PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2

Vergelijkbare documenten
PVE-SALMONELLA-IQ-II. Versie: Sa-I002

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

Sociaal- Economische Raad

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 8 oktober 2004 num mer 61

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

1. Ter waarborging van de kwaliteit van het drinkwater voor pluimvee, is de ondernemer verantwoordelijk voor het nemen van de volgende maatregelen:

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2012-I, gepubliceerd d.d

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

1. Voorschriften voor het bemonsteren van pluimveebedrijven

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Sociaal- Economische Raad

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010.

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Bijlage 10 Omschrijving Monsternemingen en Ontheffingsaanvragen IKB Kip

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

Sociaal- Economische Raad

Tabel 1.1: overzicht van de minimale frequentie voor bemonstering hygiëneonderzoek afhankelijk van de gezondheidskwalificatie en categorie pluimvee

Behoort bij agendapunt 5 Cie. Voedingstuinbouw dd

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Verwerkte mest Detectie van Salmonella spp.

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang januari 2004 num mer 4

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

Kwantitatieve toets voor Agrobacterium rhizogenes

VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

BIJLAGE 11: OMSCHRIJVING MONSTERNEMINGEN EN ONTHEFFINGSAANVRAGEN IKB KIP

PVE-CAMPYLOBACTER-PRESTON. Versie: Ca-P002

Bijlage 11: Omschrijving monsternemingen en onderzoek

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

2 Voorbereiding van vergaderingen van (dagelijks) bestuur, sectorcommissie en sociaaleconomische

Verwerkte mest Detectie van Salmonella

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Laboratoriumonderzoek MKZ crisis 2001

Begripsbepalingen. Hygiëne-eisen inrichting kuikenbroederij

Sociaal- Economische Raad

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Productschap Diervoeder

Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

Docentenhandleiding 2x16 Daderprofiel Dye kit

Moleculaire diagnostiek: kwalitatief of kwantitatief?

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Aanbeveling: Ingangscontrole van antistoffen t.b.v. flowcytometrie

LAATSTE TEKST (februari 2010)

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van:

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud 2

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

Voorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Transcriptie:

PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 55 16 december 2005 num mer 72 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 4 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE 45 tot en met PPE 51) 4 Productschap Tuinbouw (PT 53 en PT 54) 24 Productschap Vis (VIS 17) 26

Mededelingen.pblad Bedrijfsorganisatie P- Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Tuinbouw Wijziging Verordening PT vakhefing boomkwekerijproducten 2006 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van........ 2006, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende ondernemers in de sector boomkwekerijproducten op te leggen heffing in het jaar 2006 (Wijziging Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2006) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 12 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor boomkwekerijproducten, d.d. 8 februari 2006; BESLUIT: Artikel 1 De Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2006 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 3, eerste lid luidt: De heffing die de ondernemer is verschuldigd, bestaat uit een basisheffing van 60, vermeerderd met de som van het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van de hierna genoemde heffingspercentages over de hierna genoemde heffingsgrondslagen. a. tot en met 900.000 : 0,52%; b. van 900.000 tot en met 1.800.000 : 0,4%; vanaf 1.800.000 : 0,24%, met dien verstande dat het maximum van de vorenbedoelde som wordt berekend volgens de formule: het maximum is gelijk aan het geldende maximum in het jaar voorafgaande aan dat waarop de heffingsgrondslag betrekking heeft, gedeeld door het indexcijfer van de maand maart van dat voorafgaande jaar, vermenigvuldigd met indexcijfer van de maand maart van het jaar waarop de heffingsgrondslag betrekking heeft en waarbij het maximum voor het jaar 2005 bedraagt 12.035. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 3 Deze verordening wordt aangehaald als: Wijziging Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2006.

De verordening en de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting Inmiddels is goedgekeurd en gepubliceerd de Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2006 in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, d.d. 23 september 2005, nr. 54, blz. 25, jaargang 55. De in artikel 3, eerste lid genoemde basisheffing van 90,=, de heffingspercentages in de drie staffels en het maximale heffingsbedrag worden met deze wijzigingsverordening verlaagd. De basisheffing wordt 60,= in plaats van 90,=. De heffingspercentages worden met 20% verlaagd (onderscheidenlijk van 0,8 naar 0,52 (NB: dit percentage was al voor 2005 gebracht naar 0,65), van 0,5 naar 0,4 en van 0,3 naar 0,24). Het maximale heffingsbedrag ondervindt hierdoor ook wijziging en wordt voor dit jaar gesteld op 12.035. Zoetermeer, secretaris,

Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021,2500 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Pluimvee en Eieren PPE 45 Verordening tot wijziging van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 (2005-11) Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot wijziging van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 93, eerste lid, 95 en 102 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en de artikelen 6 en 7 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren; Besluit: Artikel I De Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 3, vierde lid, komt te luiden: 4. De ondernemer die een pluimveebedrijf in de pluimveevleessector uitoefent laat eenmaal per jaar, nadat de stal is gereinigd en ontsmet als bedoeld in het eerste lid, in de stal een hygiëneonderzoek en een visuele controle uitvoeren door een door de voorzitter erkende instantie, overeenkomstig het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999. Artikel I1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 17 november 2005.

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HYGIENEVOORSCHRIFTEN PLUIMVEEHOUDERIJ 1999 (2005-111 In de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is in artikel 3, vierde lid, de mogelijkheid tot het steekproefsgewijs uitvoeren van een hygiëneonderzoek komen te vervallen. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een discussie over het nut van de hygiëneonderzoeken in relatie tot de bestrijding van Salmonella. Uit deze discussie vloeide voort dat een koppeling van de uitvoering van hygiëneonderzoeken met de Salmonella onderzoeken/-resultaten niet noodzakelijk is. Één controle per jaar op de hygiënische status van de stal, inclusief een visuele inspectie, is toereikend. De normen waaraan het hygiëneonderzoek moet voldoen zijn nader uitgewerkt in het Hygiënebesluit fokbedrijven pluirnveevleessector 2003, Hygiënebesluit vermeerderingsbedrijven pluimveevleessector 2003 en het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven 1999. In het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is de wijze van monstername en analyse van de hygiëneonderzoeken vastgelegd en is nu de wijze en beoordeling van de visuele controle toegevoegd. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. PPE 46 Besluit tot wijziging van het besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 (200.5-110 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot wijziging van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 4, eerste lid, en artikel 9 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999; Besluit: Artikel I Bijlage I11 van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 wordt gewijzigd als volgt: l. De titel "b. Monstername." wordt vervangen door b. Monstername en visuele controle. 2. Na onderdeel 6. wordt een nieuw onderdeel 7. met de volgende tekst toegevoegd: 7. Visuele controle: De monsternemer beoordeelt de stal op de volgende aspecten: reinheid inventaris : goed/voldoende/matig/slecht reinheid vloer : goed~voldoende/matig/slecht reinheid murenlplafond : goed/voldoende/matig/slecht

ongediertewering ongediertesporen De norm voor de visuele beoordeling is als volgt: goed : geen zichtbare afwijking aanwezig. voldoende : lichte verontreiniging met losliggend vuil / voldoende wering / enigszins schade door ongedierte. matig : algemeen voorkomen van losliggend vuil en incidenteel vuil vastzittend in scheuren, kieren of gaten of diverse weringsproblemen, diersporen aanwezig. slecht : algemeen voorkomen van vastzittend vuil / grote weringsproblemen / levend(e) ongedierte, kevers, vliegen of uitwerpselen aanwezig. Aan bijlage V1 van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 wordt het onderdeel "Alternatieve PVE branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van iq checktmreal time PCR in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee" toegevoegd. Artikel I1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT PROTOCOLLEN HYGIËNEVOORSCHRIFTEN PLUIMVEEHOUDERIJ 1999 (2005-IIQ In de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is in artikel 3, vierde lid, de mogelijkheid tot het steekproefsgewijs uitvoeren van een hygiëneonderzoek komen te vervallen. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een discussie over het nut van de hygiëneonderzoeken in relatie tot de bestrijding van Salmonella. Uit deze discussie vloeide voort dat een koppeling van de uitvoering van hygiëneonderzoeken met de Salmonella onderzoeken/-resultaten niet noodzakelijk is. Één controle per jaar op de hygiënische status van de stal, inclusief een visuele inspectie, is toereikend. In het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is de wijze van monstername en analyse van de hygiëneonderzoeken vastgelegd. Met onderhavige wijziging wordt de wijze en beoordeling van de visuele controle toegevoegd. Voorts wordt in de PVE-branchemethode een nieuwe methode voor het vaststellen van de aanof afwezigheid van Salmonella spp. in dons, mest of vlees afkomstig van pluimvee opgenomen. De alternatieve methode is door middel van een uitvoerig validatieonderzoek vergeleken met de PVE-branchemethode. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de methode geschikt is als

alternatieve PVE-branchemethode. Met onderhavige wijziging wordt de nieuwe methode toegevoegd. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Rarnekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. Alternatieve PVE Branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van de iq checktm real-time PCR in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee Versie 29 april 2005 1. Onderwerp Dit protocol beschrijft een 24-uurs methode voor het aantonen van Salmonella met behulp van de iq checktm Salmonella kit (Bio-Rad Laboratories b.v.) in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee. De methode is gevalideerd ten opzichte van de door de branche opgestelde en door de Raad voor Accreditatie goedgekeurde analyse methode MSRV dan wel analyse methode probeliam. 2. Definities Salmonella: Salmonella spp., d.w.z. alle typen Salmonella waarvan het DNA aan de hand van de Polymerase Chain Reactie (PCR) wordt aangetoond, wanneer wordt getest volgens de beschreven werkwijze. 3. Principe Uit een voorophopingsmedium wordt, na voorincubatie, het DNA van Salmonella geïsoleerd. Met behulp van de real-time polymerase chain reaction (PCR) worden Salmonella-specifieke DNA sequenties gelijktijdig vermenigvuldigd en gedetecteerd middels fluorescente probes. Inclusief voorophoping wordt een positieve of negatieve uitslag verkregen binnen 24 uur. 4. Reagentia en andere materialen Niet-selectief voorophopinasmedium gebufferd pepton water (BPw) Bio-Rad code 356-4684 (500 g) of Bio-Rad code 355-41 70 (225 ml) i0 checkm Salmonella kit Bio-Rad code 357-81 00 De iq checktm Salmonella kit bestaat uit kant-en-klare reagentia. De samenstelling en bereiding van medium en kit is opgenomen in resp. bijlage 1 en bijlage 2.

5. Apparatuur en verbruiksmaterialen De gebruikelijke apparatuur voor een moleculair/microbiologisch laboratorium en de voor de iq checktm Salmonella test benodigde apparatuur en verbruiksmaterialen, zoals onderstaand vermeld: Apparatuur 5.1 icycler Thermal Cycler met 96-wells reactiemodule (Bio-Rad cat. #: 170-8720) 5.2 icycler iq Optica1 Module (Bio-Rad cat. #: 170-8740) 5.3 icycler iq Filter set Texas Red1 Rox Dyes (Bio-Rad cat. #: 170-8781) 5.4 Stomacher 5.5 Broedstoof voor het bebroeden bij 37 h 1 C 5.6 Verhittingsblok voor 1,5 ml buizen (100* 1 "C) 5.7 Tafelcentrifuge (maximaal 12.000 rpm, voor 1,5 ml buizen) 5.8 Vortex 5.9 Magnetische roerder 5.10 20 ~1,200 p1 and 1000 p1 micropipetten 5.11 Combi-tips pipetten Opmerking.: Het gebruik van een universa1 power source (UPS) in combinatie met de icycler iqtm wordt aanbevolen. Verbruiksmaterialen 5.12 icycler iq 96-wel1 PCR platen (Bio-Rad cat. #: 223-9441) 5.13 icycler iq Optica1 sealing tape (Bio-Rad cat. #: 223-9444) 5.14 200 ml 8-strip tubes (Bio-Rad cat. #: 223-9469) 5.15 200 ml 8-strip caps for 200 p1 tubes (Bio-Rad cat. #: 223-9472) 5.16 Stomacher zakken met filter 5.17 lmlenlomlpipetten 5.18 Steriele filtertips, passend op 20 ~1,200 p1 en 1000 p1 micropipetten 5.19 1,5 ml Eppendorf SafeLock buisjes 5.20 Combi-tips tips, steriel, individueel verpakt 5.21 2 ml and 5 ml steriele buizen of flesjes 5.22 Poeder-vrij e handschoenen 5.23 Milli-Q of gedestilleerd steriel water 5.24 Ethanol 96% of NaOH 5% Opmerking.: Gesteriliseerde materialen voor éénrnalig gebruik mogen worden toegepast. 6. Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen De test dient te worden uitgevoerd door op juiste wijze getraind personeel. Monsters en kweken dienen te worden behandeld en afgevoerd als potentieel infectieus materiaal. De kwaliteit van de resultaten is afhankelijk van een strikte uitvoering conform Good Laboratory Practice, in het bijzonder aangaande PCR: Gebruik specifieke, gescheiden sets laboratorium benodigdheden zoals pipetten en buizen voor bijvoorbeeld DNA extractie en de bereiding van PCR mix. Het is van groot belang dat gebruik wordt gemaakt van een positieve en negatieve controle in elke serie van amplificatie reacties ('PCR run'). Gebruik geen reagentia waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. Homogeniseer reagentia voorafgaand aan gebruik. Controleer regelmatig de nauwkeurigheid en precisie van alle pipetten en apparatuur.

Verwissel handschoenen met enige regelmaat, vooral indien contaminatie wordt verondersteld. Voer periodieke reiniging uit van de werkplaats met tenminste 5% bleekmiddel. Vermijdt gebruik van latex handschoenen met poeder. Voorkom vingerafdrukken op het optisch sealing tape. Schrijf niet op de dopjes van PCR-buizen. In beide gevallen zal de real-time dataacquisitie hinder ondervinden. 7. Werkwijze Zie voor de acceptatie criteria voor monstermateriaal bijlage V van Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveeverwerkende industrie 1999 (PPE, 2004-11). O De monsters dienen binnen 4 uur na ontvangst ingezet te worden. Indien de monsters echter binnen 48 uur op het laboratorium aanwezig zijn, mag gewacht worden met het inzetten van de monsters totdat maximaal 48 uur + 4 uur na de datum van monstername is verstreken. 7.1 Voorbehandeling van het monster en ophoping Ophopingsmedium dient op incubatie temperatuur (37OC) te zijn voorafgaand aan gebruik. Homogenizeer 25 g monster in 225 ml gebufferd pepton water, in een stomacher zak met filter. Incubeer zonder schudden gedurende 18-20 uur bij 37 'C. Opmerking: Bij verwerking van borstvel ten behoeve van de verdunning dient zo min mogelijk onderhuids vet meegesneden te worden; een overmaat vet kan de isolatie van DNA bemoeilijken en inhibitie van de PCR-reactie veroorzaken. Mest en dons vergen geen bijzondere voorbehandeling. 7.2 DNA extractie Pipetteer 1 ml ophoping met een disposable pipet in een 1,5 ml Eppendorf buis (voorkom pipetteren van grote fragmenten van monsterresten). Schudt de ophoping niet voorafgaand aan het pipetteren van het monster. De overige stappen voor de DNA extractie worden uitgevoerd zoals omschreven in de gebruiksaanwijzing van de iq checkm Salmonella testkit (Bio-Rad, 2004). Opmerking: In geval van ophopingen met een vettig supernatant, neem het monster juist onder deze vetlaag. 7.3 Apparatuur en software gebruik, uitvoering PCR, data analyse Apparatuur en software gebruik, uitvoering PCR en data analyse worden allen uitgevoerd zoals omschreven in de gebruiksaanwijzing van de iq checkm Salmonella testkit (Bio-Rad, 2004). 7.4 Interpretatie van resultaten Resultaten worden geïnterpreteerd middels analyse van de Ct-waarden (threshold cycle) van elk monster. Een positief Salmonella monster dient een Ct-waarde = 10 voor de FAM fluorophore te hebben. Indien de Ct-waarde lager dan 10 is, dient het verloop van de amplificatiecurve gecontroleerd te worden via de "Background subtracted" mode; de curve dient een vlakke basislijn te vertonen, gevolgd door een geleidelijke toename van fluorescentie. Indien de curve correct is, kan het monster positief voor Salmonella worden bevonden. Indien geen Ct-waarde (Ct=N/A) voor FAM is toegekend aan een monster, of de curve een niet-kenmerkend verloop vertoont, moet de

interne controle van dat monster worden geanalyseerd. Wanneer geen Ct-waarde (Ct=N/A) wordt verkregen voor FAM, dan is de uiteindelijke interpretatie van het resultaat afhankelijk van de interne controle: - Een monster wordt negatief beschouwd voor Salmonella indien geen Ct-waarde voor FAM is toegekend, en de interne controle (Texas Red) een Ct-waarde > 10 heeft. - Indien de interne controle ook geen Ct-waarde is toegekend (Ct = NIA), dan is interpretatie van het resultaat onmogelijk. Een dergelijk resultaat kan een indicatie zijn van remming van de PCR reactie. In dit geval dient het monster (DNA-extract) 1/10 verdund te worden in steriel gedestilleerd water en moet de PCR reactie worden herhaald. Interpretatie van monsterresultaten: I Salmonella detectie I Interne controle detectie I Resultaat (FAM-490) Ct = 10 Ct = NIA Ct =N/A * Wanneer zowel Salmonella als interne controle detectie een Ct = NIA oplevert, dient het monster opnieuw getest te worden middels een 1/10 verdunning van het DNA-extract. Voor een positief resultaat geldt: Salmonella aangetoond. Voor een negatief resultaat geldt: Salmonella niet aangetoond. Verdere bevestiging van positieve uitslagen verkregen met de iq checktm Salmonella test is ter beoordeling van de gebruiker maar is niet vereist. Echter in die gevallen waarin volgens het Plan van AanpaWActieplan 2000+ nadere serotypering van de Salmonella bevinding is vereist, dient met dezelfde BPw-voorophoping als waaruit de PCR is uitgevoerd alsnog een isolatie met MSRV en BGA uitgevoerd te worden (PVE Branche methode MSRV, PPE, 2004-11). In bijlage IV van Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 2004-11, is het werkvoorschrift voor serotypering van isolaten opgenomen (PPE 2004-11). 8. Controle (Texas Red-575) Niet van belang Ct > 10 Ct = N/A Positief Negatief Inhibitie* De iq checktm Salmonella test kit bevat een positieve en een negatieve controle. Een additionele interne controle in elk monster bepaald de efficiëntie van de PCR-reactie en is een indicator voor vals-negatieve reacties. Genoemde controles worden in elke test meegenomen. Ten behoeve van de validatie van het gehele experiment dienen de controles te voldoen aan de volgende eisen, weergegeven in onderstaande tabel. Is dit niet het geval, dan moet de PCR reactie worden herhaald. Negatieve controle Positieve controle I Salmonella detectie (FAM-490) Ct = N/A* 26<Ct<36 I Interne Controle detectie (Texas Red-575) 30<Ct<40 Niet van belang * De software geeft een Ct waarde 'N/A (not applicable)' indien de fluorescentie van een monster niet significant boven de achtergrond ruis uitkomt en dus de threshold niet snijdt.

Voor de eerstelijnscontrole van de methode als geheel dienen te worden meegenomen: - Positieve controle - Negatieve controle (indien een ingangscontrole per batch wordt toegepast, kan deze negatieve controle komen te vervallen) - Blanco controle 9. Opgave van het resultaat Het resultaat wordt opgegeven als 'Salmonella aangetoond dan wel niet aangetoond in het betreffende monstermateriaal' als Salmonella al dan niet is aangetoond volgens dit protocol. Indien bij het aanleveren van de monsters door de opdrachtgever afwijkingen worden geconstateerd van de wijze waarop de monsters aangeleverd moeten worden, dan dient het laboratorium hierover schriftelijk een opmerking te maken richting de opdrachtgever (zie bijlage V van Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (PPE, 200441). 10. Bronvermelding AFNOR Validation Certificate, iq checktm Salmonella, attest BRD-07106-07104. Bio-Rad Laboratories b.v., Gebruiksaanwijzing van de iq checktm Salmonella Test. 30 augustus 2004, Veenendaal, NL. European Standard NF EN IS0 6579. Microbiology of food and anima1 feeding stuffs - Horizontal method for the detection of Salmonella spp. December 2002. Miras I., Hermant N., Arricau N., Popoff M.Y. Nucleotide sequence of laga and la@ genes involved in invasion of HeLa cells by Salmonella enterica subsp. Enterica ser. Typhy. Research in Microbiology, Vol. 146 (1): 17-20 (1995). Productschap Pluimvee en eieren (PPE). Verzamelband Actieplan Salmonella en Campylobacter in de pluimveevleessecor 2000+ (zie ook: www.~ve.nl). Productschap Pluimvee en eieren (PPE). Opmerkingen opdrachtgever bij aanleveren afwijkende monsters, Acceptatiecriteria. Bijlage V bij Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (d.d. 09-09-2004). Vb. Bo. Nr. 61, d.d. 08-10-2004. (ook via: www.pve.nl) Productschap Pluimvee en eieren (PPE). PVE Branche methode MSRV voor het aantonen van Salmonella in dons, faeces, vellen en eindproduct afkomstig van pluimvee. Bijlage I1 bij Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (d.d. 09-09-2004). Vb. Bo. Nr. 61, d.d. 08-10-2004. (ook via: www.pve.nl) Productschap Pluimvee en eieren (PPE). Serologische bevestiging en serotypering. Bijlage TV bij Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (d.d. 09-09-2004). Vb. Bo. Nr. 61, d.d. 08-10-2004. (ookvia: www.vve.nl) Tyagi, S. and Kramer, F.R. Molecular Beacons: Probes that fluoresce upon hybridization. Nature Biotechnology 14: 303-308 (1996).

11. Bijlagen l. Samenstelling van het voorophopingsmedium 2. Samenstelling iq checktm Salmonella test kit Bijlage 1. Samenstelling van het voorophopingsmedium Voorophopingsmedium: Gebufferd pepton water @PW) Samenstelling: Pepton 1 0 g NaCI 5,o g Na2HP04 33 g KH2po4 175 g Water 1000 ml Bereiding: - Los de ingrediënten op in het water (indien nodig d.m.v. verhitting) - Stel de ph, zodat deze na sterilisatie 7,2 * 0,2 bedraagt bij 25 'C - Verdeel het medium over de daartoe geschikte flessen - Steriliseer in een autoclaaf (1 5 minuten, 12 1 'C) Bijlage 2. Samenstelling iq checktm Salmonella test kit Samenstelling ID Reagens Verstrekte hoeveelheid A Lysis reagens 1 fles (22 ml) B Fluorescente probes 1 buis (0.550 ml) C Amplificatie mix 2 buizen (2 x 2.25 ml) D PCR negatieve controle 1 buis (0.5 ml) E PCR positieve controle 1 buis (0.250 ml) De i ~-~heck~~ Salmonella kit bevat reagentia ten behoeve van 96 testen. PPE 47 Besluit tot wijziging van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie 1999 (2005-1) Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot wijziging van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie 1999 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 3 en artikel 8 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie 1999,

BESLUIT Artikel I Het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveevenverkende industrie 1999 wordt gewijzigd als volgt: Aan bijlage I1 van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveevenverkende industrie 1999 wordt het onderdeel "Alternatieve PVE branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van iq checktm real time PCR in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee" toegevoegd. Artikel I1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT PROTOCOLLEN HYGIENEVOORSCHRIFTEN PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE 1999 (2005-1') In de PVE-branchemethode wordt een nieuwe methode voor het vaststellen van de aan- of afwezigheid van Salmonella spp. in dons, mest of vlees afkomstig van pluimvee opgenomen. De alternatieve methode is door middel van een uitvoerig validatie onderzoek vergeleken met de PVE branchemethode. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de methode geschikt is als alternatieve PVE-branchemethode. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris.

Alternatieve PVE Branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van de iq checktm real-time PCR in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee 1. Onderwerp Dit protocol beschrijft een 24-uurs methode voor het aantonen van Salmonella met behulp van de iq checkm Salmonella kit (Bio-Rad Laboratories b.v.) in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee. De methode is gevalideerd ten opzichte van de door de branche opgestelde en door de Raad voor Accreditatie goedgekeurde analyse methode MSRV dan wel analyse methode probeliatm. 2. Definities Salmonella: Salmonella spp., d.w.z. alle typen Salmonella waarvan het DNA aan de hand van de Polymerase Chain Reactie (PCR) wordt aangetoond, wanneer wordt getest volgens de beschreven werkwijze. 3. Principe Uit een voorophopingsmediurn wordt, na voorincubatie, het DNA van Salmonella geïsoleerd. Met behulp van de real-time polymerase chain reaction (PCR) worden Salmonella-specifieke DNA sequenties gelijktijdig vermenigvuldigd en gedetecteerd middels fluorescente probes. Inclusief voorophoping wordt een positieve of negatieve uitslag verkregen binnen 24 uur. 4. Reagentia en andere materialen 1. Niet-selectief voorophopingsmedium gebufferd pepton water (BPw) Bio-Rad code 356-4684 (500 g) of Bio-Rad code 355-41 70 (225 ml) i0 checktm Salmonella kit Bio-Rad code 35 7-81 00 De iq checktm Salmonella kit bestaat uit kant-en-klare reagentia. De samenstelling en bereiding van medium en kit is opgenomen in resp. bijlage 1 en bijlage 2. 5. Apparatuur en verbruiksmaterialen De gebruikelijke apparatuur voor een moleculair/microbiologisch laboratorium en de voor de iq checktm Salmonella test benodigde apparatuur en verbruiksmaterialen, zoals onderstaand vermeld: Apparatuur 5.1 icycler Thermal Cycler met 96-welk reactiemodule (Bio-Rad cat. #: 170-8720) 5.2 icycler iq Optica1 Module (Bio-Rad cat. #: 170-8740) 5.3 icycler iq Filter set Texas Red1 Rox Dyes (Bio-Rad cat. #: 170-8781) 5.4 Stomacher 5.5 Broedstoof voor het bebroeden bij 37 * 1 C 5.6 Verhittingsblok voor 1,5 ml buizen (100* 1 C) 5.7 Tafelcentrifuge (maximaal 12.000 rpm, voor 13 ml buizen) 5.8 Vortex 5.9 Magnetische roerder 5.10 20 ~1,200 p1 and 1000 p1 micropipetten 5.11 Combi-tips pipetten

Opmerking: Het gebruik van een universa1 power source (UPS) in combinatie met de icycler iqtm wordt aanbevolen. Verbruiksmaterialen 5.12 icycler iq 96-wel1 PCR platen (Bio-Rad cat. #: 223-9441) 5.13 icycler iq Optica1 sealing tape (Bio-Rad cat. #: 223-9444) 5.14 200 ml 8-strip tubes (Bio-Rad cat. #: 223-9469) 5.15 200 ml 8-strip caps for 200 p1 tubes (Bio-Rad cat. #: 223-9472) 5.16 Stomacher zakken met filter 5.17 lmlenlomlpipetten 5.18 Steriele filtertips, passend op 20 ~1,200 p1 en 1000 p1 micropipetten 5.19 1,5 ml Eppendorf SafeLock buisjes 5.20 Combi-tips tips, steriel, individueel verpakt 5.21 2 ml and 5 ml steriele buizen of flesjes 5.22 Poeder-vrije handschoenen 5.23 Milli-Q of gedestilleerd steriel water 5.24 Ethanol 96% of NaOH 5% Opmerking: Gesteriliseerde materialen voor éénmalig gebruik mogen worden toegepast. 6. Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen De test dient te worden uitgevoerd door op juiste wijze getraind personeel. Monsters en kweken dienen te worden behandeld en afgevoerd als potentieel infectieus materiaal. De kwaliteit van de resultaten is aaiankelijk van een strikte uitvoering conform Good Laboratory Practice, in het bijzonder aangaande PCR: Gebruik specifieke, gescheiden sets laboratorium benodigdheden zoals pipetten en buizen voor bijvoorbeeld DNA extractie en de bereiding van PCR mix. Het is van groot belang dat gebruik wordt gemaakt van een positieve en negatieve controle in elke serie van amplificatie reacties ('PCR run'). Gebruik geen reagentia waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. Homogeniseer reagentia voorafgaand aan gebruik. Controleer regelmatig de nauwkeurigheid en precisie van alle pipetten en apparatuur. Verwissel handschoenen met enige regelmaat, vooral indien contaminatie wordt verondersteld. Voer periodieke reiniging uit van de werkplaats met tenminste 5% bleekmiddel. Vermijdt gebruik van latex handschoenen met poeder. Voorkom vingerafdrukken op het optisch sealing tape. Schrijf niet op de dopjes van PCR-buizen. In beide gevallen zal de real-time dataacquisitie hinder ondervinden. 7. Werkwijze Zie voor de acceptatie criteria voor monsternateriaal bijlage V van Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveeverwerkende industrie 1999 (PPE, 2004-11). De monsters dienen binnen 4 uur na ontvangst ingezet te worden. Indien de monsters echter binnen 48 uur op het laboratorium aanwezig zijn, mag gewacht worden met het inzetten van de monsters totdat maximaal 48 uur + 4 uur na de datum van monstername is verstreken.

7.1 Voorbehandeling van het monster en ophoping Ophopingsmedium dient op incubatie temperatuur (37 C) te zijn voorafgaand aan gebruik. Homogenizeer 25 g monster in 225 ml gebufferd pepton water, in een stomacher zak met filter. Incubeer zonder schudden gedurende 18-20 uur bij 37 "C. Ovmerking: Bij verwerking van borstvel ten behoeve van de verdunning dient zo min mogelijk onderhuids vet meegesneden te worden; een overmaat vet kan de isolatie van DNA bemoeilijken en inhibitie van de PCR-reactie veroorzaken. Mest en dons vergen geen bijzondere voorbehandeling. 7.2 DNA extractie Pipetteer 1 ml ophoping met een disposable pipet in een 1,5 ml Eppendorf buis (voorkom pipetteren van grote fragmenten van monsterresten). Schudt de ophoping niet voorafgaand aan het pipetteren van het monster. De overige stappen voor de DNA extractie worden uitgevoerd zoals omschreven in de gebruiksaanwijzing van de iq checktm Salmonella testkit (Bio-Rad, 2004). -: In geval van ophopingen met een vettig supernatant, neem het monster juist onder deze vetlaag. 7.3 Apparatuur en software gebruik, uitvoering PCR, data analyse Apparatuur en software gebruik, uitvoering PCR en data analyse worden allen uitgevoerd zoals omschreven in de gebruiksaanwijzing van de iq checktm Salmonella testkit (Bio-Rad, 2004). 7.4 Interpretatie van resultaten Resultaten worden geïnterpreteerd middels analyse van de Ct-waarden (threshold cycle) van elk monster. Een positief Salmonella monster dient een Ct-waarde = 10 voor de FAM fluorophore te hebben. Indien de Ct-waarde lager dan 10 is, dient het verloop van de amplificatiecurve gecontroleerd te worden via de "Background subtracted" mode; de curve dient een vlakke basislijn te vertonen, gevolgd door een geleidelijke toename van fluorescentie. Indien de curve correct is, kan het monster positief voor Salmonella worden bevonden. Indien geen Ct-waarde (Ct=N/A) voor FAM is toegekend aan een monster, of de curve een nietkenmerkend verloop vertoont, moet de interne controle van dat monster worden geanalyseerd. Wanneer geen Ct-waarde (Ct=N/A) wordt verkregen voor FAM, dan is de uiteindelijke interpretatie van het resultaat afhankelijk van de interne controle: - Een monster wordt negatief beschouwd voor Salmonella indien geen Ct-waarde voor FAM is toegekend, en de interne controle (Texas Red) een Ct-waarde > l O heeft. - Indien de interne controle ook geen Ct-waarde is toegekend (Ct = NIA), dan is interpretatie van het resultaat onmogelijk. Een dergelijk resultaat kan een indicatie zijn van remming van de PCR reactie. In dit geval dient het monster (DNA-extract) 1/10 verdund te worden in steriel gedestilleerd water en moet de PCR reactie worden herhaald.

Interpretatie van monsterresultaten: I Salmonella detectie I Interne controle detectie I Resultaat 1 (FAM-490) Ct= 10 Ct = N/A Ct = N/A (Texas Red-575) Niet van belang Ct > 10 Ct = N/A Positief Negatief - Inhibitie* * Wanneer zowel Salmonella als interne controle detectie een Ct = N/A oplevert, dient het monster opnieuw getest te worden middels een 1/10 verdunning van het DNA-extract. Voor een positief resultaat geldt: Salmonella aangetoond. Voor een negatief resultaat geldt: Salmonella niet aangetoond. Verdere bevestiging van positieve uitslagen verkregen met de iq checktm Salmonella test is ter beoordeling van de gebruiker maar is niet vereist. Echter in die gevallen waarin volgens het Plan van AanpalclActieplan 2000~ nadere serotypering van de Salmonella bevinding is vereist, dient met dezelfde BPw-voorophoping als waaruit de PCR is uitgevoerd alsnog een isolatie met MSRV en BGA uitgevoerd te worden (PVE Branche methode MSRV, PPE, 2004-11). In bijlage IV van Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveeverwerkende industrie 1999, wijziging 2004-11, is het werkvoorschrift voor serotypering van isolaten opgenomen (PPE 2004-11). 8. Controle De iq checkm Salmonella test kit bevat een positieve en een negatieve controle. Een additionele interne controle in elk monster bepaald de efficiëntie van de PCR-reactie en is een indicator voor vals-negatieve reacties. Genoemde controles worden in elke test meegenomen. Ten behoeve van de validatie van het gehele experiment dienen de controles te voldoen aan de volgende eisen, weergegeven in onderstaande tabel. Is dit niet het geval, dan moet de PCR reactie worden herhaald. Negatieve controle Positieve controle Salmonella detectie (FAM-490) Ct = N/A* 26<Ct<36 Interne Controle detectie (Texas Red-575) 30<Ct<40 Niet van belang: * De software geeft een Ct waarde 'N/A (not applicable)' indien de fluorescentie van een monster niet significant boven de achtergrond ruis uitkomt en dus de threshold niet snijdt. Voor de eerstelijnscontrole van de methode als geheel dienen te worden meegenomen: - Positieve controle - Negatieve controle (indien een ingangscontrole per batch wordt toegepast, kan deze negatieve controle komen te vervallen) - Blanco controle 9. Opgave van het resultaat Het resultaat wordt opgegeven als 'Salmonella aangetoond dan wel niet aangetoond in het betreffende monstermateriaal' als Salmonella al dan niet is aangetoond volgens dit protocol.

Indien bij het aanleveren van de monsters door de opdrachtgever afwijkingen worden geconstateerd van de wijze waarop de monsters aangeleverd moeten worden, dan dient het laboratorium hierover schriftelijk een opmerking te maken richting de opdrachtgever (zie bijlage V van Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveeverwerkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (PPE, 2004-11). 10. Bronvermelding AFNOR Validation Certificate, iq checktm Salmonella, attest BRD-07106-07104. Bio-Rad Laboratories b.v., Gebruiksaanwijzing van de iq checktm Salmonella Test. 30 augustus 2004, Veenendaal, NL. European Standard NF EN IS0 6579. Microbiology of food and anima1 feeding stuffs - Horizontal method for the detection of Salmonella spp. December 2002. Miras I., Hermant N., Anicau N., Popoff M.Y. Nucleotide sequence of laga and lagb genes involved in invasion of HeLa cells by Salmonella enterica subsp. Enterica ser. Typhy. Research in Microbiology, Vol. 146 (1): 17-20 (1995). Productschap Pluimvee en eieren (PPE). Verzamelband Actieplan Salmonella en Campylobacter in de pluimveevleessecor 2000+ (zie ook: www.pve.nl1. Productschap Pluimvee en eieren (PPE). Opmerkingen opdrachtgever bij aanleveren afwijkende monsters, Acceptatiecriteria. Bijlage V bij Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 200441 (d.d. 09-09-2004). Vb. Bo. Nr. 61, d.d. 08-10-2004. (ook via: www.pve.nl) Productschap Pluimvee en eieren (PPE). PVE Branche methode MSRV voor het aantonen van Salmonella in dons, faeces, vellen en eindproduct afkomstig van pluimvee. Bijlage I1 bij Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveeverwerkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (d.d. 09-09-2004). Vb. Bo. Nr. 61, d.d. 08-10-2004. (ook via: www.pve.nl) Productschap Pluimvee en eieren (PPE). Serologische bevestiging en serotypering. Bijlage N bij Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveevenverkende industrie 1999, wijziging 2004-11 (d.d. 09-09-2004). Vb. Bo. Nr. 61, d.d. 08-10-2004. (ook via: www.pve.nll Tyagi, S. and Kramer, F.R. Molecular Beacons: Probes that fluoresce upon hybridization. Nature Biotechnology 14: 303-308 (1996). 11. Bijlagen 1. Samenstelling van het voorophopingsmedium 2. Samenstelling iq checktm Salmonella test kit Bijlage 1. Samenstelling van het voorophopingsmedium Voorophopingsmedium: Gebufferd pepton water (Bh) Samenstelling: Pepton NaCI 10,O g 5,o g

Bereiding: - Los de ingrediënten op in het water (indien nodig d.m.v. verhitting) - Stel de ph, zodat deze na sterilisatie 7,2 * 0,2 bedraagt bij 25 'C - Verdeel het medium over de daartoe geschikte flessen - Steriliseer in een autoclaaf (l5 minuten, 12 1 'C) Bijlage 2. Samenstelling iq checktm Salmonella test kit Samenstelling ID Reagens Verstrekte hoeveelheid A Lysis reagens 1 fles (22 ml) B Fluorescente probes 1 buis (0.550 ml) C Amplificatie mix 2 buizen (2 x 2.25 ml) D PCR negatieve controle 1 buis (0.5 ml) E PCR positieve controle 1 buis (0.250 ml) De i ~-Check~~ Salmonella kit bevat reagentia ten behoeve van 96 testen. PPE 48 Besluit tot wijziging van het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven 1999 (200.5-11) Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot wijziging van het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven 1999 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 3, vierde lid, 4, eerste en vijfde lid, en 9 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999; Besluit: Artikel I Het Hygiënebesluit vleeskuikenbedrijven 1999 wordt gewijzigd als volgt: In artikel 2, tweede lid, vervallen de tweede en derde zin, welke luiden: "Indien het hygiëneonderzoek is uitgevoerd nadat een Salmonella-positief koppel is afgeleverd en de score groter is dan 1,5 maar kleiner of gelijk aan 3,O dan dient tijdens de volgende leegstandperiode te worden ontsmet door een professioneel ontsmettingsbedrijf Na de ontsmetting dient opnieuw een hygiëneonderzoek uitgevoerd te worden." Aan artikel 2 wordt een vierde lid toegevoegd dat luidt:

4. Wanneer overeenkomstig bijlage I11 onder b. van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 de uitkomst van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle slecht is, worden na de volgende ronde nogmaals een hygiëneonderzoek en een visuele controle uitgevoerd. In Bijlage V1 wordt in punt 3. de zinsnede "Wanneer in een stal bij drie koppels achtereen een afwijking bestaat" vervangen door: Wanneer in een stal bij twee koppels achtereen een afwijking wordt geconstateerd. Artikel I1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET HYGIENEBESLUIT VLEESKUIKENBEDRIJVEN 1999 (2005-11) In de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is in artikel 3, vierde lid, de mogelijkheid tot het steekproefsgewijs uitvoeren van een hygiëneonderzoek komen te vervallen. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een discussie over het nut van de hygiëneonderzoeken in relatie tot de bestrijding van Salmonella. Uit deze discussie vloeide voort dat een koppeling van de uitvoering van hygiëneonderzoeken met de Salmonella onderzoeken/-resultaten niet noodzakelijk is. Één controle per jaar op de hygiënische status van de stal, inclusief een visuele inspectie, is toereikend. In het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is de wijze van monstername en analyse van de hygiëneonderzoeken vastgelegd en is nu de wijze en beoordeling van de visuele controle toegevoegd. In artikel 2 van het onderhavige besluit is opgenomen welke maatregelen worden genomen wanneer de uitkomst van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle 'slecht' is. Daarnaast wordt de borging van de onderzoeken van de overschoenen aangescherpt. Tot dusver diende conform bijlage VI, nadat driemaal achtereen er een discrepantie is tussen de uitslag van de uitgangscontrole door de vleeskuikenhouder en de ingangscontrole bij de slachterij, een onafhankelijk monstername gedaan te worden. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris.

PPE 49 Besluit tot wijziging van het Hygiënebesluit fokbedrijven pluimveevleessector 2003 (200.5-11) Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot wijziging van het Hygiënebesluit fokbedrijven pluimveevleessector 2003 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 3, vierde lid, en 9 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999; Besluit: Artikel I Het Hygiënebesluit fokbedrijven pluimveevleessector 2003 wordt gewijzigd als volgt: Voor de tekst van artikel 2 wordt de aanduiding 1. geplaatst. Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Wanneer overeenkomstig bijlage I11 onder b. van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 de uitkomst van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle slecht is, worden na de volgende ronde nogmaals een hygiëneonderzoek en een visuele controle uitgevoerd. Artikel I1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET HYGIENEBESLUIT FOKBEDRIJVEN PLUIMVEEVLEESSECTOR 2003 (2005-111 Met de invoering van een gewijzigde opzet van de uitvoering van de hygiëneonderzoeken wordt een hygiëneonderzoek op ieder bedrijf eenmaal per jaar verplicht gesteld. Daarnaast wordt een visuele controle op het bedrijf geïntroduceerd. Deze controle wordt door de monsternemer uitgevoerd tegelijkertijd met de monstername van het hygiënogram. In het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 wordt de wijze en beoordeling van de visuele controle opgenomen. In artikel 2 van dit besluit is opgenomen welke maatregelen worden genomen wanneer de uitkomst van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle 'slecht' is. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris.

PPE 50 Besluit tot wijziging van het Hygiënebesluit vermeerderingsbedrijven pluimveevleessector 2003 (2005-11) Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot wijziging van het Hygiënebesluit vermeerderingsbedrijven pluimveevleessector 2003 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 3, vierde lid, en 9 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999; Besluit: Artikel I Het Hygiënebesluit vermeerderingsbedrijven pluimveevleessector 2003 wordt gewijzigd als volgt: Aan artikel 2 wordt een vierde lid toegevoegd dat luidt: 4. Wanneer overeenkomstig bijlage I11 onder b. van het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 de uitkomst van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle slecht is, worden na de volgende ronde nogmaals een hygiëneonderzoek en een visuele controle uitgevoerd. Artikel I1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET HYGIENEBESLUIT VERMEERDERINGSBEDRIJVEN PLUIMVEEVLEESSECTOR 2003 (2005-IQ Met de invoering van een gewijzigde opzet van de uitvoering van de hygiëneonderzoeken wordt een hygiëneonderzoek op ieder bedrijf eenmaal per jaar verplicht gesteld. Daarnaast wordt een visuele controle op het bedrijf ge.introduceerd. Deze controle wordt door de monsternemer uitgevoerd tegelijkertijd met de monstername van het hygiënogram. In het Besluit protocollen hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 wordt de wijze en beoordeling van de visuele

controle opgenomen. In artikel 2 van dit besluit is opgenomen welke maatregelen worden genomen wanneer de uitkomst van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle 'slecht' is. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. PPE 51 Besluit tot intrekking van het Besluit steekproef hygiëneonderzoeken 2001 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005 tot intrekking van het Besluit steekproef hygiëneonderzoeken 200 1 Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 3, vierde lid van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999; Besluit: Artikel I Het Besluit steekproef hygiëneonderzoeken 200 1 wordt ingetrokken. Artikel I1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT INTREKKING VAN HET BESLUIT STEEKPROEF HYGIËNEONDERZOEKEN 2001 In de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999 is in artikel 3, vierde lid, de mogelijkheid tot het steekproefsgewijs uitvoeren van een hygiëneonderzoek komen te vervallen. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een discussie over het nut van de hygiëneonderzoeken in relatie tot de bestrijding van Salmonella. Uit deze discussie vloeide voort dat een koppeling van de uitvoering van hygiëneonderzoeken met de Salmonella onderzoeken/-resultaten niet noodzakelijk is. Één controle per jaar op de hygiënische status van de stal, inclusief een visuele

inspectie, is toereikend. Derhalve dient de mogelijkheid om deel te nemen aan een steekproefsgewijze monstername van de hygiëneonderzoeken te vervallen. Om die reden wordt het Besluit steekproef hygiëneonderzoeken 2001 ingetrokken. Zoetermeer, 15 september 2005 J.J. Ramekers, S.B.M. Jongerius, secretaris. Productschap Tuinbouw PT 53 Besluit PT hefing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2005 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw d.d. 29 november 2005, houdende de vaststelling van de tarieven genoemd in de Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2005 (Besluit PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2005) HET BESTUüR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op artikel 2 van de Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2005; gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen d.d. 15 november 2005; BESLUIT: Artikel 1 l. De heffing als bedoeld in artikel 2 derde lid, van de Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2005, bedraagt voor het oogstjaar 2005 voor iedere onderneming waarin de teelt wordt uitgeoefend van tulpenbollen: 0,80 per are. 2. Bedragen lager dan 22,50, worden niet opgelegd. Artikel 2 Uitgezonderd van de areaalheffing als genoemd in artikel l, zijn: a. opgeplante bloembollen voor de bolproductie, afkomstig van afbroei uit het meest recente broeiseizoen; b. bloembollen, die voor de bolproductie in Nederland, in het eerste teeltjaar, volgend op het jaar van import, waredzijn opgeplant en afkomstig waredzijn van import. Artikel 3 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2005. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Dit besluit en de daarbij behorende toelichting wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, 29 november 2005 Voor het bestuur, J. van der Veen C. Kuijvenhoven secretaris, Toelichting In het besluit wordt voor tulpen een areaalheffing vastgesteld van 0,80 per are. Dit heffingsbedrag is nodig ter financiering van de uitkeringen die hebben plaatsgevonden naar aanleiding van het bestrijden van kosten die zijn gemaakt bij de bestrijding van Ditylenchus dipsaci bij tulpen. Zoetermeer, 29 november 2005 J. van de Veen C. Kuijvenhoven secretaris. PT 54 Besluit PT bijzondere heffing fruit en champignons 2006 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 29 november 2005, houdende de vaststelling van de bedragen van de bestemmingsheffing ten behoeve van de teelt van fruit en champignons voor hetjaar zoo6 (Besluit PT bijzondere heffing fruit en champignons 2006) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAPTUINBOUW, gelet op artikel 4, tweede lid, van de Verordening PT bijzondere heffing fruit en champignons 2006; gehoord de Commissie voor groenten en fruit d.d. 17 november 2005; BESLUIT: Artikel i Voor de volgende, in het eerste lid van artikel 4van de Verordening PT bijzondere heffing fruit en

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 3 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit PT bijzondere heffing fruit en champignons 2006. Dit besluit en de daarbij behorende toelichting wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Zoetermeer, 29 november 2005 J. van der Veen voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Toelichting Ingevolge de Verordening PT bijzondere heffing fruit en champignons 2006, met inachtneming van de in de verordening vastgelegde maxima, kunnen door het bestuur van het productschap de bedragen nader worden vastgesteld. Het onderhavige besluit geeft daar uitvoering aan. De bedragen zijn gebaseerd op de door de commissie ingediende begroting. Productschap Vis VIS 17 Besluit aanwijzing gemandateerde rechtspersoon voor de inning van productschapshefingen Besluit van het bestuur van het Productschap Vis van 13 oktober 2005, houdende de uitvoering van artikel 13, vierde lid, van de Heffingsverordening 2006 door aanwijzing van de gemandateerde rechtspersonen (gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie van d.d., afl...., VIS...) (Besluit aanwijzing gemandateerde rechtspersonen) Het bestuur van het Productschap Vis; Gelet op titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrechte, artikel 92 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en artikel 13, vierde lid, van de Heffingsverordening 2006; Besluit: Artikel 1 De gemandateerde afslagen en derden, als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de Heffingsverordening 2006 zijn:

Visafslagen Visserijbedrijf De Rousant B.V. h.o.n. Garnalenafslag Zoutkamp Visafslag Lauwersoog B.V. Visveiling Insula B.V. Visafslag Urk B.V. Coöperatieve Visafslag Den Oever U.A. Coöperatieve Visafslag Den HeldertTexel U.A. Hollandse Visveiling IJmuiden B.V. Visafslag Scheveningen B.V. (UFA N.V.) Visafslag Stellendam B.V. (UFA N.V.) Visveiling Colijnsplaat B.V. (UFA N.V.) Zeeuwse Visveiling B.V. Zeeuwse Visveiling Breskens N.V. Gemeentelijke Visafslag Stavoren Gemeentelijke IJsselmeerafslag Urk Gemeentelijke Visafslag Enkhuizen Coöperatieve Visafslag "St. Vincentius" U.A. Locatie Reitdiepskade 22 9974 PJ Zoutkamp Haven 1 9976 VN Lauwersoog Nieuwe Vissershaven 25 8861 NX Harlingen Westwal 2 8321 WG Urk Havenkade 1 1779 GT Den Oever Het Nieuwe Diep 27b 1781 AD Den Helder Halkade 4 1976 DC IJmuiden Visafslagweg 1 2583 DM s-gravenhage Meester Snijderweg 5 3251 LJ Stellendam Visserijweg 1 4486 CX Colijnsplaat le Binnenhaven 11 4382 NT Vlissingen Kaai l 4511 RC Breskens Havenweg 17 8715 EM Stavoren Burg. J. Schipperkade 4 8321 EH Urk Havenweg 3 1601 GA Enkhuizen Haven 43 1131 EP Volendam Jittersweg 8, 9885 TC Lauwerszijl 'ostbus 17, 8320 AA Urk 'ostbus 9, 3250 AA Stellendam 'ostbus 9, 3250 AA Stellendam 'ostbus 9, 3250 AA Stellendam 'ostbus 77,8320 AB Urk 10verige derden Coöperatieve Producentenorganisatie van de ederlandse Kokkelvisserij U.A. osselveiling (Mosselkantoor Productschap Vis) Coxstraat 4 1 4421 DC Kapelle Dregweg 2 4401 LD Yerseke 'ostbus 33,4400 AC Yerseke Artikel 2 1. Dit besluit wordt aangehaald als "Besluit aanwijzing gemandateerde rechtspersonen". 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. Rijswijk, 13 oktober 2005 P.J.H.M. Loonen voorzitter G.J. van Balsfoort secretaris TOELICHTING Iedere aanvoerder en handelaar van vis, schaal- en schelpdieren is een huishoudelijke en een aantal bestemmingsheffingen aan het Productschap Vis verschuldigd. Door de steeds veranderende marktsituatie acht het bestuur het wenselijk om snel in te kunnen springen op nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld contractverkoop of geen private veilplicht voor bepaalde soorten of ondernemers). In artikel 13 van de Heffingsverordening 2006 is derhalve met ingang van het heffingsjaar 2006 een nieuw vierde lid opgenomen, waarin is bepaald dat het bestuur bij uitvoeringsbesluit de privaatrechtelijke (rechts)personen kan aanwijzen die gemandateerd zijn om de door de ondernemers verschuldigde heffingen te innen en af te dragen. In de bestemmingsheffingsverordeningen is deze bepaling van overeenkomstige toepassing verklaard.

Het onderhavige besluit dient dan ook ter uitvoering van artikel 13, vierde lid, van de Heffingsverordening 2006. In artikel 1 zijn de rechtspersonen aangewezen die voor het Productschap Vis de door de ondernemer verschuldigde heffing(en) berekenen en inhouden. Middels de afdracht aan het Productschap Vis heeft de ondernemer voor deze partijen dan aan zijn verplichtingen voldaan. Inning productschapshejìngen via de visafslagen Nederland kent een privaatrechtelijke veilplicht. Dit betekent dat iedere Nederlandse aanvoerder, die lid is van een Producenten Organisatie en deelneemt aan een beheersgroep, bijna alle in Nederland aangevoerde vis via de visafslag (veilklok) ter verkoop moet aanbieden aan de handel. De veilplicht is een privaatrechtelijke uitvoering van afspraken ter uitvoering van het Europese visserijbeleid. Voor de diensten die de visafslag voor de aanvoerder en handelaar verricht zoals sorteren, verkopen, opslaan, vervoer etc. worden kosten in rekening gebracht. Deze privaatrechtelijke kosten worden met haven- en liggelden in mindering gebracht op de opbrengst (besomming) en de verkoop (aankoop). In overleg met de visafslagen (Nationaal Overleg Visafslagen) zijn met het productschap afspraken gemaakt over de inning en afdracht van zowel de huishoudelijk als besternmingsheffing. Deze afspraken komen erop neer dat automatisch met de verrekening van de afslagkosten ook de heffingsbijdragen voor het productschap bij de aanvoerder en de koper worden ingehouden. In artikel 13 van de Heffmgsverordening 2006 zijn de afslagadministraties en overige derden derhalve gemandateerd voor de inning van de productschapsheffingen bij verkoop via de afslag. De overige bestemmingsheffingsverordeningen verklaren dit artikel van overeenkomstige toepassing of voorzien in een bijzondere wijze van inning van de heffingen. De volgende zeevisafslagen houden automatisch de verschuldigde heffing bij de aanvoerder en handelaar in en dragen deze af aan het productschap: Breskens, Colijnsplaat, Stellendam, Harlingen, Den Helder, Lauwersoog, Zoutkamp, Den Oever, Scheveningen, IJmuiden, Urk en Vlissingen. Naast de afdracht van heffingen via de zeevisafslagen, dienen ook de visafslagen waar zoetwatervis wordt verhandeld een afdracht van heffingen te verrichten aan het productschap. In Nederland zijn er nog een viertal visafslagen voor zoetwatervis actief. Dit zijn Urk, Enkhuizen, Stavoren en Volendam. Deze verschuldigde heffingen worden geïnd bij verkoop van vis (verkregen door uitoefening van de IJsselrneervisserij). De afslagadministraties zijn geautomatiseerd, waarbij heffingen en inhoudingen centraal zijn ingevoerd. Het is niet altijd mogelijk om per aanvoerder aan te geven of er wel of niet bepaalde heffingen en inhoudingen moeten worden uitgevoerd. Het laten aanpassen van de programmatuur is een dusdanige grote investering, welke niet in verhouding staat met de te innen heffingen voor het Productschap Vis. Met de visafslagen is derhalve afgesproken dat twee maal per jaar een handmatige correctie wordt uitgevoerd voor de ondernemers waar onterecht heffingen zijn ingehouden. De desbetreffende aanvoerders krijgen dan het onverschuldigd betaalde bedrag van de visafslagen retour. Inning van productschapshejìngen via derden In Nederland worden bijna alle mosselen via de mosselveiling te Yerseke verhandeld, omdat de private organisaties een veilplicht kennen. Voor de afdracht van de verschuldigde huishoudelijke en bestemmingsheffing van het productschap wordt hetzelfde systeem van inning toegepast als op de zeevis afslagen. De handelaar en 1 of kweker die de mosselen ter verkoop aanbiedt aan de mosselveiling ontvangt een factuur waarover direct de verschuldigde heffingen worden verrekend. In tegenstelling tot andere visafslagen wordt de mosselveiling beheerd door het productschap. 2 8