Syllabus Brandpreventieadviseur



Vergelijkbare documenten
Syllabus Brandpreventieadviseur

14-daagse van de Veiligheid 2015: Gebruik van de 3 pancartes

Syllabus Brandpreventieadviseur

Organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones

Enquête naar de brandpreventie van de Belgen in hun woning

14-daagse van de Veiligheid Elke seconde telt! Heb jij voldoende rookmelders en een vluchtplan? Raken jouw kinderen buiten als het brandt?

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken!

Brandpreventiemonitor

Brandpreventiemonitor 2012

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders redden levens!

Voorlichting. in het kader van Brandveilig Leven. Brand is geen grap:

Oadjt. Vranken Dirk BrandPreventieAdviseur. Brandweer Leuven - Terbankstraat Leuven

VLAANDEREN WALLONIE BRUSSEL. Keuring BOSEC of gelijkwaardig BOSEC of gelijkwaardig BOSEC of gelijkwaardig

Brandpreventie. voor senioren. Introductie brand(on)veiligheid en-preventie

De ouderdom van het gebouw (datum aanvraag stedenbouwkundige vergunning van voor of na 31 december 1997) is ook een bepalende factor 56.

Cursus BPA ZoneWAASLAND 2013

COEen stille. moordenaar in huis. Preventie van vergiftiging door koolstofmonoxide

Rookmelders en brandblussers

Brandpreventie voor ouderen

- Momenteel lopen er projecten in Groot-Brittanië (Liverpool) en in Nederland

Ambassadeur BVL zijn betekent dat je:

brandgevaar

houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Ik ga mijn spreekbeurt houden over vuur. Ik heb alvast op het bord geplakt waar ik het over ga hebben:

ROOKMELDERS INSTALLEREN

Bijlagen. 1. Persbericht oktober Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties

Wijkoverleg Rischot 10 februari 2011 Brandpreventie

Maak van je roze wolk geen rookwolk! Zeven makkelijke tips voor een brandveilige omgeving voor jou en je kindje

Een stille moordenaar in huis

Een stille moordenaar in huis. Preventie van vergiftiging door koolstofmonoxide.

Wat je lief is, laat je niet stikken! Brandveiligheid bij dementie

Gezond (t)huis Knokke-Heist Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

Gelieve volgende punten van de SVVO-fractie te willen toevoegen aan de agenda van de gemeenteraad van woensdag 31 augustus e.k.

Brand : waarschuwen en reageren. Veilig Wonen

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

Rookmelders redden levens!

verzekering vrijwilligerswerk

HVZ Rivierenland Sessie Staten-Regionaal Rivierenland 25/11/2017

Limburg. Br ndpreventie

Woningbrand en slachtoffers. Aantal SO woningbranden. Aantal SO woningbranden Basismodule Brandveilig leven.

Weet je dat je rook niet kunt ruiken wanneer je slaapt?... er jaarlijks nog steeds mensen als gevolg hiervan in hun slaap stikken en overlijden?

Eerste hulp hulp bij brandwonden

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2

Brandveilig Leven - pilot aandachtswijken. Resultaten van een veldonderzoek naar de effectiviteit van voorlichting aan huis

Hulpverleningszone Fluvia ten dienste van bedrijven

Huren. Als je een eigen woning of appartement gaat huren

Educatieve uitgave Brandweer Den Haag. Kleur- en doeboek. Haaglanden Den Haag

DEEL I. ACTIES en VERPLICHTE DOELSTELLINGEN

Directie Risicobeheersing

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Aanbevelingen (Brand)veiligheid

NEDERLANDS. Veiligheidsvoorschriften Stel het product niet bloot aan water of vocht Verf niet over de rookmelder

Albert Jansen. Wist u dat Voorkomen van brand Vluchtwegen vrijhouden Melders Vluchtplan Wat te doen bij brand? Vlam in de pan Brandwonden Tips

Brandveiligheid voor ouderen. Nooit te laat om er aan te beginnen

Brandveilig op kamers. Tips voor een brandveilige kamer

Begeleidingsboekje vocht bestrijden

enexis.nl Aarding Voor alle zekerheid

Brandveiligheid in de zorg

Hoe veilig is jouw woning?

Welkom bij de nieuwe brandweer

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

Brandveiligheid in de zorg

Een veilige en gezonde BBQ aan de VUB

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

Checklist Brandveiligheid Thuis. Algemeen Postcode Woonplaats Tel. nummer Datum check

Brandveiligheid in de zorg

NIEUWSBRIEF WOONWINKEL REGIO TIELT

Woningcontrole brandveiligheid

Brandveiligheid en uw beperking. Rookmelders laten je niet stikken!

Brandpreventiemateriaal personeel. BLUSSER + BRANDDEKEN + ROOKMELDER = 90 Incl. BTW

Hou zo weinig mogelijk contant geld op zak!

Brandveiligheid in de zorg

Hoe veilig is uw woning?

Kwaliteit van woningen. Studiedag Sociale Plattegrond

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

17 brandveiligheids. Brandveiligheid, ook tijdens feestelijke dagen! INFO

de missing link in brandveiligheid

Gastouderbureau Roodkapje. Nieuws uit het mandje van Roodkapje

Help mee om elektronische dienstverlening in de regio Kortrijk te verbeteren.

buren huurwaarborg Wonen privéwoning degelijke woning huren recht op een woonst sociale verhuurkantoren sociale woning

Aarding. Voor alle zekerheid. Meer informatie:

European Social Innovation Week Inspiratiesessie ouderen en brandveiligheid

Aanbevelingen (Brand)veiligheid

Doe-het-zelven en brandveiligheid

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

AARDING VOOR ALLE ZEKERHEID

Sociale dialoog in België: Bart Van Melkebeke

VOORSTEL VAN DECREET. houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

De brandweer en het voorkomen van brand

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Uitkomsten woningchecks 18 minuten-plus gebieden Accolade. Fryslân

Datum 27 oktober 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het toenemende aantal drugslabs in seniorenflats

brandweer gooi en vechtstreek Brandveiligheid Samen onze zorg

Brandveiligheid kamerwoningen

Vluchtplan van Gastouder:..

Brandveiligheid en preventie

Brand in jeugdlokalen voorkomen, ontvluchten en blussen VEILIG IN GENT

Transcriptie:

Syllabus Brandpreventieadviseur

[1 beeld zegt meer dan 1000 woorden] Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [2]

Inhoudstafel Inhoudstafel... 3 Inleiding - Elke minuut telt!... 6 1 De brandpreventieadviseur en de brandweer... 7 2 De brandpreventieadviseur... 8 2.1 Wat doet een brandpreventieadviseur?... 8 2.2 Het contacteren van een brandpreventieadviseur... 9 2.3 Voorwaarden voor de brandpreventieadviseur... 10 2.4 Hulpmiddelen voor de brandpreventieadviseur... 10 2.4.1 Fire Trolley... 10 2.4.2 Rookmeldershuis... 10 2.4.3 CO-huis... 11 2.4.4 Strip De familie Burn-out bakt het bruin... 11 2.4.5 14-daagse van de Veiligheid... 11 2.4.6 Kennisdatabank Binnenlandse Zaken... 12 2.4.7 Nieuwsbrief BiZa... 12 2.4.8 www.speelnietmetvuur.be... 12 2.5 Wees jezelf en vertel je eigen verhaal... 12 2.6 Verantwoordelijkheid van de brandpreventieadviseur... 12 2.7 Brandpreventieadviseur binnen de brandweerzone... 14 2.8 De brandpreventieadviseur binnen het Nationaal Brandpreventieplan 2020... 15 2.9 Draagvlak en partners... 16 2.10 Doelgroepen... 16 2.11 Nationale operationele stuurgroep... 16 2.12 De Task Force Brandpreventie... 17 2.13 De veiligheidsketen... 17 2.14 Focus van sensibiliseringsacties en -campagnes... 18 2.14.1 Brandweerstatistiek 2012... 18 2.14.2 Brandpreventiemonitor 2014... 19 2.14.3 Doden door woningbrand 2014... 21 2.15 Wat doet de brandpreventieadviseur in de praktijk? Wat kan hij/zij doen om de boodschap over te brengen?... 25 2.15.1 Huisbezoeken... 25 2.15.2 Infomomenten / Opendeurdagen / Braderie /... 25 2.15.3 Vegen voor eigen deur... 25 2.15.4 Voorlichting na brand... 25 2.15.5 Schoolbezoeken... 25 2.15.6 Goede voorbeelden of praktijken... 25 2.15.7 Belang van partners... 26 Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [3]

2.15.8 Risicogebieden en -groepen... 26 3 Rookmelders... 27 3.1 Welke rookmelder adviseren?... 27 3.2 Welke soort batterij?... 27 3.3 Waar laten plaatsen?... 27 3.4 Waar best geen plaatsen?... 28 3.5 Hoe?... 29 3.6 Testen en onderhoud van rookmelders... 29 3.7 Levensduur rookmelders... 29 3.8 Wetgeving rookmelders in Vlaanderen... 30 3.9 Rookmelders redden levens... 31 4 Koolstofmonoxide: de stille moordenaar loopt nog steeds rond... 32 4.1 Enkele cijfers (bron: rapport 2013 van het Antigifcentrum)... 32 4.2 Vergeet de elementaire principes niet... 33 4.3 Let op in de badkamer... 33 4.4 Hoe kan je CO-vergiftiging herkennen?... 33 4.5 Enkele indicatieve cijfers... 33 4.6 CO-detector... 34 5 Vluchtplan... 35 5.1 Wat is een vluchtplan?... 35 5.2 Hoe het vluchtplan inoefenen?... 35 5.3 Bel 112!... 35 6 Brandveiligheid in de keuken... 36 6.1 Blusdeken... 37 6.2 Dampkap... 37 6.3 Frietketel... 37 7 Brandveiligheid per thema... 38 7.1 Barbecue... 38 7.2 Elektriciteit... 38 7.3 Stekkerdozen en kabelhaspels... 38 7.4 Elektrische apparaten... 38 7.5 Droogkast... 38 7.6 Elektrische dekens... 38 7.7 Differentieel- of aardlekschakelaar... 39 7.8 Keuring elektrische installatie particulier... 39 7.9 Sigaretten, lucifers en aanstekers... 41 7.10 Kaarsen... 41 7.11 Schoorsteen... 41 7.11.1 Preventietips die je kunt meegeven:... 42 Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [4]

7.11.2 Krijg je toch te maken met schoorsteenbrand?... 42 7.12 Aardgas- en gasinstallaties... 43 7.12.1 Aardgas... 43 7.12.2 Gasinstallaties... 44 7.13 Gasflessen... 44 7.14 Kerstbomen... 44 7.15 Fonduen en gourmetten... 45 7.16 Vuurwerk: laat je vuur niet het werk van de brandweer worden... 45 7.17 Wensballonnen... 45 8 Brandwonden... 46 8.1 Oorzaken... 46 8.2 Graden... 46 8.3 Eerste graad... 46 8.4 Tweede graad... 46 8.5 Derde graad... 46 8.6 EHBO bij brandwonden... 47 8.6.1 Eerst water, de rest komt later!... 47 8.6.2 1ste graad... 47 8.6.3 2de graad... 47 8.6.4 3de graad... 47 8.7 Gevaren... 47 8.8 Brandwondencentra... 48 8.9 Organisaties brandwondenslachtoffers... 48 9 Draagbare brandblussers... 49 10 Belastingvermindering voor de beveiliging van woningen... 50 11 Brandverzekering... 51 12 Woningsprinkler... 52 13 Wat te doen na brand?... 53 14 Communicatie... 55 15 Andere nuttige informatie... 57 Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [5]

Inleiding - Elke minuut telt! Vandaag vertonen nog veel woningen reële brandrisico s met niet- conforme elektriciteitsinstallaties (slecht geplaatste elektriciteitskabels en niet geaarde stopcontacten), gasinstallaties die nooit werden gecontroleerd en/of niet regelmatig werden onderhouden, In meer dan de helft van de woningen zijn er bovendien geen, onvoldoende of slecht onderhouden rookmelders, in slechts één op de tien woningen is er een blusdeken in de keuken, Drie op vier landgenoten denkt nooit of sporadisch aan brand, zijn beperkt proactief en zijn zich vaak niet bewust van de risico s. Slechts 2% is bezig met brandpreventie. Met jaarlijks 20.000 branden en minstens 69 dodelijke slachtoffers in 2014, is het risico echter erg reëel. Nochtans kan iedereen zelf heel wat stappen ondernemen om zijn woning te beveiligen tegen brand. Slechts 3 minuten heeft een brand nodig om zich ten volle te ontwikkelen. De rook veroorzaakt meer slachtoffers dan de vlammen! De slachtoffers worden vaak verrast door de rook die zich sneller verspreidt dan de vlammen. Op dat moment is het meestal te laat om nog te vluchten of adequate maatregelen te nemen. Het is dan ook van levensbelang om de nodige preventieve maatregelen te nemen. Deze maatregelen situeren zich op 3 niveaus: 1. De goede gewoonten die iedereen kan aannemen om een brand te voorkomen (voorzorgsmaatregelen). 2. Het (vroegtijdig) detecteren van een brand. 3. Het blussen of het vertragen van de ontwikkeling van de brand in afwachting van de komst van de brandweer. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [6]

1 De brandpreventieadviseur en de brandweer Het bestrijden van branden en het redden van mensen en dieren behoort sinds jaar en dag tot de kerntaken van de brandweer. De recente brandweerhervorming heeft hier niets aan gewijzigd. Integendeel, de hervorming heeft o.a. tot doel de repressieve kwaliteiten van de brandweer nog meer te garanderen. Anderzijds kan worden opgemerkt dat binnen de brandweer de aandacht voor de schakel preventie in de veiligheidsketen de voorbije jaren is toegenomen. De veiligheidsketen Voor personen in een brandende ruimte komt brandweerhulp immers vrij vaak te laat wat ook de inspanningen of zelfs de heldendaden zijn die door de brandweer worden geleverd. Repressie alleen schiet te kort. De brandweer zelf kan niet de oplossing bieden voor het beperken van het aantal woningbranden en het aantal hierbij betrokken slachtoffers. De oplossing ligt bij de burger en in de woning zelf en moet er dus eigenlijk zijn voor de brand ontstaat. Bij de burger door deze te sensibiliseren voor het thema brandveiligheid, door hem dus meer risicobewust te maken. Hopelijk leidt dit uiteindelijk tot een gedragswijziging. In de woning door maatregelen die reeds met een beetje gezond verstand en weinig kosten kunnen worden genomen. Het plaatsen van rookmelders doet bijvoorbeeld de kans op het overleven toenemen. Voor het aanbieden van deze oplossingen is de brandweer de partner bij uitstek om mede initiatiefnemer te zijn en dit vanuit haar expertise en gevoel voor verantwoordelijkheid. Deze visie houdt in dat we het geweer van schouder veranderen en wat meer moeten evolueren naar een maatschappijgerichte brandweerzorg. De brandweer moet zichtbaar worden, de brandweermannen moeten de kazerne uit. Er valt veel winst op het vlak van veiligheid te maken door de burger gericht op te zoeken. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [7]

2 De brandpreventieadviseur Brandveiligheid is een zaak van iedereen. Iedereen draagt hierin zijn of haar verantwoordelijkheid. Maar als brandpreventieadviseur (BPA) kan je een groot verschil maken, het goede voorbeeld geven, zorgen dat de boodschap massaal verspreid wordt en aanzetten tot positieve gedragsverandering. Een brandpreventieadviseur is een maatschappelijk bewogen man/vrouw met een brandweerhart. 2.1 Wat doet een brandpreventieadviseur? De opdrachten van de BPA worden als volgt omschreven: 1. sensibiliseren van alle bewoners aangaande de brandrisico s en de preventieve maatregelen die kunnen genomen worden; 2. de burgers wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf maar vooral ten opzichte van anderen ( responsabiliseren ); 3. informeren van het publiek met betrekking tot de brandrisico s en het aanreiken van informatie over kwaliteitsvol brandpreventief materiaal; 4. objectief en kosteloos advies geven op maat van de bewoner inzake de brandbeveiliging van zijn particuliere woning. De brandpreventieadviseur heeft dus geen controlerende maar een adviserende bevoegdheid. Deze kunnen ze realiseren door het nemen van verschillende acties: 1. informatiestands tijdens diverse evenementen; 2. lokale preventieprojecten of campagnes; 3. informatiesessies; 4. beantwoorden van vragen; 5. huisbezoeken. Zie ook Wat doet de brandpreventieadviseur in de praktijk? De concrete taaktoewijzing en de hiermee gepaard gaande verloning van de brandpreventieadviseur is een zonale bevoegdheid. Naast het voortdurend op peil houden van zijn kennis van de brandpreventie is een belangrijke reflex voor de brandpreventieadviseur om door te verwijzen als: 1. hij zelf het antwoord niet weet of kan weten; 2. de vraag of situatie zijn bevoegdheidsdomein (sensibiliseren van de burger) te buiten gaat. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [8]

2.2 Het contacteren van een brandpreventieadviseur Via het eigen e- loket van de brandweerzone of via www.brandpreventieadviseur.be worden brandpreventieadviseurs gecontacteerd. Het is ook mogelijk dat er lokale initiatieven bestaan via een gemeentelijk e- loket, een telefoontje of mail naar de brandweerpost, de brandweerzone of de dienst wonen van de gemeente. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [9]

2.3 Voorwaarden voor de brandpreventieadviseur De brandpreventieadviseur (BPA) heeft het volgende profiel: 1. Lid zijn van het operationeel kader (als vrijwilliger of beroeps) of van het administratief en logistiek kader van de brandweerdiensten of lid zijn van het personeel van een openbaar bestuur (stad, gemeente, provincie). 2. Minstens 18 jaar zijn. 3. De opleiding tot brandpreventieadviseur met succes hebben afgerond. 4. Een uitgesproken interesse hebben voor alles wat te maken heeft met brandpreventie (motivatie). 5. Niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer. 6. Het vooropstellen van een deontologisch correcte houding, waaronder het zich houden aan de geheimhoudingsplicht t.a.v. de veiligheidstoestand van de betrokken bewoners en t.a.v. de informatie die wordt ingewonnen bij de bezoeken aan privé- woningen ten opzichte van derden. 7. Beschikken over de nodige sociale en communicatieve vaardigheden. 8. Geen commerciële activiteiten m.b.t. brandpreventie uitvoeren die strijdig zijn met de rol als brandpreventieadviseur voor woningen. 2.4 Hulpmiddelen voor de brandpreventieadviseur Voor het vlot kunnen uitoefenen van de functie van brandpreventieadviseur worden de volgende hulpmiddelen voorzien. 2.4.1 Fire Trolley Elke brandweerzone heeft minstens één Fire Trolley in bezit. In deze koffer zit: een blusdeken diverse types van rookmelders een doorsnede van een brandwerende deur een laptop een brandblusser (demotoestel) didactisch materiaal (folders, ) Om logistieke redenen kan FOD Binnenlandse Zaken deze Fire Trolleys niet langer ondersteunen. De hulpverleningszone kan deze inhoud aanpassen waar nodig. De ervaring en de toepassing in de hulpverleningszone kunnen immers variëren. Het is ook steeds mogelijk om de didactische hulpmiddelen op andere manieren te vervoeren. 2.4.2 Rookmeldershuis Deze folder is digitaal te vinden op www.speelnietmetvuur.be, de gedrukte versie kan je bekomen via je BPA- coördinator. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [10]

Zie ook deel 3 Rookmelders. 2.4.3 CO- huis Deze folder is digitaal te vinden op www.speelnietmetvuur.be. Zie ook verder onder deel 4 CO. 2.4.4 Strip De familie Burn- out bakt het bruin Oscare vzw heeft in samenwerking met Binnenlandse Zaken de strip De familie Burn- out bakt het bruin uitgegeven. Deze strip is binnenkort in papieren versie beschikbaar en ook digitaal. De strip is opgebouwd uit 16 afzonderlijke verhalen. Op het einde is er een quiz om de kennis rond brandveiligheid te testen. Het is een zeer bruikbaar en aantrekkelijk werkinstrument. FOD Binnenlandse Zaken hoopt om in de toekomst binnen dit concept ook deelthema s uit te werken. 2.4.5 14- daagse van de Veiligheid In september organiseert Binnenlandse Zaken de 14- daagse van de Veiligheid. Hiermee wordt brandveiligheid extra onder de aandacht van de burgers gebracht, samen met de brandweer en andere partners. De voorbije jaren kwamen volgende thema s aan bod: 2006 Elektriciteit... Speel op zekerheid! 2007 Er schuilt een addertje onder het gas 2008 Veilig met Vinnie 2009 Speel niet met vuur 2010 Rookmelders laten je niet stikken 2011 Vermijd brand aan het fornuis Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [11]

2012 Evacuatieplan 2013 CO 2014 Elke minuut telt! Op 27 maart 2015 wordt het thema voor 2015 voorgelegd aan de Nationale Operationele Stuurgroep (zie ook 2.11). 2.4.6 Kennisdatabank Binnenlandse Zaken In heel wat brandweerposten of zones doet de brandweer schitterende acties en ondernemen zij initiatieven om brandveiligheid te promoten. Dit zijn dan bijvoorbeeld presentaties, school- en huisbezoeken, het ontwikkelen van eigen folders, lezingen, Via de kennisdatabank op https://www.besafe.be/kennisdatabank wordt dit materiaal gedeeld. Doe hier aan mee! Enkel samen kunnen we iets bereiken op het vlak van brandveiligheid en ons doel bereiken, nl. een drastische vermindering van het aantal doden en gewonden door brand. 2.4.7 Nieuwsbrief BiZa Via www.speelnietmetvuur.be kan je je inschrijven voor de 2- wekelijkse nieuwsbrief van Binnenlandse Zaken. Hierin vind je regelmatig een onderdeel over brandveiligheid. 2.4.8 www.speelnietmetvuur.be Op deze website vind je 5 onderdelen die je kunt gebruiken om de burger te informeren. De thema s zijn: rookmelders, vluchtplan, brandveiligheid in de keuken, CO en brandpreventieadviseur. 2.5 Wees jezelf en vertel je eigen verhaal Als brandweerman/- vrouw zien we constant brand. We zien zaken die onveilig zijn, we hebben interventies die sprekend zijn. Deel die informatie. Vertel je realistisch verhaal en zorg mee voor meer brandveiligheid. We hebben niet steeds een brandweerwagen nodig om meer rood op straat te krijgen. Een brandpreventieadviseur heeft zijn gezin, zijn familie, vrienden, sociale activiteiten, Besef hoeveel we samen kunnen bereiken door sensibilisering en gedragsverandering. Het zijn immers kleine aanpassingen die de kans op brand en het aantal doden en gewonden al drastisch kunnen verminderen. 2.6 Verantwoordelijkheid van de brandpreventieadviseur Het advies van de brandpreventieadviseur is vrijblijvend en houdt geen juridische implicaties in. Voor aspecten waarvoor je niet bevoegd bent, verwijs je door naar de bevoegde instanties. De opdrachten van de brandpreventieadviseur dienen in de lijn te liggen van het veiligheids- en preventiebeleid van de brandweerzone en de desbetreffende gemeentelijke overheden. Dit veronderstelt overleg en een goede samenwerking tussen de verschillende betrokken diensten. Bovendien impliceert dit ook een goede informatie- uitwisseling en een overleg tussen de gemeentelijke diensten en de diensten van de brandweerzone. Wat gebeurt er als er een gebouw afbrandt, terwijl de BPA geen, te weinig of foutieve opmerkingen had gegeven omtrent de veiligheid van het gebouw? Er rijzen in dat geval meerdere vragen: Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [12]

Is de schade veroorzaakt door een fout van de BPA? Een fout advies zal slechts aanleiding geven tot schadevergoeding als aan drie voorwaarden is voldaan: er moet schade zijn, die schade is het gevolg van een toerekenbare fout er moet een oorzakelijk verband tussen fout en schade worden aangetoond. Het is niet omdat een BPA een fout advies gaf, dat hij ook aansprakelijk zal gesteld worden voor de schade bij brand. De fout moet de schade noodzakelijk hebben teweeggebracht. Hiervoor moet de volgende vraag gesteld worden: Stel dat de BPA geen advies had geleverd, zou dan de brand ook hebben plaatsgevonden? Het antwoord zal hier vrijwel steeds ja zijn. In dat geval is er geen oorzakelijk verband tussen fout en schade en zal er geen schadevergoeding verschuldigd zijn vanwege de BPA of vanwege de zone. Wanneer is de BPA aansprakelijk en wanneer is de zone aansprakelijk voor een fout van een BPA? Als personeelslid van een hulpverleningszone is een BPA goed beschermd. De aansprakelijkheid van de leden van het personeel van de zones en van de leden van de diensten van de Civiele Bescherming wordt geregeld door de artikelen 159 tot 166 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. 1 In geval van schade veroorzaakt door een personeelslid tijdens de uitoefening van zijn functies, aan derden of aan de openbare rechtspersoon waaronder hij ressorteert, is de veroorzaker van de schade aansprakelijk voor: de opzettelijke fout en de zware fout; de lichte fout, indien die bij hem eerder gewoonlijk voorkomt. Wanneer een BPA kwade bedoelingen heeft, zal hij de schade die hij veroorzaakte moeten vergoeden. Dit is niet het geval als de BPA een gewone fout maakte. De hulpverleningszone is in dat laatste geval aansprakelijk voor de schade die zijn personeelsleden aan derden berokkenden, overeenkomstig artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek (art. 161 Wet 15/05/2007 betreffende de civiele veiligheid). Bijgevolg zal de hulpverleningszone de schade vergoeden in geval van een gewone fout. Voorbeeld van een opzettelijke fout of zware fout: de BPA speelt onder één hoedje met de eigenaar van een gebouw om de verzekering op te lichten. Voorbeeld van een gewone fout: de BPA vergist zich omtrent de veiligheid van een elektrische installatie en geeft fout advies. 1 De aansprakelijkheid van de vrijwillige en beroepspersoneelsleden van de openbare brandweerdiensten die nog niet in zonaal verband werken wordt geregeld door de artikelen 15 tot 17 van de wet van 31 december 1963. De regelingen zijn soortgelijk. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [13]

Wat als je als BPA toch gedagvaard wordt? Art. 164 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid zorgt dan voor extra bijstand. De zone neemt de proceskosten ten laste waartoe het personeelslid in rechte veroordeeld wordt wegens feiten gepleegd in zijn functies, tenzij hij een opzettelijke fout, een zware fout of een lichte fout die bij hem gewoonlijk voorkomt, begaan heeft. Wordt één van dergelijke fouten aangetoond, dan beslist de zone, na het personeelslid gehoord te hebben, of de proceskosten geheel of gedeeltelijk door hem moeten worden gedragen. Als de schade niet veroorzaakt werd door de BPA, wie zal dan wel aansprakelijk zijn? Hiervoor moeten we kijken naar wie de brand veroorzaakt heeft. Dit is de persoon die (al dan niet opzettelijk) de brand aanstak, mogelijks ook door iets niet te doen wat hij wel had moeten doen (bijvoorbeeld de gaskraan dichtdraaien wanneer de vlam uitgeblazen werd). Quasi alle gebouwen in België zijn voor niet opzettelijke branden verzekerd. Bijgevolg zal veelal de brandverzekering de kosten dekken. Samengevat Er bestaat weinig kans dat een BPA aansprakelijk zal gesteld worden na een brand omdat het noodzakelijk oorzakelijk verband tussen fout en schade waarschijnlijk zal ontbreken. Bovendien zal bij een gewone fout de hulpverleningszone de schade moeten vergoeden en niet de BPA zelf. 2.7 Brandpreventieadviseur binnen de brandweerzone De brandweerzones voeren inzake brandpreventie volgende opdrachten uit: het opstellen van een actieplan aangaande de brandpreventie, het sensibiliseren, het verlenen van advies, het opstellen van een brandpreventieverslag en het meewerken aan het opstellen van interventieplannen. Al deze taken staan vermeld in het nieuwe koninklijk besluit van 19 december 2014. De zonecommandant bereidt in principe elk jaar een actieplan voor aangaande brandpreventie. Dit actieplan moet afgestemd zijn op enerzijds een federale kadernota opgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken en anderzijds het meerjarenbeleidsplan. Dit actieplan bepaalt de thema's waaraan prioritair zal gewerkt worden binnen de zone. Het zal ter advies voorgelegd worden aan de gemeenteraden van de zone en moet worden goedgekeurd door de zoneraad. De zone kan, in het kader van sensibilisering, preventiecampagnes voeren, infosessies organiseren, opendeurdagen houden,... Ook het aanzetten tot zelfredzaamheid hoort hierbij. Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn vaker het slachtoffer van brand en bijgevolg belangrijke doelgroepen. Samenwerking tussen de zones en de OCMW's en de lokale besturen liggen hier voor de hand. De brandweerzones kunnen ook vrijblijvend advies verlenen aan burgers, overheden en bedrijven. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [14]

2.8 De brandpreventieadviseur binnen het Nationaal Brandpreventieplan 2020 De speerpunten van het Nationaal Brandpreventieplan 2020 zijn de volgende: Een veiligere samenleving met een significante vermindering van het aantal woningbranden en CO- intoxicaties, met het terugdringen van het aantal doden en gewonden en het beperken van de schade in en rond de woning, is het streefdoel van dit nationaal preventieplan en dit door: 1. Het bewustmaken van de bewoners van de risico s op brand en CO- intoxicatie waaraan ze zich blootstellen. 2. Het aanzetten van de bewoner tot het nemen van preventieve maatregelen om brand of CO- intoxicatie te voorkomen. 3. Het aanstellen van brandpreventieadviseurs (minstens één BPA per brandweerpost) die kwalitatief advies inzake preventie aan de bewoner geven. 4. Het opzetten van een beleid met specifieke aandacht voor de doelgroepen die het meest worden blootgesteld aan de risico s. 5. Een wetenschappelijke onderbouwing van het brandpreventiebeleid t.a.v. woningen op federaal en lokaal niveau (bijv. via statistieken, risicoanalyses, studies, ). Dit plan is opgebouwd rond de volgende 7 actiegebieden: 1. Versterken van de samenwerking en het verhogen van het draagvlak: samenwerking is cruciaal om kennis en expertise te vergaren, om de verschillende doelgroepen te bereiken en om een draagvlak te creëren voor het nationaal en zonaal brandpreventiebeleid. 2. Inlichten van de bewoners: als mensen zich niet bewust zijn van de risico s, zullen ze hun verantwoordelijkheid niet opnemen. Sensibiliseringscampagnes mogen dan ook geen one- shot zijn, maar moeten op regelmatige tijdstippen herhaald worden om de burgers te blijven informeren en sensibiliseren over de brandrisico s, om hen te leren op een gepaste wijze met deze brandrisico s om te gaan en om de zelfredzaamheid te verhogen. 3. Doelgroep- en buurtgerichte aanpak: kwetsbare doelgroepen en buurten vragen een specifieke geïntegreerde aanpak. 4. Verhogen van de deskundigheid en ondersteunen van de brandpreventieadviseur: de meer dan 291 brandpreventieadviseurs hebben een specifieke opleiding gevolgd om op een kwalitatieve manier objectief en gratis advies aan de burger te verlenen om zijn gedrag en zijn woning meer brandveilig te maken. Het is belangrijk om te blijven investeren in de opleiding van en ondersteuning aan de BPA s om de deskundigheid te verhogen. 5. Het opvolgen en ondersteunen van technische oplossingen en evoluties: sprinklers in woningen, nieuwe rookmelders, Het is belangrijk om de tendensen op het vlak van brandpreventie en veiligheid op te volgen om hierop te kunnen inspelen. 6. Duidelijke en coherente aanbevelingen om het brandpreventieadvies te onderbouwen: enerzijds is het belangrijk om te komen tot duidelijke aanbevelingen die door alle stakeholders en partners op een coherente wijzen worden uitgedragen. Anderzijds is het ook belangrijk om normen en reglementen om de brandveiligheid in de woning te verhogen op Europees en Belgisch niveau op te volgen en uit te werken. 7. Evidence based: gebaseerd op feiten, statistieken, Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [15]

2.9 Draagvlak en partners Het is bijna onmogelijk om tegenwoordig een succesvolle bewustmakingscampagne of activiteit volledig zelf te dragen. Dit zowel organisatorisch, financieel, logistiek als op het vlak van het vinden van het juiste netwerk om de doelgroep(en) aan te spreken. Daarvoor is een voldoende groot draagvlak nodig. Dit wil zeggen: we zoeken belanghebbende partijen, partners, deskundigen of gewoonweg instellingen of organisaties die de burger beter kunnen bereiken dan wijzelf. Deze partners kunnen zijn: Brandweerzones, brandweerfederaties Bevoegde overheden (federaal, bijv. FOD Economie, gewest, gemeente), verenigingen voor steden en gemeenten (VVSG/UVCW/VSGB) Beroepsorganisaties (Agoria, ANPI, Assuralia, ) Brandwondenverenigingen (Stichting Brandwonden, Oscare, Pinocchio ) Derde partijen of intermediairen: o OCMW s o Buurtnetwerken o Sociale huisvestingsmaatschappijen o Sociale of medische dienstverlening aan huis, o Jeugdbewegingen o Verzekeringsmaatschappijen o Lerarenopleiding 2.10 Doelgroepen De doelgroepen zijn die groepen of doelgroepen van de bevolking (of zelfs de hele bevolking) van een land, regio, gemeenschap, provincie, brandweerzone, stad of gemeente waarnaar we onze specifieke boodschap richten. Doorgaans hebben we hierbij specifieke aandacht voor de kwetsbare doelgroepen: Kinderen Families met kinderen Sociaal zwakkeren Senioren 2.11 Nationale operationele stuurgroep De belangrijkste uitdaging van deze stuurgroep, met een vertegenwoordiging van 1 BPA- coördinator van elke brandweerzone, vormt het operationeel invullen van actiepunt 4 van het Nationaal Brandpreventieplan, met name het verhogen van de deskundigheid en het ondersteunen van de brandpreventieadviseur. Aangezien zij rechtstreeks in het werkveld staan, hebben zij immers door hun praktijkervaring de beste voeling met de noden aan ondersteuning. Daarnaast vormt deze nationale operationele stuurgroep ook een belangrijke klankbordgroep voor de aftoetsing van andere acties gerealiseerd binnen het nationaal preventieplan en de 14- daagse van de veiligheid (bijv. actiepunten 3 en 5 van het Nationaal Brandpreventieplan). De nationale operationele stuurgroep bestaat sinds 1 oktober 2014. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [16]

2.12 De Task Force Brandpreventie Voor de volledigheid vermelden we hier dat de eerste stappen in de ontwikkeling van het concept Brandpreventieadviseur en de uitwerking van het oorspronkelijke Nationale Brandpreventieplan voor Woningen werden gezet door de Task Force Brandpreventie. Deze stuur- en werkgroep en eveneens overlegorgaan is momenteel minder actief. Op termijn zullen de taken van de Task Force Brandpreventie worden overgenomen door de Hoge Raad voor de beveiliging tegen brand en ontploffing (of een werkgroep daarvan) en de Nationale Operationele Stuurgroep. 2.13 De veiligheidsketen 1) Proactie: de eerste schakel in de veiligheidsketen. Alles begint bij het voorkomen van gevaar. De architect en technicus brandvoorkoming spelen hier voor brandveiligheid een belangrijke rol. 2) Preventie: de 2 de schakel is het voorkomen of beperken van schade door brand. Hierin ligt de belangrijke taak voor jou als brandpreventieadviseur. Via tips, advies en sensibilisering, campagnes, zorgen we hier samen voor. Ook de technicus brandvoorkoming is hier nog actief. 3) Preparatie: het planmatig voorbereiden in het geval van een incident. Belangrijk is dat jij als brandpreventieadviseur in deze schakel het belang van een gekend en ingeoefend vluchtplan stimuleert bij de bevolking. 4) Interventie: hier ben jij als BPA niet actief. 5) Nazorg: om het veiligheidsgevoel te herstellen, is een bezoek of infoavond na brand in de buurt belangrijk. Ook in deze laatste schakel is een belangrijke taak voor jou weggelegd. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [17]

2.14 Focus van sensibiliseringsacties en - campagnes Sensibiliseren rond brandpreventie en brandveiligheid moet ondersteund zijn door cijfers en statistieken. Het moet daarom vertrekken vanuit: statistieken van de brandweerinterventies resultaten van enquêtes bij burgers (bijv. de Brandpreventiemonitor) statistieken van het aantal woningbranden brandonderzoek Het is tevens volledig in overeenstemming met het Nationaal Brandpreventieplan 2020 (speerpunten en actiegebied 7). Brandveiligheid begint bij jezelf! Het brandt immers niet alleen bij de buren. Wij stelden daarom volgende 10 vragen aan de aanwezigen op de workshops Brandpreventie van de Dag van de Veiligheid op 16 december 2014: 1. Is jouw woning uitgerust met rookmelders? 2. Hoeveel rookmelders heb je? 3. Ik onderhoud mijn rookmelder door. 4. Heb je een vluchtplan afgesproken met je gezin? 5. Weet je dat je ook in je woning sprinklers kan plaatsen? 6. Hoeveel woningbranden waren er in 2012 in België? 7. Hoeveel doden vielen er door brand in 2012? 8. Hoeveel brandweermannen kwamen om in 2012 tijdens actieve dienst? 9. Wat is de gemiddelde uitruktijd bij de brandweer? 10. Hoeveel is de gemiddelde personeelsbezetting bij een brand? Als brandpreventieadviseur geef je het goede voorbeeld qua brandveiligheid. Weet jij de antwoorden op deze eenvoudige vragen of kan je een goede schatting maken? 2.14.1 Brandweerstatistiek 2012 In december 2014 publiceerde Binnenlandse Zaken de brandweerstatistiek van 2012. De gegevens komen van 74% van de brandweerkorpsen voor hun interventies. Sommige cijfers werden geëxtrapoleerd naar 100%. 250 brandweerkorpsen en 18.000 brandweermannen verzorgden 212.862 interventies (geëxtrapoleerd). Dat betekent 19,2 interventies per 1000 inwoners: Namen is de koploper met 27,2 en Brussel staat onderaan met 11,1 interventies. Het aantal branden bedraagt 34.535 (geëxtrapoleerd). Hierin bedraagt het aantal woningbranden in eengezinswoningen 14.989 en in appartementen 4.229. Dit zijn bijgevolg bijna 55 branden in woningen of appartementen per dag! Dit betekent dat we jarenlang een onderschatting hebben gemaakt van het aantal woningbranden. Men spreekt tot deze publicatie van statistiek van 10.000 branden, maar we zien in feite een verdubbeling van deze cijfers wat uiteraard zeer verontrustend is! In 2012 eisten woningbranden 71 doden en 1339 gewonden (niet geëxtrapoleerd). Het aantal geredde personen bij brand is 720. De gemiddelde uitruktijd van de brandweer bedraagt 3 min. 42 sec. en de gemiddelde reistijd is 6 min. 18 sec. Een Belg heeft dus gemiddeld na 9 min. 50 sec. de brandweer aan de deur! In 2012 geraakten 49 brandweermannen gewond (niet geëxtrapoleerd) en 2 overleden tijdens de dienst. Het ingezet personeel bij brand is gemiddeld 11,29 personen. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [18]

2.14.2 Brandpreventiemonitor 2014 Om de twee jaar organiseert de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van Binnenlandse Zaken in samenwerking met vzw ANPI de Brandpreventiemonitor. Dit is een enquête bij 1000 Belgen, face- to- face (in de straat) uitgevoerd. Hieruit kunnen we dus iets leren uit de kennis, de ervaringen en het gedrag van de Belg bij brand. We geven de belangrijkste vaststellingen mee. 1 op 3 Belgen denkt nooit aan brandveiligheid. 1 op 10 vindt een rookmelder niet belangrijk. 4 op 10 onderhoudt zijn / haar rookmelder niet. 1 op 3 test de rookmelder soms. Slechts 15% heeft nagedacht over een evacuatieplan. Regionale verschillen: 84% van de woningen in Wallonië is uitgerust met een rookmelder in Brussel is dit 74% van de woningen in Vlaanderen is dit 43% van de woningen Slechts 1 op 5 Belgen zegt regelmatig aan de risico s van brand te denken. Regelmatig werd in de vragenlijst gedefinieerd als 1 keer per maand. Ouderen, huurders en de laagste sociale groepen scoren op dit vlak nog lager. De communicatie over het noodnummer 112 werkt: de bekendheid blijft stijgen. 1 op 2 Belgen zou dit nummer bellen. 14% van de Belgen is de afgelopen 5 jaar in contact geweest met de brandweer. 22% hiervan omwille van brand in de woning of in de buurt. Slechts 20% van de eigenaars die de woning zelf gebouwd heeft, heeft met zijn architect gesproken over brandpreventie. 7 op 10 Belgen vindt aangepast advies en bijstand van de verzekeraar belangrijk om de woning te beschermen tegen brand. De kennis van de Belgen over rookmelders blijft zeer beperkt. Men is nog steeds slecht op de hoogte van het juiste onderhoud en de correcte levensduur van de batterij. 4 op 10 Belgen onderhoudt de rookmelder niet en Vlamingen zijn het minst op de hoogte van de levensduur van de batterij. 4 op 10 Belgen weet dat sprinklers in een woning kunnen worden opgehangen om brand te beperken. Ongeveer 10% van de Belgen weet niet of de elektrische installatie is uitgerust met automatische zekeringen en of de installatie gecontroleerd werd. Bewoners van appartementen en huurders zijn hier logischerwijs minder van op de hoogte. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [19]

Belgen kiezen ten opzichte van 2012 vaker voor beschermende producten met een erkend label of een erkende norm. Daarnaast vormen kennissen en de brandweer ook belangrijke informatiebronnen. 1 op 5 Belgen laat zich leiden door de prijs bij aankoop. 6 op 10 Belgen neemt voorzorgsmaatregelen om brand te voorkomen, sporadisch of regelmatig. De hoogste sociale groep neemt vaker maatregelen terwijl huurders minder vaak maatregelen nemen. 27% zegt op regelmatige basis maatregelen te nemen. Dit uit zich voornamelijk in: Voorzichtig zijn (in het algemeen, opletten met sigaretten/kaarsen/gas/frietketel...) (35%) Rookmelders hangen (29%) Controleren of alle elektrische toestellen uitstaan indien ze niet gebruikt worden (26%) 35% neemt sporadisch maatregelen om de woning en zichzelf te beschermen: Rookmelders hangen (35%) Voorzichtig zijn (in het algemeen, opletten met sigaretten/kaarsen/gas/frietketel...) (33%) Bij 7 op 10 Belgen is minstens 1 preventieve maatregel aanwezig thuis. Ten opzichte van 2010 valt een sterke stijging van rookdetectors (60% t.o.v. 47% in 2010) en branddekens (23% t.o.v. 11% in 2010) op. De sterke stijging voor de rookdetectoren is te danken aan de toename van het aantal rookdetectoren in Vlaanderen. Ondanks de wettelijke verplichtingen is slechts 84% van de woningen in Wallonië uitgerust met één of meerdere rookmelders. In Brussel is dit 74% en in Vlaanderen slechts 43% - en dus significant lager. Omwille van de aangepaste wetgeving voor rookmelders in huurwoningen is het verschil tussen eigenaars en huurders in Vlaanderen tussen 2012 en 2014 weggewerkt. 3 op 10 Belgen heeft een draagbare brandblusser thuis. 23% van de Belgische bevolking heeft een blusdeken. Bij de meerderheid ligt dit blusdeken zoals het hoort in de keuken. 15% heeft thuis een vluchtplan maar de meerderheid hiervan heeft het nog niet uitgeprobeerd. 7 op 10 Belgen heeft voor alle toestellen een geaarde stekker. Ook hier weer hinken de huurders achterop. Daarnaast is echter één vijfde van de elektrische installaties nog niet gecontroleerd. Deze vormen dus een groot risico. 85% van de installaties is uitgerust met automatische zekeringen. Huurders zijn van dit soort zaken ook weer minder op de hoogte. De centrale verwarmingsinstallaties met aardgas/propaan en stookolie worden het best onderhouden. 80 à 90% van de installaties worden jaarlijks of 2- jaarlijks gecontroleerd. Nog steeds 6% van de Belgische bevolking zou een brandende frietketel proberen te doven met water. Dit is terug een stijging sinds 2012. De top 3 van te nemen acties, volgens de Belgische bevolking: Voeding van de frietketel uitschakelen (69%) Het vuur trachten te doven met een vochtige doek (52%) De brandweer verwittigen (41%) Het afgelopen jaar heeft 63% van de Belgische bevolking preventieve boodschappen opgemerkt, voornamelijk over CO- intoxicatie en rookmelders. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [20]

In Vlaanderen heeft men de meeste boodschappen in verband met rookmelders onthouden en hier is de stijging van het aantal rookmelders ook het hoogst. De preventieve boodschappen zijn het minst opgemerkt in Brussel. Ook de laagste sociale klassen worden minder bereikt met de campagnes. 2.14.3 Doden door woningbrand 2014 Afgaande op persartikels eisten woningbranden in 2014 minstens 69 doden, waarvan 32 in Wallonië, 33 in Vlaanderen en 4 in Brussel. In totaal stierven 72 mensen, bij 60 branden. Na onderzoek bleek later dat het bij drie branden om zelfdoding ging, wat het Belgische cijfer op 69 accidentele slachtoffers brengt. Slechts drie dodelijke branden zijn wellicht door iemand aangestoken. Het overgrote deel van de Belgische branden ontstaat per ongeluk, of door een onvoorzichtigheid. De meeste branden zijn woningbranden, al ontstonden drie branden in instellingen en bejaardentehuizen. Waar en wie Woningbranden zijn geen regionaal fenomeen. In het hele land vallen dodelijke slachtoffers, en er sterven bijna evenveel mensen in Vlaanderen (33) als in Wallonië (32). Er sterven iets meer mannen (38) dan vrouwen (30) door een brand, maar vooral het hoge aantal kinderen valt op: acht kinderen kwamen om, de meeste tussen 3 en 6 jaar jong. Drie kinderen stierven nadat ze met een aansteker speelden. Wanneer en waarom Vooral s nachts worden woningbranden dodelijk. Maar liefst 44 slachtoffers stierven s nachts, verrast in hun slaap. De meeste slachtoffers sterven overigens door verstikking. De meest voorkomende oorzaak van een dodelijke brand is een nonchalant achtergebleven sigaret. Veertien mensen stierven nadat ze een sigaret aanstaken en in slaap vielen. Twee anderen kwamen om nadat ze een kaars vergaten, en in één geval vatte een doekje in onduidelijke omstandigheden vuur. Ook stierven mensen nadat ze het gasvuur vergaten uit te zetten (4), of nadat ze de frietketel vergaten (2). Eén slachtoffer was een dakloze man, die zich in november in Etterbeek op een matras onder een spoorwegbrug te slapen had gelegd. Om zich tijdens de nacht warm te houden, had hij een vuurtje gemaakt. Terwijl hij sliep, sloegen de vlammen over op zijn matras. Zes mensen overleden na een probleem met een verwarmingstoestel - omdat het defect was, dan wel omdat ze een fout maakten terwijl ze eraan werkten. Drie fatale branden worden toegeschreven aan een gaslek. Twaalf branden zouden ontstaan zijn door een kortsluiting. In zes gevallen gaat het om een defect apparaat, waaronder twee keer een elektrisch deken. Twee slachtoffers konden levend uit hun brandende woning ontkomen, maar liepen daarna de vlammen weer in een poging iets te redden. Bij één vrouw ging het om haar gsm. In veertien gevallen kon de oorzaak van de brand niet achterhaald worden. De brandweer moet nog een sterkere partner worden om de boodschap van voldoende rookmelders en vluchtplan tot bij de bevolking te brengen. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [21]

Brandpreventieadviseurs moeten op de hoogte zijn van de belangrijkste lessen uit deze statistieken zodat ook zij hun lokale acties hierop kunnen afstemmen. (Bron: Het Nieuwsblad) Wanneer brandt het? Ochtend 9 Overdag 8 Avond 8 Nacht 44 (Bron: Het Nieuwsblad) Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [22]

(Bron: Het Nieuwsblad) Als we dit uitsplitsen per gewest, zijn dit de resultaten: Inwoners Aantal doden Doden / mln inwoners Vlaanderen 6,410705 33 5.1 mln Wallonië 3,576325 32 8.9 mln Brussel 1,163486 mln 4 3.4 Behoefte aan brandonderzoek Het is nodig dat we ook in kaart brengen wat de oorzaken van brand zijn. Met deze belangrijke info en gegevens kunnen we gericht aan brandpreventie doen. Momenteel wordt bekeken met Artesis Plantijn Hogeschool te Antwerpen of een samenwerking voor het uitvoeren van dergelijk onderzoek mogelijk is. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [23]

Hoe ontstaat brand? Kortsluiting elektrische deken (2) Kortsluiting algemeen (4) Kaars (2) Problemen met verwarming (6) Petroleumkachel (2) Gaskachel (3) Houtkachel (1) Frietketel vergeten (2) Kortsluiting stopcontact (1) Brandende doek (1) Kortsluiting waterkoker (1) Gasfornuis vergeten uit te doen (4) P S SS z z z Sigaret (14) Gaslek (4) Kind speelt met aansteker (3) J Kortsluiting keukenapparaat (1) Aangestoken branden (6) Smeulend vuurtje (1) Kortsluiting apparaat (3) Onbekende oorzaak (14) (Bron: Het Nieuwsblad) Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [24]

2.15 Wat doet de brandpreventieadviseur in de praktijk? Wat kan hij/zij doen om de boodschap over te brengen? 2.15.1 Huisbezoeken Door het uitvoeren van een huisbezoek kan je gericht inspelen op de situatie. Je belangrijkste taak is om de bewoners te informeren over het belang van voldoende rookmelders en een vluchtplan en om via een rondgang tips te geven waarmee men de woning brandveiliger kan maken. Op de kennisdatabank van besafe.be vind je hierover een presentatie. 2.15.2 Infomomenten / Opendeurdagen / Braderie / Ga zeker na op welke momenten je informatie over brandveiligheid kan geven. We gaan waar veel volk komt is een goede aanzet om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Indien je dergelijk evenement organiseert of er aan deelneemt, breng ons dan zeker op de hoogte. Samen kunnen we immers meer publiciteit en promotie maken. 2.15.3 Vegen voor eigen deur Zoals eerder aangehaald, begint brandveiligheid bij jezelf en bij je collega s. Het brandt immers niet enkel bij de buren. Hou je kennis en ervaringen niet voor jezelf, maar deel deze met je collega s. Op die manier kan iedere brandweerman een ambassadeur van brandveiligheid worden en zijn. 2.15.4 Voorlichting na brand Zie onderdelen 2.13 Veiligheidsketen en 13 Wat te doen bij brand. 2.15.5 Schoolbezoeken Iedere brandweerpost krijgt jaarlijks verscheidene schoolgroepen op bezoek. Bespreek met je collega s hoe je deze tijd optimaal kunt inzetten om op kindermaat brandveiligheid mee te geven. Kinderen zijn een ideale groep om resultaat te bereiken. Zij zijn de beste ambassadeurs om thuis mee te geven dat er rookmelders moeten komen en dat er een vluchtplan moet besproken worden. Een mogelijkheid is om gebruik te maken van het BRAVO- project. In 2013 kwam dit tot stand in samenwerking met Katho, ibz, brandweerzone Midwest, provincie Oost- Vlaanderen en Stichting Brandwonden. Meer info vind je op www.brandwondenvoorkomen.be/nl/hetproject. 2.15.6 Goede voorbeelden of praktijken Deel je projecten rond brandveiligheid. Kennis delen is de kracht! In heel wat hulpverleningszones gebeurener schitterende acties en ondernemen jullie initiatieven om brandveiligheid te promoten. Dit zijn dan bijvoorbeeld presentaties, school- en huisbezoeken, eigen folders, lezingen, Langs deze weg doen we een oproep om dit aan ons te bezorgen zodat we van verder kunnen werken aan de uitbouwen van de kennisdatabank op besafe.be. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [25]

Zo kunnen we dit materiaal delen met andere brandweerposten. Doe mee! Enkel samen kunnen we iets bereiken op het vlak van brandveiligheid en ons doel bereiken, nl. een drastische vermindering van het aantal doden en gewonden door brand. 2.15.7 Belang van partners De winst op het vlak van het verspreiden van de boodschap van brandveiligheid, zit in de samenwerking met partners. Brandweer kan dit immers onmogelijk alleen! Zie hiervoor ook hierboven 2.9 Draagvlak en partners. Bekijk met je collega s in je brandweerzone welke partners je kunt mee inschakelen. Voorbeelden van dergelijke samenwerkingen vind je terug op de kennisdatabank van besafe.be. 2.15.8 Risicogebieden en - groepen Sta eens stil bij de risicogebieden van je eigen brandweerzone. Is er in jouw zone een gebied waar het meer brandt? Is er een woonblok waar regelmatig een brandinzet gebeurd? Is dit het geval, organiseer zeker infomomenten in deze buurt. Risicogroepen Brand discrimineert Brand kan iedereen treffen en is voor iedereen gevaarlijk. Toch zijn er groepen die meer risico lopen. Kinderen: zie 2.15.5 Schoolbezoeken en kennisdatabank besafe.be Ouderen: zie kennisdatabank besafe.be Mensen met een beperking: voor deze groep hebben we nog niets specifiek ontwikkeld. Heb jij een goed idee of instrument, laat het ons weten zodat we het kunnen delen. Sociaal zwakkeren Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [26]

3 Rookmelders Woningbranden in België eisen enorm veel slachtoffers. Bovendien merken we al een aantal jaren op dat branden veel sneller ontwikkelen dan vroeger. Door het promoten van voldoende rookmelders en een vluchtplan kunnen we samen levens redden. Het gekende rookmelderhuis is grondig herbekeken en aangepast aan de huidige manier van wonen en leven. Veel te weinig mensen weten dat als er s nachts brand uitbreekt je heel weinig kans hebt om tijdig wakker te worden. Als je slaapt, ruik je immers niets. De rook van een brand verspreidt zich zeer snel en is verstikkend. 3.1 Welke rookmelder adviseren? Adviseer een optische rookmelder: deze informatie vind je terug op de verpakking. Soms wordt ook de term foto- elektrisch gebruikt. Vroeger waren er ook ionische rookmelders te koop, maar de verkoop ervan is verboden sinds 1/11/2010. Vanaf 1 januari 2020 mag dit type rookmelder niet meer gebruikt worden door particulieren. CE - markering en de norm EN14604 : de vermelding van de CE- markering en de norm EN14604 wil zeggen dat dit model voldoet aan de technische bepalingen waaraan een woningrookmelder wettelijk moet voldoen. Dit is bijgevolg een betrouwbare rookmelder. Leg het belang van een testknop uit: om de goede werking van een rookmelder te kunnen controleren, is het belangrijk dat het toestel over een testknop beschikt. Door kort op de testknop te drukken, gaat het alarm enkele seconden af en weet je dat het toestel werkt. 3.2 Welke soort batterij? Adviseer bij voorkeur een rookmelder met een niet- vervangbare batterij met een levensduur van 10 jaar. Zo n toestel kost iets meer, maar men is dan 10 jaar gerust. 3.3 Waar laten plaatsen? Het beste is om alle ruimten, waar je doorheen moet om je huis te ontvluchten bij brand, te voorzien van rookmelders. Geef duidelijk mee dat 1 rookmelder onvoldoende is om tijdig gealarmeerd te worden. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [27]

3.4 Waar best geen plaatsen? In de buurt van een open raam of een ventilatieopening: de rook wordt er weggeblazen. In de badkamer of de keuken: een rookmelder maakt geen onderscheid tussen condensatiedampen en rook van een brand. Op plaatsen waar het veel warmer is dan de rest van de ruimte, zoals boven een radiator of een ander verwarmingstoestel (een rookmelder functioneert niet goed meer bij een temperatuur van minder dan 4 C en van meer dan 38 C). In de garage: uitlaatgassen van auto's kunnen het alarm doen afgaan. Opmerking: adviseer wel om een rookmelder in de buurt ervan te hangen. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [28]

3.5 Hoe? Bevestig een rookmelder steeds tegen het plafond, want rook stijgt. Bij voorkeur in het midden van het plafond. Op minstens 30 cm van een hoek of rand van het plafond. De rookmelder kan ook aan de muur bevestigd worden, maar dan tussen 30 en 15 cm van het plafond en minstens 30 cm van een hoek. Goede dubbelzijdige kleefband is voldoende. Enkel sommige zwaardere design- rookmelders dient men met schroeven te bevestigen. 3.6 Testen en onderhoud van rookmelders Geef mee dat het testen en onderhoud belangrijk is. Het onderhoud gebeurt d.m.v. een vochtige doek of met de stofzuiger. Test je rookmelder elke eerste donderdag van de maand! 3.7 Levensduur rookmelders Autonome rookmelders hebben een beperkte levensduur van 10 jaar. Nadien vermindert de werking en kan de betrouwbaarheid niet meer gegarandeerd worden. Deze werking kan je niet testen op de rookmelder, je kunt enkel de werking van de batterij testen. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [29]

3.8 Wetgeving rookmelders in Vlaanderen Op 1 januari 2013 is het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders in werking getreden. Ook het bijhorende uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2012 is dan van kracht geworden. Wat staat er in het Rookmeldersdecreet? Alle huurwoningen waarvoor een huurcontract wordt afgesloten na 31 december 2012 moeten uitgerust zijn met voldoende rookmelders. Een gefaseerde invoering van de verplichting voor de bestaande huurcontracten is voorzien. bij verhuur: alle nieuwe contracten vanaf 1/1/2013, bestaande woningen gebouwd voor 1945 ten laatste op 31/12/2015, woningen gebouwd na 1945 ten laatste op 31/12/2018 bij sociale woningen: gebouwd voor 1950 op 31/12/2013, tussen 1950 en 1970 op 31/12/2014, tussen 1970 en 1980 ten laatste op 31/12/2016. Specifiek voor studentenwoningen geldt: elke zelfstandige woning of kamer, bestemd voor de huisvesting van studenten, moet vanaf 1 oktober 2014 uitgerust zijn met een rookmelder. Opgelet: gemeentelijke politieverordeningen kunnen nog strenger zijn en bijkomende verplichtingen opleggen! Hiervoor kan je bij een technicus brandvoorkoming in jouw zone terecht. Nieuwbouwwoningen en woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd moeten worden sinds 1 januari 2013 voorzien worden van voldoende rookmelders van zodra u werken uitvoert waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is. U moet dan bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning aanduiden waar u de rookmelders zal plaatsen. Wat betekent "uitgerust zijn met voldoende rookmelders"? Om aan de rookmeldersverplichtingen te voldoen moet de zelfstandige woning (eengezinswoning, appartement of studio) of kamerwoning op elke bouwlaag uitgerust zijn met minstens één rookmelder. In kamerwoningen moet bovendien elke kamer uitgerust zijn met een rookmelder. De verhuurder is verplicht tot aankoop en plaatsing. De huurder is verplicht tot onderhoud en vervanging van de batterijen. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [30]

3.9 Rookmelders redden levens De media geven weinig aandacht aan branden waar rookmelders mensenlevens redden. We horen of lezen vaak enkel de verhalen waar het slecht vaak dramatisch afloopt. Bespreek met de communicatieverantwoordelijke van je brandweerpost om dergelijke verhalen naar de pers door te spelen. Help ons mee het belang van rookmelders in de kijker te zetten. Syllabus Brandpreventieadviseur v20150226 [31]