Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-32 Landbouw- en Visserijraad 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 28 807 Vogelpestcrisis (Aviaire influenza) Nr. 66 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), voorzitter, Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Van den Brand (GroenLinks), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (Groen- Links), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA). Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Örgü (VVD), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Van Miltenburg (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Eerdmans (LPF), Vos (GroenLinks), Van Heteren (PvdA), Van Lith(CDA), Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van As (LPF) VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 29 maart 2004 De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1 en de vaste commissie voor Europese Zaken 2 hebben op 18 maart 2004 overleg gevoerd met minister Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit over: van 19 december 2003 met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 17 en 19 december 2003 (21 501 32, nr. 60); van 19 januari 2004 met het werkprogramma van het Iers voorzitterschap voor januari-juni 2004 (21 501 32, nr. 62); de brief van de minister van LNV van 22 januari 2004 over de nettobetalingspositie van het niveau van LNV (29 200 XIV, nr. 70); van 16 februari 2004 met de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 24 februari 2004 (21 501 32, nr. 63); het fiche over afwijking EG-verordening nr. 1251/1999 t.a.v. braakleggingsverplichting voor het verkoopseizoen 2004/2005 (22 112, nr. 299, fiche nr. 3); het fiche over de sluiting van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (22 112, nr. 299, fiche nr. 6); het onderdeel landbouw van de notitie van de griffier Europese Zaken van 22 januari 2004 over het wetgevings- en werkprogramma van de Europese Commissie 2004 op LNV-terrein (LNV0 400 040); 2 Samenstelling: Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Dijksma (PvdA), voorzitter, De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Atsma (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Eurlings (CDA), Waalkens (PvdA), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Van den Brand (GroenLinks), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich(CDA), Van Dijk (CDA), Nawijn (LPF), ondervoorzitter, Dubbelboer (PvdA), Van der Laan (D66), Brinkel (CDA), Szabó (VVD) Plv. leden: Duivesteijn (PvdA), Kruijsen (PvdA), Hessels (CDA), Van Heteren (PvdA), Cqörüz (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), De Wit (SP), Eijsink (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Spies (CDA), Douma (PvdA), Wilders (VVD), Griffith(VVD), Geluk (VVD), Algra (CDA), Nawijn (LPF), Vos (GroenLinks), Vergeer (SP), Mastwijk (CDA), Buijs (CDA), Varela (LPF), Fierens (PvdA), Dittrich(D66), Ferrier (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Hirsi Ali (VVD). KST75373 0304tkkst21501-32-66 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 501-32, 22 112 en 28 807, nr. 66 1

de notitie van de griffier Europese Zaken van 26 januari 2004 over het werkprogramma van het Iers voorzitterschap van de Europese Unie eerste helft 2004, op LNV-terrein (LNV0 400 033); van 5 februari 2004 over de stand van zaken fiches BNC 2e helft 2003 (22 112, nr. 304); van 8 maart 2004 met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 24 februari 2004 (21 501 32, nr. 64); landbouwonderwerpen van de brief van de minister van LNV van 15 maart 2004 met de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 22/23 maart 2004 (21 501 32, nr. 65); het fiche over de verordening inzake communautaire kwekersrecht (22 112, nr. 301, fiche nr. 2); het fiche over de verordening inzake diverse steunverlening i.v.m. toetreding nieuwe lidstaten (22 112, nr. 301, fiche nr. 6); de brief van de minister van LNV van 17 maart 2004 over de ruiming van van aviaire influenza verdachte bedrijven (28 807, nr. 73). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies De heer Oplaat (VVD) benadrukt naar aanleiding van de recente uitbraak van aviaire influenza in de Verenigde Staten de noodzaak van strengere EU-controles en monitoring en een onderzoek naar betere vaccins. Op de EU-begroting is geld uitgetrokken voor verbetering van de vaccins, maar dat geld wordt onvoldoende gebruikt. Dat is te betreuren, zeker ook omdat tijdens het Nederlands voorzitterschap de afschaffing van het non-vaccinatiebeleid aan de orde komt. In reactie op het voorstel van Oostenrijk voor een centraal toelatingssysteem binnen de EU voor gewasbeschermingsmiddelen stelt de minister dat hij de bevoegdheid wil behouden om over de nationale toelating te besluiten. Betekent dit extra onderzoek bovenop het centrale toelatingsbeleid en dus langere procedures, waardoor de kosten voor de voorlopers op dit punt hoger worden? Gezien het voorstel van de Franse minister om in verband met de slechte situatie op de zuivelmarkt een quotumkorting te overwegen en het standpunt van Duitsland op dit punt, constateert de heer Oplaat dat er binnen de EU meer steun komt voor een quotumbeperking. Liberalisering van de markt is geen doel op zich, maar een middel om te komen tot gelijke concurrentieverhoudingen. Als binnen de EU wordt gepleit voor quotumkortingen om een betere prijs voor de melkveehouders te bereiken, moet daaraan gehoor worden gegeven. Tot slot is het een goede zaak dat Nederland tot een goede monitoring heeft besloten inzake aviaire influenza. In dat kader is het een slecht dat Polen heeft besloten om de import van Nederlands pluimvee te weren omdat laag pathogeen virus is aangetroffen. Is dat volgens de minister toelaatbaar en wat is zijn reactie op de uitspraak van commissaris Verheugen dat de vrijwaringsclausules niet meer nodig zijn? De heer Waalkens (PvdA) is met de minister van opvatting dat een verdere regulering van de zuivelmarkt via quotumkortingen niet aan de orde is. Een dergelijk voorstel is buiten de realiteit en absoluut onwenselijk. Nederland moet volhouden op de ingeslagen weg van een quotumverruiming, opdat op termijn het quotumsysteem kan worden afgeschaft. In de besluiten van Luxemburg is ook een quotumverruiming vastgelegd. Ten aanzien van de hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen steunt hij de minister in zijn opvatting om te komen tot een Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 501-32, 22 112 en 28 807, nr. 66 2

volstrekte ontkoppeling van steun en productie, met name op het gebied van katoen. De productiegerelateerde steun betekent immers een verstoring van de markt ten nadele van de katoenproducerende ontwikkelingslanden in Afrika en past ook niet in de WTO. Verder steunt hij de recente ruiming van aviaire influenza verdachte bedrijven, maar de vraag is wel of het ook mogelijk was geweest om het instrument van preventieve vaccinatie in te zetten. De vraag is ook of er voldoende zicht is op de binnenlandse transporten van pluimvee en of dit soort situaties wel moet worden geaccepteerd. In de rundveesector is het transport inmiddels gereguleerd en dat is ook in de pluimveesector noodzakelijk. De heer Waalkens begrijpt waarom in het kader van het Europees gewasbeschermingsmiddelenbeleid wordt gesproken van een zonering en waarom daarbij altijd rekening moet worden gehouden met specifieke omstandigheden. Er is op dit punt bijvoorbeeld een groot verschil tussen Spanje en Nederland. Een level playing field is wenselijk, maar wel met behoud van de nationale verantwoordelijkheden. Verder informeert hij naar de stand van zaken in het EU-overleg over de verordening betreffende de bescherming van dieren tijdens vervoer. Tijdens een transport van drachtige vaarzen naar Portugal is hem duidelijk geworden dat het bepaald geen aanbeveling verdient om fokvee tussentijds van de vrachtwagens te halen. De veterinaire situatie op de verzamelplaatsen is immers niet in orde, terwijl dit bovendien voor de dieren veel stress oplevert. Het is dan ook beter om ervoor te zorgen dat het transport «business class» is en de dieren op de wagens te houden. Op 18 april 2004 treedt het besluit in werking inzake de etikettering van producten afkomstig van genetischgemodificeerde organismen (GGO s). Er is sprake van een etiketteringsverplichting als meer dan 0,9% van een partij genetischgemodificeerd is, alsmede van een verantwoordingsplicht vanaf een percentage van 0,1. Het is zaak om in Europees verband ook een afspraak te maken voor zaaigoed en pootgoed, waarbij het aanbeveling verdient om een technische detectiegrens van 0,1% aan te houden. De heer Ormel (CDA) informeert naar de uitkomst van het Ierse actiepunt inzake de versterkte controle op het dierenwelzijn tijdens transport, ook voor de Nederlandse transportsector. In de verordening lijken verschillende normeringen te worden opgenomen voor slachtvee, gebruiksvee en fokvee, maar wat zijn dan precies de definities? In dat verband is het van belang dat het transport van drachtige vaarzen kan blijven doorgaan. Ook hij pleit voor business-classvervoer, maar het is voor de transporteurs ook van belang om aan de kostprijs te denken. Transport in twee lagen moet bijvoorbeeld mogelijk blijven. Naar aanleiding van de motie-oplaat/ormel (28 286, nr. 12) verzoekt hij de minister om te starten met een pleidooi voor een Europees verbod op castratie van biggen. In de motie-mastwijk c.s. (28 358, nr. 12) wordt de regering verzocht de mogelijkheden te verkennen om in Europees verband te komen tot afstemming van het toelatingsbeleid en tot bundeling van toelatingsinstituten in qua klimaat en overige teeltomstandigheden vergelijkbare lidstaten. In dat verband vraagt hij een toelichting op het standpunt van de minister over het behoud van de nationale bevoegdheid inzake de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Verder verneemt de heer Ormel graag het standpunt van de minister over de hectaretoeslag in de tuinbouw in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Levert dat geen oneerlijke concurrentie op voor de Nederlandse tuinbouwsector? Ten aanzien van het Franse voorstel over de quotumkorting in de zuivelsector informeert hij naar de reactie van de minister op het onlangs gehouden pleidooi om Europa in dezen meer in te delen in regio s. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 501-32, 22 112 en 28 807, nr. 66 3

De heer Ormel steunt het standpunt van de minister over de ratificatie van het internationaal verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen. Indien een gelijktijdige ratificatie in EU-verband niet mogelijk is, dient Nederland het verdrag eenzijdig te ratificeren. De vraag is echter waarom het wetsvoorstel inzake ratificatie pas medio november naar de Tweede Kamer gaat. Eerdere ratificatie is immers wellicht noodzakelijk, opdat Nederland nog deel kan uitmaken van de Governing Body bij dit verdrag. Verder informeert hij naar de stand van zaken rond het coëxistentievraagstuk met betrekking tot GGO s. Wordt daarover in de Landbouw- en Visserijraad gesproken en wat is dan de inzet van de minister? De heer Ormel vindt het belachelijk dat Rusland, Polen en Japan de grenzen sluiten voor Nederlandse producten naar aanleiding van de geconstateerde laag-pathogene aviaire influenza. Nederland mag niet worden gestraft voor een vroegtijdige monitoring en transparantie op dit punt. Het is inderdaad nodig om goed na te denken over preventieve vaccinatie, want het blijkt dat aviaire influenza overal ter wereld voorkomt. Feit is echter dat dan wel sprake is van een polyvalent vaccin met verschillende virusstammen, hetgeen impliceert dat intensieve monitoring niet meer mogelijk is. Er is immers nog geen markervaccin voor aviaire influenza. Er zal dan ook een keuze moeten worden gemaakt tussen enerzijds vaccinatie en anderzijds monitoring. Tot slot roept hij de minister op om bij bedrijven met uitloopdieren over te gaan tot een hogere frequentie van monitoring van minimaal één keer per maand, zeker indien al aviaire influenza in Nederland is aangetroffen. De heer Van der Vlies (SGP) heeft begrip voor de positie van de minister inzake de hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen voor tabak, olijfolie, katoen en hop, namelijk dat een volledige ontkoppeling van steun en productie wordt voorgestaan. Dat vloeit immers voort uit de doelstelling van de hervormingen. Ten aanzien van de genetischgemodificeerde organismen constateert hij dat een nultolerantie helaas al een gepasseerd station is. Met het oog daarop steunt hij het pleidooi van de heer Waalkens om bij zaai- en pootgoed een detectiegrens van 0,1% aan te houden. Het antwoord van de minister De minister ziet niets in het Franse voorstel voor een quotumkorting teneinde de melkprijs te verbeteren. Op korte termijn kan dit effect optreden, maar het voorstel is volledig in strijd met de doelstelling van de hervorming in de zuivelsector: het bewerkstelligen van een wereldmarktprijsniveau waarmee exportsubsidies kunnen worden uitgefaseerd. Krachtens de afspraken van Luxemburg wordt daarbij een deel van het inkomensverlies gecompenseerd in de vorm van toeslagen. Een quotumbeperking zal op termijn ook leiden tot een hogere quotumprijs, hetgeen betekent dat het voordeel van een hogere melkprijs weer weglekt. Nederland is wel akkoord gegaan met het doen van onderzoek naar andere mogelijkheden om te komen tot een verbetering van de slechte situatie op de zuivelmarkt. Bij de hervorming van de marktordeningen voor de zogenaamde mediterrane producten staat Nederland een zo groot mogelijke ontkoppeling van steun en productie voor, met een minimum van 75% ontkoppelde bedrijfstoeslag. Ten aanzien van katoen wordt hiermee met name het belang gediend van de producenten in de ontwikkelingslanden, alsmede rekening gehouden met de rol van de WTO. Ten aanzien van tabak vormt de volksgezondheid de basis voor het Nederlandse standpunt, want het subsidiëren van de teelt van een ongezond product is moeilijk te verdedigen. Het is zaak om in EU-verband tot een compromis te komen waarbij de vier sectoren in onderlinge samenhang worden bezien, ook omdat de besluitvorming na 1 mei met de toetreding van de nieuwe lidstaten niet eenvou- Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 501-32, 22 112 en 28 807, nr. 66 4

diger zal zijn. Het onderhavige dossier staat qua inhoud los van de nog komende discussie over het suikerdossier. Nederland is voorstander van het voorstel van de Europese Commissie inzake de bescherming van dieren tijdens vervoer. In dat verband wordt ook gelet op de economische omstandigheden. Doelstelling is om tot Europese normen te komen die het level playing field in alle aangesloten lidstaten garanderen, hetgeen noodzaakt tot een adequate controle en naleving. Het is ook bij dit dossier wenselijk om tijdens het Ierse voorzitterschap tot een compromis te komen, want ook dat wordt na 1 mei niet eenvoudiger. Nederland doet dan ook zijn best om het Iers voorzitterschap te steunen bij het vinden van dat compromis. De voortekenen daarbij zijn niet somber. Bij een dergelijk compromis kan worden gedacht aan een onderscheid tussen slachtvee en fokvee, een verbetering van de condities tijdens het transport en controle via GPS-systemen. In dat kader neemt Nederland ook het standpunt in dat het tijdens het transport uitladen van fokvee niet wenselijk is en dat verbetering van de vervoersomstandigheden zelf prioriteit verdient. Drachtige vaarzen vallen onder de definitie van fokvee. Bij gebruiksvee gaat het om dieren die elders worden afgemest. Vervolgens geeft de minister te kennen dat de Landbouw- en Visserijraad op 24 februari heeft besloten om het internationaal verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw te ondertekenen en te ratificeren. Dit betekent dat de EU op tijd is om bij de verdere implementatie een vooraanstaande rol te spelen. Ten aanzien van de gewasbescherming wordt in EU-verband besloten over de toelating van werkzame stoffen, maar wordt op nationaal niveau besloten over de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Oostenrijk wil dat ook op EU-niveau wordt besloten over die toepassing. Op zichzelf is dat een goede zaak, mits sprake is van een regiospecifieke toetsing. Gegeven de verschillen tussen de lidstaten blijft immers een nationale toets noodzakelijk. Wat de coëxistentie betreft, releveert hij dat Duitsland thans een wettelijk kader in parlementaire behandeling heeft gebracht met als doelstelling om de telers van genetischgemodificeerde gewassen in beginsel aansprakelijk te houden voor de eventuele schade die deze teelt voor andere teelten kan opleveren. In Nederland buigt de commissie-van Dijk zichover een advies op dit punt en het is niet wenselijk om daarop vooruit te lopen. Tot slot deelt de minister mede dat het traceringsonderzoek bij een eendenbedrijf in Lopik uitwees dat een groot deel van de resterende eenden was afgeleverd bij een pluimveebedrijf in Steenbergen. Het traceren van de dierbewegingen was dus wel degelijk mogelijk. Het bedrijf in Steenbergen is hedenochtend geruimd, omdat uit monsters bleek dat ook daar het laag-pathogeen AI-virus voorkwam. Er liggen geen geregistreerde pluimveebedrijven in de omgeving van dat bedrijf. Het is van belang om de monitoring streng te handhaven, waarbij zal worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor een frequentere monitoring bij bedrijven met uitloopdieren. Zodra de uitkomst daarvan bekend is, zal de Kamer worden geïnformeerd. Er is inderdaad sprake van een dilemma tussen enerzijds preventief vaccineren en anderzijds monitoren. Voor een verantwoorde keuze op dit punt is meer onderzoek noodzakelijk. Hij zal onderzoeken in hoeverre onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de EU-middelen voor verbetering van de vaccins en eventueel de Europese Commissie verzoeken op dat punt stappen te ondernemen. Met de Kamer deelt de minister de verontwaardiging over de importbeperkende maatregelen die andere landen tegen Nederland hebben genomen, want die zijn volstrekt buiten proportie. Nederland zet zicher dan ook voor in dat deze maatregelen worden beëindigd. Feit is dat de eenden uit het buitenland afkomstig waren, hetgeen betekent dat ook daar laag-pathogeen AI-virus voorkomt. Derhalve zal hij er tijdens de Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 501-32, 22 112 en 28 807, nr. 66 5

Landbouw- en Visserijraad voor pleiten dat ook in de andere lidstaten actief wordt gezocht naar het voorkomen van het laag-pathogeen virus. Het is niet mogelijk om de Nederlandse grenzen te sluiten voor producten uit EU-lidstaten die niet monitoren. Als Polen tot de EU is toegetreden, kan het geen Nederlands pluimvee meer weren. In de gehele Europese Unie is immers sprake van een vrij verkeer van goederen en dus ook van dieren. De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Atsma De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Dijksma De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Van Leiden Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 501-32, 22 112 en 28 807, nr. 66 6