Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22712 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen. De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. 's-gravenhage, 14 augustus 1992 Beatrix Nr. 2 VOORSTEL VAIM WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake omzetbelasting dient te worden aangepast aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot aanvulling van het gemeenschap pelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging, met het oog op de afschaffing van de fiscale grenzen, van Richtlijn 77/388/EEG (nr. 91/680/EEG, PbEG L 376); Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I In de Wet op de omzetbelasting 1968 (Stb. 329) worden de volgende wijzigingen aangebracht. A. In artikel 1 wordt, onder wijziging van onderdeelaanduiding b in d, na onderdeel a ingevoegd: S-BEL S-AFE 214015F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1992

b. intracommunautaire verwervingen van goederen in Nederland door ondernemers in het kader van hun onderneming en door rechtspersonen, andere dan ondernemers; c. intracommunautaire verwervingen, anders dan in de zin van onderdeel b, van nieuwe vervoermiddelen in Nederland, B. Na artikel 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 1a. 1. Artikel 1, aanhef en onderdeel b, is niet van toepassing wanneer het verworven goed: a. is geleverd door een ondernemer op wie de in artikel 24 van de Zesde Richtlijn bedoelde vrijstellingsregeiing van toepassmg is; b. is geleverd in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel f; of c. is geleverd met toepassing van artikel 5a, eerste lid. 2. Artikel 1, aanhef en onderdeel b, is voorts niet van toepassing op intracommunautaire verwervingen van goederen, andere dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsgoederen, door: a. ondernemers die op grond van artikel 27, eerste lid, geen omzetbe lasting verschuldigd zijn; b. ondernemers die uitsluitend leveringen van goederen of diensten verrichten waarvoor geen recht op aftrek van belasting bestaat; en c. rechtspersonen, andere dan ondernemers; voor zover het totaal van de vergoedingen ter zake van deze verwer vingen in het lopende kalenderjaar niet meer bedraagt dan f 23 000, mits het totaal van de vergoedingen ter zake van dergelijke verwervingen in het voorafgaande kalenderjaar niet meer heeft bedragen dan f 23 000. 3. De in het tweede lid bedoelde ondernemers en rechtspersonen kunnen schriftelijk aan de inspecteur verzoeken om dat lid op hen niet van toepassing te doen zijn. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor twee kalen derjaren. De inspecteur beslist op het verzoek bij beschikking. Bij minis terile regeling kunnen regels worden gesteld inzake de toepassing van dit lid. C. In artikel 2 wordt na «ter zake van de aan de ondernemer verrichte leveringen van goederen en verleende diensten» ingevoegd:, ter zake van de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen. D. Na artikel 2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2a. 1. In deze wet en in de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder: a. Zesde Richtlijn: Zesde Richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toege voegde waarde: uniforme grondslag (nr. 77/388/EEG, PbEG nr. L 145 van 13 juni 1977); b. Lid-Staat: een Lid-Staat van de Europese Economische Gemeen schap; c. Gemeenschap: het binnenland van de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap zoals dat is omschreven in artikel 3, leden 2 en 3, van de Zesde Richtlijn; het Vorstendom Monaco wordt behandeld als gebied van de Franse Republiek, het Eiland Man als gebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-lerland; d. derde-land: elk ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap; e. accijnsgoederen: bier, wijn, intermediaire produkten, overige alcoholhoudende produkten, minerale oliën en tabaksprodukten als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de accijns (Stb. 1991, 561); f. nieuwe vervoermiddelen: voor het personen of goederenvervoer

bestemde schepen met een lengte van meer dan 7,5 m, luchtvaartuigen met een totaal opstijggewicht van meer dan 1 550 kg en landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor van meer dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kw, met uitzondering van zeeschepen en luchtvaartuigen als bedoeld in de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 3, wanneer op het tijdstip van de levering: 1. na het tijdstip van eerste ingebruikneming van het vervoermiddel niet meer dan drie maanden zijn verstreken; of 2. het vervoermiddel, als het een landvoertuig betreft ten hoogste 3000 km heeft afgelegd, als het een schip betreft ten hoogste 100 uren heeft gevaren, dan wel als het een luchtvaartuig betreft ten hoogste 40 uren heeft gevlogen; g. btw-identificatienummer: het nummer dat ingevolge artikel 22, lid 1, onder c, en lid 10, van de Zesde Richtlijn door een Lid-Staat aan een ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer, is toegekend; h. intracommunautair goederenvervoer: het vervoer van goederen waarvan de plaats van vertrek en de plaats van aankomst op het grond gebied van twee verschillende Lid-Staten zijn gelegen; 1. plaats van vertrek: de plaats waar het goederenvervoer daadwer kelijk aanvangt, zonder rekening te houden met de trajecten die worden afgelegd om zich naar de plaats te begeven waar de goederen zich bevinden; j. plaats van aankomst: de plaats waar het goederenvervoer daadwer kelijk eindigt. 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de wijze waarop moet worden aangetoond of een vervoermiddel als nieuw aange merkt dient te worden. E. Na artikel 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3a. 1. Als levering van een goed wordt voorts aangemerkt de overbrenging door een ondernemer van een eigen goed van zijn bedrijf naar een andere Lid-Staat. 2. Overbrenging van een goed naar een andere Lid-Staat is het vervoeren van het goed voor bedrijfsdoeleinden, door of voor rekening van de ondernemer, voor zover het vervoerde goed niet: a. door de ondernemer wordt geleverd in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel f, of wordt geleverd met toepassing van artikel 5a, eerste lid; b. door de ondernemer wordt geleverd met toepassing van artikel 5, eerste lid, onderdeel c; c. door de ondernemer wordt geleverd met toepassing van artikel 9, tweede lid, onderdeel b; d. wordt gebezigd ten behoeve van een aan de ondernemer verrichte levering in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van een in de Lid-Staat van aankomst van het vervoer vervaardigde roerende zaak; e. wordt gebezigd ten behoeve van een aan de ondernemer verleende dienst, bestaande in werkzaamheden met betrekking tot dat goed, die feitelijk plaatsvinden in de Lid-Staat van aankomst van het vervoer; f. tijdelijk wordt gebruikt in de Lid-Staat van aankomst van het vervoer ten behoeve van een door de ondernemer verrichte dienst; of g. voor een periode van ten hoogste 24 maanden wordt gebruikt in de Lid-Staat van aankomst van het vervoer, wanneer de invoer van hetzelfde goed uit een derde-land met het oog op tijdelijk gebruik in aanmerking zou komen voor de regeling voor tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van invoerrechten. F. In artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht. F. 1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het

slot van onderdeel b door een puntkomma, toegevoegd: c. in afwijking van onderdeel b wordt een levering van goederen aan boord van een schip, vliegtuig of trein tijdens een vervoer met plaats van vertrek en plaats van aankomst in de Gemeenschap, verricht op de plaats van vertrek. F.2. In het tweede lid wordt «buiten Nederland» vervangen door: buiten de Gemeenschap. G. Na artikel 5 wordt een nieuw artikel mgevoegd, luidende: Artikel 5a. 1. In afwijking van artikel 5, eerste lid, onderdeel a, wordt de levering van goederen, andere dan nieuwe vervoermiddelen, die, direct of indirect, door of voor rekening van de ondernemer die de levering verricht worden vervoerd uit een andere Lid-Staat dan die van aankomst van het vervoer, verricht op de plaats van aankomst van dat vervoer. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de levering van goederen die onderworpen zijn aan heffing van belasting ter zake van intracommu nautaire verwerving van die goederen. 3. Indien de in het eerste lid bedoelde goederen worden vervoerd uit een derde-land en door de ondernemer die de levering verricht worden ingevoerd in een andere Lid-Staat dan die van aankomst van het vervoer, worden deze goederen geacht te zijn vervoerd vanuit de Lid-Staat van invoer. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op leveringen van goederen, andere dan accijnsgoederen, die worden vervoerd naar eenzelfde Lid-Staat, voor zover het totaal van de vergoedingen ter zake van deze leveringen in het lopende kalenderjaar niet meer beloopt dan het bedrag dat hiervoor bij ministeriële regeling voor die Lid-Staat is aangewezen, mits het totaal van de vergoedingen ter zake van dergelijke leveringen in het voorafgaande kalenderjaar niet meer heeft belopen dan dit bedrag. Voor goederen die worden vervoerd naar Nederland geldt een drempel bedrag van f230000. 5. Ondernemers die leveringen verrichten als bedoeld in het vierde lid kunnen schriftelijk aan de inspecteur verzoeken om dat lid op hen niet van toepassing te doen zijn. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor twee kalen derjaren. De inspecteur beslist op het verzoek bij beschikking. Bij minis teriële regeling kunnen regels worden gesteld inzake de toepassing van ditlid. H. In artikel 6, tweede lid, onderdelen d en e, wordt «de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: de Gemeenschap. 1. Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 6a. 1. In afwijking van artikel 6, tweede lid, onderdeel b, worden de diensten bestaande in intracommunautair goederenvervoer verricht op de plaats van vertrek. 2. In afwijking van artikel 6, tweede lid, onderdeel c, onder 2, worden de diensten bestaande in laden, lossen of soortgelijke activiteiten die samenhangen met intracommunautair goederenvervoer, die worden verleend aan ondernemers aan wie een btw-identificatienummer is toegekend in een andere Lid-Staat dan die waar de activiteiten feitelijk plaatsvinden, verricht in de Lid-Staat die aan de afnemer van de dienst het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder de dienst aan deze is verleend. 3. In afwijking van artikel 6, eerste lid, worden: a. de diensten bestaande in het bemiddelen bij de verlening van diensten als bedoeld in het eerste lid, door tussenpersonen die handelen

op naam en voor rekening van een ander, verricht op de plaats van vertrek van het vervoer; b. de diensten bestaande in het bemiddelen bij de verlening van diensten in verband met activiteiten die samenhangen met intracommu nautair goederenvervoer, door tussenpersonen die handelen op naam en voor rekening van een ander, verricht op de plaats waar de activiteiten feitelijk plaatsvinden; c. de diensten bestaande in het bemiddelen bij prestaties, andere dan die bedoeld in de onderdelen a en b en in artikel 6, tweede lid, onderdeel d, door tussenpersonen die handelen op naam en voor rekening van een ander, verricht op de plaats waar de prestaties worden verricht. 4. Wanneer de in het eerste en derde lid bedoelde diensten worden verleend aan ondernemers aan wie een btw-identificatienummer is toegekend in een andere Lid-Staat dan die waar op grond van het eerste en derde lid de plaats van dienst is gesitueerd, worderi deze diensten, in afwijking in zoverre van het eerste en derde lid, verricht in de Lid-Staat die aan de afnemer van de dienst het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder de dienst aan deze is verleend. J. Aan artikel 7 wordt na het vijfde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende: 6. Degene die, anders dan als ondernemer, een nieuw vervoermiddel levert welk vervoermiddel wordt vervoerd naar een andere Lid-Staat, wordt met betrekking tot die levering als ondernemer aangemerkt. K. In artikel 8 worden de volgende wijzigingen aangebracht. K.1. In het vierde lid wordt na «artikel 3, eerste lid, onderdelen g en h,» ingevoegd: en artikel 3a, eerste lid,. K.2. Het zevende lid wordt vervangen door: 7. Indien gegevens voor het bepalen van de vergoeding zijn uitgedrukt in een andere munteenheid dan die van Nederland, wordt de wisselkoers vastgesteld overeenkomstig de laatst genoteerde verkoopkoers op het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt. L. In artikel 12 worden de volgende wijzigingen aangebracht. L. 1. Onder vernummering van het tweede en het derde lid tot derde en vierde lid, wordt na het eerste lid ingevoegd: 2. Ingeval de ondernemer die een dienst als bedoeld in artikel 6a verricht, niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft, wordt de belasting geheven van degene aan wie de dienst wordt verleend. L.2. In het tot derde lid vernummerde tweede lid wordt «de dienst verricht» vervangen door: een dienst, andere dan bedoeld in het tweede lid, verricht. Voorts wordt «de dienst wordt bewezen» vervangen door: de dienst wordt verleend. L.3. In het tot vierde lid vernummerde derde lid wordt «de dienst wordt bewezen» vervangen door: de dienst wordt verleend. M. Aan artikel 13 wordt na het tweede lid een nieuw lid toegevoegd, luidende: 3. Bij levering van goederen met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6, wordt de belasting, in afwijking in zover van het eerste en tweede lid, verschuldigd op de vijftiende dag na de maand waarin de levering is verricht. Ingeval vóór dit tijdstip een factuur wordt uitgereikt, wordt de belasting verschuldigd op het tijdstip van uitreiking van deze factuur. N. In artikel 15 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

N.1. In het eerste lid wordt, onder wijziging van onderdeelaanduiding b in c, na onderdeel a ingevoegd: b. de belasting welke in het tijdvak van aangifte is verschuldigd geworden ter zake van door de ondernemer verrichte intracommunau taire verwervingen als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, mits de onder nemer in het bezit is van een op de voorgeschreven wijze opgemaakte factuur;. Voorts wordt in het in onderdeel c gewijzigde onderdeel b, onder 2, «artikel 12, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 12, tweede, derde en vierde lid. Ten slotte wordt in het in onderdeel c gewijzigde onderdeel b, na 4 ingevoegd: 5. ter zake van door de ondernemer verrichte intracommunautaire verwervingen als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, andere dan bedoeld in onderdeel b;. N.2. In het tweede lid wordt «buiten de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: buiten de Gemeenschap. Voorts wordt «uitgevoerd naar een ander land dan die Lid-Staten» vervangen door: uitgevoerd naar een plaats buiten de Gemeenschap. N.3. Onder vernummering van het derde, het vierde en het vijfde lid tot vierde, vijfde en zesde lid, wordt na het tweede lid ingevoegd: 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt bij levering van een nieuw vervoermiddel door de in artikel 7, zesde lid, bedoelde onder nemer de in het eerste lid bedoelde aftrek beperkt tot de belasting die in de aankoopprijs is begrepen of die verschuldigd is geworden ter zake van de intracommunautaire verwerving of de invoer van het vervoermiddel. De aftrek bedraagt ten hoogste het bedrag van de belasting dat verschuldigd zou zijn indien op die levermg het tarief van nihil niet van toepassing zou zijn. Het recht op aftrek ontstaat op het tijdstip waarop het vervoermiddel wordt geleverd. 0. Na artikel 17 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende: HOOFDSTUK IIA Heffing ter zake van intracommunautaire verwervingen Afdeling 1 Belastbaar feit Artikel 17a. 1. Intracommunautaire verwerving van goederen is de verwerving van goederen ingevolge een levering van deze goederen door een ondernemer in het kader van zijn onderneming, welke goederen worden vervoerd van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat. 2. Wanneer door rechtspersonen, andere dan ondernemers, verworven goederen worden vervoerd uit een derde-land en door deze rechtspersonen worden ingevoerd in een andere Lid-Staat dan die van aankomst van het vervoer, worden deze goederen geacht te zijn vervoerd vanuit de Lid-Staat van invoer van de goederen. 3. Als intracommunautaire verwerving van goederen wordt mede aangemerkt het beschikken voor bedrijfsdoeleinden over een goed dat door of voor rekening van de ondernemer wordt vervoerd uit een andere Lid-Staat waar het goed is vervaardigd, gewonnen, bewerkt, gekocht, onderworpen aan heffing van belasting ter zake van intracommunautaire verwerving, of door hem is ingevoerd. Artikel 17b. 1. De plaats waar een intra-communautaire verwerving wordt verricht, is de plaats van aankomst van het vervoer.

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een intracommu nautaire verwerving verricht in de Lid-Staat die aan de afnemer het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder de verwerving wordt verricht, voor zover de afnemer niet aantoont dat de belasting is geheven met toepassing van het eerste lid. Afdeling 2 Maatstaf en tarief van heffing Artikel 17c. 1. De belasting wordt berekend over de vergoeding 2. Met betrekking tot intracommunautaire verwervingen waarbij de ondernemer die de goederen levert verplicht is ter zake van die levering een factuur uit te reiken is artikel 8, tweede, zesde en zevende lid, van overeenkomstige toepassing. 3. Met betrekking tot andere intracommunautaire verwervingen dan bedoeld in het tweede lid, is artikel 8, vierde en zevende lid, van overeen komstige toepassing. Artikel 17d. De artikelen 9 en 10 zijn van overeenkomstige toepassing. Afdeling 3 Vrijstellingen Artikel 17e. Bi] ministenële regeling wordt, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, vrijstelling van belasting verleend voor de intracommunautaire verwervingen van goederen waarvoor: a. de levermg in het binnenland in elk geval is vrijgesteld; b. bij invoer in elk geval een vrijstelling van toepassing zou zijn; c. in elk geval recht zou bestaan op volledige teruggaaf daarvan. Afdeling 4 Wijze van heffing Artikel 17f. De belasting wordt geheven van degene die de intracom munautaire verwerving verricht. Artikel 17g 1. De belasting wordt verschuldigd op de vijftiende dag na de maand waarin de intracommunautaire verwerving is verricht. 2. Een intracommunautaire verwerving van een goed wordt verricht op het tijdstip waarop de aan de verwerving ten grondslag liggende levering van dat goed wordt verricht. 3. Ingeval vóór het in het eerste lid bedoelde tijdstip een factuur wordt uitgereikt aan degene die de verwerving verricht, wordt de belasting, in afwijking in zoverre van het eerste lid, verschuldigd op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt. Artikel 17h. De in een tijdvak verschuldigd geworden belasting moet op aangifte worden voldaan. P. Artikel 18 wordt vervangen door: Artikel 18. 1. Invoer van goederen is: a. het brengen in Nederland van goederen die niet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, dan wel van goederen die zich niet overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese

Gemeenschap voor Kolen en Staal in het vrije verkeer bevinden; b. het brengen in Nederland van goederen uit de in artikel 7, lid 1, onder b, van de Zesde Richtlijn bedoelde gebieden; c. het in Nederland beëindigen van, dan wel het in Nederland onttrekken van goederen aan een douaneregeling; d. de bevoorrading in Nederland van vervoermiddelen met goederen welke niet in het vrije verkeer zijn. 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder douanere geling de bestemmingen die ingevolge artikel 6 van de Wet inzake de douane (Stb. 1992, 54) aan douanegoederen kunnen worden gegeven, met uitzondering van invoer tot gebruik. Onder douaneregeling wordt mede verstaan de inslag van goederen in een vrij entrepot of een vrije zone. 3. Als invoer wordt niet aangemerkt het binnenbrengen van goederen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, indien deze goederen worden binnengebracht onder geleide van een document voor douane vervoer. Evenmin wordt als invoer aangemerkt het in Nederland beëin digen van een douaneregeling voor zover deze regeling wordt opgevolgd door een douaneregeling. 4. Als invoer wordt voorts niet aangemerkt het in Nederland beëin digen van, dan wel het in Nederland onttrekken van goederen aan de douaneregeling intern communautair douanevervoer als bedoeld in de artikelen 1 en 3, lid 3, van de Verordening (EEG) nr. 2726/90 van 17 september 1990 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betref fende communautair douanevervoer (PbEG L 262), indien het vervoer aanvangt en eindigt in de Gemeenschap. 5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld inzake de toepassing van dit artikel. Q. In artikel 19 worden de volgende wijzigingen aangebracht. Q.1. Het eerste lid wordt vervangen door: 1. De belasting wordt berekend over de douanewaarde. Q.2. Het tweede en het derde lid vervallen. Q.3. Het vierde lid wordt vernummerd tot tweede lid. Q.4. In het tot tweede lid vernummerde vierde lid wordt de aanhef vervangen door: In de douanewaarde zijn begrepen:. R. Artikel 21 wordt vervangen door: Artikel 21. Bij ministeriële regeling wordt, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, vrijstelling van belasting verleend voor: a. de invoer van goederen waarvoor aanspraak op vrijstelling van invoerrecht bestaat; b. de invoer van goederen met het oog op eventuele verkoop in de zin van artikel 29 van de Zeventiende Richtlijn van de Raad van 16 juli 1985 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake omzetbelasting - Vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde bij de tijdelijke invoer van andere goederen dan vervoermiddelen (nr. 85/362/EEG, PbEG nr. L 192 van 24 juli 1985); c. de invoer van goederen waarvan de levering in het binnenland in elk geval is vrijgesteld; d. de invoer van goederen die worden vervoerd naar een andere Lid-Staat wanneer degene die de goederen heeft ingevoerd deze levert met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6. S. In artikel 22 worden de volgende wijzigingen aangebracht. 5.1. Het tweede lid vervalt. 5.2. Het derde, het vierde en het vijfde lid worden vernummerd tot tweede, derde en vierde lid.

S.3. In het tot derde lid vernummerde vierde lid wordt «het derde lid» vervangen door: het tweede lid. T. In artikel 23 wordt het tweede lid vervangen door: 2. De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip waarop de goederen worden ingevoerd. U. In artikel 24 worden de volgende wijzigingen aangebracht. U.1. In het eerste lid wordt na «uitvoeren» ingevoegd: uit de Gemeen schap. Voorts wordt «buiten Nederland» vervangen door: buiten de Gemeenschap. U.2. In het tweede lid wordt na «uitvoeren» ingevoegd: uit de Gemeen schap. V. Aan artikel 25 wordt na het vierde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende: 5. De vorige leden zijn niet van toepassing op leveringen van nieuwe vervoermiddelen met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6. W. In artikel 27 worden de volgende wijzigingen aangebracht. W. 1. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid en het vierde tot en met het zevende lid tot zesde tot en met negende lid, wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende: 3. Aan de in het eerste lid bedoelde ondernemers die goederen als aldaar bedoeld in onderdeel a leveren met toepassing van artikel 5a, eerste lid, wordt op verzoek teruggaaf van belasting verleend, ingeval de levering leidt tot verschuldigdheid van belasting in de Lid-Staat van aankomst van het vervoer. De teruggaaf bedraagt 5 percent van het door de ondernemer in rekening gebrachte bedrag. W.2. Na het tot vierde lid vernummerde derde lid wordt een nieuw iid ingevoegd, luidende: 5. Aan de in artikel 1a, tweede lid, bedoelde ondernemers en rechts personen, andere dan ondernemers, die zijn gevestigd in een andere Lid-Staat, aan wie de in het eerste lid bedoelde ondernemers goederen als aldaar bedoeld in onderdeel a leveren, wordt op verzoek teruggaaf van belasting verleend, voor zover deze goederen in die andere Lid-Staat zijn onderworpen aan heffing van belasting ter zake van intracommunau taire verwerving van die goederen. De teruggaaf bedraagt 5 percent van het door de leverancier in rekening gebrachte bedrag. W.3. In het tot zesde lid vernummerde vierde lid wordt in de tweede volzin «het derde lid» vervangen door: het vierde lid. X. In artikel 28 vervalt «(Stb. 1991,561)». Y. Na artikel 29 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 30. 1. Op verzoek wordt teruggaaf verleend van de belasting ter zake van intracommunautaire verwerving van goederen in de gevallen waarin de belasting is geheven met toepassing van artikel 17b, tweede lid, en de ondernemer aantoont dat ter zake van dezelfde verwerving belasting is geheven in de Lid-Staat van aankomst van het vervoer. 2. Op verzoek wordt teruggaaf verleend van de belasting ter zake van invoer van goederen door een rechtspersoon, andere dan ondernemer, welke goederen zijn vervoerd uit een derde-land met als bestemming een andere Lid-Staat, indien belanghebbende aantoont dat in die andere Lid-Staat ter zake van intracommunautaire verwerving van die goederen belasting is geheven.

Z. Na artikel 33 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 33a. 1. De ondernemer die niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft, kan in Nederland een fiscaal vertegenwoordiger aanstellen ter zake van zijn leveringen, diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer. De fiscaal verte genwoordiger treedt in zijn plaats met betrekking tot alle rechten en verplichtingen die hij heeft inzake de aangifte en de betaling van de belasting, alsmede de verplichtingen bedoeld in artikel 37a. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen een ondernemer als bedoeld in het eerste lid verplicht is een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen. 3. De fiscaal vertegenwoordiger dient in het bezit te zijn van een daartoe verstrekte vergunning van de inspecteur. 4. Degene die een vergunning als fiscaal vertegenwoordiger wil verkrijgen, dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij de inspecteur. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de gegevens die het verzoek moet bevatten. 5. Bij het verzoek dient een verklaring van de in het eerste lid bedoelde ondernemer te worden overgelegd waaruit blijkt dat degene die het verzoek indient door de ondernemer is gemachtigd namens hem op te treden als fiscaal vertegenwoordiger. 6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, ter verzekering van de heffing, regels worden gesteld met betrekking tot de voorwaarden waaronder de vergunning wordt verleend, gewijzigd en ingetrokken. Het verlenen, het wijzigen en het intrekken van de vergunning geschiedt bij beschikking. AA. Artikel 34 wordt vervangen door: Artikel 34. 1. De ondernemer is gehouden, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, aantekening te houden van de door hem en aan hem verrichte leveringen van goederen en verleende diensten, van de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen, van de invoer van goederen in en de uitvoer van goederen uit de Gemeenschap, alsmede van andere gegevens die van belang zijn met betrekking tot de heffing van de belasting in Nederland en in andere Lid-Staten. 2. De ondernemer is tevens gehouden, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, een register bij te houden van: a. de goederen die door hem of voor zijn rekening zijn vervoerd naar een andere Lid-Staat om aldaar te worden gebruikt voor de in artikel 3a, tweede lid, onderdelen d tot en met g, bedoelde doeleinden; b. de goederen die hem uit een andere Lid-Staat door of voor rekening van een aldaar wonende of gevestigde ondernemer zijn toegezonden met het oog op een levering in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van een roerende zaak aan deze ondernemer. 3. De rechtspersoon, andere dan ondernemer, is gehouden, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, aantekening te houden van de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen. BB. In artikel 35 worden de volgende wijzigingen aangebracht. BB.1. In het eerste lid wordt «aan een andere ondernemer» vervangen door: aan een andere ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer,. Voorts worden, onder wijziging van de onderdeelaanduidingen f en g in h en i, na onderdeel e twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende: f. in geval van diensten als bedoeld in artikel 6a, alsmede in geval van leveringen met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6, het btw-identificatienummer van de ondernemer die 10

de levering of de dienst verricht en het btw-identificatienummer van degene aan wie de levering wordt verricht of de dienst wordt verleend; g. de gegevens die nodig zijn om te bepalen of een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is;. BB.2. In het derde lid wordt na «aan een andere ondernemer» ingevoegd: of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer,. BB.3. Na het vijfde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 6. Het eerste tot en met het vijfde lid zijn voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing op ondernemers die aan anderen dan de in het eerste lid bedoelde ondernemers en rechtspersonen goederen leveren met toepassing van artikel 5a, eerste lid, dan wel onderdeel a, post 6, van de bij deze wet behorende tabel II. CC. Na artikel 37 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 37a. 1. De ondernemer, uitgezonderd die bedoeld in artikel 7, zesde lid, is verplicht uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op een kalenderkwartaal bij de mspecteur een lijst in te dienen waarop zijn vermeld: a. de ondernemers aan wie goederen zijn geleverd met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6; b. de ondernemers in een andere Lid-Staat waarnaar door de onder nemer goederen zijn vervoerd ten behoeve van een levering aan hem in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel c. 2. In de lijst wordt opgave verlangd van de gegevens als bedoeld in artikel 22, lid 6, onder b, van de Zesde Richtlijn, waarvan de kennis neming van belang kan zijn voor de heffing van belasting ter zake van intracommunautaire verwervingen van goederen in andere Lid-Staten en die noodzakelijk zijn met het oog op de naleving van de bepalingen betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen als bedoeld in dezelfde bepaling 3. Bij ministeriële regeling wordt het formulier van de lijst vastgesteld 4. In afwijking in zoverre van het eerste en het tweede lid kan de inspecteur toestaan dat de aldaar bedoelde gegevens op andere wijze, bij voorbeeld op electronische wijze, worden ingediend. DD. In artikel 42 wordt «artikel 34, 35 of 38» vervangen door: artikel 34, 35, 37a of 38. EE. In tabel II worden de volgende wijzigingen aangebracht. EE.1. In onderdeel a, post 2, alsmede in de bijzondere bepaling bij die post wordt na «uitgevoerd» ingevoegd: uit de Gemeenschap. EE.2. Aan onderdeel a wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van post 5 door een puntkomma, een nieuwe post toegevoegd, luidende: 6. goederen die worden vervoerd naar een andere Lid-Staat, voor zover deze goederen aldaar zijn onderworpen aan heffing van belasting ter zake van intracommunautaire verwerving van die goederen. EE.3. In onderdeel b, post 4, wordt «in Nederland» vervangen door: in de Gemeenschap. EE.4. In onderdeel b, post 5, wordt «buiten Nederland» telkens vervangen door: buiten de Gemeenschap. EE.5. Aan onderdeel b wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van post 5 door een puntkomma, een nieuwe post toegevoegd, luidende: 6. het intracommunautair goederenvervoer naar of vanaf de eilanden die de autonome regio's van de Azoren en van Madeira vormen, alsmede het vervoer van goederen tussen deze eilanden. Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22712, nrs. 1-2 11

ARTIKEL II 1. Bij ministeriële regeling kunnen nadere, zonodig van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals die luidt nadat deze wet in werking is getreden, afwijkende regels worden gesteld. 2. Het eerste lid is slechts van toepassing voor zover de aldaar bedoelde regels noodzakelijk zijn ter uitvoering van door de Raad van de Europese Gemeenschappen vastgestelde richtlijnen of verordeningen die strekken ter aanvulling of vereenvoudiging van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot aanvulling van het gemeenschap pelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging, met het oog op de afschaffing van de fiscale grenzen, van richtlijn 77/388/EEG (nr. 91/680/EEG, PbEG L 376), indien het betreft: a. overgangsbepalingen die verband houden met het vervallen binnen de Gemeenschap met ingang van 1 januari 1993 van de regeling intern communautair douanevervoer als bedoeld in de artikelen 1 en 3, lid 3 van de Verordening (EEG) nr. 2726/90 van 17 september 1990 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende communautair douanevervoer (PbEG L 262), of van regelingen inzake vrijstelling van omzetbelasting bij invoer; danwel b. vereenvoudigingen die mede samenhangen met de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (nr. 92/12/EEG, PbEG L 24); voor zover die regels op 1 januari 1993 in werking moeten treden. 3. Na het tot stand komen van een regeling als bedoeld in het eerste lid wordt onverwijld een voorstel van wet tot goedkeuring van die regeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. ARTIKEL III Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1993. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Staatssecretaris van Financiën, 12