De dwergerwtenmossel (Pisidium moitessierianum), de stompe erwtenmossel (P. obtusale), de gemaskerde erwtenmossel (P. personatum) en de driehoekige erwtenmossel (P. supinum) in het bekken van de Kleine Nete in 1977-1981 5. Status Welke van de soorten, die sporadisch of zeer sporadisch zijn aangetroffen, als 'bedreigd' of '(zeer) zeldzaam' in België mogen worden aanzien, is voorlopig niet duidelijk. Verschillende van deze soorten worden in Nederland en Duitsland alvast aangeduid als 'bedreigd' of 'mogelijk bedreigd' (Gittenberger e.a., 1998; Gloër & Meier-Brook, 1998) (tabel 4). Ook de riviererwtenmossel, die in het bekken van de Kleine Nete nog geregeld is weergevonden, wordt in de voornoemde landen aangeduid als 'bedreigd' (tabel 4). Dit bevestigt nogmaals de uitzonderlijke natuurwaarde van de Kleine Nete en zijn bijrivieren.

66 DEEL 1 Tabel 4: Status in Nederland en Duitsland van enkele Pisidium-soorten, aangetroffen in het bekken van de Kleine Nete bekken van Nederland: Duitsland: Kleine Nete: Pisidium-soorten status op grond van voorstel van Rode lijst (2) voorkomen Rode Lijst (1) P. amnicum - riviererwtenmossel geregeld kandidaat sterk bedreigd P. hibernicum - gladde erwtenmossel zeer zeldzaam kandidaat bedreigd P. moitessierianum - dwergerwtenmossel zeer zeldzaam - bedreigd P. obtusale - stompe erwtenmossel zeer zeldzaam - - P. personatum - gemaskerde erwtenmossel zeldzaam kandidaat - P. pulchellum - fraaie erwtenmossel zeer zeldzaam kandidaat met uitsterven bedreigd P. supinum - driehoekige erwtenmossel zeldzaam - bedreigd Bronnen: (1) Gittenberger e.a., 1998 - (2) Gloër & Meier-Brook, 1998 6. Besluit De recente revisie van hoornschalen en erwtenmossels leidt tot een opvallend aantal soorten voor het bekken van de Kleine Nete. Het is weinig waarschijnlijk dat er in dit bekken nog andere soorten erwtenmossels zullen worden gevonden. Bij de hoornschalen daarentegen kan men nog meldingen van andere soorten verwachten. De aanwezigheid en verspreiding van de meeste soorten wordt duidelijk bepaald door de aanof afwezigheid van stromend water en zandbeddingen. De situaties in Nederland en Duitsland doen alvast vermoeden dat sommige van de (sporadisch) aangetroffen soorten ook in België 'zeldzaam' en 'bedreigd' zijn. De aanwezigheid van deze 'zeldzame' of 'bedreigde' soorten bevestigt de uitzonderlijke natuurwaarde van de Kleine Nete en zijn bijrivieren. Het zou trouwens interessant zijn om na te gaan hoe de aanwezigheid van de verschillende soorten sinds 1977-1981 is geëvolueerd. Temeer, omdat inmiddels de kwaliteit van zowel water als biotopen op vele plaatsen in het bekken van de Kleine Nete is verbeterd. 7. Dankwoord Wij danken Dr. Alain Vandelannoote (AQUAFIN) voor zijn bereidwillige medewerking, onder de vorm van informatie over herkomst van de door Dr. Greet De Gueldre en hem verzamelde organismen. Mevr. Christine D'Haese (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) hielp bij de verwerking van de vindplaatsgegevens en de monsters.

67 Lic. Kristin Van Laer en Dr. Herlinde Nieuwborg (Provinciaal Instituut voor Hygiëne) verzorgden resp. de kaartjes en de dierenfiguren. Tenslotte zijn wij Dr. E. Gittenberger (Nationaal Natuurhistorisch Museum, Leiden) en de heer P. Kemmeren (Stichting Uitgeverij KNNV, Utrecht) erkentelijk voor de toelating om een afbeelding van de kleine erwtenmossel over te nemen uit het boek 'De Nederlandse Zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water' van Gittenberger e.a. (1998). 8. Referenties Adam W., 1947: Révision des Mollusques de la Belgique; I: Mollusques terrestres et dulcicoles. Mém. Mus. Hist. nat. Belg. 106, Bruxelles. 298 p. Adam W., 1960: Mollusques. Tome I Mollusgues terrestres et dulcicoles. Faune de Belgique, Patrimoine de l'institut royal des Sciences naturelles de Belgique, Bruxelles. 402 p. De Gueldre G. & Vandelannoote A., 1978: Toepasbaarheid van waterbeoordelingsmethodes m.b.v. macro-invertebraten in het stroomgebied van de Kleine Nete. Licentiaatsverhandeling departement biologie, Universitaire Instelling Antwerpen, Antwerpen-Wilrijk. Gittenberger E., Janssen A.W., Kuijper W.J., Kuiper J.G.J., Meijer T., van der Velde G. & de Vries J.N., 1998: De Nederlandse Zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & EIS Nederland, Leiden. 288 p. Gloër P. & Meier-Brook, C., 1998: Süsswassermollusken. Ein Bestimmungsschlüssel für die Bundesrepublik Deutschland. Deutscher Jugendbund für Naturbeobachtung, Hamburg, 12. erweiterte Auflage. 136 p. Vercauteren T., Bruylants B.,Vandelannoote A. & Verheyen R., 1984: Bekken van de Kleine Nete. Groep Toegepaste Ekologie, Brussel. 113 p.