Inhoudsopgave. 3. Cluster Exact 3.1. standaard indelingen

Vergelijkbare documenten
Inhoud van de groepsrapportages 2019

Examenprogramma Engelse taal

Examenprogramma muziek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

Examenprogramma Nederlandse taal vmbo vanaf het CE 2014

CITO AMSTERDAMSEWEG CM ARNHEM

Examenprogramma beeldende vorming

Examenprogramma Friese taal en cultuur

Frans - vmbo : vakspecifieke informatie centraal examen 2016

<<NAAM SCHOOL>> <<ADRES SCHOOL>>

alle leerwegen: BB, KB en GL/TL examenstof: zie syllabus 2016 syllabus voor 2016 gewijzigd ten opzichte van 2015?

Examenprogramma maatschappijleer

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN MUZIEK gltl EERSTE TIJDVAK 2016

HBR. Horeca, Bakkerij en Recreatie. Scholenvoorlichting CSPE s door José Schonenberg

Examenprogramma drama

Pagina 1 van 5. Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten. De kern

Examenprogramma grafische techniek

Examenprogramma economie

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

PTA Nederlands HAVO Belgisch Park cohort

HBR. Horeca, Bakkerij en Recreatie. Scholenvoorlichting CSPE door José Schonenberg

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN GESCHIEDENIS VWO EERSTE TIJDVAK 2015

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting vmbo

Profielexamen BWI 2018

examenprogramma s vo AANVULLING BEROEPSGERICHTE VAKKEN VOORTGEZET ONDERWIJS vmbo

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Examenfestival. Informatiebijeenkomst cspe s profielvak Groen 12 november 2018

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

TERUGBLIK CENRAAL EXAMEN MAATSCHAPPIJLEER II VMBO GL/TL

NEDERLANDS VMBO. Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2012

Examenprogramma aardrijkskunde vmbo vanaf schooljaar

Profielexamens 2018 Mobiliteit&Transport

Nederlandse taal Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2010

ECONOMIE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

De Taxonomie van Bloom Toelichting

alle leerwegen: BB, KB en GL/TL examenstof: zie syllabus syllabus voor 2014 gewijzigd ten opzichte van 2013? nee

Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

Kunst en cultuur (PO-vmbo)

Examenprogramma maatschappijleer II

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NEDERLANDS VWO EERSTE TIJDVAK 2015

LANDSEXAMEN MAVO

1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2)

vorm duur ja/nee score NEDERLANDS K6 K7 K8 K3 K6 K7 K8 K3 K6 K7 K8/5 K3 S S S S S S S S S S M S

STARTEN MET BESPIEGELING- KUNSTEN IN SAMENHANG

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Onder de loep: het centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) voor het vmbo landbouw-breed 2010 en 2011

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN FRANS EERSTE TIJDVAK 2016

Handreiking. bij het opstellen van toetsmatrijs en schoolexamens vmbo groen GL KB BB

Nederlands ( 3F havo vwo )

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 vmbo

Profielexamens 2019 Mobiliteit&Transport

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN GESCHIEDENIS VWO

Profielvak Horeca, Bakkerij en Recreatie: vakspecifieke informatie centraal examen 2018

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Frans - vmbo : vakspecifieke informatie centraal examen 2015

Veranderingen t.o.v zijn geel gemarkeerd. alle leerwegen: BB, KB en GL/TL examenstof: zie syllabus 2015

Taxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Klassieke culturele vorming. Staatsexamen vwo. Programma van toetsing en afsluiting

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

LANDSEXAMEN HAVO

SPAANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

PTA Nederlands HAVO Belgisch Park cohort

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Invoering open vragen moderne vreemde talen bij de centrale examens vbo, havo en vwo

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN ENGELS VMBO GT/TL

Profielexamen BWI 2018

Vak: Nederlands Klas: 6 vwo Blok: I

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

TURKSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

LANDSEXAMEN HAVO

Toetstermen en taxonomiecodes

Profielvak Mobiliteit en Transport: vakspecifieke informatie centraal examen 2017

3 april t/m 7 juli 2017 (rooster van het College voor Toetsen en Examens)

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort

PROFIELVAK-CSPE S 2018

Profielvak Groen: vakspecifieke informatie centraal examen 2018

Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.

Profielvak Produceren, Installeren en Energie: vakspecifieke informatie centraal examen 2018

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN BIOLOGIE VWO EERSTE TIJDVAK 2016

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Aardrijkskunde bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn:

Profielvak Bouwen, wonen en interieur: vakspecifieke informatie centraal examen 2017

Profielvakexamen Zorg en Welzijn

Transcriptie:

Inhoud van de groepsrapportages 2017 In de groepsrapportage worden vragen uit het examen geclusterd. Per cluster van vragen wordt een groep/klas vergeleken met de resultaten van de landelijke steekproef. De clustering van vragen kan per examen verschillen. Veel gehanteerde criteria voor de clustering van vragen zijn: onderdelen uit het examen; domeinen uit het examenprogramma; vraagvormen. Per sector van verwante vakken vindt er afstemming plaats over de te hanteren indelingen. In dit document worden die criteria per sector nader omschreven. De volgende sectoren worden onderscheiden: cspe's voor de beroepsgerichte vakken (praktijk) cse's talen cse's exact cse's mens- en maatschappijvakken en kunst & cultuur Inhoudsopgave 1. Cluster beroepsgerichte vakken 1.1. standaard indeling (cspe s oude stijl) 1.2. optionele indelingen (cspe s oude stijl) 2. Cluster Talen 2.1. standaard indelingen 2.2. optionele indelingen 2.3. Nederlands: vakspecifieke indeling 2.4. Klassieke talen: vakspecifieke indeling 3. Cluster Exact 3.1. standaard indelingen 4. Cluster mens- & maatschappijvakken en kunst & cultuurvakken 4.1. standaard indeling 4.2. optionele indelingen

1. Cluster beroepsgerichte vakken Onderstaande subtoetsen zijn van toepassing op de cspe's (oude stijl) 1.1 Standaard Theorie en praktijk Kennisvragen (o.a. minitoetsen) Cluster van opdrachten die betrekking hebben op kennisvragen (o.a. minitoetsen). Bij deze indeling worden praktijkopdrachten tegenover theoretische kennis geplaatst Praktijkopdrachten Cluster van opdrachten die betrekking hebben op de praktijk. Vaardigheden en kennis Algemene beroepsvaardigheden Cluster van praktijkopdrachten die betrekking hebben op professionele vaardigheden/competenties die niet specifiek voor dit vak zijn. Deze indeling geeft een verdere specificatie van de indeling "theorie en praktijk". Bij deze indeling worden de praktijkopdrachten per vaardigheid geclusterd volgens de indeling van de toetsmatrijs. Specifieke beroepsvaardigheden Kennis Cluster van praktijkopdrachten die betrekking hebben op professionele vaardigheden/competenties die specifiek voor dit vak zijn. Cluster van opdrachten die betrekking hebben op de kennisvragen (onder andere minitoetsen). 1.2 Optioneel subtoets - soort Deze indeling correspondeert met de verschillende onderdelen (of opdrachten) van het examen die in chronologische volgorde worden aangeboden. subtoets-omschrijving onderdeel A, verwarming onderdeel B, afvoer of opdracht 1 CAD opdracht 2 materialenlijst opdracht 5 monteren en doormeten opdracht 6 meet- resultaten Domeinen uit het examenprogramma of exameneenheden Bij deze indeling worden de opdrachten gegroepeerd naar de domeinen uit het examenprogramma. Elk cluster van opdrachten uit deze indeling correspondeert met een K4 Professionele vaardigheden K4 Kassa K5 Goederenverwerking en -beheer K8 Modemarketing K11 Modepresentatie K12 Textielwarenkennis Casus 1 vs. Casus 2 Deze indeling correspondeert met de verschillende casussen die in het examen aan bod komen. casus 1 - bibliotheek casus 2 - camping

1. Cluster beroepsgerichte vakken Onderstaande subtoetsen zijn van toepassing op de profielvak cspe's 1.3 Standaard typen opdrachten minitoetsen cluster van alle vragen die in een minitoets voorkomen Bij deze indeling zijn beoordelingsaspecten gegroepeerd naar type opdracht: praktijk, minitoetsen en overig. praktijk overig cluster van alle beoordelingsaspecten waarin beroepsspecifieke praktische vaardigheden worden beoordeeld cluster van alle andere beoordelingsaspecten, bijvoorbeeld open vragen (mondeling, schriftelijk of via ICT) profielmodulen Bij deze indeling worden beoordelingsaspecten gegroepeerd per profielmodule. Een cspe GL bestaat uit twee profielmodulen, de cspe's BB en KB uit vier. Minitoetsen vallen buiten deze indeling, omdat deze bij veel vakken op twee profielmodulen zijn gericht. profielmodule 1 profielmodule 2 profielmodule 3 profielmodule 4 De profielmodulen zijn beschreven in het examenprogramma. onderdelen uit het examen Bij deze indeling zijn beoordelingsaspecten gegroepeerd per onderdeel uit het examen (A, B, C etc.). onderdeel A onderdeel B onderdeel C onderdeel D De cspe's BB en KB bestaan uit minimaal 4 onderdelen, het cspe GL uit minimaal 3. Het gaat hier om alle typen opdrachten: praktijk, minitoetsen en overig.

2. Cluster Talen 2.1 Standaard Vraagvorm meerkeuze vragen cluster van alle vragen waarbij de kandidaat uit een aantal antwoordsuggesties het juiste of meest volledige antwoord moet selecteren Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd eventueel onder te verdelen in: naar vraagvorm. De meest gehanteerde indeling meerkeuze-invulvragen cluster van alle meerkeuze-invulvragen. hierbij is de clustering naar open en gesloten vragen. Bij gesloten vragen dient een kandidaat een overige meerkeuze vragen cluster van alle meerkeuze vragen met uitzondering van de meerkeuze invulvragen antwoord te selecteren bij open vragen dient een kandidaat zelf een antwoord te formuleren. open vragen cluster van alle vragen waarop de kandidaat zelf een antwoord moet formuleren eventueel onder te verdelen in: kort-antwoordvragen cluster van alle open vragen waarbij de kandidaat kan volstaan met één woord of een paar woorden, bv een naam noteren (m.u.v. de beweringenvragen) lang-antwoordvragen cluster van alle open vragen waarbij de kandidaat zelf een uitgebreid(er) antwoord moet formuleren (m.u.v. de citeervragen) citeeropdrachten cluster van alle open vragen waarbij de leerling een gedeelte van de tekst moet citeren beweringenvragen cluster van alle open vragen waarbij de kandidaat van meerdere beweringen moet aangeven of deze juist is of onjuist, of wel of niet in de tekst(passage) wordt genoemd semi-open vragen cluster van alle open vragen met een beperkt aantal mogelijke antwoorden uit een beperkte keuzehoeveelheid (bv. Bij welke alinea begint.? ) Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd per onderdeel van het examen. Deze indeling correspondeert met de verschillende teksten/contexten of onderdelen die achtereenvolgens in het examen worden b d Tekst 1 Tekst 2 Tekst 6 Inhoudelijke vraagindeling hoofdgedachtevragen cluster van vragen naar de hoofdgedachte van een tekst Bij deze indeling worden vragen gegroepeerd naar tekststructuurvragen cluster van vragen naar naar relaties tussen delen van een tekst (verband tussen zinnen, alinea s, verbindingswoorden, opbouw tekst) onderdeel van leesvaardigheid. zoekopdrachten cluster van vragen in het kader van oriënterend lezen (zoekopdracht) vragen naar betekenis tekstelement cluster van vragen naar de betekenis van een belangrijk element van een tekst vragen naar communicatieve strekking cluster van vragen naar (conclusie mbt) intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur 2.1 Optioneel Vaardigheden leesvaardigheid clustering van vragen die leesvaardigheid beogen te meten Bij deze indeling worden de vaardigheden schrijfvaardigheid clustering van vragen die schrijfvaardigheid beogen te meten gegroepeerd naar productief of receptief domein. Overlap/specifiek Specifiek. Clustering van vragen die al dan niet overlappen met Overlap met.. een ander examen. De vragen die overlapen worden aangeduid als overlap en de niet-overlappende vragen worden aangeduid als specifiek voor het onderhavige examen. 2.3 Nederlands havo/vwo subtoets - soort Domeinen uit het examenprogramma Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd naar de domeinen uit het examenprogramma. Elk cluster van vragen uit deze indeling correspondeert met een herkenbaar deel van het subtoets-omschrijving Analyseren en interpreteren Argumentatieve vaardigheden Samenvatten 2.4 Klassieke talen subtoets - soort subtoets-omschrijving Vragen Vertaling

3. Cluster Exact 3.1 Standaard Vraagvorm Open vragen cluster van alle vragen waarop de kandidaat zelf een antwoord moet formuleren. Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd naar vraagvorm. De meest gehanteerde indeling hierbij is de clustering naar open en gesloten vragen. Bij gesloten vragen dient een kandidaat een antwoord te selecteren bij open vragen dient een kandidaat zelf een antwoord te formuleren. Meerkeuze vragen Voorgestructureerde vragen (optioneel) cluster van alle vragen waarbij de kandidaat uit een aantal antwoordsuggesties het juiste of meest volledige antwoord moet selecteren en waarbij de antwoorden zijn geprecodeerd. cluster van qua formulering gesloten vragen waarbij de kandidaat uit aangeboden antwoordsuggesties / antwoordelementen het juiste of meest volledige antwoord moet selecteren of samenstellen. De vraag heeft echter niet het format van een meerkeuzevraag. De antwoordsuggesties zijn niet geprecodeerd. Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd per onderdeel van het examen. Deze indeling correspondeert met de verschillende teksten/contexten of onderdelen die achtereenvolgens in het examen worden aangeboden. bijvoorbeeld Doorstralen van fruit 100 m sprint Stopcontact in schuur Winterslaap Domeinen uit het examenprogramma (h/v) of exameneenheden (vmbo) Algebra Rekenen Meetkunde of Oecologie: B1, D1 en E1/3 Celprocessen: C3, d4 en D5 Gedrag: E4 Vraagtype kwantitatieve bepalingen (bereken/bepaal) clustering van vragen die een kwantitatieve bepaling vereisen kwalitatieve bepalingen (leg uit, verklaar) clustering van vragen die een kwalitatieve bepaling of uitleg vereisen eventueel onder te vedelen in: leg uit/verklaar, noem, bereken/bepaal, reflectie, oordelen, formule/vergelijking Gedragsdimensie Productie cluster van alle vragen die door het combineren en toepassen van de leerinhouden beantwoord zouden moeten worden Reproductie cluster van alle vragen die op basis van kennis van de leerinhouden beantwoord zouden moeten worden Overlap/specifiek Specifiek. Overlap met

4. Cluster mens- & maatschappijvakken en kunst & cultuurvakken 4.1 Standaard Vraagvorm Open vragen cluster van alle vragen waarop de kandidaat zelf een antwoord moet formuleren. Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd naar vraagvorm. De meest gehanteerde indeling hierbij is de clustering naar open en gesloten vragen. Bij gesloten vragen Eventueel nader onder te verdelen in : Open vragen met kort antwoord cluster van open vragen die met één of enkele woorden / maximaal 1 zin te beantwoorden is dient een kandidaat een antwoord te selecteren bij open vragen dient een kandidaat zelf een antwoord te formuleren. Open vragen met lang antwoord cluster van open vragen die met meerdere zinnen beantwoord dient te worden en waarbij om een uitleg of toelichting wordt gevraagd Meerkeuze vragen cluster van alle gesloten vragen waarbij de kandidaat uit een aantal antwoordsuggesties het juiste of meest volledige antwoord moet selecteren en waarbij de antwoorden zijn geprecodeerd. Voorgestructureerde vragen cluster van qua formulering gesloten vragen waarbij de kandidaat uit aangeboden antwoordsuggesties / antwoordelementen het juiste of meest volledige antwoord moet selecteren of samenstellen. De vraag heeft echter niet het format van een meerkeuzevraag. De antwoordsuggesties zijn niet geprecodeerd. Bij deze indeling worden de vragen gegroepeerd per onderdeel van het examen. Deze indeling correspondeert met de verschillende teksten/contexten of onderdelen die achtereenvolgens in het examen worden aangeboden. bijvoorbeeld Blok 1: Parijs kunstleven Blok 2: G. Balanchine Blok 3: Nam June Paik Blok 4: Locatietheater Domeinen uit het examenprogramma (h/v) of exameneenheden (vmbo) domeinen uit het examenprogramma. Elk cluster van vragen uit deze indeling correspondeert met een herkenbaar deel van het examenprogramma/syllabus CE bijvoorbeeld Politiek en ruimte Vervoer en ruimtelijke inrichting of K4A Consumptie K5A Arbeid en Productie K7 Buitenland 4.2 Optioneel Gedragsdimensie/beheersingsniveau beoogde mentale operaties die nodig zijn om de vraag te beantwoorden. Het gaat hierbij meestal om de opdeling van de vragen in enerzijds reproductieve en anderzijds productieve vragen. Bij sommige vakken worden de productieve vragen verder onderverdeeld spreekt men van beheersingsniveaus Of gedragsdimensie beoogde mentale operaties die nodig zijn om de vraag te beantwoorden. Het gaat hierbij meestal om de opdeling van de vragen in enerzijds reproductieve en anderzijds productieve vragen. Reproductie/identificatie Productie cluster van vragen die op basis van kennis van de leerinhouden beantwoord zouden moeten worden cluster van vragen die door het combineren en toepassen van de leerinhouden beantwoord zouden moeten worden Of beheersingsniveaus memoriseren cluster van vragen die door het ophalen van reeds aanwezige kennis uit het geheugen beantwoord zouden moeten worden (reproductie). beoogde mentale operaties die nodig zijn om de vraag te beantwoorden. Het gaat hierbij om de opdeling van de vragen volgens de gereviseerde taxonomie van Bloom (Krathwohl, 2002) zoals in de syllabus wordt gehanteerd. begrijpen analyseren evalueren cluster van vragen die door begrip en/of inzicht beantwoord zouden moeten worden. (productie) cluster van vragen die door het actief gebruiken van kennis (toepassen in situaties), het vinden van patronen, het ontdekken van delen van een groter geheel en het ontdekken van verborgen betekenissen beantwoord zouden moeten worden. (productie) cluster van vragen die door het formuleren van een eindconclusie/eindoordeel op basis van afweging en beoordeling van informatie beantwoord zouden moeten worden. (productie)

4. Cluster mens- & maatschappijvakken en kunst & cultuurvakken vervolg 4.2 Optioneel Vraagtype aard van het type respons dat een kandidaat dient te geven. Het gaat hierbij meestal om de opdeling van de vragen in enerzijds de kwantitatieve en anderzijds de kwalitatieve bepalingen. 'Leg uit' vragen Noem/citeer'-vragen Informatie-vragen Bereken/teken'-vragen cluster van vragen die een kwalitatieve bepaling of uitleg vereisen. Dit zijn veelal vragen met een van de volgende formuleringen: leg uit/ verklaar/ argumenteer/ beredeneer. cluster van vragen waarin naar feiten wordt gevraagd. Dit zijn veelal vragen met een van de volgende formuleringen: noem/citeer/wie/wat/welk cluster van vragen die een kwantitatieve bepaling vereisen Beschrijf-vragen Zet in volgorde-vragen (of ordeningsvragen) cluster van vragen die om een beschrijving vragen. Dit zijn veelal vragen met een van de volgende formuleringen: beschrijf/geef aan/ etc. cluster van vragen die om een ordening vragen (bijvoorbeeld het plaatsen van gebeurtenissen in een chronologische volgorde). Dit zijn veelal vragen met een van de volgende formuleringen: beschrijf/geef aan/zet in volgorde/orden (volgens criterium) Vak(vaardigheden) Bij deze indeling worden de vragen geclusterd op basis van onderscheidbare vakspecifieke kenmerken. Het kan hierbij gaan om vakspecifieke inhouden of vaardigheden. sociale geografie/fysische geografie/kaartvaardigheden met notenvoorbeeld/zonder notenvoorbeeld audio/video/notenvoorbeeld/grafische notatie met partituur/zonder partituur vragen met bron / vragen zonder bron met kaartbron/met andere bron/zonder bron algemeen/beeldend/dans/drama/muziek functie/inhoud/voorstelling/vormgeving e.d. argumentatie/standpuntbepaling/toepassing informatie/argumentatie en standpunt vaardigheden/structuurbegrippen indeling naar vakinhoud cq. vakspecifieke vaardigheid onderscheid naar type muzikale bron onderscheid naar type muzikale bron onderscheid naar type muzikale bron cluster van vragen waarbij het voor de beantwoording van de vraag nodig is bronmateriaal te bestuderen en juist te kunnen interpreteren / cluster van vragen die zonder nadere bestudering van enige bronnen te beantwoorden zijn idem, maar dan met specificatie 'kaart' voor dit vak indeling naar kunstdiscipline indeling naar vakinhoudelijk aspect van beeldende vormgeving indeling naar vaardigheid indeling naar vaardigheid indeling naar vaardigheid/vakspecifieke kennis Overlap/specifiek Overlap met (ander examen) cluster van vragen die identiek zijn tussen het KB en GLTL examen Specifiek voor (dit examen) Verrijkingsdeel