Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg

Vergelijkbare documenten
Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteiten bouwen van een bouwwerk en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening.

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteiten bouwen van een bouwwerk en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening.

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. PQ Silicas B.V. te Maastricht. Zaaknummer:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteiten bouwen van een bouwwerk en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Consortium Grensmaas B.V. te Born. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Rockwool B.V. te Roermond. Zaaknummer:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteiten bouwen en afwijken bestemmingsplan

Weigering omgevingsvergunning

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit (ver)bouwen van een bouwwerk

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Consortium Grensmaas B.V. te Sittard-Geleen. Zaaknummer:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit vellen of doen vellen van een houtopstand

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het maken van een uitweg. Dienst Stadsbeheer te Maastricht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. VDL Castings Heerlen B.V. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning Zaaknummer

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor het maken, hebben, of veranderen van een uitweg. Rockwool B.V.

gemeente Katwijk:Kor\vnq\r\ Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

De aanvraag betreft de volgende activiteit(en): - Bouwen (art. 2.1 lid 1a)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Omgevingsvergunning Zaaknummer

3 Besluit Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie van de Wabo)

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteit: Bouwen (art. 2.1 lid ia van de Wabo)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en kappen

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsvergunning Zaaknummer

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Omgevingsvergunning OV

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Plaatsen kantoorunit. Componenta B.V. te Weert. Zaaknummer:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

Verzonden op: 15 april Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant namens deze, BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. Onderwerp. Besluit

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit vellen en/of doen vellen van een houtopstand

Omgevingsvergunning. Documentnummer: 01-CG

Bijlage 7 Model-planregels

OMGEVINGSVERGUNNING. het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, lid 1, onder a Wabo)

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. CNC Grondstoffen B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Bouwen en milieuneutraal veranderen. Rioolwaterzuiveringsinstallatie Venray

Omgevingsvergunning Onderdeel Bouwen. Van Peperzeel BV James Wattlaan 6 Lelystad

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Ook wijzen wij erop dat het besluit pas in werking treedt nadat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is verstreken.

Omgevingsvergunning Zaaknummer

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOf EN VECHTSTREEK

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Op 12 juli 2018 heeft u een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een tijdelijke proefterp nabij De Weel - Markermeerdijken.

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

^Landgraaf OMGEVINGSVERGUNNING. Burgemeester en wethouders hebben op 7 januari 2014 een aanvraag voor een

Omgevingsvergunning fase 1

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

G'^r^Landgraaf OMCEVINGSVERGUNNING. Burgemeester en wethouders hebben op 12 augustus 2014 een aanvraag voor

ÀrchiefexMhpteat ~T. Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan Dow Benelux B.V.

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Intrekking omgevingsvergunning bouwen Medwaste Control Benelux B.V.

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning UV/

Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van deze omgevingsvergunning.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr en 1836

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend)

Transcriptie:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteiten bouwen van een bouwwerk, handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en uitvoeren van een werk of van werkzaamheden. ENCI B.V., Lage Kanaaldijk 115 te Maastricht Zaaknummer: 2017-202015 Kenmerk: 2017/52801 d.d. 27 juli 2017 Verzonden:

INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 6 2.1 De aanvraag 6 2.2 Bevoegd gezag 6 2.3 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure 7 2.4 Procedure 7 2.5 Advies 7 3 Overwegingen 10 3.1 Bouwen van een bouwwerk 10 3.2 Gebruik in strijd met ruimtelijke ordening 12 3.3 Uitvoeren werk 14 2

1 Besluit Onderwerp Gedeputeerde Staten van Limburg hebben op 12 april 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van ENCI B.V. De aanvraag betreft het realiseren van wandelpaden en tijdelijke hekwerken binnen de inrichting ENCI B.V. gelegen aan Lage Kanaaldijk 115, 6212 NA te Maastricht. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2017-202015. De aanvraag is aangevuld op 15 juni en 14 juli 2017. Besluit Gedeputeerde Staten van Limburg besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): 1. aan ENCI B.V. de omgevingsvergunning (verder te noemen: vergunning) te verlenen. Deze vergunning wordt verleend voor de inrichting gelegen aan Lage Kanaaldijk 115, 6212 NA Maastricht; 2. dat de vergunning verleend wordt voor de volgende activiteiten en werkzaamheden: het (ver)bouwen van een bouwwerk, zijnde het realiseren van tijdelijke hekwerken, te weten bouwhekken en hekwerken als afscheiding steile groevewand op de wandelroute vanaf de ontsluiting Luikerweg (noordzijde ENCI-groeve) naar Chalet d n Observant; het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit, zijnde een overschrijding van de maximum bouwhoogte voor de tijdelijke hekwerken; het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald, zijnde het aanleggen van wandelpaden binnen de bestemming Natuur en dubbelbestemming Waarde-Archeologie ; 3. dat de volgende gewaarmerkte stukken onderdeel uitmaken van deze vergunning: aanvraagformulier, met olo.nr. 2902937, gedateerd 12 april 2017; Aelmans, ruimtelijke ordeningsaspecten extensieve recreatieve ontwikkelingen overgangszone ENCI-gebied, rapportnummer M20165.02.043/PSO, gedateerd 6 april 2017; Castermans Engineers, Transformatie ENCI-Groeve Maastricht, permanent hekwerk langs voetpad, statische berekening staanders, projectnummer 16.190-2, gedateerd 11 april 2017; Castermans Engineers, projectnummer 16190/2, tekeningnummer B.03 Transformatie ENCI Groeve Maastricht, boord-zuid wandelroute, wijziging C, gedateerd 4 juli 2017; ENCI, brief wijziging vergunningsaanvraag 2902937 ENCI B.V., vestiging Maastricht, briefkenmerk: 170615/PL/1, gedateerd 15 juni 2017; BTL Natuuronderzoek ENCI Maastricht- aanleg recreatieve voorzieningen, projectnummer 724028, status: definitief, versie 1.2, gedateerd 20 april 2017; ENCI, memo, verzoek tot wijzigen activiteit in vergunningsaanvraag met olo.nr. 2902937 zaaknummer 2017-202025, briefkenmerk: HB 2017-02, gedateerd 10 juli 2017; KIWA, NL BSB productcertificaat, nummer 1060-16-BBK, groevesteen in ongebonden toepassing, silex voor als niet-vormgegeven bouwstof. Certificaathouder ENCI B.V. Vestiging Maastricht 3

Aelmans ruimtelijke ordeningsaspecten omgevingsvergunning wandelpad, tijdelijke hekwerken en tijdelijke voetgangersbrug ENCI-gebied, rapportnummer M20165.02.043/PSO, gedateerd 11 juli 2017; ENCI, memo, tijdelijkheid hekwerken aangevraagd in vergunningsaanvraag met olo.nr. 2902937, zaaknummer 2017-202025, briefkenmerk: HB 2017-03, gedateerd 10 juli 2017; Castermans Engineers, statische berekening bouwhekken. 4. dat de vergunning voor zover dit de tijdelijke hekwerken betreft wordt verleend voor een periode vanaf 3 april 2017 tot 1 april 2022 (circa 5 jaren), daarbij inbegrepen de termijn voor het opbouwen, afbreken en verwijderen van de tijdelijke hekwerken. Na deze voornoemde termijn moet de vóór de verlening van de omgevingsvergunning bestaande toestand worden hersteld. Gedeputeerde Staten van Limburg, namens dezen, C.J. Hermans, Afdelingshoofd Vergunningen a.i. RUD Zuid-Limburg 4

Verzending Dit besluit is verzonden aan de aanvrager van de vergunning, zijnde: ENCI B.V., de heer H. Beckers, Postbus 1, 6200 AA Maastricht. Afschriften Een afschrift van dit besluit is verzonden aan: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht. Rechtsbescherming Bezwaar Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u bezwaar maken. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een bezwaarschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, en; d. de redenen van het bezwaar (motivering). Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Limburg Cluster Juridische Zaken en Inkoop, team Rechtsbescherming Postbus 5700 6202 MA Maastricht. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.limburg.nl en klik vervolgens op e-loket. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgend op de bezwaartermijn van 6 weken. Indien binnen de bezwaartermijn tegen het besluit bij de Voorzieningenrechter een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. 5

2 Procedure 2.1 De aanvraag Op 12 april 2017 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van ENCI B.V. voor de inrichting gelegen aan Lage Kanaaldijk 115, 6212 NA Maastricht. De aanvraag is aangevuld op 15 juni en op 14 juli 2017; De aanvraag in combinatie met de aanvullingen betreft de aanleg van wandelpaden en tijdelijke hekwerken in de overgangszone, rondom het beoogde natuurbad/dagstrand en kalkgrasland op de wandelroute tussen de trap Luikerweg (noordelijke ontsluiting groeve) en Chalet d n Observant. De volgende bouwwerken maken ondanks de duiding op de bij de aanvraag gevoegde tekening expliciet geen deel uit van onderhavig besluit: de informatieborden overgangszone; de borden voor de aanduiding calamiteitenroute; overstortput duiker. Gegevens van deze bouwwerken zijn niet gesteld of aanwezig, of zijn onvoldoende voor een beoordeling. Als uitgangspunt is genomen dat het niet de bedoeling was of is geweest om voor deze bouwwerken een omgevingsvergunning te verkrijgen met deze aanvraag. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: het (ver)bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo); het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo); het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo); 2.2 Bevoegd gezag De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in categorie 11.1a van bijlage 1, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Daarnaast betreft het een inrichting waartoe één of meerdere IPPCinstallaties behoren en/of is het Besluit risico s zware ongevallen van toepassing. Daarom zijn wij het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. 6

2.3 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 23 juni 2017 in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 1 augustus 2017 aanvullende gegevens in te dienen. Op 14 juli 2017 hebben wij de aanvullende gegevens ontvangen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag, alsmede de aanvullende gegevens voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De termijn voor het nemen van het besluit is daardoor opgeschort met 3 weken. 2.4 Procedure Dit besluit is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 18 april 2017 conform artikel 3.8 van de Wabo kennis gegeven van de aanvraag op de site van de provincie Limburg (www.limburg.nl/bekendmakingen) en in een plaatselijk huis aan huisblad. Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken overeenkomstig artikel 3.9, tweede lid van de Wabo. Van deze verlenging is op 23 mei 2017 kennis gegeven op de site van de provincie Limburg (www.limburg.nl/bekendmakingen) en in een plaatselijk huis aan huisblad. 2.5 Advies In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 van de Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies verzonden aan: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht. Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij van de gemeente Maastricht het volgende advies ontvangen: Op 22 juni 2017 hebben wij uw verzoek tot advisering ontvangen voor een adviesverzoek in verband met het openstellen van een wandelpad vanaf de ontsluiting Luikerweg naar Chalet d'n Observant. Het adviseringsverzoek omvat de volgende activiteiten: het (ver)bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1.1.a Wabo) het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (artikel 2.1.1.b Wabo); het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.1.1.c Wabo) Het verzoek tot advisering heeft betrekking op de locatie Lage Kanaaldijk 115 te Maastricht. Uw verzoek tot advisering is geregistreerd onder nummer 17-1306WB. Wilt u bij vragen of overleg dit nummer bij de hand houden, zodat wij u vlot van dienst kunnen zijn. Gezien het plan geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen de grenzen van de gemeente Maastricht geven wij, middels dit schrijven, ons inhoudelijk advies: Bestemmingsplan (2.1.1.a Wabo) Het verzoek is in overeenstemming met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Sint-Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg. 7

Ten aanzien van dit adviesverzoek in verband met het openstellen van een wandelpad vanaf de ontsluiting Luikerweg naar Chalet d'n Observant kan positief geadviseerd worden: Het gebruik van de gronden voor een wandelpad is passend binnen de bestemming 'Natuur': ter plaatse zijn de gronden ook bestemd voor extensieve recreatie. Hieronder wordt wandelen en fietsen verstaan met het oog op natuurobservatie of natuurbeleving. Voor het bouwen van terreinafscheidingen is bepaald in artikel 10.2.2 dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m en uitsluitend in de vorm van een open constructie mag worden vormgegeven. De strijdigheid heeft alleen betrekking op de bouwhoogte. De gewenste bouwhoogte is niet onredelijk. In stedenbouwkundig opzicht bestaat hier ook geen bezwaar tegen: het hekwerk past bij het karakter van dit gebied. Medewerking kan worden verleend op grond van de buitenplanse afwijkingsmogelijkheid op grond van art. 2.1, lid 1 onder c, juncto art. 2.12, lid 1 onder a sub 2 van de Wabo, juncto artikel 2.7 van het Besluit omgevingsrecht en artikel 4 lid 3 van de bij het Bor behorende bijlage II. Let wel: advies om naar de veiligheid (in het kader verankering) van het hekwerk te kijken! Aanleg (2.1.1.b Wabo) 10.5.1 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. Het aanbrengen van oppervlakteverhardingen. b. Afgraven, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem. c. Aanbrengen van ondergrondse leidingen. d. Het vellen en rooien van houtgewas. e. Het bebossen van gronden. f. Het aanleggen van parkeervoorzieningen en wegen en paden. g. Het vergroten, opheffen en/of verleggen van gangen; 10.5.3 Toelaatbaarheid De in artikel 10.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien: a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische waarden; b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige onderaardse gangenstelsels en mergelgrotten en de daarmee samenhangende cultuurhistorische waarden. Overwegingen Aangezien de werkzaamheden plaatsvinden in een reeds afgegraven deel van de groeve en onderdeel uitmaken van het eerder geaccordeerde plan Transformatie. Worden de te legaliseren werkzaamheden toelaatbaar geacht. Welstand Uw aanvraag is beoordeeld door de welstands-/monumentencommissie op 16 mei 2017. Gelet op het advies van de commissie komt ons college tot het volgende oordeel: De toets heeft plaatsgevonden op grond van de Algemene en gebiedsgerichte Welstandscriteria en de criteria behorend bij het genoemde bebouwingstype. Ter beoordeling licht voor het plaatsen van hekwerk langs de wandelroute. Het voorstel voor het plaatsen van hekwerken wordt in strijd bevonden met redelijke eisen van welstand omdat hiervoor een visie ontbreekt. De commissie verzoekt eerst een integrale totaalvisie te ontwikkelen, hoe additionele voorzieningen in het groengebied worden vormgegeven. De hekwerken dienen afgestemd te worden op deze visie. Welstand addendum 29-06-2017 Door de gewijzigde aard van de eerder als permanent aangemerkte hekwerken, vervalt de eerdere noodzakelijke toets aan redelijke eisen van Welstand, daar alle aangevraagde hekwerken nu van tijdelijke aard zijn. 8

Ten slotte Wij verwachten dat u dit advies zult betrekken bij uw belangenafweging ten behoeve van de door u te nemen beslissing op de aanvraag omgevingsvergunning. Mocht u met betrekking tot het bovenstaande nog vragen hebben of nadere informatie wensen, dan kunt u contact opnemen met de behandelde adviseur. Wij nemen als bevoegd gezag dit advies over. 9

3 Overwegingen 3.1 Bouwen van een bouwwerk De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 van de Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsingsgronden De omgevingsvergunning wordt geweigerd indien: 1. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden, het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 of 120 van de Woningwet; 2. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden, het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij de bouwverordening of, zolang de bouwverordening daarmee nog niet in overeenstemming is gebracht, met de voorschriften die zijn gesteld bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Woningwet dan wel bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 120 van die wet; 3. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening; 4. het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk dat geen seizoensgebonden bouwwerk is, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend; 5. het advies van de Commissie voor de tunnelveiligheid, bedoeld in artikel 6, derde lid, onder b, van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels, daartoe aanleiding geeft. Toetsing Bouwbesluit De activiteit voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens het Bouwbesluit 2012 voor tijdelijke bouwwerken. De tijdelijke hekwerken/afscheidingen ter plaatse van de steile groevewand kunnen worden getypeerd als een bouwwerk geen gebouw zijnde, specifiek erf- en/of terreinafscheidingen. Er is in dit geval geen sprake van vloerafscheidingen, omdat er een hoogteverschil is tussen 2 geaccidenteerde terreinen. Daarom zijn er geen criteria van toepassing met betrekking tot de overklauterbaarheid en maximale afmetingen van een passerende bol tussen de staaldraden door. Bouwverordening De activiteit voldoet aan de bouwverordening van de gemeente Maastricht, bekend onder kenmerk Bouwverordening Maastricht 1999. 10

Bestemmingsplan De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmingsplan Buitengebied, St. Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg op 22 november 2011 is vastgesteld. De aangevraagde activiteit is hiermee (deels) in strijd (bouwhoogte van de hekwerken). Dit betekent dat wij de omgevingsvergunning in beginsel moeten weigeren tenzij: de aangevraagde activiteit in lijn is met de in het bestemmingsplan Buitengebied, St. Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg opgenomen regels inzake afwijking; een AMvB ontheffing van het plan mogelijk maakt; de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat; elders in algemene regels een dergelijke afwijking wordt toegestaan; elders in het exploitatieplan een dergelijke afwijking wordt toegestaan; of elders in het voorbereidingsbesluit een dergelijke afwijking wordt toegestaan. Wij hebben de aangevraagde activiteit aan de hiervoor genoemde uitzonderingen getoetst. De resultaten van deze toetsing staan beschreven in paragraaf 3.2 van onderhavig besluit. Onder verwijzing naar deze paragraaf van dit besluit merken wij op dat de omgevingsvergunning, gelet op artikel 2.10, lid 2 en 2.12, lid 1 Wabo op deze grond wel kan worden verleend. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat het project tevens is gesitueerd binnen de aanduiding Geluidzone - industrie. Aangezien met voorliggende aanvraag geen geluidsgevoelig object wordt gerealiseerd heeft dit voorschrift verder geen invloed op de vergunning. Welstand Het betreffen twee typen tijdelijke hekwerken, te weten bouwhekken en hekwerken als afscheiding steile groevewand op de wandelroute vanaf de ontsluiting Luikerweg (noordzijde ENCI-groeve) naar Chalet d n Observant met een instandhoudingstermijn vanaf 3 april 2017 tot 1 april 2022. Op grond van artikel 2.10, eerste lid onder d van de Wabo is een welstandsbeoordeling bij tijdelijke bouwwerken niet noodzakelijk. Tunnelveiligheid Een toetsing door de commissie voor de tunnelveiligheid is in casu niet aan de orde. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. 11

3.2 Gebruik in strijd met ruimtelijke ordening De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.12 van de Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing De aangevraagde activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmingsplan Buitengebied Sint Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg (vastgesteld op 22 november 2011) van toepassing is. De aanvraag is deels in strijd met geldende planregels van dit bestemmingsplan, namelijk de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen (tijdelijke hekwerken) wordt overschreden. Volgend uit het bestemmingsplan mogen deze maximaal 1 meter bedragen (artikel 10.2.2. sub a). De tijdelijke erf- of terreinafscheidingen hebben een gemiddelde hoogte ten opzichte van aansluitend terrein van: gemiddeld 1,26 meter voor de hekwerken/afscheidingen aan de rand van de steile groevewand; 2 meter voor de bouwhekken. In afwijking van het geldende bestemmingsplan kan de omgevingsvergunning verleend worden indien de aangevraagde activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en: a) de aangevraagde activiteit in lijn is met de in het plan of de verordening opgenomen regels inzake afwijking (binnenplanse ontheffing); b) een AMvB ontheffing het handelen in strijd met het plan mogelijk maakt (kruimellijst artikel 4, bijlage II van het Bor; of c) de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en voorzien is van een goede ruimtelijke onderbouwing (omgevingsafwijkingsbesluit). Ad. a) In het geldende bestemmingsplan staat in artikel 10.2.2 sub a erf- en terreinafscheidingen, onder 1 t/m 2 aangegeven dat op de voor Natuur bestemde gronden, erf- en terreinafscheidingen, gerealiseerd mogen worden tot een maximale bouwhoogte van 1 meter en uitsluitend in de vorm van een open constructie. Sub 3 is niet van toepassing, omdat er geen sprake is van een houtstapel, hout- of takkenwal. Verder is het volgens artikel 28 algemene afwijkingsregels, sub a mogelijk om de in de planregels aangegeven maten, afmetingen en percentages te overschrijden tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages. Dat zou betekenen dat de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen maximaal 1,1 meter mogen bedragen. Een binnenplanse mogelijkheid voor afwijken bestaat er derhalve niet. Ad. b) De planologische strijdigheid kan worden opgelost door gebruik te maken van het Besluit omgevingsrecht (Bor), bijlage II, hoofdstuk IV, de zogenaamde kruimelregeling. Gelet op de tijdelijke aard van de erf- en terreinafscheidingen kan artikel 4, lid 11, worden gebruikt. Zoals reeds aangegeven in hoofdstuk 1 van dit besluit dienen de gronden na ommekomst van de instandhoudingstermijn in de oorspronkelijke (planologische) toestand zoals deze was voor afgifte van onderhavig vergunning worden teruggebracht. 12

Voorts wordt in aanmerking genomen dat buro Aelmans een ruimtelijke onderbouwing / motivering heeft opgesteld. De ruimtelijke motivering met rapportnummer M20165.02.043/PSO, gedateerd 11 juli 2017 is opgenomen als gewaarmerkt document bij deze beschikking. De omgevingsvergunning kan, gelet op het bovenstaande, de ruimtelijke motivering en het bepaalde artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 2 van de Wabo dan ook op deze grond wel worden verleend. Verder is in overweging genomen dat de tijdelijke erf- en terreinafscheidingen (tijdelijke hekwerken) deels gebouwd worden in de dubbelbestemming Waarde-Archeologie met specifieke vorm van waarden archeologische zone c. De opsteller van het bestemmingsplan wil voorkomen dat activiteiten of werkzaamheden plaatsvinden in de grond, waarin archeologische waarden in kunnen voorkomen en waardoor deze waarden door de werkzaamheden verloren dan wel verstoord zouden geraken. Daarom is in artikel 19.2.1, onder a de volgende verbodsbepaling opgenomen: Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a', 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b' en 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone c' is het mag slechts worden gebouwd indien: a. de bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, en; b. de bouwwerken en bouwwerkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen hiervan aantoonbaar niet leiden tot verstoring van archeologisch materiaal; Het gestelde in dit artikellid is niet van toepassing indien de verstoringsoppervlakte dan wel het projectgebied kleiner is dan 250 m2 ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van waardearcheologische zone b of kleiner is dan 2.500 m2 ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van waarde-archeologische zone c. Toetsing Op basis van de bijbehorende gewaarmerkte tekeningen, zoals opgesomd in hoofdstuk 1 van dit besluit blijkt dat de bebouwingsoppervlakte van de tijdelijke hekwerken ruim minder bedraagt dan 2.500 m 2. Op grond van artikel 19.2.1 onder a kan worden geconcludeerd dat er geen omgevingsvergunningsplicht (afwijken bestemmingsplan) noodzakelijk is voor deze bouwwerkzaamheden, aangezien de werkzaamheden plaatsvinden in de aanduiding archeologische zone c en waarvoor de bodemingrepen een minimale omvang van 2.500 m 2 zouden moeten inhouden. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit, zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. De tijdelijkheid heeft beslag gekregen in beslispunt 4 van hoofdstuk 1 in dit besluit. 13

3.3 Uitvoeren werk De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.11, lid 1 van de Wabo gestelde toetsingsaspecten. De aanvraag ziet op het aanleggen van wandelpaden (semi-verharding) met gebiedseigen silex. De looproute over de wandelpaden blijkt uit de gewaarmerkte tekening van Castermans Engineers met tekeningnummer B.03, wijziging C, gedateerd 4 juli 2017. Op grond van artikel 2.11 van de Wabo dient de activiteit getoetst te worden aan de regels opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Sint-Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg. Uit de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan blijkt dat op de aangevraagde locatie de navolgende bestemmingen en specifieke aanduidingen van toepassing zijn die aanleiding geven voor het beoordelen van de activiteit uitvoeren van een werk : enkelbestemming Natuur ; dubbelbestemming Waarde-Archeologie, met specifieke vorm van waarden archeologische zone c; Enkelbestemming Natuur De opsteller van het bestemmingsplan wil voorkomen dat er activiteiten plaatsvinden die niet passen binnen de voor de bestemming Natuur bestemde gronden. Daarom is in artikel 10.5.1 de volgende verbodsbepaling opgenomen: Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. afgraven, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem; f. het aanleggen van parkeervoorzieningen en wegen en paden. Toetsing In artikel 10.5.3 toelaatbaarheid onder a en b, is bepaald dat de werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 10.5.1, slechts toelaatbaar zijn, indien er geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische waarden. Daarnaast mag er geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de instandhouding en het herstel van het in het buitengebied aanwezige onderaardse gangenstelsels, de mergelgrotten en de daarmee samenhangende cultuurhistorische waarden. Op basis van het BTL Natuuronderzoek - ENCI Maastricht aanleg recreatieve voorzieningen, projectnummer 724028, status: definitief, versie 1.2, gedateerd 20 april 2017, wordt de toelaatbaarheid beschouwd in overeenstemming te zijn met het afwegingskader van artikel 10.5.3 onder a en b We hebben voornoemd rapport van BTL door een ter zake deskundige bij de provincie Limburg laten beoordelen, de conclusies van voornoemd document worden overgenomen en onderschreven en maken integraal deel uit van deze vergunning. 14

Dubbelbestemming Waarde-Archeologie, met specifieke vorm van waarden archeologische zone c : De opsteller van het bestemmingsplan wil voorkomen dat activiteiten of werkzaamheden plaatsvinden in de grond, waarin archeologische waarden in kunnen voorkomen en waardoor deze waarden door de werkzaamheden verloren dan wel verstoord zouden geraken. Daarom is in artikel 19.5.1, onder a de volgende verbodsbepaling opgenomen: Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a', 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b' en 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone c' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen of laten) voeren: a. werken of werkzaamheden met een bodemverstorende werking op een grotere diepte dan 0,4 m onder maaiveld, waartoe ook wordt gerekend: woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage, draineren, ontginnen alsmede het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het graven, aanleggen, verbreden of dempen van watergangen of vijvers; c. het verlagen of het verhogen van het waterpeil; d. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; e. het bebossen van gronden die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bosgrond kunnen worden aangemerkt; f. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd; g. het aanleggen van een boomgaard; h. het scheuren van grasland; i. werken die leiden tot inklinking van de bodem, indien en voor zover zulks aantoonbaar leidt tot verstoring van het in situ archeologisch bodemarchief. Verder zijn in artikel 19.5.1, onder b de volgende voorwaarden opgenomen met betrekking tot een omgevingsvergunningsplicht. De in 19.5.1 onder a genoemde vergunningplicht geldt slechts indien: a. de verstoringsoppervlakte dan wel het projectgebied gelegen is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde archeologische zone a', of; b. de verstoringsoppervlakte dan wel het projectgebied gelegen is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b en een omvang heeft van minimaal 250 m², of; c. de verstoringsoppervlakte dan wel het projectgebied gelegen is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde archeologische zone c' en een omvang heeft van minimaal 2.500 m². 15

Toetsing Op basis van de bijbehorende gewaarmerkte tekeningen, zoals opgesomd in hoofdstuk 1 van dit besluit blijkt dat de bodemingrepen een omvang hebben van minder dan 2.500 m 2. Op grond van artikel 19.5.1 onder b, sub c kan worden geconcludeerd dat er geen omgevingsvergunningsplicht geldt voor deze bodemingrepen, aangezien de werkzaamheden plaatsvinden in de aanduiding archeologische zone c en waarvoor de bodemingrepen een minimale omvang van 2500 m 2 zouden moeten inhouden. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het uitvoeren van een werk of werkzaamheid, zoals neergelegd in het bestemmingsplan zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. De vergunning wordt voor deze activiteit verleend. 16