Toetstermen Autospuiten niveau 2 Praktijk (CREBO-nummer 50809) (Versie 03, augustus 2003) Bij het uitoefenen van alle hieronder vermelde vaardigheden dienen de daarbij noodzakelijke technieken en gereedschappen worden toegepast en dient rekening te worden gehouden met eigenschappen van materialen, milieu- en ARBO-voorschriften en het door het relevante bedrijf gehanteerde kwaliteitszorgsysteem. 2.1.1 Carrosserie- en interieurdelen 2.1.1.1 Verwijderen en aanbrengen van: - bumpers, - grilles, - spoilers. 2.1.1.2 Verwijderen en aanbrengen van: - kentekenplaten, - buitenspiegels, - antennes, - tochtschermen, - lijsten, - strips, - bekledingspanelen. 2.1.2 Voorbewerken van ondergronden Reinigen. 2.1.2.1 Reinigen van: - metalen ondergronden, - kunststof ondergronden, - plamuur- en laklagen. Veiligheid en persoonlijke beschermingsmiddelen. 2.1.2.2 Gebruiken van het juiste beschermingsmiddel tijdens de verwerking van schadelijke stoffen. 2.1.2.3 Uitvoeren van de juiste stappen om veilig te werken met schadelijk stoffen. Ontvetten. 2.1.2.4 Ontvetten van: - metalen ondergronden, - kunststof ondergronden, - plamuur- en laklagen.
2.1.3 Schuren en stralen Schuurmiddelen, schuurgereedschappen en transportprimers 2.1.3.1 Schuren van: - metalen ondergronden, - kunststof ondergronden, - plamuur- en laklagen. 2.1.3.2 Vaststellen van de te volgen schuurmethode: - nat of droog, - met de hand of met een machine en welke soort. 2.1.3.3 Vaststellen van het vereiste schuurmateriaal. Stralen. 2.1.3.4 Stralen van metalen ondergronden voor het verwijderen van oxiden. 2.1.4 Middelen voor het voorbewerken van ondergronden Afplakken. 2.1.4.1 Afdekken van niet te behandelen delen. Stof verwijderen, afblazen en afkleven. 2.1.4.2 Verwijderen van stof door middel van: - afblazen, - afkleven. Plamuren. De hierna geformuleerde eisen ten aanzien van het verwerken van plamuren, hebben uitsluitend betrekking op de: - polyester mes- en kwastplamuren, - met glasvezel versterkte polyesterplamuren, - poriënvuller voor kunststoffen. 2.1.4.3 Verwerkingsklaarmaken van polyesterplamuren in de vereiste hoeveelheden met de daartoe geëigende hulpmiddelen. 2.1.4.4 Onvolkomenheden in carrosseriedelen vullen en strak maken met plamuur. 2.1.4.5 Reinigen van plamuurgereedschappen. 2.1.4.6 Werken volgens aanwijzingen, die zijn gericht op de aan te brengen plamuursystemen. Afbijten. 2.1.4.7 Afbijten van laklagen op carrosseriedelen.
2.1.5 Afleveringsklaarmaken van voertuigen Afleveren 2.1.5.1 Aanbrengen van plakbiezen/teksten en stickers. 2.1.5.2 In- en uitwendig reinigen van voertuigen (wassen en zuigen). 2.1.5.3 Reinigen met behulp van daartoe geëigende preparaten, van: - ruiten, - geanodiseerde-, verchroomde- en roestvaststalen onderdelen, - dichtings- en montagerubbers, - bekledingsstoffen, - vloerbedekkingen, - kunststofdelen (inclusief kleur ophalen), - banden (inclusief kleur ophalen). 2.1.5.4 Bijtippen van kleine lakbeschadigingen. 2.1.5.5 Poetsen van uitgeharde laklagen. Elektrische installaties 2.1.5.6 Controleren van de werking van verlichting- en signaalunits. 2.1.5.7 Werken volgens checklist. 2.1.5.8 Verwijderen en aanbrengen van: - batterijen, - lampen, - verlichting- en signaalunits. 2.1.6 Verbindingen, borging en elektrochemische corrosie 2.1.6.1 Maken van verbindingen met behulp van: - schroef- en boutverbindingen (inclusief borgen), - spreid/treknagels. 2.1.7 Ruiten 2.1.7.1 Uit- en inbouwen van in rubber gevatte ruiten 2.1.7.2 Verwijderen en aanbrengen van gelijmde ruiten 2.1.7.3 Herkennen van gelaagde en geharde ruiten in gemonteerde en gedemonteerde toestand.
2.1.8 Kitten en beschermingsmaterialen 2.1.8.1 Aanbrengen van: - kitten, - steenslagbeschermende materialen, - roestwerende middelen voor naden en holle delen. 2.1.9 Grondmaterialen De hierna geformuleerde eisen ten aanzien van het verwerken van grondmaterialen, hebben uitsluitend betrekking op de: - washprimers, - vullende washprimers, - 1k-primers, - 2k-epoxyprimers/surfacers, - 2k-acrylaat/PUR-surfacers, - 2k-acrylaatsealers, - watergedragen grondmaterialen. 2.1.9.1 Verwerkingsklaarmaken in de vereiste hoeveelheden met de daartoe geëigende hulpmiddelen van: - primers, - surfacers, - sealers. 2.1.9.2 Aanbrengen van: - primers, - surfacers, - sealers. 2.1.9.3 Werken volgens aanwijzingen, die zijn gericht op de aan te brengen laksystemen.
2.1.10 Aflakken De hierna geformuleerde eisen ten aanzien van het verwerken van aflakken, hebben uitsluitend betrekking op de: - 2k-acrylaatlakken (unikleur en blank) - 2k-acrylaat/PUR-lakken (unikleur en blank), - 2k-polyurethaanlakken (unikleur en blank) - fysisch drogende basislakken (unikleur en metallic, beperkt tot tweelaagsystemen), - watergedragen basislakken. 2.1.10.1 Verwerkingsklaarmaken in de vereiste hoeveelheden met de daartoe geëigende hulpmiddelen van lakken. 2.1.10.2 Aanbrengen van 2k-acrylaatlakken (unikleur), op delen van voertuigen (zonder uitnevelen; geen spot-repairs). 2.1.10.3 Aanbrengen van tweelaagsystemen, op staande carrosseriedelen. 2.1.10.4 Weer aanbrengen, volgens de oorspronkelijke patronen, van kleurvlakken. 2.1.10.5 Werken volgens aanwijzingen, die zijn gericht op de aan te brengen laksystemen. 2.1.11 Kleurmengen 2.1.11.1 Opzoeken van kleurnummers en de bijbehorende recepten. 2.1.11.2 Aanmaken van lakken, aan de hand van recepten, in de gewenste kleuren en in de vereiste hoeveelheden.
2.1.12 Gereedschappen en spuitapparatuur Gereedschappen 2.1.12.1 Onderhouden van: - pneumatische handgereedschappen, - elektrische handgereedschappen, - handgereedschappen, - verfspuiten. 2.1.12.2 (Dagelijks) onderhoud van: - kleurenmenginstallatie, - weegschalen, - distilleerapparaten, - spuitpistoolreinigingsapparaten, - spuit-droogcabines, - voorbewerkingsunits. Spuiten, spuitgereedschap en reinigen 2.1.12.3 Herkennen en verhelpen van: - afwijkingen in spuitpatronen, - stotteren van spuitpistolen, - vermindering van de verfopbrengst, - verflekkende sproeiers. 2.1.12.4 Gebruiken per toepassingsgebied van het juiste spuitgereedschap. 2.1.12.5 Reinigen van spuitgereedschappen. 2.1.12.6 Recyclen van verdunningsmiddelen door middel van distilleren.