Voorbeeldtoets Natuurkunde voor groep 8. Deze toets bestaat uit 15 opgaven



Vergelijkbare documenten
1 Stuiteren (2) Welke tennisbal stuitert het best? A bal 1 B bal 2 C bal 3 D alle ballen even goed. 2 Brandend lampje

Voorbeeldtoets Techniek voor groep 8. Deze toets bestaat uit 15 opgaven

Voorbeeldtoets Biologie voor groep 8 Voeding en gezondheid. Deze toets bestaat uit 12 opgaven

Voorbeeldtoets Biologie voor groep 8

Handleiding Voorbeeldtoetsen PPON

Tandwielen. Katrollen

E n e r g i e e x p e r i m e n t e n Science

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Toets bij 2F Opgavenboekje rekenen 1

Elektrische energie. energie01 (1 min, 47 sec)

TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009

Naam: Klas: Repetitie elektriciteit klas 2 1 t/m 6 HAVO (versie A)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden.

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Toets Wetenschap en Techniek groep 8 SAM

Energie : elektriciteit : stroomkringen

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)

VJTO 2013 ANTWOORDEN VOORRONDE

warmte en licht energie omzetting elektriciteit In een lamp wordt energie omgezet


2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

OPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2008

Werkstuk elektriciteit Mees Kleefmann Groep 7a Oktober Elektriciteit

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

Dit examen bestaat uit 11 opgaven Bijlage: 1 antwoordblad

3 Slim met stroom. Inleiding

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen

NT /2004 LUISTEREN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il

Introductie. De kit bestaat uit verschillende materialen en een DVD. Op de DVD staan de volgende bestanden: Handboek over Gebouwen, met animaties;

NaSk 1 Elektrische Energie

6.0 Elektriciteit 1

Rekenen/wiskunde. Diagnostische toets rekenen niveau X2 en Y1. Handleiding digitale toetsafname

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Energie 2

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2

TECHNIEK Assistent installatie- en constructietechniek. Deel 3 van 4 Ondersteunt bij installatie- of constructiewerkzaamheden

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Schrijf indien nodig de berekening op. Daar krijg je deelscores voor.

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

Opgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.

Rekenen. Afsluitende toets niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname

Dit examen bestaat uit 12 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

Vlaamse Junior STEM Olympiade, Technology approved antwoorden finale 2017

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

Rekenen. Afsluitende toets niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname


Elektriciteit! Om van te bibberen! Of niet? Klas: Namen: Elektriciteit Om van te bibberen! Of niet? Stephanie Vermeulen (2 BALO WPL) 1

POWER LINE. Lesmateriaal plus proeven over elektriciteit. Een lespakket van Zoleerjemeer

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2

Voorbeeld 1. Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt?

Natuuronderwijs. Vraag 1 van 12. Indeling dierenrijk. Welk van deze dieren is een insect? dier A dier B dier C dier D

Examentraining HAVO5 Oriëntatietoets 1

Leskist groene energie Pagina 11

Maakopdracht: Een tol met een motortje

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

1.1 Hoe branden de lampen?

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Thema 1 Natuurlijke verschijnselen

Stoffen en Reacties 2

Luistertoets Nederlands

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Project Energie. Week 1ABC: Mens en dier

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

STROOMKRING. STAP 1 Lees eerst de hele tekst door en bekijk de tekeningen en het montagepaneel.

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Multifunctionele detector Metaal- en stroomdetector

6 Elektriciteit. Pulsar 1-2 vwo/havo uitwerkingen 2012 Noordhoff Uitgevers Elektriciteit om je heen. 1 Het juiste antwoord is D: 5000 V.

Blad 1. Voor het simulatiespel: 100 gele kaartjes (de energiepunten) 2 A6 met lampsymbool 1 A6 met batterijsymbool. Tijd Totaal 60 minuten.

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau B1. Handleiding digitale toetsafname

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2. a) Welke energieomzetting vindt er plaats?

Over jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW]

Lessen in Elektriciteit

Groep 7 - Les 1 Stroom in huis

Probeer je een dag in te beelden zonder stekkers en stopcontacten? Wat moeten we allemaal missen?

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 lood 11,2 0, ,0 4,2 100

Voor het welzijn van kind en school. Klas 3!

Elektriciteit thuis. Extra informatie Elektriciteit, Elektriciteit thuis,

Transcriptie:

Voorbeeldtoets Natuurkunde voor groep 8 eze toets bestaat uit 15 opgaven

Stichting ito Instituut voor Toetsontwikkeling rnhem (2011) lle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting ito Instituut voor Toetsontwikkeling worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie/reprografie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook. Stichting ito Instituut voor Toetsontwikkeling heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende in aanmerking te komen, kan hij of zij zich tot ito wenden.

1 Wekkers onder een glazen stolp nneke heeft twee wekkers onder een glazen stolp gezet. ij 2 is alle lucht onder de stolp weggezogen. ij 1 is geen lucht weggezogen. Hoor je allebei de wekkers evengoed als ze aflopen? Ja Nee, je hoort wekker 2 beter. Nee, je hoort wekker 2 bijna niet. 2 Schakelaar Op een batterij zijn twee lampjes aangesloten. eide lampjes branden. Je wil met één schakelaar beide lampjes in een keer uitdoen. Waar moet de schakelaar zich dan bevinden? op plaats 1 op plaats 2 op plaats 3 op plaats 4

3 Zonnepaneel met elektromotortje enise heeft een kleine elektromotor op een zonnepaneeltje aangesloten. e zon schijnt, dus het motortje draait. In het zonnepaneel en de elektromotor vinden energie-omzettingen plaats. In welke volgorde gebeurt dat? 4 Stuiteren Maaike en Peter doen een proefje met verschillende tennisballen. Maaike laat de tennisballen steeds van dezelfde hoogte vallen (de valhoogte). Peter kijkt steeds hoe hoog een bal dan terug stuitert (de stuiterhoogte). Wat willen Peter en Maaike met dit proefje te weten komen? Wat is de invloed van de valhoogte op de stuiterhoogte? Wat is de invloed van de ondergrond op de stuiterhoogte? Welke tennisbal stuitert het beste? Welke tennisbal is het zwaarst?

5 Elektriciteitsmeter Wanneer een elektrisch toestel is ingeschakeld, gaat de schijf van deze meter draaien. Naarmate er meer stroom gebruikt wordt, draait de schijf sneller. Wanneer zal de schijf het snelst ronddraaien? ij het gebruik van een bureaulamp een mixer een radio een wasdroger 6 randende kaars In lucht zitten kooldioxide, stikstof en zuurstof. Harry zet over een brandende kaars een jampot. e kaars gaat uit. Hoe komt dat? Omdat de kooldioxide onder de jampot op raakt. Omdat de stikstof onder de jampot op raakt. Omdat de zuurstof onder de jampot op raakt.

7 IJs met zout Jeffrey wil weten hoe snel een ijsblok smelt, als je er zout bij doet. Hij vult drie bakjes zoals op de tekening. an meet Jeffrey hoeveel minuten het duurt tot het ijs is gesmolten en maakt met deze gegevens een grafiek. Welke voorspelling kun je doen als je vier schepjes zout bij het ijs doet? Het duurt iets minder dan 58 minuten tot het ijs gesmolten is. Het duurt tussen 58 en 105 minuten tot het ijs gesmolten is. Het duurt tussen 58 en 63 minuten tot het ijs gesmolten is. Het duurt iets meer dan 105 minuten tot het ijs gesmolten is. 8 e aarde en de zon e aarde draait, net als de andere planeten, in een cirkelbaan om de zon. Tegelijkertijd draait de aarde als een tol om zijn eigen as. Hoe lang doet de aarde er over om één keer om zijn eigen as te draaien? een dag een jaar een maand at kun je niet weten omdat het steeds verandert.

9 Slagbalhonk Op het plein staat de paal van een slagbalhonk. li heeft om 9 uur s ochtends gemeten hoe lang de schaduw is. Twee uur later, om 11 uur, zal ze de lengte van de schaduw opnieuw meten. Twee kinderen doen een voorspelling over de lengte om 11 uur. hristel zegt: e schaduw zal om 11 uur korter zijn, omdat de zon dan hoger staat. Miranda zegt: at kun je niet zeggen. e lengte van de schaduw hangt af van hoe warm het is. Wie heeft gelijk? hristel Miranda geen van beiden 10 randend lampje Waarvan kan het staafje bij de pijl gemaakt zijn? van een lollystokje van een lucifer van een spijker

11 Omhulsel van schuimrubber Moeder doet een omhulsel van schuimrubber om de buizen van de centrale verwarming. Waarom doet moeder dit? ls de buis lek is, stroomt het water minder snel op de grond. e buizen worden zo beter beschermd tegen roesten. Het water in de buizen verliest dan minder warmte. 12 Kompas Het instrument op de foto is een oud kompas. Het is gemaakt van het metaal messing. Het kompas is niet van ijzer gemaakt, ook al is dat goedkoper en sterker dan messing. Waarom wordt een kompas niet van ijzer gemaakt? IJzer is gevaarlijk bij stroom. IJzer kan roesten. IJzer verstoort de werking van het kompas. IJzer wordt veel warmer in de zon.

13 Tennisbal Peter en Ton doen een proefje met een tennisbal. Ton laat de bal van een bepaalde hoogte vallen en Peter kijkt hoe hoog de bal terug stuitert. Peter zegt: Tijdens het vallen wordt de snelheid van de bal steeds groter. Ton zegt: Volgens mij is de snelheid van de bal steeds even groot. Wie heeft er gelijk? geen van beiden Peter Ton 14 Knijpkat Een knijpkat blijft licht geven, zolang je steeds opnieuw in de handle knijpt. Wat levert de elektriciteit voor de lamp? een accu een batterij een dynamo een zonnecel

15 In het water Francien doet een proefje: zij hangt een metalen speelgoedauto aan een veer met schaalverdeling. Het wijzertje op de veer geeft 200 gram aan. aarna hangt ze de speelgoedauto helemaal in het water. Het wijzertje geeft dan 100 gram aan. Wat is juist? Het autootje weegt in water de helft door de opwaartse kracht van het water. Het autootje weegt in water de helft omdat in water de zwaartekracht de helft is. Het autootje weegt in water de helft omdat er in water geen zwaartekracht is.