Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Vergelijkbare documenten
Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2011

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2014

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015

Gezinsbijslag in 15 vragen

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)

DE KINDERBIJSLAG IN DE OVERHEIDSSECTOR. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Bedragen kinderbijslag

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

Vragen en antwoorden over de toepassing van het gewijzigde artikel 48 KBW en de toepassing van de 240-uren norm

Brevet van rechthebbende

DEMOGRAFISCH VERSLAG

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

CIRCULAIRE. Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2014

Het recht op een forfaitaire bijslag moet onderzocht worden per kind.

DEMOGRAFISCH VERSLAG

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002

Juridisch bulletin.

FOCUS De kinderbijslag voor invalide rechthebbenden. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

CIRCULAIRE. Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2013 S.2013/004 AB/LP/S.5000 CI13-004N.AB. 11 januari Samenvatting

BREVET VAN RECHTHEBBENDE : INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT. Brevet van rechthebbende

STATISTIEK VAN DE OVERHEID

BREVET VAN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT

KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. (BS 6 mei 1976)

sociale bijdragen en sociale uitkeringen op 1 juni 2001

HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS

DE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening.

GROEIPAKKET VLAANDEREN - INLEIDING

Juridisch bulletin.

Juridisch bulletin. Wetgeving

Situatie van de kinderbijslag aan de vooravond van de splitsing. RKW - Studiedag 29 maart 2012

DEMOGRAFISCH VERSLAG

Betaling van kinderbijslag voor werknemers Gewaarborgde gezinsbijslag. Mieke SERLIPPENS Jurist bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Juridisch bulletin. Wetgeving

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Juridisch bulletin. Wetgeving

MAANDELIJKSE FINANCIËLE AANGIFTE - Februari 2015

Bijlage 2: vragen - antwoorden

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

FOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden

GROEIPAKKET VLAANDEREN - INLEIDING

HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS

Departement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens

IV. Trimestrialisering van de sociale toeslagen

Departement Controle

STATISTIEK VAN BEPAALDE CATEGORIEËN VAN RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG IN HET STELSEL VOOR WERKNEMERS. Tellingen 2004

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

FOCUS Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005;

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007

De administrateur-generaal

Nieuwe uitkeringen vanaf 1 mei 2011

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS

Algemene inhoud. DEEL 1 Inkomens 1. DEEL 2 Fiscaal 43

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

Kinderbijslagfonds UCM

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Juridisch bulletin.

AANVRAAG OM BREVET. ldentificatie van de oorspronkelijke instelling. (:.. RECHTHEBBENI>EVANDEcOORsPRONKELIJKEINSTELLING-...j

De administrateur-generaal

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en

De administrateur-generaal

Transcriptie:

HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2004 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 130

Verantwoordelijk uitgever : Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen zich wenden tot de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW), Departement Ondersteuning - Research en Financiën, Trierstraat 70-1000 Brussel Website www.rkw.be of www.kindergeld.be Bijkomende exemplaren kunnen op verzoek bekomen worden Deze inlichtingen mogen gereproduceerd worden mits vermelding van de bron

INHOUDSOPGAVE Pagina s I. BEGRIPSBEPALINGEN 1 II. SAMENVATTENDE TABEL 9 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS 11 IV. STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAGEN 43 V. BETALINGEN DOOR DE RKW VOOR REKENING VAN DERDEN V.A - GEWEZEN AMBTENAREN VAN DE STAAT, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN (Art. 101, al. 3, 2-4, KBW) 49 V.B - LEERKRACHTEN V.B.1 - Tijdelijke leerkrachten: totaal van de 3 Gemeenschappen (Art. 101, al. 3, 7, KBW) V.B.2 - Vaste leerkrachten: totaal van de 3 Gemeenschappen (Art. 101, al. 3, 8, KBW) V.B.3 - Vlaamse Gemeenschap V.B.3.a - Tijdelijke leerkrachten (Art. 101, al. 3, 7, KBW) V.B.3.b. - Vaste leerkrachten (Art. 101, al. 3, 8, KBW) V.B.4 - Franse Gemeenschap V.B.4.a. - Tijdelijke leerkrachten (Art. 101, al. 3, 7, KBW) V.B.4.b - Vaste leerkrachten (Art. 101, al. 3, 8, KBW) V.B.5 - Duitstalige Gemeenschap V.B.5.a - Tijdelijke leerkrachten (Art. 101, al. 3, 7, KBW) V.B.5.b - Vaste leerkrachten (Art. 101, al. 3, 8, KBW) 59 65 71 77 83 89 95 101 V.C - PERSONEEL VAN OVERHEIDSINSTELLINGEN (Art. 101, al. 4, KBW) 107 V.D - OORLOGSSLACHTOFFERS (Buiten het toepassingsveld van de KBW) 113 VI. BETALINGEN TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER CATEGORIEËN VAN BEHARTIGENSWAARDIGE PERSONEN (huispersoneel, grensarbeiders,...) (Art. 102, KBW) 119 VII. UITGAVEN VOOR GEZINSBIJSLAGEN 125 VIII. DOCUMENTATIE VIII.A - Barema s VIII.A.1. Kinderbijslag voor werknemers 127 VIII.A.2. Gewaarborgde Gezinsbijslag 133 VIII.B - Indexcijfer van de consumptieprijzen 134

BEGRIPSBEPALINGEN

1 I. BEGRIPSBEPALINGEN STELSEL VAN DE WERKNEMERS Aangesloten werkgevers: werkgevers die verzekeringsplichtig zijn volgens de Kinderbijslagwet, moeten zich aansluiten bij een kinderbijslagfonds. Is verzekeringsplichtig, al wie - hetzij in een industriële, een handels-, een landbouw of een andere onderneming, hetzij in de uitoefening van een beroep, hetzij op een andere manier - één of meer personen tewerkstelt, zonder onderscheid naar leeftijd of geslacht. Verzekeringsplichtige werknemers: Vallen onder de kinderbijslagregeling voor werknemers: - werknemers die verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) voor de sector van de kinderbijslag; - werknemers die niet verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de sociale zekerheid, maar wel ten opzichte van de kinderbijslagregeling voor werknemers en voor wie hoofdelijke bijdragen verschuldigd zijn. Hoofdelijke bijdragen: elke werkgever die personeel in dienst heeft dat niet verzekeringsplichtig is t.a.v. de sociale zekerheid, maar wel t.a.v. de kinderbijslagregeling, moet voor die werknemers bijdragen betalen aan het kinderbijslagfonds waarbij hij aangesloten is. Die bijdragen worden niet berekend op het loon, maar op het aantal gewerkte dagen. Sinds 1 januari 1999 is dit systeem enkel nog van toepassing op het personeel dat al in dienst was vóór die datum. De werknemers die na die datum aangeworven werden door de betrokken werkgevers (NMBS, universiteiten,...), zijn verzekeringsplichtig t.a.v. de sociale zekerheid. Nationale verdeling: de kinderbijslag gefinancierd door de socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers die verzekeringsplichtig zijn ten opzichte van de sociale zekerheid en de hoofdelijke bijdragen van de werkgevers die niet onder de sociale zekerheid vallen. Het gaat zowel om de kinderbijslag uitgekeerd in het werknemersstelsel als om de kinderbijslag uitbetaald in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag (zie hierna): twee verschillende stelsels met eenzelfde financiering. GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG Residuair stelsel van kinderbijslag voor gezinnen die in geen enkel ander stelsel recht hebben op kinderbijslag en wier inkomen bepaalde plafonds niet overschrijdt. De inkomsten van dit stelsel komen van de nationale verdeling (zie hiervoor). Het zijn dus de bijdragen voor het werknemersstelsel die het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag financieren.

2 BETALING DOOR DE RKW VOOR DERDEN Buiten zijn taken in het werknemersstelsel en het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, betaalt de RKW ook de kinderbijslag voor de werknemers van sommige overheidsinstellingen. Het betreft hier vooral het onderwijzende personeel van de drie Gemeenschappen en het personeel van bepaalde openbare instellingen. Het gaat om: Gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en sommige overheidsinstellingen Artikel 101, 3 de lid, 2 tot 4, van de Kinderbijslagwet belast de RKW met de uitbetaling van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie, onder dezelfde voorwaarden als de kinderbijslagfondsen: 1) aan de zieke of gepensioneerde gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten, Belgacom, De Post, Biac, Belgocontrol en de overheidsinstellingen die zich bij de RKW hebben aangesloten; 2) aan de wezen die recht hebben op kinderbijslag ten laste van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten, de autonome overheidsbedrijven en de overheidsinstellingen bedoeld onder 1; 3) aan de kinderen die recht geven op kinderbijslag uit hoofde van een weduwe van een gewezen ambtenaar die een overlevingspensioen geniet wegens de beroepsactiviteit van de overleden echtgenoot, indien verschuldigd door de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten, de autonome overheidsbedrijven of de overheidsinstellingen bedoeld onder 1, conform art. 56quater. Ook de gewezen ambtenaren, hun weduwen en de wezen van ambtenaren van sommige autonome overheidsbedrijven, die vroeger deel uitmaakten van de Staatsadministraties, worden uitbetaald door de RKW onder dezelfde voorwaarden. De uitgekeerde kinderbijslag krijgt de RKW terugbetaald door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten of de autonome overheidsbedrijven of overheidsinstellingen bedoeld onder 1, conform artikel 111. Tijdelijke leerkrachten Artikel 101, 3 de lid, 7, van de Kinderbijslagwet belast de RKW vanaf 1 april 1990 met de betaling van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie, onder dezelfde voorwaarden als de kinderbijslagfondsen, aan de tijdelijke leerkrachten en het tijdelijke personeel van het onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. De Gemeenschappen betalen de kinderbijslag voor de eerste drie kwartalen terug aan de RKW. Het vierde kwartaal is ten laste van de nationale verdeling (de tijdelijke leerkrachten worden beschouwd als al dan niet vergoede werklozen in de loop van de maand augustus, de referentiemaand voor de betalingen van het vierde kwartaal volgens de trimestrialiseringsregels).

3 Vaste leerkrachten 101, 3 de lid, 8, van de Kinderbijslagwet verruimt de bevoegdheid van de RKW tot de betaling van de gezinsuitkeringen aan alle categorieën vast personeel van de onderwijsinstellingen die worden ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen. Sinds september 1993 betaalt de RKW kinderbijslag aan de leerkrachten van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1 mei 1995 is de RKW ook bevoegd voor de betaling van kinderbijslag aan de vaste leerkrachten van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en dat ten laste van die gemeenschappen. Personeel van overheidsinstellingen 101, 4 de lid, van de Kinderbijslagwet machtigt de RKW om de kinderbijslag te betalen aan het personeel van de werkgevers uit de openbare sector die daarom vragen. De instellingen storten de betaalde uitkeringen terug aan de RKW. De RKW is zo bevoegd voor het personeel van volgende instellingen: het Universitair Ziekenhuis van Gent - UZG (sinds 1 oktober 1995); de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding - VDAB (sinds 1 januari 1997); de Vaste Comités van Toezicht op de Politie- en Inlichtingendiensten (sinds 1 januari 1999); Kind en Gezin (sinds 1 mei 1999); de Vlaamse Landmaatschappij (sinds 1 oktober 1999); de Radio - Télévision Belge de la Communauté française - RTBf (sinds 1 oktober 1999); het College van de federale ombudsmannen (sinds 1 juni 2000); het Limburgs Universitair Centrum - LUC (sinds 1 januari 2001); de Centra voor Leerlingenbegeleiding van de Vlaamse Gemeenschap (sinds 1 januari 2001) ; het Institut scientifique des Services publics - ISSeP (sinds 1 januari 1998); het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap (sinds 1 maart 2002); het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem (vanaf 1 januari 2003); het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie BIPT (vanaf 1 januari 2003); het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel (vanaf 1 oktober 2003); de Brussels International Airport Company - BIAC (vanaf 1 april 2003); het Vlaams Fonds voor sociale integratie van personen met een handicap - VFSIPH (vanaf 1 april 2004). Oorlogsslachtoffers Buiten het toepassingsveld van de Kinderbijslagwet, is de RKW belast met het betalen van de kinderbijslag voor de invaliden en de wezen van de oorlog 1940-1945 en de slachtoffers van bepaalde feiten die zich voordeden in Congo, Rwanda en Burundi. De kinderbijslag wordt teruggestort door de FOD Sociale Zekerheid of door de FOD Financiën.

4 BETALINGEN TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER Volgens artikel 102 van de Kinderbijslagwet keert de RKW kinderbijslag uit aan sommige categorieën van behartigenswaardige personen die geen aanspraak kunnen maken op kinderbijslag op een andere basis: huispersoneel, grensarbeiders, gezinnen van verdwenen kinderen,... Het is de Koning die deze categorieën vastlegt op voorstel van het Beheerscomité van de RKW. Vóór 1 januari 1997 werden deze uitkeringen gefinancierd door het Reservefonds van de RKW. Sindsdien neemt het globaal beheer de financiering op zich. Onder "globaal beheer" verstaat men het geheel aan inkomsten van de sociale zekerheid buiten de eigen inkomsten van de verschillende sectoren. Het gaat om een nieuw financieringssysteem ingevoerd door de wet van 30 maart 1994 en van kracht sinds 1 januari 1995. Volgens dat systeem worden de inkomsten van de sociale zekerheid niet langer op voorhand vastgelegd voor alle sectoren, maar jaarlijks herverdeeld volgens de behoeften van elke sector. Het globaal beheer omvat de nationale verdeling (behalve de eigen inkomsten) en financiert grotendeels alle gezinsuitkeringen die niet betaald worden voor de rekening van derden. ALGEMENE BEGRIPPEN Enkele begrippen die gelden voor alle bovengenoemde stelsels en gezinsuitkeringen: Rechthebbenden op kinderbijslag De rechthebbende is de persoon die het recht op kinderbijslag opent. Eenzelfde rechthebbende kan die hoedanigheid hebben voor kinderen uit verschillende bijslagtrekkende gezinnen. Er bestaan verschillende categorieën van rechthebbenden: - Met relatie tot arbeid: a) de actieve werknemer; b) de gelijkgestelde werknemer: bepaalde situaties worden "gelijkgesteld" met arbeidsprestaties: staking, legerdienst, jaarlijkse vakantie, niet-gepresteerde dagen waarvoor een loon betaald wordt,...; c) de werknemer getroffen door ziekte of ongeval; d) de gepensioneerde werknemer; e) de werkloze werknemer; f) de werknemer in loopbaanonderbreking; g) de wees van een werknemer; h) de weduwe van een actieve of gelijkgestelde werknemer; i ) de gedetineerde; j ) de verlaten echtgeno(o)t(e).

5 - Zonder relatie tot arbeid: a) de persoon met een handicap (voor zijn kinderen); b) de student, de leerling, de werkzoekende (voor zijn kinderen); c) de persoon met een handicap (voor zichzelf). Bijslagtrekkende gezinnen De bijslagtrekkende gezinnen zijn die gezinnen waaraan de kinderbijslag effectief wordt uitbetaald. De kinderbijslag wordt betaald aan de persoon die het kind opvoedt. Dat is normalerwijs de moeder of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die haar rol vervult. De kinderbijslag kan uitgekeerd worden aan het kind zelf als het gehuwd is, ontvoogd is, de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft en gedomicilieerd is op een ander adres dan zijn ouders, of als het zelf bijslagtrekkende is. Kinderbijslagschalen Alle rechtgevende kinderen ontvangen een basisbedrag (artikel 40, KBW), dat varieert naargelang de rang. Aan dat basisbedrag kan een sociale toeslag toegevoegd worden indien de rechthebbende werkloos, gepensioneerd of invalide is en de voorwaarden vervult om beschouwd te worden als rechthebbende met personen ten laste. Er bestaat bovendien een specifiek bedrag voor bepaalde weeskinderen: de verhoogde wezenbijslag. Onder Gewone schaal verstaat men het basisbedrag zonder enige sociale toeslag. Als er aan het basisbedrag een sociale toeslag wordt toegevoegd of als het de specifieke bijslag voor wezen betreft, spreekt men van Verhoogde schaal. Gewone schaal De gewone schaal wordt toegekend aan: - kinderen van actieve werknemers en van tijdelijke werklozen; - wezen waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een feitelijk gezin vormt; - kinderen van volledige werklozen, tijdens de eerste zes maanden werkloosheid; - kinderen van invaliden en zieken, tijdens de eerste zes maanden invaliditeit of ziekte; - kinderen van gepensioneerden, volledig werklozen vanaf de zevende maand werkloosheid en invaliden vanaf de zevende maand invaliditeit: - als de rechthebbenden gehuwd zijn of een feitelijk gezin vormen met een persoon die een beroepsactiviteit uitoefent waarvan het inkomen het toegelaten plafond overschrijdt; - als zij gehuwd zijn of een feitelijk gezin vormen met een persoon wiens vervangingsinkomen, indien gecumuleerd met het eigen vervangingsinkomen, het toegelaten plafond overschrijdt.

6 Verhoogde schalen Er bestaan drie categorieën van verhoogde schalen: de verhoogde schalen van 50bis, KBW: voor wezen waarvan de overlevende ouder niet hertrouwd is of geen feitelijk gezin vormt; de verhoogde schalen van artikel 50ter, KBW: voor kinderen van arbeidsongeschikte werknemers na de eerste zes maanden arbeidsongeschiktheid die alleen wonen met hun kinderen of wier (huwelijks-)partner geen beroepsactiviteit uitoefent of een beroepsactiviteit waarvan het inkomen het toegelaten plafond niet overschrijdt of wier vervangingsinkomen, gecumuleerd met het eigen vervangingsinkomen, het toegelaten plafond niet overschrijdt; de verhoogde schalen van 42bis, KBW: voor kinderen van gepensioneerden of volledig werklozen na de zevende maand werkloosheid die alleen wonen met hun kinderen of wier (huwelijks-)partner geen beroepsactiviteit uitoefent of een beroepsactiviteit waarvan het inkomen het toegelaten plafond niet overschrijdt of wier vervangingsinkomen, gecumuleerd met het eigen vervangingsinkomen, het toegelaten plafond niet overschrijdt. Rechtgevende kinderen Het kind waarvoor kinderbijslag uitgekeerd wordt, wordt het rechtgevend kind genoemd. Ieder werknemer heeft recht op kinderbijslag voor: 1) de eigen kinderen, de eigen kinderen van zijn echtgenote en de gemeenschappelijke kinderen; 2) de kinderen die door hem of zijn echtgenote geadopteerd zijn of gewettigd door adoptie of van wie hij of zijn echtgenote de pleegvoogd is; 3) de kleinkinderen of achterkleinkinderen, neven en nichten die minstens drie maanden deel uitmaken van zijn gezin; 4) de broers of zussen die deel uitmaken van het gezin, op voorwaarde dat zij geen kinderbijslag genieten in de zelfstandigenregeling of volgens een Belgische of buitenlandse bepaling; 5) de broers of zussen die geen deel uitmaken van het gezin en nog geen kinderbijslag genieten volgens een Belgische of buitenlandse bepaling; 6) de kinderen van de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt en de kinderen van de exechtgenoot die deel uitmaken van het gezin; de kinderen van de persoon met wie hij wettelijk samenwoont of samenwoonde, en geen feitelijk gezin meer vormt, op voorwaarde dat die kinderen tot zijn gezin behoren; 7) de kinderen die in zijn gezin geplaatst zijn ten laste of door bemiddeling van een openbare overheid; 8) de kinderen die deel uitmaken van het gezin en over wie hijzelf, zijn echtgenote of de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt het ouderlijke gezag heeft door een vonnis van de jeugdrechtbank. Er is geen kinderbijslag verschuldigd voor kinderen opgevoed buiten het Rijk. (In toepassing van Europese Verordeningen, bilaterale overeenkomsten of afwijkingen kan toch kinderbijslag worden uitbetaald onder welbepaalde voorwaarden). De Minister van Sociale Zaken kan in behartigenswaardige (categorieën van) gevallen stellen dat een werknemer recht heeft op kinderbijslag voor kinderen die deel uitmaken van zijn gezin.

7 Studenten Kinderen tussen 18 en 25 jaar die verder dagonderwijs volgen, stage lopen of een eindverhandeling schrijven. Werkzoekenden Kinderen tussen 18 en 25 jaar die ingeschreven zijn als werkzoekende en hun studies of leertijd beëindigd hebben. Leerjongens/-meisjes Kinderen tussen 18 en 25 jaar die een leerovereenkomst of leerverbintenis hebben gesloten, die erkend is en gecontroleerd wordt door een bevoegde overheid. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening In het oude systeem dat nog steeds van kracht is gaat het om kinderen met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minimum 66% die tot de leeftijd van 21 jaar op één van de bijkomende bijslagen voorzien in artikel 47, KBW aanspraak maken. De erkenning van de aandoening wordt toegekend door de medische dienst van de FOD Sociale Zekerheid. De bijkomende bijslag is afhankelijk van de zelfredzaamheidsgraad van het kind die bepaald wordt door een schaal van 0 tot 9 punten in functie van 6 functionele categorieën. De bijkomende bijslag is progressief vanaf 0 punten, 4 punten en 7 punten. Vanaf 1 mei 2003 is er een nieuwe regeling van kracht voor de kinderen die geboren zijn na 1 januari 1996. De bijkomende bijslag wordt toegekend in functie van de gevolgen van de aandoening gemeten volgens drie pijlers: de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid (pijler 1), de activiteit en de participatie van het kind (pijler 2) en de gevolgen voor de familiale omgeving (pijler 3). De evaluatie gebeurt op een schaal van 0 tot 36 punten. Een minimum van 4 punten dient behaald te worden in pijler 1 of een minimum van 6 punten voor de drie pijlers. De bijkomende bijslag is progressief vanaf 4 of 6 punten, 9 punten, 12 punten, 15 punten, 18 punten en meer dan 20 punten. De bijkomende bijslag ten gunste van het rechtgevend kind met een aandoening is niet langer verschuldigd als het rechtgevend kind een activiteit uitoefent waardoor het verzekeringsplichtig wordt t.a.v. een van de sociale zekerheidsregelingen, behalve als het tewerkgesteld is in een beschutte werkplaats of een leerovereenkomst gesloten heeft.

8 Gehandicapte kinderen ouder dan 25 jaar Het betreft personen met een handicap die geboren zijn vóór 1 juli 1966 en erkend zijn als volledig arbeidsongeschikt of tewerkgesteld zijn in een beschutte werkplaats. De wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten schrapte de toekenning van kinderbijslag voor personen met een handicap die nog geen 21 jaar waren op 1 juli 1987. Geplaatste kinderen De kinderbijslag verschuldigd ten behoeve van een kind dat door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid geplaatst is in een instelling, wordt betaald ten belope van: 2/3 aan de instelling of aan de plaatsingsoverheid, in toepassing van de regelgeving met betrekking tot de jeugdbescherming; 1/3 aan de persoon die de bijslagtrekkende was vóór de plaatsing. Als de plaatsing een maatregel inzake jeugdbescherming is, beslist de jeugdrechter of de overheid over het overige derde. Ze kunnen aan dat derde een andere bestemming geven, bijvoorbeeld een storting op een spaarrekening of een uitbetaling aan een bijzondere voogd. Wanneer een kind bij een particulier geplaatst is, wordt de kinderbijslag in haar geheel betaald aan het opvanggezin. Sinds 1 januari 2003, wordt ook een forfaitaire bijslag betaald aan de persoon die het kind opvoedde vóór de plaatsing, zolang die nauw contact onderhoudt met het kind.

SAMENVATTENDE TABEL

II. SAMENVATTENDE TABEL VERDELING VAN RECHTHEBBENDEN, BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN EN RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS HET STELSEL TOESTAND OP 31 DECEMBER 2004 RECHTHEBBENDEN BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN RECHTGEVENDE KINDEREN WERKNEMERS 1.043.721 1.066.895 1.868.328 waarvan Kinderbijslagfondsen 901.068 920.815 1.616.699 RKW 142.653 146.080 251.629 GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG 6.905 7.008 14.398 VOOR REKENING VAN DERDEN 79.826 80.715 145.708 waarvan Gewezen ambtenaren van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten of van sommige autonome openbare instellingen en bedrijven (artikel 101, al.3, 2-4, KBW) 10.771 11.021 15.031 Vlaamse Gemeenschap Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al.3, 7, KBW) 5.404 5.434 10.156 Vaste leerkrachten (art. 101, al.3, 8, KBW) 31.525 31.735 60.803 Franstalige Gemeenschap Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al.3, 7, KBW) 4.532 4.587 8.456 Vaste leerkrachten (art. 101, al.3, 8, KBW) 24.240 24.544 45.309 Duitstalige Gemeenschap Tijdelijke leerkrachten (art. 101, al.3, 7, KBW) 54 54 97 Vaste leerkrachten (art. 101, al.3, 8, KBW) 442 445 868 Personeel van overheidsinstellingen (artikel 101, al. 4, KBW) 2.648 2.676 4.758 Oorlogsslachtoffers (buiten de KBW) 210 219 230 TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER (artikel 102, KBW) 530 536 703 waarvan Grensarbeiders 78 78 104 Andere categorieën 452 458 599 TOTAAL 1.130.982 1.155.154 2.029.137 waarvan Kinderbijslagfondsen 901.068 920.815 1.616.699 RKW 229.914 234.339 412.438

HET RESPECTIEVELIJK GEWICHT VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN BETREFFENDE DE BIJSLAGTREKKENDEN EN DE RECHTGEVENDEN ALLE STELSELS TEZAMEN 2.000.000 RKW KINDERBIJSLAGFONDSEN BIJSLAGTREKKENDEN 1.500.000 RECHTGEVENDEN 1.000.000 500.000 Aantallen 0

WERKNEMERS

11 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS Tabellen A. Aangesloten werkgevers 1. Aantal aangeslotenen ingeschreven op de laatste dag van het semester 13 2. Aantal aangeslotenen die werknemers tewerkstellen die niet onder de sociale zekerheid ressorteren 13 B. Werknemers niet verzekeringsplichtig ten aanzien van de sociale zekerheid 1. Werknemers in dienst op de laatste dag van het semester 14 2. Aantal maandelijkse forfaitaire hoofdelijke bijdragen in de loop van het semester 14 C. Rechthebbenden op kinderbijslag 15 D. Bijslagtrekkende gezinnen: verdeling per categorie van het recht en volgens het aantal kinderen in het gezin 1. Totaal van het stelsel 17 2. Totaal van de kinderbijslagfondsen 19 3. RKW (NMBS inbegrepen) 20 E. Rechtgevende kinderen: verdeling per categorie van het recht en per leeftijdsgroep 1. Totaal van het stelsel 21 2. Totaal van de kinderbijslagfondsen 23 3. RKW (NMBS inbegrepen) 25 F. Rechtgevenden volgens leeftijdsgroep en rang (14 tabellen: 1 tabel per categorie + groeperingen) 26 tot 39 G. Rechtgevende kinderen jonger dan 21 jaar met een aandoening en rechtgevend op een toeslag (art. 47, KBW) 1. Oud systeem 40 2. Nieuw systeem van kracht sedert 1 mei 2003 (kinderen geboren na 1 januari 1996) 40 3. Totaal van de twee systemen 40 H. Kraamgeld: aantal geboorten die aanleiding hebben gegeven tot de toekenning van een kraamgeld - Tweede semester 2004 41 - Jaar 2004 I. Adoptiepremies: aantal kinderen waarvoor een adoptiepremie werd betaald 1. Verdeling volgens de rang in het onthaalgezin (2de semester 2004 en jaar 2004) 42 2. Verdeling per leeftijdsgroep (2de semester 2004 en jaar 2004) 42 J. Geplaatste kinderen 1. Geplaatste kinderen in een instelling (art. 70 KBW) 42 2. Geplaatste kinderen bij een particulier (art. 70ter KBW) 42 Grafieken - Respectievelijk gewicht van de RKW en de kinderbijslagfondsen (bijslagtrekkenden en rechtgevenden) 16 - Bijslagtrekkenden in percent per categorie (Totaal stelsel, kinderbijslagfondsen en RKW) 18 - Rechtgevenden in percent per schaal (Totaal stelsel, kinderbijslagfondsen en RKW) 22 - Rechtgevenden in percent per leeftijdsgroep (Totaal stelsel, kinderbijslagfondsen en RKW) 24 Opmerkingen 1. Sommige werknemers die niet verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de sociale zekerheid zijn dat wel t.a.v. de Kinderbijslagwet voor werknemers. Hun werkgever moet voor hen zogenaamde "hoofdelijke" bijdragen betalen aan het kinderbijslagfonds waarbij hij aangesloten is. Sinds 1 januari 1999 is dit systeem enkel nog van toepassing voor het personeel dat reeds in dienst was vóór die datum. De werknemers die na die datum aangeworven zijn door de betrokken werkgevers (voornamelijk de NMBS en de universiteiten) zijn verzekeringsplichtig t.a.v. de sociale zekerheid. 2. De kinderbijslag in het werknemersstelsel wordt gefinancierd door de "Nationale verdeling", het geheel aan socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers die verzekeringsplichtig zijn t.a.v. de sociale zekerheid en de hoofdelijke bijdragen van de werkgevers die niet onder de sociale zekerheid vallen. 3. In de cijfers van de RKW zitten ook die van de NMBS. De NMBS is aangesloten bij de RKW, maar betaalt zelf de kinderbijslag aan haar actieve werknemers. 4. Voor de overige begrippen, zie het deel "Begripsbepalingen", p. 4-8.

13 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS A. AANGESLOTEN WERKGEVERS TWEEDE SEMESTER 2004 1. AANTAL AANGESLOTENEN INGESCHREVEN OP DE LAATSTE DAG VAN HET SEMESTER TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) 230.962 183.699 47.263 2. AANTAL AANGESLOTENEN DIE WERKNEMERS TEWERKSTELLEN DIE NIET ONDER DE SOCIALE ZEKERHEID,MAAR ONDER DE KINDERBIJSLAGWET VOOR WERKNEMERS RESSORTEREN TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) 15 11 4

III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS B. WERKNEMERS NIET VERZEKERINGSPLICHTIG TEN OPZICHTE VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 1. WERKNEMERS IN DIENST OP DE LAATSTE DAG VAN HET SEMESTER TWEEDE SEMESTER 2004 TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Arbeiders 19.964 61 20.025 102 7 109 19.862 54 19.916 Bedienden 14.122 2.557 16.679 2.620 703 3.323 11.502 1.854 13.356 TOTAAL 34.086 2.618 36.704 2.722 710 3.432 31.364 1.908 33.272 2. AANTAL MAANDELIJKSE FORFAITAIRE HOOFDELIJKE BIJDRAGEN IN DE LOOP VAN HET SEMESTER TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Arbeiders 126.746 370 127.116 818 37 855 125.928 333 126.261 Bedienden 87.531 15.068 102.599 15.139 4.090 19.229 72.392 10.978 83.370 TOTAAL 214.277 15.438 229.715 15.957 4.127 20.084 198.320 11.311 209.631 14

III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS C. RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG AANTAL RECHTHEBBENDEN DIE HET RECHT OPENEN TEN GUNSTE VAN... RECHTGEVENDE KINDEREN AANTAL KINDEREN TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) 1 471.055 400.946 70.109 2 392.098 344.502 47.596 3 131.156 113.942 17.214 4 35.354 29.989 5.365 5 9.197 7.638 1.559 6 3.080 2.589 491 7 1.076 894 182 8 412 330 82 9 163 132 31 10 70 58 12 11 32 27 5 12 10 7 3 13 7 6 1 14 6 6-15 1-1 16 1 1-17 en + 3 1 2 Totaal rechthebbenden 1.043.721 901.068 142.653 15

HET RESPECTIEVELIJK GEWICHT VAN DE BIJSLAGTREKKENDEN EN RECHTGEVENDEN BIJ DE RKW EN DE GEZAMELIJKE KINDERBIJSLAGFONDSEN IN HET STELSEL VAN DE WERKNEMERS 2.000.000 RKW KINDERBIJSLAGFONDSEN BIJSLAGTREKKENDEN 1.500.000 RECHTGEVENDEN 1.000.000 500.000 Aantallen 0

D. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN 1 - TOTAAL VAN HET STELSEL AANTAL KINDEREN Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen Wezen GEWONE SCHAAL ARTIKEL 40, KBW Volledig Volledig werklozen van werklozen van minder dan 6 meer dan 6 maanden maanden III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS Gepensioneerden VERHOOGDE SCHAAL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL 42bis, KBW Totaal 50ter, KBW 50bis, KBW Totaal ALGEMEEN Invaliden gewone schaal Volledig Gepensioneerden schaal schaal Totaal Invaliden Wezen verhoogde TOTAAL werklozen van 42bis meer dan 6 maanden 1 340.014 3.490 8.187 27.049 6.173 11.715 396.628 57.977 2.953 60.930 18.487 27.157 106.574 503.202 2 309.469 1.050 5.290 16.606 1.235 6.296 339.946 34.451 1.023 35.474 9.096 5.728 50.298 390.244 3 95.992 212 1.813 5.906 357 2.013 106.293 15.341 401 15.742 4.130 1.580 21.452 127.745 4 22.000 54 504 1.819 104 578 25.059 5.987 198 6.185 1.772 434 8.391 33.450 5 4.506 14 154 423 27 141 5.265 2.153 69 2.222 659 87 2.968 8.233 6 1.249 5 47 127 11 47 1.486 829 29 858 247 31 1.136 2.622 7 388 1 13 45 1 11 459 273 7 280 103 13 396 855 8 127-5 9 1 1 143 130 3 133 51 3 187 330 9 58 - - 5-1 64 45 1 46 14-60 124 10 25 - - 2-1 28 19-19 4 2 25 53 11 11-1 2 - - 14 8-8 1-9 23 12 2 - - 1 - - 3 2-2 - - 2 5 13 2 - - - - - 2 2-2 1-3 5 14 1 - - - - - 1 1-1 1-2 3 15 1 - - - - - 1 - - - - - - 1 16 - - - - - - - - - - - - - - 17 - - - - - - - - - - - - - - Totaal bijslagtrekkenden 773.845 4.826 16.014 51.994 7.909 20.804 875.392 117.218 4.684 121.902 34.566 35.035 191.503 1.066.895 17

HET PERCENTAGE BIJSLAGTREKKENDEN PER CATEGORIE VERGELIJKING VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN MET DE NATIONALE VERDELING 80% 70% KINDERBIJSLAG- FONDSEN Aantal bijslagtrekkenden in % 60% 50% 40% 30% RKW NATIONALE VERDELING 20% 10% 0% Wezen (art. 50bis) Invaliden (art. 50ter) Gepensioneerden (art. 42bis) Volledige werklozen van meer dan zes maanden (art. 42bis) Invaliden (art. 40) Gepensioneerden (art. 40) Volledige werklozen van meer dan zes maanden (art. 40) Volledige werklozen van minder dan zes maanden (art. 40) Wezen (art. 40) Arbeidsprestaties en tijdelijke werkloosheid

D. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN 2 - TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN AANTAL KINDEREN Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen Wezen GEWONE SCHAAL ARTIKEL 40, KBW Volledig Volledig werklozen van werklozen van minder dan 6 meer dan 6 maanden maanden III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS Gepensioneerden VERHOOGDE SCHAAL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL 42bis, KBW Totaal 50ter, KBW 50bis, KBW Totaal ALGEMEEN Invaliden gewone schaal Volledig Gepensioneerden schaal schaal Totaal Invaliden Wezen verhoogde TOTAAL werklozen van 42bis meer dan 6 maanden 1 308.095 2.867 5.606 20.335 5.043 9.586 351.532 38.538 2.426 40.964 13.350 22.490 76.804 428.336 2 285.347 904 3.778 12.320 1.031 5.450 308.830 21.873 869 22.742 6.577 4.770 34.089 342.919 3 88.750 180 1.282 4.213 304 1.733 96.462 9.841 348 10.189 3.085 1.316 14.590 111.052 4 20.267 45 347 1.238 93 499 22.489 4.047 174 4.221 1.290 367 5.878 28.367 5 4.129 11 117 308 25 121 4.711 1.499 62 1.561 475 75 2.111 6.822 6 1.137 5 36 92 10 41 1.321 612 26 638 192 26 856 2.177 7 348 1 10 29 1 8 397 212 7 219 80 10 309 706 8 114-2 4 1 1 122 96 2 98 37 2 137 259 9 50 - - 4-1 55 36 1 37 10-47 102 10 21 - - 2 - - 23 18-18 3 2 23 46 11 9 - - 1 - - 10 8-8 1-9 19 12 2 - - 1 - - 3 1-1 - - 1 4 13 2 - - - - - 2 1-1 1-2 4 14 1 - - - - - 1 1-1 - - 1 2 15 - - - - - - - - - - - - - - 16 - - - - - - - - - - - - - - 17 - - - - - - - - - - - - - - - - - - Totaal bijslagtrekkenden 708.272 4.013 11.178 38.547 6.508 17.440 785.958 76.783 3.915 80.698 25.101 29.058 134.857 920.815 19

D. BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN IN HET GEZIN 3 - RKW (NMBS inbegrepen) AANTAL KINDEREN Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen Wezen GEWONE SCHAAL ARTIKEL 40, KBW Volledig Volledig werklozen van werklozen van minder dan 6 meer dan 6 maanden maanden III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS Gepensioneerden VERHOOGDE SCHAAL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL 42bis, KBW Totaal 50ter, KBW 50bis, KBW Totaal ALGEMEEN Invaliden gewone schaal Volledig Gepensioneerden schaal schaal Totaal Invaliden Wezen verhoogde TOTAAL werklozen van 42bis meer dan 6 maanden 1 31.919 623 2.581 6.714 1.130 2.129 45.096 19.439 527 19.966 5.137 4.667 29.770 74.866 2 24.122 146 1.512 4.286 204 846 31.116 12.578 154 12.732 2.519 958 16.209 47.325 3 7.242 32 531 1.693 53 280 9.831 5.500 53 5.553 1.045 264 6.862 16.693 4 1.733 9 157 581 11 79 2.570 1.940 24 1.964 482 67 2.513 5.083 5 377 3 37 115 2 20 554 654 7 661 184 12 857 1.411 6 112-11 35 1 6 165 217 3 220 55 5 280 445 7 40-3 16-3 62 61-61 23 3 87 149 8 13-3 5 - - 21 34 1 35 14 1 50 71 9 8 - - 1 - - 9 9-9 4-13 22 10 4 - - - - 1 5 1-1 1-2 7 11 2-1 1 - - 4 - - - - - - 4 12 - - - - - - - 1-1 - - 1 1 13 - - - - - - - 1-1 - - 1 1 14 - - - - - - - - - - 1-1 1 15 1 - - - - - 1 - - - - - - 1 16 - - - - - - - - - - - - - - 17 - - - - - - - - - - - - - - - - - - Totaal bijslagtrekkenden 65.573 813 4.836 13.447 1.401 3.364 89.434 40.435 769 41.204 9.465 5.977 56.646 146.080 20

III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS E. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP 1 - TOTAAL VAN HET STELSEL AANTAL KINDEREN Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen Wezen GEWONE SCHAAL ARTIKEL 40, KBW Volledig Volledig werklozen van werklozen van minder dan 6 meer dan 6 maanden maanden VERHOOGDE SCHAAL Gepensioneerden ARTIKEL 42bis, KBW Totaal Invaliden gewone schaal Volledig Gepensioneerden Totaal werklozen van schaal meer dan 6 42bis maanden ARTIKEL 50ter, KBW ARTIKEL 50bis, KBW Totaal Invaliden Wezen verhoogde schaal ALGEMEEN TOTAAL 0-3 jaar 204.011 64 5.492 13.973 198 2.948 226.686 28.966 171 29.137 4.491 369 33.997 260.683 3-6 jaar 203.714 251 4.536 14.079 305 3.230 226.115 32.523 297 32.820 5.836 1.311 39.967 266.082 6-12 jaar 394.291 1.246 7.506 24.812 1.195 8.507 437.557 64.025 1.193 65.218 15.788 6.057 87.063 524.620 12-16 jaar 260.939 1.655 4.696 15.428 1.661 7.665 292.044 43.433 1.685 45.118 14.803 8.143 68.064 360.108 16-18 jaar 117.657 1.072 2.066 7.326 1.181 4.119 133.421 20.325 1.285 21.610 8.503 5.334 35.447 168.868 18-21jaar 127.973 1.155 2.072 8.068 1.726 4.665 145.659 19.404 1.715 21.119 8.686 7.098 36.903 182.562 studenten 114.135 898 1.740 6.636 1.438 3.733 128.580 15.294 1.384 16.678 6.603 5.754 29.035 157.615 leerlingen 1.685 34 41 166 23 93 2.042 475 18 493 215 168 876 2.918 werkzoekenden 10.234 177 244 1.028 218 647 12.548 2.943 238 3.181 1.382 938 5.501 18.049 gehandicapten 1.919 46 47 238 47 192 2.489 692 75 767 486 238 1.491 3.980 21-25 jaar 60.737 572 1.029 4.651 1.331 2.230 70.550 7.542 1.058 8.600 3.562 4.226 16.388 86.938 studenten 48.582 431 826 3.569 1.044 1.666 56.118 5.653 787 6.440 2.612 3.245 12.297 68.415 leerlingen 203 7 4 28 3 18 263 57 3 60 29 36 125 388 werkzoekenden 11.952 134 199 1.054 284 546 14.169 1.832 268 2.100 921 945 3.966 18.135 + 25 jaar 334 534 19 281 2.749 385 4.302 69 191 260 598 13.307 14.165 18.467 volledig ongeschikten 116 349 11 168 1.876 211 2.731 25 135 160 454 10.439 11.053 13.784 besch. werkplaats 218 185 8 113 873 174 1.571 44 56 100 144 2.868 3.112 4.683 Totaal 1.369.656 6.549 27.416 88.618 10.346 33.749 1.536.334 216.287 7.595 223.882 62.267 45.845 331.994 1.868.328 21

HET PERCENTAGE RECHTGEVENDE KINDEREN PER SCHAAL VERGELIJKING VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN MET DE NATIONALE VERDELING 100% 80% Aantal rechtgevenden in % 60% 40% 20% 0% KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW NATIONALE VERDELING VERHOOGDE SCHAAL WEZEN (art. 50bis) VERHOOGDE SCHAAL INVALIDEN (art. 50ter) VERHOOGDE SCHAAL (art. 42bis) GEWONE SCHAAL

III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS E. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP 2 - TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN AANTAL KINDEREN Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen Wezen GEWONE SCHAAL ARTIKEL 40, KBW Volledig Volledig werklozen van werklozen van minder dan 6 meer dan 6 maanden maanden VERHOOGDE SCHAAL Gepensioneerden ARTIKEL 42bis, KBW Totaal Invaliden gewone schaal Volledig Gepensioneerden Totaal werklozen van schaal meer dan 6 42bis maanden ARTIKEL 50ter, KBW ARTIKEL 50bis, KBW Totaal Invaliden Wezen verhoogde schaal ALGEMEEN TOTAAL 0-3 jaar 187.205 59 3.552 9.465 128 2.544 202.953 17.482 115 17.597 2.961 293 20.851 223.804 3-6 jaar 188.175 208 3.133 9.689 210 2.688 204.103 19.018 201 19.219 3.883 1.052 24.154 228.257 6-12 jaar 365.222 1.045 5.366 17.874 921 7.135 397.563 40.468 965 41.433 11.154 4.933 57.520 455.083 12-16 jaar 239.276 1.387 3.381 11.497 1.332 6.451 263.324 29.538 1.419 30.957 10.831 6.628 48.416 311.740 16-18 jaar 106.326 872 1.458 5.582 961 3.478 118.677 14.501 1.090 15.591 6.338 4.328 26.257 144.934 18-21jaar 115.742 975 1.555 6.585 1.446 3.998 130.301 14.881 1.525 16.406 6.815 5.888 29.109 159.410 studenten 103.020 755 1.308 5.441 1.201 3.232 114.957 11.602 1.226 12.828 5.175 4.786 22.789 137.746 leerlingen 1.516 29 30 135 15 75 1.800 331 16 347 164 126 637 2.437 werkzoekenden 9.492 150 185 823 192 574 11.416 2.411 221 2.632 1.132 791 4.555 15.971 gehandicapten 1.714 41 32 186 38 117 2.128 537 62 599 344 185 1.128 3.256 21-25 jaar 55.476 499 820 4.017 1.137 1.974 63.923 6.094 944 7.038 2.920 3.623 13.581 77.504 studenten 44.134 384 645 3.067 887 1.462 50.579 4.524 692 5.216 2.109 2.762 10.087 60.666 leerlingen 186 4 3 24 1 17 235 45 2 47 24 32 103 338 werkzoekenden 11.156 111 172 926 249 495 13.109 1.525 250 1.775 787 829 3.391 16.500 + 25 jaar 323 442 18 263 2.454 337 3.837 63 185 248 544 11.338 12.130 15.967 volledig ongeschikten 110 297 10 158 1.688 185 2.448 22 129 151 409 8.951 9.511 11.959 besch. werkplaats 213 145 8 105 766 152 1.389 41 56 97 135 2.387 2.619 4.008 Totaal 1.257.745 5.487 19.283 64.972 8.589 28.605 1.384.681 142.045 6.444 148.489 45.446 38.083 232.018 1.616.699 23

SPREIDING VAN HET AANTAL RECHTGEVENDE KINDEREN PER LEEFTIJDSGROEP VERGELIJKING VAN DE RKW EN DE KINDERBIJSLAGFONDSEN MET DE NATIONALE VERDELING 30% 25% Aantal rechtgevenden in % 20% 15% 10% KINDERBIJSLAG- FONDSEN RKW NATIONALE VERDELING 5% 0% Leeftijdsgroepen 0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar

III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS E. RECHTGEVENDE KINDEREN VERDELING PER CATEGORIE VAN HET RECHT EN PER LEEFTIJDSGROEP 3 - RKW (NMBS inbegrepen) AANTAL KINDEREN Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen Wezen GEWONE SCHAAL ARTIKEL 40, KBW Volledig Volledig werklozen van werklozen van minder dan 6 meer dan 6 maanden maanden VERHOOGDE SCHAAL Gepensioneerden ARTIKEL 42bis, KBW Totaal Invaliden gewone schaal Volledig Gepensioneerden Totaal werklozen van schaal meer dan 6 42bis maanden ARTIKEL 50ter, KBW ARTIKEL 50bis, KBW Totaal Invaliden Wezen verhoogde schaal ALGEMEEN TOTAAL 0-3 jaar 16.806 5 1.940 4.508 70 404 23.733 11.484 56 11.540 1.530 76 13.146 36.879 3-6 jaar 15.539 43 1.403 4.390 95 542 22.012 13.505 96 13.601 1.953 259 15.813 37.825 6-12 jaar 29.069 201 2.140 6.938 274 1.372 39.994 23.557 228 23.785 4.634 1.124 29.543 69.537 12-16 jaar 21.663 268 1.315 3.931 329 1.214 28.720 13.895 266 14.161 3.972 1.515 19.648 48.368 16-18 jaar 11.331 200 608 1.744 220 641 14.744 5.824 195 6.019 2.165 1.006 9.190 23.934 18-21jaar 12.231 180 517 1.483 280 667 15.358 4.523 190 4.713 1.871 1.210 7.794 23.152 studenten 11.115 143 432 1.195 237 501 13.623 3.692 158 3.850 1.428 968 6.246 19.869 leerlingen 169 5 11 31 8 18 242 144 2 146 51 42 239 481 werkzoekenden 742 27 59 205 26 73 1.132 532 17 549 250 147 946 2.078 gehandicapten 205 5 15 52 9 75 361 155 13 168 142 53 363 724 21-25 jaar 5.261 73 209 634 194 256 6.627 1.448 114 1.562 642 603 2.807 9.434 studenten 4.448 47 181 502 157 204 5.539 1.129 95 1.224 503 483 2.210 7.749 leerlingen 17 3 1 4 2 1 28 12 1 13 5 4 22 50 werkzoekenden 796 23 27 128 35 51 1.060 307 18 325 134 116 575 1.635 + 25 jaar 11 92 1 18 295 48 465 6 6 12 54 1.969 2.035 2.500 volledig ongeschikten 6 52 1 10 188 26 283 3 6 9 45 1.488 1.542 1.825 besch. werkplaats 5 40 8 107 22 182 3 3 9 481 493 675 Totaal 111.911 1.062 8.133 23.646 1.757 5.144 151.653 74.242 1.151 75.393 16.821 7.762 99.976 251.629 25

26 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG ALGEMEEN TOTAAL LEEFTIJDS- GROEP RANG TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal 1ste 247.452 2.243 249.695 212.843 1.786 214.629 34.609 457 35.066 2de 176.308 1.610 177.918 153.018 1.375 154.393 23.290 235 23.525 0-6 JAAR 3de 66.470 628 67.098 56.359 508 56.867 10.111 120 10.231 4de 20.893 267 21.160 17.186 211 17.397 3.707 56 3.763 5de en + 10.737 157 10.894 8.649 126 8.775 2.088 31 2.119 totaal 521.860 4.905 526.765 448.055 4.006 452.061 73.805 899 74.704 1ste 246.843 4.450 251.293 213.507 3.541 217.048 33.336 909 34.245 2de 180.495 2.945 183.440 158.274 2.492 160.766 22.221 453 22.674 6-12 JAAR 3de 63.448 1.223 64.671 54.885 1.013 55.898 8.563 210 8.773 4de 17.642 420 18.062 15.020 342 15.362 2.622 78 2.700 5de en + 6.967 187 7.154 5.855 154 6.009 1.112 33 1.145 totaal 515.395 9.225 524.620 447.541 7.542 455.083 67.854 1.683 69.537 1ste 307.044 5.751 312.795 263.571 4.544 268.115 43.473 1.207 44.680 2de 164.353 2.659 167.012 143.346 2.205 145.551 21.007 454 21.461 12-18 JAAR 3de 39.153 686 39.839 34.265 570 34.835 4.888 116 5.004 4de 7.356 151 7.507 6.443 128 6.571 913 23 936 5de en + 1.778 45 1.823 1.560 42 1.602 218 3 221 totaal 519.684 9.292 528.976 449.185 7.489 456.674 70.499 1.803 72.302 1ste 220.891 3.412 224.303 193.418 2.767 196.185 27.473 645 28.118 2de 40.143 467 40.610 36.114 393 36.507 4.029 74 4.103 18-25 JAAR 3de 3.925 53 3.978 3.583 48 3.631 342 5 347 4de 465 9 474 450 9 459 15-15 5de en + 130 5 135 127 5 132 3-3 totaal 265.554 3.946 269.500 233.692 3.222 236.914 31.862 724 32.586 1ste 17.932 17.932 15.494 15.494 2.438 2.438 2de 442 442 392 392 50 50 + 25 JAAR 3de 69 69 61 61 8 8 4de 20 20 17 17 3 3 5de en + 4 4 3 3 1 1 totaal 18.467 18.467 15.967 15.967 2.500 2.500 1ste 1.040.162 15.856 1.056.018 898.833 12.638 911.471 141.329 3.218 144.547 2de 561.741 7.681 569.422 491.144 6.465 497.609 70.597 1.216 71.813 TOTAAL 3de 173.065 2.590 175.655 149.153 2.139 151.292 23.912 451 24.363 4de 46.376 847 47.223 39.116 690 39.806 7.260 157 7.417 5de en + 19.616 394 20.010 16.194 327 16.521 3.422 67 3.489 Totaal 1.840.960 27.368 1.868.328 1.594.440 22.259 1.616.699 246.520 5.109 251.629 (*) Gehandicapte rechtgevenden die onder de toepassing vallen van Art. 47, KBW

27 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG Art. 40, KBW Arbeidsprestaties en tijdelijke werklozen LEEFTIJDS- GROEP RANG TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal 1ste 197.306 1.534 198.840 180.670 1.405 182.075 16.636 129 16.765 2de 140.306 1.156 141.462 130.038 1.086 131.124 10.268 70 10.338 0-6 JAAR 3de 48.206 394 48.600 44.577 369 44.946 3.629 25 3.654 4de 13.067 157 13.224 12.003 144 12.147 1.064 13 1.077 5de en + 5.521 78 5.599 5.016 72 5.088 505 6 511 totaal 404.406 3.319 407.725 372.304 3.076 375.380 32.102 243 32.345 1ste 188.285 2.693 190.978 174.385 2.496 176.881 13.900 197 14.097 2de 140.204 1.915 142.119 130.160 1.786 131.946 10.044 129 10.173 6-12 JAAR 3de 45.698 727 46.425 42.226 677 42.903 3.472 50 3.522 4de 11.100 206 11.306 10.188 192 10.380 912 14 926 5de en + 3.380 83 3.463 3.037 75 3.112 343 8 351 totaal 388.667 5.624 394.291 359.996 5.226 365.222 28.671 398 29.069 1ste 217.750 3.023 220.773 198.715 2.764 201.479 19.035 259 19.294 2de 122.784 1.539 124.323 112.023 1.396 113.419 10.761 143 10.904 12-18 JAAR 3de 27.741 373 28.114 25.421 333 25.754 2.320 40 2.360 4de 4.471 70 4.541 4.112 65 4.177 359 5 364 5de en + 826 19 845 755 18 773 71 1 72 totaal 373.572 5.024 378.596 341.026 4.576 345.602 32.546 448 32.994 1ste 153.491 1.612 155.103 138.869 1.434 140.303 14.622 178 14.800 2de 30.210 259 30.469 27.749 234 27.983 2.461 25 2.486 18-25 JAAR 3de 2.769 26 2.795 2.572 24 2.596 197 2 199 4de 261 7 268 254 7 261 7-7 5de en + 72 3 75 72 3 75 - - - totaal 186.803 1.907 188.710 169.516 1.702 171.218 17.287 205 17.492 1ste 318 318 307 307 11 11 2de 14 14 14 14 - - + 25 JAAR 3de 1 1 1 1 - - 4de 1 1 1 1 - - 5de en + - - - - - - totaal 334 334 323 323 11 11 1ste 757.150 8.862 766.012 692.946 8.099 701.045 64.204 763 64.967 2de 433.518 4.869 438.387 399.984 4.502 404.486 33.534 367 33.901 TOTAAL 3de 124.415 1.520 125.935 114.797 1.403 116.200 9.618 117 9.735 4de 28.900 440 29.340 26.558 408 26.966 2.342 32 2.374 5de en + 9.799 183 9.982 8.880 168 9.048 919 15 934 Totaal 1.353.782 15.874 1.369.656 1.243.165 14.580 1.257.745 110.617 1.294 111.911 (*) Gehandicapte rechtgevenden die onder de toepassing vallen van Art. 47, KBW

28 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG Art. 40, KBW Wezen LEEFTIJDS- GROEP RANG TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal 1ste 155 4 159 130 3 133 25 1 26 2de 86 1 87 72 1 73 14-14 0-6 JAAR 3de 38 2 40 32 2 34 6-6 4de 14-14 12-12 2-2 5de en + 15-15 15-15 - - - totaal 308 7 315 261 6 267 47 1 48 1ste 631 29 660 523 25 548 108 4 112 2de 381 9 390 326 7 333 55 2 57 6-12 JAAR 3de 129 3 132 109 2 111 20 1 21 4de 46 1 47 38 1 39 8-8 5de en + 17-17 14-14 3-3 totaal 1.204 42 1.246 1.010 35 1.045 194 7 201 1ste 1.787 50 1.837 1.464 34 1.498 323 16 339 2de 692 17 709 586 13 599 106 4 110 12-18 JAAR 3de 136 2 138 120 2 122 16-16 4de 34-34 31-31 3-3 5de en + 8 1 9 8 1 9 - - - totaal 2.657 70 2.727 2.209 50 2.259 448 20 468 1ste 1.489 41 1.530 1.256 36 1.292 233 5 238 2de 185 1 186 171 1 172 14-14 18-25 JAAR 3de 8-8 7-7 1-1 4de 3-3 3-3 - - - 5de en + - - - - - - - - - totaal 1.685 42 1.727 1.437 37 1.474 248 5 253 1ste 419 419 340 340 79 79 2de 90 90 81 81 9 9 + 25 JAAR 3de 16 16 14 14 2 2 4de 5 5 4 4 1 1 5de en + 4 4 3 3 1 1 totaal 534 534 442 442 92 92 1ste 4.481 124 4.605 3.713 98 3.811 768 26 794 2de 1.434 28 1.462 1.236 22 1.258 198 6 204 TOTAAL 3de 327 7 334 282 6 288 45 1 46 4de 102 1 103 88 1 89 14-14 5de en + 44 1 45 40 1 41 4-4 Totaal 6.388 161 6.549 5.359 128 5.487 1.029 33 1.062 (*) Gehandicapte rechtgevenden die onder de toepassing vallen van Art. 47, KBW

29 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG Art. 40, KBW Volledig werklozen van minder dan zes maanden LEEFTIJDS- GROEP RANG TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal 1ste 5.261 42 5.303 3.398 29 3.427 1.863 13 1.876 2de 2.980 24 3.004 2.052 21 2.073 928 3 931 0-6 JAAR 3de 1.130 14 1.144 773 8 781 357 6 363 4de 375 2 377 258 2 260 117-117 5de en + 198 2 200 142 2 144 56-56 totaal 9.944 84 10.028 6.623 62 6.685 3.321 22 3.343 1ste 3.648 59 3.707 2.548 45 2.593 1.100 14 1.114 2de 2.452 45 2.497 1.774 35 1.809 678 10 688 6-12 JAAR 3de 902 27 929 668 19 687 234 8 242 4de 264 4 268 196 3 199 68 1 69 5de en + 103 2 105 76 2 78 27-27 totaal 7.369 137 7.506 5.262 104 5.366 2.107 33 2.140 1ste 4.107 78 4.185 2.920 63 2.983 1.187 15 1.202 2de 1.947 32 1.979 1.407 28 1.435 540 4 544 12-18 JAAR 3de 467 4 471 330 4 334 137-137 4de 100 1 101 70 1 71 30-30 5de en + 26-26 16-16 10-10 totaal 6.647 115 6.762 4.743 96 4.839 1.904 19 1.923 1ste 2.584 42 2.626 1.975 29 2.004 609 13 622 2de 423 4 427 328 2 330 95 2 97 18-25 JAAR 3de 38-38 31-31 7-7 4de 5-5 5-5 - - - 5de en + 5-5 5-5 - - - totaal 3.055 46 3.101 2.344 31 2.375 711 15 726 1ste 19 19 18 18 1 1 2de - - - - - - + 25 JAAR 3de - - - - - - 4de - - - - - - 5de en + - - - - - - totaal 19 19 18 18 1 1 1ste 15.619 221 15.840 10.859 166 11.025 4.760 55 4.815 2de 7.802 105 7.907 5.561 86 5.647 2.241 19 2.260 TOTAAL 3de 2.537 45 2.582 1.802 31 1.833 735 14 749 4de 744 7 751 529 6 535 215 1 216 5de en + 332 4 336 239 4 243 93-93 Totaal 27.034 382 27.416 18.990 293 19.283 8.044 89 8.133 (*) Gehandicapte rechtgevenden die onder de toepassing vallen van Art. 47, KBW

30 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG Art. 40, KBW Volledig werklozen van meer dan zes maanden LEEFTIJDS- GROEP RANG TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal 1ste 12.933 115 13.048 8.867 72 8.939 4.066 43 4.109 2de 9.002 77 9.079 6.205 51 6.256 2.797 26 2.823 0-6 JAAR 3de 3.895 29 3.924 2.627 17 2.644 1.268 12 1.280 4de 1.363 8 1.371 886 6 892 477 2 479 5de en + 621 9 630 417 6 423 204 3 207 totaal 27.814 238 28.052 19.002 152 19.154 8.812 86 8.898 1ste 12.185 224 12.409 8.703 165 8.868 3.482 59 3.541 2de 8.039 142 8.181 5.879 99 5.978 2.160 43 2.203 6-12 JAAR 3de 2.983 50 3.033 2.123 38 2.161 860 12 872 4de 879 16 895 630 10 640 249 6 255 5de en + 284 10 294 220 7 227 64 3 67 totaal 24.370 442 24.812 17.555 319 17.874 6.815 123 6.938 1ste 14.123 287 14.410 10.516 207 10.723 3.607 80 3.687 2de 6.459 129 6.588 4.913 105 5.018 1.546 24 1.570 12-18 JAAR 3de 1.411 18 1.429 1.061 16 1.077 350 2 352 4de 242 7 249 193 4 197 49 3 52 5de en + 78-78 64-64 14-14 totaal 22.313 441 22.754 16.747 332 17.079 5.566 109 5.675 1ste 10.851 203 11.054 9.028 157 9.185 1.823 46 1.869 2de 1.455 27 1.482 1.228 21 1.249 227 6 233 18-25 JAAR 3de 144 1 145 130 1 131 14-14 4de 33-33 32-32 1-1 5de en + 4 1 5 4 1 5 - - - totaal 12.487 232 12.719 10.422 180 10.602 2.065 52 2.117 1ste 273 273 255 255 18 18 2de 6 6 6 6 - - + 25 JAAR 3de 1 1 1 1 - - 4de 1 1 1 1 - - 5de en + - - - - - - totaal 281 281 263 263 18 18 1ste 50.365 829 51.194 37.369 601 37.970 12.996 228 13.224 2de 24.961 375 25.336 18.231 276 18.507 6.730 99 6.829 TOTAAL 3de 8.434 98 8.532 5.942 72 6.014 2.492 26 2.518 4de 2.518 31 2.549 1.742 20 1.762 776 11 787 5de en + 987 20 1.007 705 14 719 282 6 288 Totaal 87.265 1.353 88.618 63.989 983 64.972 23.276 370 23.646 (*) Gehandicapte rechtgevenden die onder de toepassing vallen van Art. 47, KBW

31 III. STELSEL VAN DE WERKNEMERS F. RECHTGEVENDEN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP EN RANG GEWONE BIJSLAG Art. 40, KBW Gepensioneerden LEEFTIJDS- GROEP RANG TOTAAL STELSEL TOTAAL KINDERBIJSLAGFONDSEN RKW (NMBS inbegrepen) Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal Gehand.(*) Totaal 1ste 230 6 236 126 2 128 104 4 108 2de 133 1 134 98 1 99 35-35 0-6 JAAR 3de 72-72 58-58 14-14 4de 38 1 39 34 1 35 4-4 5de en + 21 1 22 17 1 18 4-4 totaal 494 9 503 333 5 338 161 4 165 1ste 560 8 568 403 3 406 157 5 162 2de 368 9 377 293 7 300 75 2 77 6-12 JAAR 3de 160 1 161 131 1 132 29-29 4de 58 1 59 53 1 54 5-5 5de en + 30-30 29-29 1-1 totaal 1.176 19 1.195 909 12 921 267 7 274 1ste 1.674 32 1.706 1.283 23 1.306 391 9 400 2de 814 18 832 698 13 711 116 5 121 12-18 JAAR 3de 240 2 242 220 2 222 20-20 4de 50-50 45-45 5-5 5de en + 12-12 9-9 3-3 totaal 2.790 52 2.842 2.255 38 2.293 535 14 549 1ste 2.607 36 2.643 2.183 27 2.210 424 9 433 2de 369 4 373 334 4 338 35-35 18-25 JAAR 3de 37-37 31-31 6-6 4de 4-4 4-4 - - - 5de en + - - - - - - - - - totaal 3.017 40 3.057 2.552 31 2.583 465 9 474 1ste 2.670 2.670 2.383 2.383 287 287 2de 72 72 64 64 8 8 + 25 JAAR 3de 5 5 5 5 - - 4de 2 2 2 2 - - 5de en + - - - - - - totaal 2.749 2.749 2.454 2.454 295 295 1ste 7.741 82 7.823 6.378 55 6.433 1.363 27 1.390 2de 1.756 32 1.788 1.487 25 1.512 269 7 276 TOTAAL 3de 514 3 517 445 3 448 69-69 4de 152 2 154 138 2 140 14-14 5de en + 63 1 64 55 1 56 8-8 Totaal 10.226 120 10.346 8.503 86 8.589 1.723 34 1.757 (*) Gehandicapte rechtgevenden die onder de toepassing vallen van Art. 47, KBW