Inspectierapport Kinderdagverblijf Eigen Wijs BV (BSO) van Heutszlaan 60 a 6711 KR Ede Registratienummer 102368557 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Ede Datum inspectie: 26-01-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 27-02-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum (en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum Buitenschoolse opvang (BSO) Eigen Wijs is samen met kinderdagverblijf (KDV) Eigen Wijs gevestigd in één gebouw aan de Van Heutszlaan 60a in Ede. De BSO biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar en bestaat momenteel uit twee groepen. Onderzoeksgeschiedenis De afgelopen drie jaar voldeed het kindercentrum aan de getoetste voorwaarden. Handhaving is niet aan de orde geweest. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens het inspectiebezoek hebben de medewerkers alle voorhanden informatie en documenten verstrekt en was er een duidelijk beeld van de dagelijkse praktijk. Uit het onderzoek blijkt dat het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden. Meer informatie vindt u bij de toelichtingen in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. De observatie vond plaats vanaf het moment dat de kinderen uit school werden opgehaald tot en met vrij spelen. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch werkplan komt regelmatig aan de orde in het teamoverleg. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Respectvol contact "De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (...)" Contact/ affectie "De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes (...)" Tijdens het ophalen uit school worden de kinderen uit groep 1 en 2 in de klas opgehaald. De beroepskracht praat zo mogelijk op ooghoogte tegen de kinderen. Wanneer alle kinderen opgehaald zijn uit school lopen zij met elkaar naar de BSO locatie. Onderweg wordt er gezellig met elkaar gepraat. De beroepskracht vraagt bijvoorbeeld hoe het op school was. Zij is vriendelijk van toon in het contact. De kinderen vertellen graag hun verhaal aan de beroepskracht. Wanneer zij op de locatie aankomen zegt de beroepskracht. 'Zullen we even extra zachtjes doen? Maken we er een spelletje van!' Persoonlijke competentie Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen Zelfredzaamheid "Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor kinderen beschikbaar als hulp en 'controlepunt' voor wat kan en mag (...)" "Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen (...)" 4 van 10
Kinderen komen op verschillende momenten aan op de BSO. Het eet- en drinkmoment van de verschillende groepen volgt elkaar enigszins op. Dit betekent dat sommige kinderen al aan het spelen zijn, wanneer andere groepen nog aan tafel zitten. De overgang van het eet- en drinkmoment loopt geleidelijk over in het vrij spelen. De kinderen brengen zelf hun beker naar de keuken voordat ze gaan spelen. Het knutselmateriaal is klaargelegd op de tafel. Het spelmateriaal dat niet bereikbaar is, is wel zichtbaar. Een kind vraagt aan de beroepskracht terwijl het kind naar de kast wijst: 'Mag ik die knikkerbaan?' Waarna de beroepskracht het spelmateriaal aanreikt. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie Regie voeren "De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen (...)" Wanneer er meerdere kinderen met hetzelfde spelmateriaal (blokken) aan spelen zijn, zegt een van de kinderen tegen de beroepskracht: 'Zij gaan het afpakken!' De beroepskracht gaat bij de kinderen zitten en vraagt: Wat ben jij aan het bouwen? 'Maar die hebben wij nu nodig!' zegt hetzelfde kind. De beroepskracht legt uit dat de anderen met deze blokken aan het spelen zijn en dat zij later mogen. 'Dan spreken we even om de beurt af?' zegt de beroepskracht. De kinderen spelen hierna weer verder. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Grenzen en afspraken "De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn (...)" Bij het lopen uit school naar de BSO locatie is te zien dat de kinderen bekend zijn met de afspraken. Zo zijn er onderweg verschillende 'stopplaatsen' waar de kinderen op elkaar moeten wachten wanneer zij vooruit gelopen zijn. Voor het oversteken wil de beroepskracht de aandacht van de kinderen. Zij zegt vriendelijk en ook duidelijk tegen de kinderen: 'ik wil alle ogen zien' Hierna legt zij aan de kinderen waar zij op moeten letten bij het oversteken en wat de afspraken zijn. Conclusie pedagogische praktijk In de praktijk is te zien dat door het handelen van de medewerkers de vier basisdoelen gewaarborgd worden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (telefonisch mw. Van Doorn) Interview (beroepskracht(en)) Observaties Website 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle op de dag van inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) die is afgegeven na 1 maart 2013. De VOG's van de medewerkers die het afgelopen jaar in dienst zijn getreden zijn voor aanvang van de werkzaamheden overlegd en waren op dat moment niet ouder dan twee maanden. Op het moment van inspectie waren er geen stagiaires, uitzendkrachten of vrijwilligers werkzaam op de BSO. Passende beroepskwalificatie Alle op de dag van inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. Opvang in groepen Binnen de BSO zijn er twee basisgroepen: Groep Fidel A: maximaal 20 kinderen in de leeftijd van vier tot ongeveer zeven jaar; Groep Fidel B: maximaal 20 kinderen in de leeftijd vanaf zeven tot en met twaalf jaar. Er wordt voldaan aan de voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Op de dag van inspectie waren er dertig kinderen, begeleid door vier beroepskrachten. Daarnaast was er een extra beroepskracht boventallig aanwezig in verband met de inwerkperiode. Er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag (24-04-2014, 23-03-2015, 29-05-2015, 04-05-2016, 08-12- 2016, 23-01-2017) Diploma's beroepskrachten (PW kinderopvang niv.4, leraar B.O. (2x), onderwijsass.niv.4, gesp.mw.ko.niv.4, SPH) Presentielijsten (dag van inspectie) Personeelsrooster (dag van inspectie) 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf Eigen Wijs BV Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Eigen Wijs Adres houder : van Heutszlaan 60 a Postcode en plaats : 6711KR Ede Website : www.eigenwijs-ede.nl KvK nummer : 09087407 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Nancy Bakkeren Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Ede Adres : Postbus 9022 Postcode en plaats : 6710HK EDE GLD Planning Datum inspectie : 26-01-2017 Opstellen concept inspectierapport : 20-02-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 27-02-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 27-02-2017 Verzenden inspectierapport naar : 27-02-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 06-03-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10