Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011

Vergelijkbare documenten
Versie bij voorkeur breder

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Collectief Beheerplan Agrarisch Natuurbeheer Zeeland 2014

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland

Versie Een gehele akker max 5 ha. Meetellen mestplaatsingsruimte. 4 blokken met een verschillend mengsel. Patrijs, gele kwikstaart, bijen

Versie Een gehele akker max 5 ha. Meetellen mestplaatsingsruimte. 4 blokken met een verschillend mengsel. Patrijs, gele kwikstaart, bijen

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019

Collectief Beheerplan Agrarisch Natuurbeheer Zeeland 2015

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL

Collectief Beheerplan Agrarisch Natuurbeheer Zeeland 2016

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Overzicht Beheerpakketten

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Overzicht Beheerpakketten

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d 1 december FAC versie december 2016 ANLb

Welkom! Instructie-avond akker-vogel-randenbeheer. Maandag 15 februari 2016

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Versie Doelsoorten Zeeland Patrijs, veldleeuwerik, graspieper kwikstaart. Meetellen mestplaatsingsruimte

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen.

WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water

Beheerpakketten Akkerbouw

PVM AKKERRANDENMENGSELS MATERIALEN. Telefoon Telefax

2. Beheerspakketten agromilieuverbintenissen. 2.1 Onderdeel agrarisch natuurbeheer

Overzicht Beheerpakketten. Open Akker. Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer

U ontvangt op dit moment subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van de Provincie Zeeland.

Weidevogelbeheer 2016

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen:

Weidevogelbeheer 2016

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer

Index Agrarisch

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard

Groen Blauw Stimuleringskader Zaaikaart

Overzicht Beheerpakketten. Grasland en Open Akker. Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer

AKKERNATUUR. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman JAN

Contractduur en min-max

Projectplan. Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

Versie bij voorkeur breder

lnhoudsopgave I Leeswijzer T8 Verlengen T9a,. T Toeslagen weidevogelbeheer

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d 1 december 2015

Uitgangspunten berekening tarieven en beheer vergoedingen ANLb

Paragraaf 1 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer onder de SNL2013

Collectief akkervogelbeheerplan Moerdijk. Actualisatie 2016

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer

Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

SUBBIJLAGE 10 a bij maatregelfiches as 2 BEHEERSPAKKETTEN AGROMILIEUVERBINTENISSEN PSAN (OUD)

Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer. Henk Kloen. Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer

Openstellingsbesluit 2016 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg (onderdeel agrarisch, beheerjaar 2017)

Zaaizaad Informatie bij het uitleveren van zaaizaad in het kader van de regelingen

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1

Flevolands Agrarisch Collectief. Akkerranden

Collectief Beheerplan Rondom Het Greppelveld

Akkerbeheerplan 2019 Kruidenrijke akkerranden

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A

Beheer van Akkerranden

Bijlage 6: Baseline voor de hoogte van de vergoeding voor de agromilieu- en klimaatdiensten

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

Pakketten Waterbeheer

Werkinstructie SNL 2014

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. ir. J.H. Maissan. Onderwerp Openstellingsbesluit agrarisch natuurbeheer

Welkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder

Natuurbeheerplan Zeeland 2016 Planwijziging agrarische leefgebieden Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 11 april 2017

Natuursubsidie in Zeeland De subsidiemogelijkheden voor natuur in de Provincie Zeeland

Beheerpakketten Limburg

Gelet op artikel 105, eerste lid, juncto artikel 143, eerste lid, van de Provinciewet;

Agrarische Natuurvereniging Brabantse Wal. (Agrarisch) natuurbeheer in ons ANV gebied: activiteiten, resultaten en kansen

Index Natuur & Landschap

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland

Bijlage bij Provinciaal Blad 2012/

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.

Buijtenland van Rhoon

Leven op de rand Flora en fauna in akkerranden op de Brabantse zeeklei Samenvatting evaluatierapport 2009

Aspecten zoals positie ten op zichte van fiets en wandelpaden zijn minder belangrijk dan bovenstaande punten.

Natuurbeheerplan Zeeland Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 27 september 2011

Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Openstellingsbesluit SNL, onderdeel Agrarisch Natuurbeheer 2017

CVDR. Nr. CVDR106004_1

AKKERRANDEN. Akkerranden in Flevoland Past dat bij mij(n bedrijf)? En waar op te letten?

Toelichting op wijzigingen Subsidiestelsel Natuur en Landschap Overijssel

Natuurmengsels Mengsels met kruiden, granen, vlinderbloemigen, grassen etc.

Opties en voorwaarden Veldleeuwerikpakket 2017

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor

AKKERVOGELS IN TRIORANDEN, FAUNARANDEN EN NATUURBRAAK

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Overtredingen en daarbij horende mogelijkheden voor herstel of sancties

Vragen en antwoorden over de SNL-applicatie 2014 naar aanleiding van de instructiebijeenkomsten voor gebiedscoördinatoren

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Versie 1.5d. 1 december 2015

Hoe kunt u meedoen? Help

SNL Agrarisch natuurbeheer

Nieuwsbrief nr. 1 September 2015 Collectief Agrarisch Natuurbeheer West-Brabant

Transcriptie:

Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 Uitgebracht door de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) namens de Agrarische Natuurverenigingen (ANV's) van Zeeland: ANV Goes ANV Bloeiend West Zeeuws-Vlaanderen ANV Groene Oogst Milieucoöperatie Zak van Zuid-Beveland ANV Natuurlijk Walcheren ANV SANELT Stichting Akkerleven Stichting Zonnestraal ANV Oost Zuid-Beveland Met medewerking van: Dienst Landelijk Gebied (DLG), kaarten en redactie Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ), ecologische advisering Provincie Zeeland, provinciaal beleid Goes, 14 november 2010 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 1

Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 2

Inhoud 1. Inleiding 4 1.1 Doel van het collectief beheerplan 4 1.2 Werkwijze 4 1.3 Gebiedscoördinator 4 2. Uitwerking van het collectief beheerplan 5 2.1 Huidige situatie akkerrandenbeheer Zeeland 5 2.2 Randvoorwaarden Natuurbeheerplan Zeeland 2011 6 2.3 Randvoorwaarden ANV's 8 2.4 Inventarisatie 8 3 De collectieve beheerkaart akkerranden 2011 10 3.1 Toelichting op de kaart 10 3.2 Akkerranden per ANV 10 3.3 Kwaliteit akkervogelgebieden 11 4. Toepassing van het collectief beheerplan 12 4.1 Aanvraag subsidie SNL 12 4.2 Inzet ANV's (coördinatie en organisatie) in 2011 12 4.3 Inzet van de beheerpakketten voor akkervogels 12 4.4 Meekoppeling recreatie 13 4.5 Meekoppeling water en milieu 13 4.6 Monitoring en evaluatie 13 4.7 Relatie met andere akkerrandprojecten 13 Bijlagen 1 Collectief beheerkaart akkerranden Zeeland 2011 14 2 Hectaregegevens akkerranden Zeeland per ANV 15 3 Advies beheerpakketten voor Zeeland 16 4 Voorgeschreven zaadmengsels 20 5 Telgebieden beleidsmonitoring akker- en weidevogels 21 6 Richtlijn akkerranden en slootonderhoud 22 7 Kaart werkgebieden ANV's 23 8 Zoekgebieden akkervogelkerngebieden 24 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 3

1. Inleiding 1.1 Doel van het collectief beheerplan In 2010 is een nieuw Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) ingevoerd. Voor het aanvragen van agrarische beheerpakketten biedt het nieuwe stelsel de mogelijkheid tot het opstellen van een Collectief natuurbeheerplan als basis voor de subsidieaanvraag. Voor akkerranden zijn in het Natuurbeheerplan Zeeland zoekgebieden opgenomen waarvoor een Collectief agrarisch beheerplan kan worden opgesteld. Alleen voor akkerranden die in dit Collectief beheerplan zijn opgenomen kan eind 2010 subsidie SNL worden aangevraagd. In een Collectief agrarisch natuurbeheerplan wordt de ligging en het agrarische beheerpakket SNL van agrarische beheergebieden binnen zoekgebieden in detail op kaart vastgelegd. Een collectief agrarisch natuurbeheerplan heeft de volgende voordelen: maximale duidelijkheid vooraf bij de subsidieaanvraag regionaal maatwerk; de begrenzing (ligging/oppervlakte,afmetingen) van beheergebieden, kan door de agrarische beheerders resp. de ANV s in detail worden uitgewerkt; daarbij kan worden ingespeeld op belangstelling in de streek, op natuurkwaliteit en op uitbreidingsruimte flexibiliteit in de vorm en afmeting van de akkerrand flexibiliteit in beheermaatregelen; de SNL-pakketten bieden veel ruimte voor variatie. 1.2 Werkwijze Dit collectief beheerplan is opgesteld door de ANV's van Zeeland. In de periode juni september 2010 is de belangstelling voor het verlengen van aanvragen akkerrandenbeheer onder de SNL geïnventariseerd en zijn de basisgegevens verzameld. De basisgegevens zijn door de Dienst Landelijk Gebied verwerkt in een GIS-database. Het project werd gecoördineerd door de ZLTO en begeleid door het provinciale Afstemmingsoverleg Agrarisch Natuurbeheer Zeeland (met afgevaardigden vanuit provincie Zeeland, ZLTO, DLG en SLZ). 1.3 Gebiedscoördinator ZLTO treedt, conform het provinciaal beleid, op als gebiedscoördinator en is eindverantwoordelijk voor het opstellen van het Collectief beheerplan agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 4

2. Uitwerking van het collectief beheerplan 2.1 Huidige situatie akkerrandenbeheer Zeeland Sinds 1999 worden in Zeeland op grote schaal en structureel akkerranden beheerd. De oppervlakte akkerranden is de afgelopen jaren toegenomen van 300 ha en in 1999 naar 400 ha in 2000, 500 ha in 2005 en 550 ha in 2009. Met name op Noord-Beveland, Zuid-Beveland en Schouwen-Duiveland wordt op grote schaal aan akkerrandenbeheer gedaan. In onderstaande tabel is de oppervlakte akkerranden van de (P)SAN en overige akkerrandenprojecten per agrarische natuurvereniging en totaal voor Zeeland weergegeven. Tabel huidige oppervlakte akkerranden per ANV Ha impuls akker-natuur Totaal lopend in 2010 Ha SAN aflopend in 2011 aflopend in 2011 ANV Goes 44,84 0 7,38 ANV Bloeiend WZVlaanderen 82,68 2,90 4,02 ANV Groene Oogst 67,60 0,28 4,70 MC Zak van Z-Beveland 80,01 3,01 4,50 ANV Natuurlijk Walcheren 33,56 0 0,62 ANV SANELT 36,46 0 0,29 Stichting Akkerleven 107,48 7,67 2,60 Stichting Zonnestraal 63,94 0 0 ANV Oost Zuid Beveland 7,37 0 4,50 TOTAAL ha 523,94 13,86 28,61 Bij het akkerrandenbeheer wordt sinds 2000 gebruik gemaakt van het akkerrandenpakket van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer, dat gericht is op de bevordering van diverse planten- en diergroepen op en rond de akker. Met dit beheerpakket is veel ervaring opgedaan. In 2004 zijn in het project Akkerranden à la carte experimenten uitgevoerd met de bedoeling de effectiviteit voor natuur te vergroten. Daarbij is gebleken dat meer structuurvariatie en een specifieke plantensamenstelling voor natuur gewenst zijn. Dit kan worden bereikt door middel van een gevarieerd, strooksgewijs beheer met toepassing van uitgekiende zaadmengsels. De nieuwe subsidieregeling biedt de mogelijkheid om het akkerrandenbeheer te verfijnen. Bij het akkerrandenbeheer is ook gebleken dat een belangrijke nevendoelstelling bloemrijke randen tbv. recreatie met het oude akkerrandenpakket onvoldoende kan worden bereikt. De bloemenranden zijn na 2 jaar vergrast en hebben hun aantrekkingskracht dan goeddeels verloren. Ook hiervoor is een verfijning van het akkerrandenbeheer gewenst. Verder worden akkerranden in toenemende mate beheerd als bufferstroken om ongewenste drift van meststoffen en bestrijdingsmiddelen naar het oppervlaktewater tegen te gaan. Met deze nevendoelstelling is tot dusver nog weinig rekening gehouden. Dit is eveneens een aandachtspunt voor het toekomstige akkerrandenbeheer. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 5

2.2 Randvoorwaarden Natuurbeheerplan Zeeland 2010 In het Natuurbeheerplan Zeeland 2010 staan de randvoorwaarden voor het akkerrandenbeheer onder de nieuwe SNL beschreven. Daarbij ligt de nadruk op akkerranden voor broedende en overwinterende akkervogels. De akkerranden kunnen als broed-, foerageer- en schuilplaatsen dienen voor akkervogels als Veldleeuwerik en Patrijs en zodoende een belangrijke bijdrage leveren aan het in stand houden van de broedvogelstand in Zeeland. Daarvoor is het van belang dat de ligging en het beheer van de akkerranden en het beheer van de akkerranden zoveel mogelijk wordt afgestemd op de aanwezige akkervogels Patrijs en Veldleeuwerik. De kwaliteit van een akkervogelgebied wordt bepaald door de dichtheid en kwaliteit van de aanwezige akkervogelbiotopen. De afstand tussen broedbiotopen is bij voorkeur niet groter dan 500 m. Op elke 5 broedbiotopen is bij voorkeur 1 winterbiotoop in het gebied aanwezig. Hiermee kan rekening worden gehouden bij het situeren van akkerranden. Het zoekgebied akkerrandenbeheer Zeeland wordt verfijnd door toevoeging van actuele akkervogelkerngebieden. Actuele akkervogelkerngebieden zijn akkergebieden met de hoogte dichtheid (5 of meer broedende soorten) aan akkervogels. Het zoekgebieden akkervogelrandenbeheer kent daarmee de volgende deelgebieden: - actueel akkervogelgebied - historisch akkervogelgebied - overig akkervogelgebied De totale oppervlakte en buitengrens van het zoekgebied wordt niet gewijzigd. Het is de bedoeling om het akkerrandenbeheer in de toekomst in de akkervogelkerngebieden te concentreren. Dat is nodig om de effectiviteit van het akkervogelbeheer te vergroten en om te kunnen voldoen aan EU-richtlijnen. De kaart met akkervogelkerngebieden is weergegeven in bijlage 8. Deze kaart zal komende jaren nog verder worden verfijnd aan de hand van aanvullende gegevens. De meekoppeling met recreatie is onder andere mogelijk bij recreatieroutes (wandel- en fietspaden). Bij de situering van het beheerpakket kan rekening worden gehouden met aantrekkelijkheid voor de recreant. Overigens is het bij het beheerpakket akkerrand SNL (SNL: A01.02 Akkerfaunaranden niet toegestaan om de rand te betreden. De meekoppeling water en milieu wordt vooral gericht op aanwezige kreken en watergangen. Naast deze inhoudelijke randvoorwaarden stelt de provincie ook kwantitatieve randvoorwaarden. Voor 2011 is in totaal maximaal 600 ha beschikbaar. De beschikbare ruimte wordt dit jaar ingezet voor oversluiters, het verbreden van akkerranden van 6 naar 9 meter en het ; indalen van tijdelijke projecten op gebied van wintervoedsel voor akkervogels, de zogenaamde Impuls en wintervoedselranden, naar de SNL regeling. Het restant aan uitbreidingsruimte, ca. 14 ha., wordt ingezet in het werkgebied van de recent opgerichte ANV Oost Zuid-Beveland. Afgelopen jaren zijn er in Zeeland pilots uitgevoerd met vormen van akkerranden ter stimulering van akkernatuur, te weten: Integrale Impuls Akkernatuur Zeeland 2008 / 2009 en Verbeteren wintervoedselsituatie akkervogels. Deelnemers uit beide projecten is de mogelijkheid geboden om de betreffende onderzoeksranden om te zetten in reguliere SNL randen. Indien uit de resultaten van de uitgevoerde projecten blijkt dat deze gelegen waren op gunstige locaties voor overwinterende akkervogels kon het beheerpakket Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels A01.02.02. worden aangevraagd. Indien de locatie minder geschikt was voor overwinterende akkervogels (b.v. door aanwezigheid van opgaande beplanting voor de doelsoorten) is gekeken of er een andere locatie op het bedrijf beschikbaar was. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 6

Als dit niet mogelijk was kon de deelnemer kiezen uit het volgende pakket: Bouwland voor broedende akkervogels A01.02.01, met als varianten: Veldleeuwerikpakket A01.02.01a of Patrijzenpakket A01.02.01b. Keuze is afhankelijk van de ecologische potenties van de locatie van de rand. De pakket- en beheereisen voor bovengenoemde beheerpakketten zoals deze in de SNL regeling zijn opgenomen zijn te vinden op de website van het portaal natuur en landschap: www.portaalnatuurenlandschap.nl/snl/onderdelen-stelsel Onder index natuur en landschap, onderdeel agrarische beheertypen, staan de beschrijvingen. Op deze site staan de meest actuele gegevens. In bijlage 3 zijn deze eisen omgevormd tot een praktisch advies gericht op de Zeeuwse situatie. Enkele verschillen tussen het Zeeuwse advies in bijlage 3 en de index natuur en landschap zijn hieronder nader uitgelegd: Betreft A01.02.01a Veldleeuwerikpakket en A01.02.01b Patrijzenpakket: Index: Een strook moet 2 maal per jaar gemaaid worden tussen 1 maart en 15 september. Advies: Een strook 2 maal maaien. Eénmaal in periode 1 maart 31 maart en éénmaal is periode 15 juli en 15 september. Reden verschil: Vanwege de broedperiode en de grotere overlevingskans van kuikens is het beter om tussen 1 april en 15 juli niet te maaien. Index: Een strook moet jaarlijks geploegd worden tussen 1 september en 15 april. Advies: Variant a ploegen tussen 1 maart en 31 maart. Variant b ploegen tussen 1 april en 15 april. Index: Daar waar ploegen toegestaan is, mag ook een andere diepe grondbewerking worden toegepast. Advies: Per akkerrand (afhankelijk van grondsoort, bewerkbaarheid, etc.) kan bekeken worden welke bewerking geschikt is om te komen tot een optimaal zaaibed. Index: Betreft variant b, Tussen 1 maart en 15 april mag nog een grondbewerking worden uitgevoerd. Advies: Indien gevreesd wordt voor veronkruiding van de strook dit toepassen. Het geeft de mogelijkheid om met een schone strook te beginnen. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 7

2.3 Randvoorwaarden ANV's De ANV's willen zich inzetten om het akkerrandenbeheer ter hand te (blijven) nemen en de beleidsdoelen te halen. Daarbij gelden de volgende bedrijfsmatige randvoorwaarden: marktconforme vergoeding voldoende ruimte voor bloemenranden flexibiliteit in het beheer en onderhoud van randen gedurende de beheerperiode overlast voorkomen 2.4 Inventarisatie Op 1 juli j.l. is, tijdens een bijeenkomst van ZLTO, ANV's, provincie, DLG en SLZ het startschot gegeven. Tijdens deze bijeenkomst is het projectplan met planning vastgesteld en zijn afspraken gemaakt over de inventarisatie en uitvoering van het plan. Binnen het Collectief beheerplan akkerranden Zeeland 2011 was begeleiding en inventarisatie rond de volgende categoriën: 1. Oversluiters SAN DLG heeft enkele deelnemers individueel benaderd om hun belangstelling voor het aangaan van een verlenging te peilen. In twee gevallen ging het om inloopdagen gezamenlijk met de ANV s. Het merendeel van de agrariërs zet de overeenkomst voort. Ze konden kiezen uit pakket: Bouwland voor broedende akkervogels A01.02.01. met als varianten: Veldleeuwerikpakket A01.02.01a of Patrijzenpakket A01.02.01b. 2. Projectdeelnemers uit de projecten: Integrale Impuls Akkernatuur Zeeland 2008 / 2009 en Verbeteren wintervoedselsituatie akkervogels. Vanuit ZLTO, SLZ en DLG zijn betreffende deelnemers begeleid bij de eventuele voortzetting van hun beheer onder de SNL, zie ook hoofdstuk 2.2. 3. Nieuwe overeenkomsten Vanwege het beperkt aantal nieuwe ha s en als stimulans voor de recente oprichting van ANV Oost Zuid-Beveland is besloten om de beschikbare uitbreidingsruimte van 14 ha toe te wijzen aan dit gebied dat is gelegen in de gemeenten Kapelle en Reimerswaal. Nieuwe overeenkomsten zijn alleen mogelijk in het akkervogelkerngebied. DLG heeft middels een gesprek met de voorzitter van ANV Oost Zuid-Beveland hier invulling aan gegeven. De SAN oversluiters kunnen kiezen voor het nieuwe pakket Bouwland voor broedende akkervogels a (Veldleeuwerikenpakket) of b (Patrijzenpakket). Daarin zijn twee nieuwe pakketeisen opgenomen die gevolgen hebben voor het hectarebeslag: de eenheid is minstens 0,3 ha groot de eenheid is minstens 9 m breed. Er is een extra hectarebeslag benodigd om aantal huidige akkerranden te verbreden tot 9 m en vergroten tot minimaal 0,3 ha. Aangezien veel randen niet aan deze eisen voldoen is eerst getracht zoveel mogelijk randen te verbreden resp. te verlengen zodat continuering mogelijk is. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 8

Bij het inventariseren van de te verlengen randen bestond de mogelijkheid om het meest toepasselijke beheerpakket te kiezen. Dat wil zeggen een Veldleeuwerikenpakket (gevarieerde grasrand) in veldleeuwerikengebied (open polderland) en het Patrijzenpakket (gevarieerde ruige rand) in patrijzenland (kleinschalig landschap). De aangemelde SNL-randen met de bijbehorende info zijn op detailkaarten ingetekend. DLG heeft de informatie opgenomen in een GIS database. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 9

3 De collectieve beheerkaart akkerranden 2010 3.1 Toelichting op de kaart De collectieve beheerkaart (bijlage 1) toont per ANV de ligging van de te verlengen en nieuwe akkerranden die in 2011 onder de SNL van start kunnen gaan. Per rand zijn weergegeven de oppervlakte, de randbreedte, de lengte en het beheerpakket. Op de kaart zijn, voor het totaal overzicht, ook de nog doorlopende SAN- en PSAN randen met de startjaren 2006 t/m 2009 weergegeven. Deze zullen in de komende jaren overgaan op de SNL. 3.2 Akkerranden per ANV in 2011 In onderstaande tabel zijn de oppervlaktes SNL randen per ANV in 2011 weergegeven, waarbij het hectarebeslag voor verbreders is berekend. Ook is de oppervlakte doorlopende SAN en PSAN randen weergegeven. Tabel akkerranden per ANV, overstap SAN naar SNL 2011 ANV Totaal lopend in 2010 Aflopend SAN in 2011 Stoppen SAN in 2011 Verbreding in 2011 Continuering SNL in 2011 Totaal continuering (P)SAN/SNL in 2011 ANV Goes 44,84 0,00 0,00 0,00 0,00 44,84 ANV Bloeiend WZVlaanderen 82,68 2,90 1,60 0,23 1,53 84,21 ANV Groene Oogst 67,60 0,28 0,00 0,08 0,36 67,96 MC Zak van Z-Beveland 80,01 3,01 0,00 0,17 3,18 83,19 ANV Natuurlijk Walcheren 33,56 0,00 0,00 0,00 0,00 33,56 ANV SANELT 36,46 0,00 0,00 0,00 0,00 36,46 Stichting Akkerleven 107,48 7,67 0,17 2,45 9,95 117,43 Stichting Zonnestraal 63,94 0,00 0,00 0,00 0,00 63,94 ANV Oost Zuid Beveland 7,37 0,00 0,00 0,00 0,00 7,37 TOTAAL ha 523,94 13,86 1,77 2,93 15,02 538,96 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 10

Overstap impuls akkernatuur naar SNL 2011 ANV Totaal lopend in 2010 Aflopend in 2011 Uitbreiding SNL in 2011 ANV Goes 7,38 7,38 7,51 ANV Bloeiend WZVlaanderen 4,02 4,02 2,09 ANV Groene Oogst 4,70 4,70 1,52 MC Zak van Z-Beveland 4,50 4,50 3,61 ANV Natuurlijk Walcheren 0,62 0,62 0,48 ANV SANELT 0,29 0,29 0,32 Stichting Akkerleven 2,60 2,60 1,65 Stichting Zonnestraal 0 0 0,00 ANV Oost Zuid Beveland 4,50 4,50 2,19 TOTAAL ha 28,61 28,61 19,37 Overige uitbreiding SNL 2011 ANV Project Wintervoedselranden Herstel 2010 Nieuwe randen Randen SNL 2011 ANV Goes 1,60 0,00 0,00 1,60 ANV Bloeiend WZVlaanderen 1,22 0,45 0,00 1,67 ANV Groene Oogst 0,37 0,00 0,00 0,37 MC Zak van Z-Beveland 0,00 0,00 0,00 0,00 ANV Natuurlijk Walcheren 0,00 0,00 0,00 0,00 ANV SANELT 0,00 0,00 0,00 0,00 Stichting Akkerleven 0,00 0,95 0,00 0,95 Stichting Zonnestraal 0,00 0,00 0,00 0,00 ANV Oost Zuid Beveland 0,00 0,38 2,47 2,85 TOTAAL ha 3,19 1,78 2,47 7,44 Totaal continuering en uitbreiding akkerranden SNL 2011 Overstap SAN 15,02 Overstap Impuls akkernatuur 19,37 Overige uitbreiding 7,44 Totaal ha 41,83 3.3 Kwaliteit akkervogelgebieden Het akkerrandenbeheer zal de komende jaren worden gericht op het bereiken van de gewenste kwaliteit. Hierbij worden onderstaande richtlijnen gehanteerd: De afstand tussen broedbiotopen is bij voorkeur niet groter dan 500 m Op elke 5 broedbiotopen is bij voorkeur 1 winterbiotoop in het gebied aanwezig. Het Collectief beheerplan is hiervoor een belangrijk instrument. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 11

4. Toepassing van het collectief beheerplan 4.1 Aanvraag subsidie SNL Alleen de akkerranden die in dit Collectieve beheerplan als SNL-randen zijn weergegeven kunnen tijdens de aanvraagperiode 2011 worden aangevraagd. De SNL-aanvraag is individueel, per beheerder. ANV s kunnen er wel voor kiezen om zich te laten machtigen om de aanvraag in te dienen. Alle lopende SAN en PSAN randen met startjaar 2006 t/m 2009 lopen ongewijzigd onder de oude regelingen door. De SAN randen met startjaar 2005 kunnen in 2011 onder de SNL worden verlengd. De SAN-randen met startjaar 2006 kunnen in 2012 onder de SNL worden verlengd. De PSAN randen met startjaren 2007, 2008 en 2009 kunnen in de jaren daarna worden verlengd of worden omgezet in SNL-randen. 4.2 Inzet ANV's (coördinatie en organisatie) in 2011 Bij de totstandkoming van het Collectief beheerplan zijn de ANV s nauw betrokken. Zij vervullen een belangrijke rol in de informatieverstrekking naar hun leden en dienen als klankbord voor de coördinator en betrokken instanties. Voor het uitvoering van deze coördinerende en ondersteunende maatregelen wordt via de ZLTO een bescheidenvergoeding verstrekt. Het betreft de financiële bijdrage van een landelijk onderdeel van de SNL regeling op provinciaal niveau. 4.3 Inzet van de beheerpakketten voor akkervogels Met de invoering van de SNL worden ook de nieuwe beheerpakketten voor akkervogelbeheer ingevoerd. Voor Zeeland zijn de volgende beheerpakketten van toepassing: A01.02.01a Bouwland met broedende akkervogels - veldleeuwerikenrand A01.02.01b Bouwland met broedende akkervogels - patrijzenrand Voor de randen die overkomen uit de projecten Impuls en wintervoedsel is het volgende pakket opengesteld: A01.02.02 Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels - wintervoedselrand Deze pakketten kunnen in de aanvraagperiode 2010 worden aangevraagd. Het pakket A01.02.01c Bouwland met broedende akkervogels (Groningse kiekenrand) is voor Zeeland niet van toepassing omdat de Grauwe kiekendief hier niet broedt. Het pakket A01.02.01d Bouwland met doortrekkende en overwinterend akkervogels wordt eveneens niet opengesteld. Deze variant is speciaal voor Flevoland ontwikkeld. De algemene pakketbeschrijving van de veldleeuwerikenrand en de patrijzenrand en wintervoedsel wordt in het kader van het Natuurbeheerplan Zeeland 2010 verfijnd. Daarbij is rekening gehouden met de ervaringen in de projecten 'Akkerranden à la carte', en de Integrale impuls akkerranden. De verfijnde pakketten zijn opgenomen in bijlage 3. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 12

De landelijke voorwaarden en beheerseisen zijn ook voor Zeeland van toepassing. Hierin is onder andere in opgenomen dat maaien met een klepelmaaier niet is toegestaan. De landelijke voorwaarden en beheerseisen heeft iedere deelnemer ontvangen. Binnen deze landelijk voorwaarden zijn de twee Zeeuwse pakketten uitgewerkt. Bij de verfijnde pakketten horen ook vier specifiek Zeeuwse zaadmengsels. Het betreft: Zeeuws bont grasmengsel Zeeuws bont graanmengsel Zeeuws bont bloemenmengsel Zeeuws laag grasmengsel De zaadmengsels zijn beschreven in bijlage 4 Ter voorbereiding van de werkzaamheden in de SNL-randen in het nieuwe beheerseizoen 2011 zullen door ANV's en Landschapsbeheer Zeeland adviezen worden opgesteld. Het is de bedoeling om, op termijn, voor elke afzonderlijke rand (type) een beknopt beheerplan op te stellen. 4.4 Meekoppeling recreatie Randen kunnen worden gecombineerd met recreatieroutes. In randen die gelegen zijn langs recreatieroutes kan een bloemenstrook (3 m) worden ingezaaid. Verstoring van broedende akkervogels door recreanten moet in deze randen worden voorkomen. 4.5 Meekoppeling water en milieu Akkerranden kunnen worden gesitueerd langs waterlopen. Bij het slootonderhoud dient rekening te worden gehouden met de kwaliteit van de akkerrand. Voor het slootonderhoud zijn door waterschap en ZLTO richtlijnen afgesproken. Zie bijlage 6. 4.6 Monitoring en evaluatie De ontwikkeling van de akkervogels in en rond de akkerranden wordt gevolgd door middel van de provinciale beleidsmonitoring akker- en weidevogels. De telgebieden zijn weergegeven in bijlage 5. De gegevens uit de monitoring zullen worden gebruikt voor de verdere verfijning van het akkerrandenbeheer. 4.7 Relatie met andere akkerrandprojecten In Zeeland lopen momenteel diverse andere projecten rond akkerranden: Project Integrale Impuls akkernatuur Zeeland 2008 / 2009 loopt zelfstandig door in 2010. Het is de bedoeling de circa 20 ha impulsranden in 2011 onder de SNL te brengen. Akkerleven: zelfstandig POP project met koppeling akkerranden en wandelpaden Plukranden lopen zelfstandig in diverse gemeenten FAB randen; een zelfstandige, experimentele regeling, gericht op milieuranden gaat in 2010 van start Project met bloemrijke akkerranden / stroken als versterking van het Wandelnetwerk in Zak van Zuid-Beveland. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 13

Bijlage 1 Collectief beheerkaart akkerranden Zeeland 2011 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 14

Bijlage 2 Hectaregegevens akkerranden Zeeland per ANV Akkerranden Zeeland 2011 SAN 2006 PSAN 2007 PSAN 2008 PSAN 2009 SNL 2010 SNL 2011 Totaal lopend in 2011 ANV Goes Faunarand 34,48 3,90 0 3,04 41,42 A01.02.01a Veldleeuwerik 3,42 3,42 A01.02.01b Patrijs 0 1,91 1,91 A01.02.02 Wintervoedsel 7,20 7,20 Totaal 34,48 3,9 0 3,04 3,42 9,11 53,95 Bloeiend WZV Faunarand 39,51 5,65 0 19,72 67,78 A01.02.01a Veldleeuwerik 14,90 1,98 16,88 A01.02.01b Patrijs 0 0 A01.02.02 Wintervoedsel 3,31 3,31 Totaal 39,51 5,65 0 19,72 14,9 5,29 87,97 Groene Oogst Faunarand 36,32 14,51 0 10,01 61,12 A01.02.01a Veldleeuwerik 5,16 5,16 A01.02.01b Patrijs 1,32 0,85 2,17 A01.02.02 Wintervoedsel 1,39 1,39 Totaal 36,32 14,51 0 10,01 6,48 2,24 69,84 MC Zak van ZB Faunarand 69,72 1,90 0 2,84 77,47 A01.02.01a Veldleeuwerik 1,60 1,60 A01.02.01b Patrijs 0,94 3,18 4,12 A01.02.02 Wintervoedsel 3,61 3,61 Totaal 69,72 1,9 0 2,84 2,54 6,79 86,80 Nat. Walcheren Faunarand 33,24 0 0 0 33,24 A01.02.01a Veldleeuwerik 0,32 0,32 A01.02.01b Patrijs 0 0,48 0,48 A01.02.02 Wintervoedsel Totaal 33,24 0 0 0 0,32 0,48 34,04 SANELT Faunarand 13,41 5,6 14,15 0 33,16 A01.02.01a Veldleeuwerik 3,30 3,30 A01.02.01b Patrijs 0 0 A01.02.02 Wintervoedsel 0,32 0,32 Totaal 13,41 5,6 14,15 0 3,3 0,32 36,78 St. Akkerleven Faunarand 47,13 4,22 0 2,89 61,91 A01.02.01a Veldleeuwerik 0 0,95 46,52 A01.02.01b Patrijs 45,57 9,95 9,95 A01.02.02 Wintervoedsel 1,65 1,65 Totaal 47,13 4,22 0 2,89 45,57 12,55 120,03 Zonnestraal Faunarand 55,00 4,67 0 3,89 63,56 A01.02.01a Veldleeuwerik 0 0 A01.02.01b Patrijs 0,38 0,38 A01.02.02 Wintervoedsel Totaal 55,00 4,67 0 3,89 0,38 0 63,94 Oost Z. Beveland Faunarand 6,88 0 0 0,49 7,37 A01.02.01a Veldleeuwerik 0 3,45 3,45 A01.02.01b Patrijs 0 0 A01.02.02 Wintervoedsel 1,60 1,60 Totaal 6,88 0 0 0,49 0 5,05 12,42 Totaal 565,77 Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 15

Bijlage 3 Beheerpakketten voor Zeeland Pakket A01.02.01 Bouwland met broedende akkervogels Instapvoorwaarden voor het beheertype 1. De beheereenheid bestaat uit bouwland 2. De beheereenheid is minimaal 9 meter breed en heeft een minimale oppervlakte van 0.3 ha 3. Cumulatie met alle beheerpakketten uitgesloten 4. In het jaar voorafgaand aan het contract moet u op bedrijfsniveau minimaal 4 verschillende gewassen telen, waaronder graan. Braakliggende grond beschouwen we als een gewas. Beheereisen 1. Tussen 1 mei en het moment van grondbewerking moet op de beheereenheid één van de volgende gewassen aanwezig zijn: grassen, granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), kruiden of een mengsel van deze. Onder het moment van grondbewerking wordt verstaan de periode waarin de in de betreffende variant beschreven handeling uitgevoerd mag worden. 2. Het gewas wordt ingezaaid, waarbij in het natuurbeheerplan bepaald wordt welke zaaimengsels en welke zaaidichtheden gebruikt mogen worden. Voor variant A.01.02.01b geldt dat het gewas ook door spontane ontwikkeling aanwezig mag zijn. 3. 20-70% van de beheereenheid dient jaarlijks ten minste twee maal te worden gemaaid tussen 1 maart en 15 september. Delen die opnieuw zijn ingezaaid hoeven in hetzelfde voorjaar niet te worden gemaaid. Het maaien mag niet gebeuren door klepelen. Het beheer wordt strooksgewijs uitgevoerd volgens onderstaande varianten. Het toegestane maairegime wordt verder gedifferentieerd in het natuurbeheerplan. Verdere specifieke maatregelen rondt inzaai en beheer van stroken wordt per pakket (A01.02.01a - veldleeuwerikpakket en A.01.02.01b patrijspakket) verder toegelicht. 4. Mechanische en chemische onkruidbestrijding zijn niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde, heermoes of kleefkruid. 5. De beheereenheid mag niet worden beweid of bemest. 6. In elke variant mag de beheereenheid in de periode van 1 september tot 15 april geploegd worden. 7. Daar waar ploegen is toegestaan, mag ook een andere diepe grondbewerking worden toegepast. Verdere specifieke maatregelen voor inzaai en beheer van stroken Pakket A01.02.01a Veldleeuwerikpakket Pakket A01.02.01b Patrijzenpakket Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 16

Pakket A01.02.01a Veldleeuwerikpakket De rand is minimaal 9 meter en maximaal 12 meter breed. De rand ligt bij voorkeur in het open gebied en op minimaal 100 meter afstand van bebouwing en opgaande beplanting. Aanleg en beheer Deze rand bestaat uit twee stroken, elk variërend van 3 tot 6 meter breedte. Een strook van 3 of 6 meter breedte wordt eenmalig ingezaaid met een voorgeschreven laagblijvend grasmengsel (Lage grasmengsel zie bijlage 4); De voorgeschreven grassoorten zijn: Roodzwenkgras of veldbeemdgras, de zaaidichtheid is 10 kg per hectare. De rand dient tweemaal per jaar gemaaid te worden: eenmaal in de periode 1 maart 31 maart en eenmaal in de periode 15 juli 15 september. Een strook van 3 of 6 meter breedte wordt jaarlijks ingezaaid met een voorgeschreven graanmengsel (Zeeuws bont graanmengsel; zie bijlage 4) in de periode 1 maart 31 maart. Dit mengsel bestaat rogge, tarwe, gerst en triticale (min. 3 soorten). De zaaidichtheid is 75 kg per hectare. In het mengsel zitten zaden van kruiden die gewonnen zijn in Zeeuwse akkerreservaten. Dit betreft onder andere fraai bloeiende soorten als: Korenbloem, Bolderik, Gewone klaproos en Gele ganzenvoet. De zaaidichtheid van de kruiden is maximaal 1 kg per hectare. De kruiden dienen op hetzelfde moment als de granen gezaaid te worden; gecombineerd of handmatig. De zaaidiepte van het mengsel bij gecombineerde zaai is maximaal 2 cm. De vegetatie op deze strook mag niet geoogst worden. Toelichting Deze rand biedt foerageer- en nestelmogelijkheden voor de veldleeuwerik. Er dient ten opzichte van de gangbare landbouw een lage zaaidichtheid gebruikt te worden. Het gewas blijft hierdoor opener waardoor de akkervogels beter kunnen foerageren. Door de snellere opwarming van de ondergrond zijn hier voor de akkervogels meer insecten te vinden. De graanrand biedt tevens dekking en voedsel in de winter. Het biotoop in de grasstrook dient te bestaan uit laagblijvende grassen met voldoende kale grond. De kale grond is noodzakelijk voor de aanwezigheid van voldoende bodeminsecten. Deze rand biedt de juiste combinatie van dekking en voedsel. De stroken in de rand mogen gedurende de beheersperiode wisselen. Veldleeuwerikrand 1e jaar Laag gras Overstaande granen 3 of 6 meter 3 of 6 meter Inzaaien grasmengsel Maaien 15 juli 15 sept Inzaaien graanmengsel 2e t/m 6e jaar Maaien 1 maart 31 maart Ploegen en inzaaien 1 maart 31 maart Maaien 15 juli 15 sept Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 17

Pakket A01.02.01b Patrijzenpakket Deze rand is minimaal 9 meter en maximaal 12 meter breed. De rand grenst bij voorkeur aan een landschapselement bestaande uit slootkant, dijk, beplanting of ruige berm. De rand bestaat uit 3 stroken: braak, gras en kruiden. De braak- en grasstroken bieden foerageergebied, met name in de fase met jonge vogels. In deze fase zijn de jongen afhankelijk van insecten. Deze kunnen ze op de braakstrook en grasstrook makkelijker vinden. De kruidenrijke strook biedt broedgelegenheid, dekking en foerageergebied in de winter. Aanleg en beheer 1 e jaar Een strook van 3 meter wordt geploegd en blijft kaal (zwarte braak), maaien toegestaan in de periode 15 juli 15 september. Een strook van 3 meter wordt ingezaaid met een laagblijvend grasmengsel, dit bestaat uit roodzwenkgras, zaaidichtheid 10 kg per hectare met kruiden (Lage grasmengsel bijlage 4). Deze strook dient tweemaal gemaaid te worden: eenmaal in de periode 1 maart 31 maart en eenmaal in de periode 15 juli 15 september. Een strook van 3 of 6 meter wordt ingezaaid met een kruidenrijk grasmengsel (Zeeuws bont grasmengsel bijlage 4) dit bestaat uit: Gewone rolklaver of Smalle rolklaver; Rietzwenkgras, Kropaar, Glanshaver, Knoopkruid, Vogelwikke, Gewoon duizendblad, Wilde peen, Luzerne, Boerenwormkruid. Op geselecteerde zichtlocaties kan in plaats hiervan een strook van 3 of 6 meter ingezaaid met een bloemenmengsel (Zeeuws bont bloemenmengsel bijlage 4); dit bestaat uit: Gewone rolklaver of Smalle rolklaver, Knoopkruid, Vogelwikke, Margriet, Korenbloem, Bolderik, Gele ganzenbloem, Gewoon duizendblad, Wilde peen, Luzerne, Boerenwormkruid. vanaf 2 e jaar de braakstrook jaarlijks ploegen in de periode 1 september 15 april, eenmaal maaien in periode 15 juli 15 september. de grasstrook eenmaal maaien in de periode 1 maart 30 maart, eenmaal maaien in de periode 15 juli 15 september. Door te wisselen met de verschillende stroken is het mogelijk de gras- en kruidenstroken te verjongen. Patrijzenrand Sloot/berm/dijk 1e jaar 2e t/m 6e jaar Braak Laag gras Overblijvende kruiden 3 meter 3 meter 3 of 6 meter Ploegen 1 september 15 april Eventueel maaien 15 juli- 15 sept Inzaaien 1 maart 31 maart Maaien 15 jul 15 sept Maaien 1 maart 31 maart Maaien 1 maart 31 maart Ploegen 1 september - 15 april Eventueel maaien 15 juli- 15 sept Maaien 15 juli 15 sept Inzaaien 1 maart 31 maart Niets doen of evt. één keer verjongen Keuze uit: - Kruidenmengsel of - Recreatiemengsel Akker Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 18

Pakket A01.02.02 Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels Beheerpaketten Pakket A01.02.02a Pakket A01.02.02b op kleigrond op zandgrond Instapvoorwaarden voor het beheertype 1. De beheereenheid bestaat uit bouwland 2. De beheereenheid is minimaal 9 meter breed (en maximaal 25 meter) en heeft een minimale oppervlakte van 0.3 hectare en een maximale oppervlakte van 2 hectare. 3. Roulatie binnen het bedrijf is daarbij mogelijk. 4. Cumulatie met alle beheerpakketten uitgesloten, uitgezonderd A01.03.01 (overwinterende ganzen). 5. In het jaar voorafgaand aan het contract moet u op bedrijfsniveau minimaal vier verschillende gewassen telen, waaronder graan. Braakliggende grond beschouwen we als een gewas. Beheereisen 1. Op de beheereenheid staat tussen 1 mei en 15 maart een graanmengsel van minimaal 50% zomertarwe, aangevuld met rogge, haver of een ander zaaddragend gewas niet zijnde graan of maïs. De beheereenheid mag niet worden geoogst. 2. De beheerseenheid wordt jaarlijks tussen 16 maart en 30 april te worden ingezaaid met een gangbare zaaidichtheid. 3. Mechanische en chemische onkruidbestrijding zijn niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde, heermoes of kleefkruid. Toelichting: deze rand biedt foerageermogelijkheden voor overwinterende akkervogels. In Zeeland betreft dit voornamelijk de zangvogels: veldleeuwerik, rietgors en kneu. Ook roofvogels (blauwe kiekendief, bruine kiekendief, buizerd en torenvalk) profiteren van dit randtype. In meer kleinschalige gebieden kan de in Zeeland zeldzame geelgors verwacht worden in de rand. Deze rand kan ook broedvogels aantrekken (veldleeuwerik, graspieper, gele kwikstaart en patrijs). De rand mag jaarlijks over het bedrijf rouleren of mag ook meerdere jaren blijven liggen op dezelfde plaats. Bij roulatie dient dit overlegd te worden met een ecologisch deskundige en dient dit aangegeven te worden in het Collectief beheerplan. Bij het opnieuw bewerken en / of inzaaien (16 maart 30 april) dient U alert te zijn op de aanwezigheid van broedende akkervogels), in verband met Flora en Faunawet. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 19

Bijlage 4 Voorgeschreven zaadmengsels 1. Zeeuws bont grasmengsel 2. Zeeuws bont graanmengsel 3. Zeeuws bont bloemenmengsel 4. Laag grasmengsel Hoeveelheid 10 kg / ha Graan: 75 kg / ha Kruiden: 1 kg / ha 10 kg / ha 10 kg / ha Gewone/smalle rolklaver Rietzwenkgras Kropaar Glanshaver Knoopkruid Vogelwikke Gew. Duizendblad Wilde peen Luzerne Boerenwormkruid 15 % 10 % 10 % 10 % 15 % 5 % 10 % 10 % 5 % 10 % Graan: Rogge Tarwe Gerst Triticale Kruiden: Korenbloem Bolderik Gewone klaproos Gele ganzenvoet Gewone/smalle rolklaver Knoopkruid Vogelwikke Margriet Korenbloem Bolderik Gele ganzenbloem Gewoon duizendblad Wilde peen Luzerne Pastinaak Boerenwormkruid 10 % 15 % 5 % 5 % 10 % 10 % 10 % 10 % 10 % 5 % 5 % 5 % Rood zwenkgras en/of Veldbeemdgras Voorkeur voor gebruik van bovenstaande mengsels / componenten ter verhoging van (streekeigen) ecologische / natuurwaarde. Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 20

Bijlage 5 Telgebieden beleidsmonitoring akker- en weidevogels Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 21

Bijlage 6 Richtlijn akkerranden en slootonderhoud Aangezien de faunaranden vaak langs waterlopen liggen dient het beheer van akkerrand en waterloop op elkaar afgestemd te worden. De meeste sloten en watergangen in Zeeland zijn opgenomen in zogenaamde delfplannen van de beide Zeeuwse waterschappen. Gemiddeld eens in de 8 jaar wordt een sloot geschoond of uitgebaggerd. Slootkanten worden bovendien jaarlijks gemaaid. Het berijden van een akkerrand en het deponeren van bagger op een akkerrand vormt een voortdurend aandachtspunt aangezien dit de kwaliteit van de faunarand kan aantasten. Dienst Landelijk Gebied en de waterschappen hebben hierover het volgende afgesproken: de akkerrand is een volwaardig landbouwproduct waarmee zorgvuldig wordt omgegaan de akkerbouwer heeft een ontvangplicht voor baggerspecie delven gebeurt eens in de 8 jaar; 1x in het beheertijdvak mag hiertoe de rand bereden worden bij een smalle rand (tot 12 m) wordt de bagger over de rand heen op de akker gezet; bij een brede rand wordt de bagger in rijen haaks op de sloot in de akkerrand gezet maaien gebeurt zoveel mogelijk vanaf de weg waterschap en eigenaar wisselen informatie uit over de ligging van de faunaranden, over het delfplan en over de maaidata de waterschappen informeren elk voorjaar bij Dienst Regelingen naar de ligging van de faunaranden Dienst Regelingen verstrekt op verzoek kaarten met de ligging van akkerranden aan Waterschappen de aanvrager blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van de akkerrand Bij schade aan de akkerrand, melden bij Dienst Regelingen Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 22

Bijlage 7 Kaart werkgebieden ANV s Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 23

Bijlage 8 Zoekgebieden akkervogelkerngebieden Collectief agrarisch natuurbeheerplan Zeeland 2011 24