Selectiecriteria, weging en selectie LEADER Zuidoost-Drenthe

Vergelijkbare documenten
Gelet op artikel 1.3 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 3 van Hoofdstuk 3 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

Handboek beoordeling LEADER-projecten

Toetsingsformulier en -criteria LEADER-3 Utrecht-Oost Status: aangepaste conceptversie.

Bekendmaking van het besluit van 7 februari zaaknummer

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 7 februari zaaknummer

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 5529

AANPAKKEN BOUWEN OP LOKALE KRACHT PUBLIEKSVERSIE ZUIDOOST-DRENTHE LOKALE ONTWIKKELINGSSTRATEGIE

Projectplan Domotica voor oud met jong in Zuidoost Drenthe Veiligheid en kwaliteit van leven 6 september 2018, Lectoraat Maatschappelijk Vastgoed

Factsheet POP 3 Gelderland LEADER-Achterhoek Samenwerkingsactiviteiten

Artikel 1 Open te stellen de maatregel Uitvoering van Leader-projecten, Hoofdstuk 3, Leader, paragraaf 3 van de Verordening

TOELICHTING. Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen. Regeling lopende kosten LEADER

Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER

Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP-3) Zeeland;

PROVINCIAAL BLAD. Besluit Openstelling Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek

Subsidie-aanvraagformulier Aanjaagfonds Evenementen

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Rectificatie Openstellingsbesluit Regeling uitvoering van LEADER projecten

1. Het subsidieplafond voor de projecten die vallen onder de LOS Zuidoost-Drenthe als volgt vast te stellen:

PROVINCIAAL BLAD. Openstelling POP3 uitvoering van LEADER 2017 en 2018

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2017

Wijziging Verzamel uitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016 (9e wijziging)

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek

Wijziging Verzamel uitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016 (9e wijziging)

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

Projectplan POP3: Openstelling niet-productieve investeringen water Zeeland 2016

Openstelling POP3 uitvoering van LEADER 2017 en 2018

Subsidieregeling plattelân Fryslân Hoofdstuk 2 Plattelandsbeleid, paragraaf 2.3 Provinciale Leefbaarheidsinitiatieven

Bijlage 2. Uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven provincie Drenthe

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2017

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek, oktober 2018

opgenomen. Deze nadere regels zijn als bijlage bij het Openstellingsbesluit

Leidraad projectbeschrijving Versie oktober 2016

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

b e s l u i t Voor de uitvoering van deze regeling is in 2018 eenmalig een bedrag van ,- beschikbaar.

Meer informatie nodig?

Themasessie. Kennisnetwerkdag L&G 20 juni Hoe zet ik een goed projectplan op?

Subsidie-aanvraagformulier Initiatieven Coevorden Verbindt

Aanvraagformulier Rabo ImP³actfonds

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2017

Aanvraagformulier subsidieverstrekking Uitvoeringsverordening Subsidie Agenda Recreatie en Toerisme provincie Utrecht

Toelichting 2.3 Regeling uitvoering van LEADER projecten

Regeling subsidie promotie gemeente Oisterwijk 2016

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019

Projectplan Openstelling Samenwerking voor innovatie Zeeland 2019 (6 mei t/m 2 september 2019) POP3

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 25 maart 2008, afdeling MOW, nummer: 2008int219494;

Voorlichtingsbijeenkomst

FACTSHEET BEREIKBAARHEIDSFONDS BETER BENUTTEN ZWOLLE KAMPEN NETWERKSTAD

REGELING BEWONERSINITIATIEVEN 2019

FACTSHEET BEREIKBAARHEIDSFONDS BETER BENUTTEN ZWOLLE KAMPEN

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Neem deze documenten goed door voordat u uw subsidieaanvraag indient.

Programma Kinderen Maken Muziek

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Deelverordening incidentele subsidies Wijdemeren 2017

Factsheet POP 3 Gelderland Samenwerking voor innovaties op lokaal niveau Korte voorzieningsketens

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

GEMEENTEBLAD. Nr

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 24 januari 2016 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

Aanvraagformulier Stimuleringsfonds leefbaarheid 2018

Natuurinclusieve landbouw 2019 (POP 3 Gelderland)

Regeling samenwerking voor innovaties op lokaal niveau 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Aanvraagformulier resultaatsubsidie

2. Samenvatting 2 a. Beschrijf uw project in maximaal 3 zinnen Deze korte samenvatting kan worden gebruikt voor publicatiedoeleinden:

Gelet op artikel 1.3 van de Verordening Subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma , hierna te noemen de Verordening;

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie

Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP-3) Zeeland;

Subsidieregeling Bewonersinitiatiefgelden 201

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland;

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015

Aanvraagformulier subsidie Provincie Zeeland

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER 2019

FONDSENWERVING EN FINANCIERING

Wijziging Nadere regels voor subsidieverstrekking Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

RICHTLIJNEN VOOR EEN AANVRAAG BINNEN DE REGELING PROFESSIONELE KUNST

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Sterke Samenleving Ondersteunende Overheid

Criterium Deelaspecten Minimale vereisten Scoring (techniekarm) Dekkend en doelmatig technisch

Nadere regels stimuleringsfonds voor circulaire bedrijvigheid Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

Samenwerking Fysieke investeringen DAW 2019 (POP 3 Gelderland)

Het wenselijk is dat landbouwers fysiek kunnen investeren in innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen;

Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur Commissie Ruimte, Water en Groen (t.k.) 23 april 2002 Nr , PB Nummer 25/2002

Toelichting en stappenplan Initiatievenbudget Samen werken aan duurzame energie Almere 2018

Vaststellen Subsidieregeling aanpak Jeugdwerkloosheid (3B, 2016, 160)

Flexibele subsidies 2017: Thema - Opgroeien in de buurt en zwerfjongeren

s-gravenhage 27 November 2012 Activiteit: OPRICHTEN BUURTENERGIEBEDRIJF IN DE STATIONSBUURT Aanvraag subsidieverlening Planontwikkeling 1

FONDSENWERVING EN FINANCIERING

november februari 2019) POP3

Factsheet POP 3 Gelderland Natuurinclusieve Landbouw 2018

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Transcriptie:

Selectiecriteria, weging en selectie LEADER Zuidoost-Drenthe De LAG beoordeelt projecten aan de hand van vastgestelde criteria. In paragraaf 2.2.1 van de LOS zijn deze criteria opgenomen. Ook moeten de initiatieven voldoen aan de spelregels uit de Verordening POP3 subsidies provincie Drenthe (versie 2 maart 2016) en het Openstellingsbesluit Uitvoering van LEADER-projecten (vastgesteld door GS van de Provincie Drenthe op 26 april 2016). In dit document worden de criteria nader toegelicht. Het document is hiermee te gebruiken als hulpmiddel voor LAG-leden welke bij de beoordeling van projecten gebruikt kan worden, maar ook voor de initiatiefnemers, om een beter beeld te krijgen waar de initiatieven aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een bijdrage. Per project moeten minimaal 60 punten worden verkregen om voor een bijdrage in aanmerking te komen. In welke mate draagt het project bij aan de doelstellingen van de LOS? C Financiële en organisatorische haalbaarheid A1 Versterken lokale samenwerking A2 Versterken van de toeristische sector A3 Versterken van het MKB A4 Verbeteren woon- en leefomgeving A5 Optimaliseren van (digitale) bereikbaarheid B1 Mate waarin het initiatief draagvlak heeft in het gebied en bottom-up is ontstaan B2Mate waarin wordt samengewerkt met derden B3 Mate waarin het initiatief innovatief of experimenteel is (aanpak of resultaat is nieuw voor de regio) B4 Mate waarin het initiatief toepasbaar is in verschillende sectoren B5 Mate waarin het initiatief een voorbeeldfunctie heeft voor andere gebieden of groepen B6 Mate waarin het initiatief qua werkwijze overdraagbaar is C De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt D1 De mate waarin het initiatief aantoonbaar uit is op een verdienmodel D2 Effecten voor de regio in verhouding tot de gevraagde bijdrage D3 Bijdrage aan een zuiniger grondstoffengebruik en emissievermindering van milieubelastende stoffen D4 Kwantitatieve (meetbare) bijdrage aan de doelstellingen van de LOS Per criterium maximaal 3 punten

Toelichting en hulpvragen per criterium In welke mate draagt het project bij aan de doelstellingen van de LOS? A1 Versterken lokale samenwerking A2 Versterken van de toeristische sector A3 Versterken van het MKB A4 Verbeteren woon- en leefomgeving A5 Optimaliseren van (digitale) bereikbaarheid Per criterium maximaal 3 punten In paragraaf 1.3.1 van de LOS worden alle doelstellingen beschreven. Hierbij wordt genoemd welke soort initiatieven worden gestimuleerd en tot welke outcome (uitkomsten/resultaten) dat moet leiden. Een initiatief moet aansluiten bij minimaal één van de doelen van de LOS. Hoe beter de aansluiting bij het doel, hoe meer punten worden behaald. In totaal kunnen maximaal 15 punten worden behaald. LEADER-projecten worden op een bepaalde manier ontwikkeld, uitgevoerd en overgedragen. Niet alleen het (soms tastbare) resultaat van het project is van belang, maar juist ook de weg er naartoe: het proces waarbij een initiatiefnemer samen met anderen werkt aan het behalen van het resultaat. Bij LEADER-projecten is het proces vaak erg waardevol door de duurzame nieuwe verbindingen die ontstaan (netwerkvorming, sociale cohesie, naoberschap). In totaal kunnen maximaal 50 punten worden behaald, dus de helft van de maximale punten. B1 Mate waarin het initiatief draagvlak heeft in het gebied en bottom-up is ontstaan B2Mate waarin wordt samengewerkt met derden B3 Mate waarin het initiatief innovatief of experimenteel is (aanpak of resultaat is nieuw voor de regio) B4 Mate waarin het initiatief toepasbaar is in verschillende sectoren B5 Mate waarin het initiatief een voorbeeldfunctie heeft voor andere gebieden of groepen B6 Mate waarin het initiatief qua werkwijze overdraagbaar is B1 Draagvlak en bottom-up LEADER-projecten moeten moet aantoonbaar draagvlak hebben -of op korte termijn gaan verkrijgenin de gemeenschap waar het wordt uitgevoerd, een initiatief vanuit burgerkracht. Het initiatief moet gekenmerkt worden door een aanpak van onderaf. Draagvlak in de streek is af te meten aan de mate waarin een gemeenschap enthousiast is over het project. Dit kan onderbouwd worden in het projectplan wat de initiatiefnemer indient. Als het project steun krijgt van een groot deel van de

gemeenschap en is het de verwachting dat het resultaat voor alle inwoners positief wordt beoordeeld kan is er veel draagvlak. LEADER-projecten moeten in principe altijd bottom-up ontstaan, dus vanuit een behoefte die in de streek wordt gevoeld, op initiatief van inwoners uit het gebied. Projecten die van bovenaf of buitenaf worden 'opgedrongen' zijn niet bottom-up. De volgende puntenverdeling wordt hierbij aangehouden: 0 punten: geen draagvlak in de streek en project is niet bottom-up ontstaan 3 punten: erg weinig draagvlak of project is bottom-up ontstaan 6 punten: enig draagvlak en project is bottom-up ontstaan 9 punten: redelijk veel draagvlak en project is bottom-up ontstaan 12 punten: veel draagvlak en project is bottom-up ontstaan 15 punten: heel veel draagvlak in de streek & project is bottom-up ontstaan B2 Samenwerking met derden Samenwerking met derden kan een vernieuwend karakter hebben als bijvoorbeeld partijen samen gaan werken die nog nooit hebben samengewerkt en dat normaal gesproken ook niet doen; zoals bij wijze van spreken een school, een autohandelaar, een scoutinggroep en een huisarts. Als een dorpshuis altijd al samenwerkt met de naastgelegen supermarkt en deze dienen samen een project in, dan is dit geen vernieuwende samenwerking. De volgende puntenverdeling wordt hierbij aangehouden: 0 punten: geen samenwerking met derden 3 punten: zeer beperkte samenwerking met derden/alleen samenwerking met vaste partners ('usual suspects') 6 punten: weinig samenwerking met derden en een beperkt aantal nieuwe samenwerkingspartijen 9 punten: redelijk veel samenwerkingspartijen en/of enige nieuwe/vernieuwende samenwerkingen 12 punten: veel samenwerkingspartijen en/of minimaal 5 nieuwe/vernieuwende samenwerkingen 15 punten: heel veel samenwerkingspartijen waarbij de samenwerking een sterk vernieuwend karakter heeft B3 Mate waarin het initiatief innovatief of experimenteel is Is de aanpak of het resultaat is nieuw voor de regio? B4 Mate waarin het initiatief toepasbaar is in verschillende sectoren Kun je het project toepassen in een andere sector, bijvoorbeeld een zorgproject wat ook omgevormd kan worden tot een jongerenproject? B5 Mate waarin het initiatief een voorbeeldfunctie heeft voor andere gebieden of groepen Kan het project ook van toegevoegde waarde zijn in een ander (LEADER-)gebied? Inspireert het anderen in de regio om een project te ontwikkelen?

B6 Mate waarin het initiatief qua werkwijze overdraagbaar is Op welke manier deelt de initiatiefnemer de resultaten en de ervaringen met andere inwoners of regio s? C Financiële en organisatorische haalbaarheid C Financiële en organisatorische haalbaarheid C De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt Organisatorisch: Is er een organisatiebeschrijving met duidelijke verantwoordelijkheden, zit het project logisch in elkaar, dragen de activiteiten bij aan het beoogde doel, hebben de initiatiefnemers voldoende expertise en netwerk, is het tijdpad realistisch, is er openbare kennis over betrouwbaarheid en/of kwaliteit van de aanvrager en/of partners, wat is de motivatie van de aanvrager. Gemeenschapsen gebiedsbelang versus eigen beurs/eigen belang, welke schijn van belangenverstrengeling zou kunnen meespelen? Financieel: Is de begroting realistisch? Is er een sluitende en transparante begroting en dekkingsplan e.d.. Is het project op langere termijn levensvatbaar? LET OP: Bij dit criterium worden όf alle punten behaald (10) of geen enkel punt (0). Het idee daarachter is dat er alleen projecten een subsidie kunnen krijgen als ze haalbaar zijn en als de LAG er vertrouwen in heeft dat de indiener in staat is om het project succesvol uit te voeren. D1 De mate waarin het initiatief aantoonbaar uit is op een verdienmodel D2 Effecten voor de regio in verhouding tot de gevraagde bijdrage D3 Bijdrage aan een zuiniger grondstoffengebruik en emissievermindering van milieubelastende stoffen D4 Kwantitatieve (meetbare) bijdrage aan de doelstellingen van de LOS Efficiency en doelmatigheid zijn belangrijke criteria voor LEADER-projecten. In totaal kunnen in deze categorie maximaal 25 punten worden behaald. D1 Verdienmodel Het initiatief moet aantoonbaar uit zijn op een verdienmodel, zodat het niet eindigt als gevolg van het eindigen van de LEADER-bijdrage; de LEADER-bijdrage moet de start aanjagen/faciliteren, niet het project dragen.

Hulpvragen: hoe ligt de balans tussen investeringen en de verwachte opbrengst in brede zin, zou het project zonder Leader niet door kunnen gaan, is er zicht op continuïteit en draagkracht/ verantwoordelijkheid voor instandhouding na afloop van het project? Is er een exploitatiebegroting waaruit de levensvatbaarheid van het project blijkt? Is er nagedacht over beheer? D2 Effecten voor de regio in verhouding tot gevraagde bijdrage Hoe groot is het effect op de leefbaarheid en/of economie van Zuidoost-Drenthe? Hoeveel mensen merken iets van de resultaten? Gaat het om een project waar een beperkte groep mensen van kan profiteren, of is het goed voor de hele regio en bezoekers daarvan? (wat zijn de kosten per gebruiker?) D3 Bijdrage aan een zuiniger grondstoffengebruik en emissievermindering van milieubelastende stoffen Bij dit criterium wordt ook gekeken naar de duurzaamheid van een project. In tegenstelling tot wat het criterium doet vermoeden kan het gaan om zowel People, Planet als Profit/Prosperity. Dus grondstoffengebruik en besparing (duurzame energie) maar ook bijvoorbeeld inzet van sociaal zwakkeren, economische en maatschappelijke winst. D4 Kwantitatieve (meetbare) bijdrage aan de doelstellingen van de LOS Wat wordt er aan het einde van het project opgeleverd en in hoeverre sluit dat aan bij de resultaten zoals benoemd in de LOS? De resultaten die de LAG wil behalen zijn opgenomen in paragraaf 1.3.2. Ingediende projecten moeten een bijdrage leveren aan het behalen van deze resultaten. Hoe meer punten, hoe beter het resultaat aansluit bij één of meer resultaten die in de LOS zijn genoemd.