Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht. J. Ras

Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht J. Ras

Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht J. Ras

Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht J. Ras SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek SOB Research Heinenoord, december 2006 ISBN-10: 90-5801-478-9 ISBN-13: 978-90-5801-478-8 Projectnummer 1309-0611

Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht Inhoud 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksgeschiedenis 5 2.1 Onderzoek Stichting RAAP (1999-2001) 5 2.2 Onderzoek SOB Research; heroverweging (2002) 5 2.3 Onderzoek SOB Research; oppervlaktekartering (2003-2004) 11 2.4 Advisering SOB Research (2004) 14 2.5 Overleg (2004) 15 2.6 Brief Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland (2006) 15 3. Uitbreiding Plangebied De Poel II 17 3.1 Uitbreiding Plangebied De Poel II 17 3.2 Aanbevelingen 17 Literatuur 21 Bijlage 1: SOB Research: Gegevens 23

2

1. Inleiding Aanleiding voor het geactualiseerde overzicht met betrekking tot het Archeologisch Onderzoek Vindplaats 10 ter plaatse van Plangebied De Poel II te Goes (Gemeente Goes), vormt het voornemen van het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Goes om een Bestemmingsplan op te stellen ten behoeve van de uitbreiding van Plangebied De Poel II. Op basis van de resultaten van archeologische onderzoeken die in de periode 1999 2004 werden uitgevoerd, kan worden gesteld dat zich ter plaatse van het oostelijke deel van de uitbreiding van Plangebied De Poel II mogelijk archeologische waarden bevinden (Schute e.a.: 2001, SOB Research: 2002, SOB Research: 2004). Het betreft hier het zuidelijke deel van een mogelijke archeologische vondstzone, die door RAAP in 2001 is aangeduid als Vindplaats 10. Vindplaats 10 is door SOB Research in 2002 en 2004 deels nader onderzocht. In dit geactualiseerde overzicht zal een overzicht worden gegeven van de resultaten van deze uitgevoerde archeologische onderzoeken, en de consequenties van de uitkomsten van deze onderzoeken voor het op te stellen Bestemmingsplan. Afbeelding 1. Ligging van het onderzoeksgebied (rode stip) in Nederland. Afbeelding 2. Ligging van de uitbreiding van Plangebied De Poel II (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Schaal 1: 25.000. 3

4

2. Onderzoeksgeschiedenis 2.1 Onderzoek Stichting RAAP (1999 2001) De uitbreiding van het Plangebied De Poel II maakt deel uit van de plangebieden Ouverture/Aria/Aria en De Poel 2, die in 1999 en 2000 door Stichting RAAP door middel van een Aanvullende Archeologische Inventarisatie werden onderzocht (Schute e.a.: 2001). Onder meer werd toen door RAAP de aanwezigheid van Vindplaats 10 vastgesteld (zie voor positionering Afbeelding 3). Hier werd door RAAP in talloze boringen direct onder de bouwvoor een vuile laag met houtskool, bot, aardewerk en/of fosfaatsporen aangetroffen. Tevens werd aan het oppervlak een groot aantal Middeleeuwse scherven (in totaal 59) aangetroffen (mogelijke datering 1000-1550 A.D.). Daarnaast werden 23 fragmenten aardewerk uit de Nieuwe Tijd gevonden. Het zou hierbij volgens RAAP gaan om een vindplaats die op een hooggelegen deel van een kreekrug ligt. De in het noordelijk deel van Vindplaats 10 gelegen Hof Welgelegen (bouwjaar 1674) zou een integraal onderdeel uitmaken van de vindplaats. Volgens RAAP bleek uit het door haar uitgevoerde historisch geografisch onderzoek dat ter plaatse van Vindplaats 10 het Middeleeuwse dorpje De Groe heeft gelegen. RAAP constateerde tevens dat de meeste vondsten direct ten zuidoosten van de Hof Welgelegen en rond de bestaande bebouwing centraal in de vindplaats werden aangetroffen. RAAP beval vervolgens aan om de gehele RAAP-Vindplaats 10 als behoudenswaardig aan te merken. De vindplaats zou hiermee in aanmerking komen voor planologische bescherming via het bestemmingsplan. Indien behoud niet mogelijk zou zijn de vindplaats in aanmerking komen voor een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) door middel van proefsleuven. In het kader van RAAP-Vindplaats 10 ging het hierbij om het post-middeleeuwse niveau, dat zich direct onder de bouwvoor bevond. De omvang van de vindplaats zou 625 bij 375 meter bedragen (Schute e. a.: 2001, en zie Afbeelding 3, de blauw omkaderde zone). 2.2 Onderzoek SOB Research; heroverweging (2002) Vervolgens werden door SOB Research twee Archeologische Begeleidingen uitgevoerd ter plaatse van twee andere, binnen het toenmalige plangebied gelegen, archeologische vindplaatsen (RAAP- Vindplaats 1 en RAAP-Vindplaats 7). Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten die werden verkregen tijdens de archeologische begeleiding van Vindplaats 1 en van Vindplaats 7 (zie ook SOB Research; 2002) moest worden geconstateerd dat de in RAAP-Rapport 522 vastgestelde geologische gesteldheid en de mede daarop gebaseerde aard en omvang van Vindplaats 1 in Plangebied de Poel 2 en Vindplaats 7 in Plangebied Ouverture/Aria niet overeen kwam met hetgeen door SOB Research tijdens de archeologische begeleidingen werd aangetroffen. Hierop werd, in overleg met de Gemeente Goes, besloten om de overige mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen in Plangebied de Poel 2 en Plangebied Ouverture/Aria (Schute e. a.: 2001; Vindplaats 2 tot en met 6 en Vindplaats 8 tot en met 13) aan een nadere analyse te onderwerpen, (opnieuw) te zoneren, te herwaarderen, en de in RAAP-Rapport 522 neergelegde adviezen, daar waar nodig, te heroverwegen. 5

Afbeelding 3. Ligging van Vindplaats 10 (blauw omkaderd) ten opzichte van de uitbreiding van Plangebied De Poel II (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Schaal 1: 25.000. Om tot een weloverwogen advisering ten aanzien van het post-middeleeuwse niveau binnen RAAP- Vindplaats 10 te komen was het van belang eerst vast te stellen in hoeverre zich hier daadwerkelijk bewoningssporen zouden bevinden, en in hoeverre deze sporen zouden kunnen worden gerelateerd aan uit historische bronnen bekend zijnde bebouwing. Op basis van het door SOB Research uitgevoerde historisch onderzoek bleek dat het Middeleeuwse dorp De Groe niet heeft gelegen waar RAAP- Vindplaats 10 ligt. Het dorp De Groe heeft ten zuidoosten van Vindplaats 10 gelegen. De stelling van RAAP dat Vindplaats 10 deel uitmaakte van het dorp De Groe en dat mogelijk sprake zou zijn van een bewoningscontinuïteit (Schute e. a.: 2001, 47, 48) bleek niet houdbaar te zijn. Ter hoogte van Vindplaats 10 zijn door RAAP geen significante clusters (in de boringen of aan het oppervlak) van Middeleeuws aardewerk of aardewerk uit de Nieuwe Tijd aangetroffen (zie Afbeelding 6, 7 en 8). Wanneer Vindplaats 10 daadwerkelijk onderdeel zou zijn van een Middeleeuws dorp zouden er aanwijsbare clusters van Middeleeuws vondstmateriaal moeten zijn aangetroffen, zo werd door SOB Research geconstateerd. Er werden echter in totaal slechts 59 Middeleeuwse scherven aangetroffen, binnen een oppervlakte van 625 bij 375 meter (ruim 23 hectare). Op basis van het ontbreken van deze clusters waren er dan ook (nog) geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van Middeleeuwse nederzettingsterreinen. Hierbij diende wel in acht te worden genomen dat tijdens een bodemkartering door STIBOKA in 1952 een oude woongrond zou zijn aangetroffen in het centraal-oostelijke deel van Vindplaats 10 (Schute e. a.: 2001, 17 en figuur 3). De vondst werd in 1952 gepubliceerd, maar staat niet in ARCHIS geregistreerd. (SOB Research: 2002). 6

Afbeelding 4. Detailkaart Vindplaats 10, resultaten archeologisch onderzoek, naar Schute e. a.: 2001, figuur 14. Tevens is de ligging van een oude woongrond, zoals door RAAP in haar rapport vermeld en in 1952 door Stiboka tijdens een veldkartering aangetroffen, weergegeven (blauw gemarkeerd). Schaal 1: 5000. 7

Afbeelding 5. SOB Research-bewerking van detailkaart Vindplaats 10, resultaten archeologisch onderzoek (origineel naar Schute e. a.: 2001, figuur 14). De locaties waar aan het oppervlak Middeleeuws aardewerk werd aangetroffen zijn in rood weergegeven. Schaal 1: 5000. Naar SOB Research: 2002. 8

Afbeelding 6. SOB Research-bewerking van detailkaart Vindplaats 10, resultaten archeologisch onderzoek (origineel naar Schute e. a.: 2001, figuur 14). De locaties waar aan het oppervlak Nieuwe Tijd-aardewerk werd aangetroffen zijn in rood weergegeven. Schaal 1: 5000. Naar SOB Research: 2002. 9

Afbeelding 7. SOB Research-bewerking van detailkaart Vindplaats 10, resultaten archeologisch onderzoek (origineel naar Schute e. a.: 2001, figuur 14). De boringen waarin Middeleeuws aardewerk en/of Nieuwe Tijd-aardewerk werd aangetroffen zijn in rood weergegeven. Schaal 1: 5000. Naar SOB Research: 2002. Voor wat betreft de mogelijke aanwezigheid van bewoningssporen uit de Nieuwe Tijd kon worden gesteld dat de aanwezigheid van slechts 23 fragmenten aardewerk uit deze periode niet direct een aanwijzing vormde voor de aanwezigheid van bewoning. Toch kon op basis van historische gegevens worden aangenomen dat in ieder geval in de achttiende eeuw sprake was van de aanwezigheid van vier huizen of boerderijen in het zuidelijke deel van Vindplaats 10. Deze historische bebouwing komt gedeeltelijk overeen met de in de huidige tijd nog aanwezige bebouwing. De Hof Welgelegen, in het noordelijke deel van Vindplaats 10, stamt in de huidige vorm uit 1674 (jaartal op gevel). Het zou niet ondenkbaar zijn, zo stelde SOB Research, dat deze Hof een voorganger heeft gehad. Voor beide perioden (Middeleeuwen en Nieuwe Tijd) gold volgens SOB Research dat de aanwezigheid van een vuile laag in en net onder de bouwvoor niet indicatief hoefde te zijn voor de aanwezigheid van nederzettingsterreinen. Er kon ook aan akkerbemesting zijn gedaan. Tevens is het gegeven van belang dat een deel van Vindplaats 10 in ieder geval in de negentiende en begin twintigste eeuw deel uitmaakte van een zone met boomgaarden. Het is waarschijnlijk dat ten behoeve van deze boomgaarden de bodem is geroerd (aanplanting, verwijderen bomen) (SOB Research: 2002). 10

De door RAAP vastgestelde zonering van Vindplaats 10, alsmede de door RAAP vastgestelde waardering van deze vindplaats leek niet in overeenstemming te zijn met hetgeen door RAAP werd aangetroffen, zo werd in 2002 door SOB Research vastgesteld (SOB Research: 2002). Het door RAAP gestelde dat Vindplaats 10 deel uitmaakte van het Middeleeuwse dorp De Groe was niet in overeenstemming met de historische gegevens. De binnen Vindplaats 10 in de huidige tijd nog aanwezige bebouwing leek al in ieder geval vanaf de zeventiende eeuw (Hof Welgelegen) of de achttiende eeuw (in het zuidelijk deel gelegen woningen) aanwezig te zijn. Geadviseerd werd in 2002 om binnen de door RAAP vastgestelde, zeer grootschalige, begrenzing van Vindplaats 10 een oppervlaktekartering uit te voeren, met als doel het opsporen van mogelijk aanwezige, duidelijk aantoonbare, clusters Middeleeuws en/of Nieuwe Tijd-vondstmateriaal. Op deze manier kon mogelijk een meer gedetailleerde advisering tot stand komen. Dit advies is nader bespoken tijdens een overleg op 14 oktober 2002 tussen de Gemeente Goes, de Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland en SOB Research. De tijdens dit overleg gemaakte afspraken vormden de basis voor het Plan van Aanpak voor een Waarderend Archeologisch Onderzoek (AAI-2) ten behoeve van de herinterpretatie van 7 archeologische vindplaatsen, waaronder Vindplaats 10 (Waarderend Archeologisch Onderzoek Bestemmingsplan De Poel 2 en Bestemmingsplan Ouverture/Aria, Goes: Plan van Aanpak, d.d.: 11 december 2002). Op basis van het opgestelde Plan van Aanpak is vervolgens door de Gemeente Goes aan SOB Research opdracht verleend om ten behoeve van Vindplaats 10 een oppervlaktekartering uit te voeren. 2.3 Onderzoek SOB Research; oppervlaktekartering (2003 2004) Binnen de door RAAP vastgestelde, zeer grootschalige, begrenzing van Vindplaats 10 is door SOB Research vervolgens een oppervlaktekartering uitgevoerd, met als doel het opsporen van mogelijk aanwezige, duidelijk aantoonbare, clusters Middeleeuws en/of Nieuwe Tijd-vondstmateriaal. De oppervlaktekartering kon alleen in het zuidelijke en noordelijke deel van Vindplaats 10 worden uitgevoerd. In het overige deel van Vindplaats 10 was sprake van de aanwezigheid van grasland, boomgaarden, tuinen en bebouwing. Hierdoor was de vondstzichtbaarheid minimaal (zie Afbeelding 8) (SOB Research: 2004). 11

Afbeelding 8. De positie van Vindplaats 10 (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de kadastrale kaart. Binnen de geel gemarkeerde zones was de vondstzichtbaarheid uitstekend, omdat het hier pas geploegde akkers betrof. Ter plaatse van de groen gemarkeerde zones kon geen oppervlaktekartering worden uitgevoerd, omdat zich hier grasland, boomgaarden, tuinen en bebouwing bevonden. Schaal 1: 5000. Naar SOB Research: 2004. Tijdens de oppervlaktekartering werden verspreid ter plaatse van het noordelijke deel van Vindplaats 10 in totaal 13 fragmenten middeleeuws aardewerk aangetroffen. Er was echter geen sprake van de aanwezigheid van concentraties middeleeuws aardewerk. Er werden sporadisch fragmenten aardewerk uit de Nieuwe Tijd aangetroffen, deze zijn vanwege het sporadische karakter niet verzameld of ingemeten. Er was in geen geval sprake van de aanwezigheid van concentraties aardewerk uit de Nieuwe Tijd. 12

Binnen de door middel van een oppervlaktekartering onderzochte delen van Vindplaats 10 werden nergens aanwijzingen voor de aanwezigheid van nederzettingsterreinen uit de Middeleeuwen of Nieuwe Tijd aangetroffen. Door RAAP was in het noordoostelijke deel van Vindplaats 10 een wat verhoogde concentratie aardewerk uit de Middeleeuwen (Pingsdorf, Paffrath, Andenne, kogelpotaardewerk) aangetroffen. Het ging hierbij om circa 40 fragmenten aardewerk (op basis van de ruwe vondstadministratie van RAAP). Deze vondst vormt mogelijk een aanwijzing voor de aanwezigheid van bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen, ter plaatse. Door SOB Research werd echter geen verhoogde concentratie aardewerk aangetroffen (SOB Research: 2004). Afbeelding 9. De positie van Vindplaats 10 (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de kadastrale kaart. De locaties waar tijdens de door SOB Research uitgevoerde oppervlaktekartering fragmenten aardewerk uit de Middeleeuwen werden aangetroffen zijn in blauw weergegeven en genummerd. Er werden geen concentraties aardewerk aangetroffen. Schaal 1: 5000. Naar SOB Research: 2004. 13

2.4 Advisering SOB Research (2004) Resultaten SOB-Research-onderzoek middeleeuwse niveau: binnen de door RAAP vastgestelde, zeer grootschalige, begrenzing van Vindplaats 10 (ruim 23 hectare) is door SOB Research een oppervlaktekartering uitgevoerd, met als doel het opsporen van mogelijk aanwezige, duidelijk aantoonbare, clusters Middeleeuws en/of Nieuwe Tijd-vondstmateriaal. De oppervlaktekartering kon alleen in het zuidelijke en centraal-noordelijke deel van Vindplaats 10 worden uitgevoerd. In het overige deel van Vindplaats 10 was sprake van de aanwezigheid van grasland, boomgaarden, tuinen en bebouwing. Hierdoor was de vondstzichtbaarheid minimaal. Er konden dus alleen uitspraken worden gedaan wat betreft de daadwerkelijk onderzochte gedeelten (SOB Research: 2004). Tijdens de oppervlaktekartering werden verspreid ter plaatse van het noordelijke deel van Vindplaats 10 in totaal 13 fragmenten middeleeuws aardewerk aangetroffen. Er was echter geen sprake van de aanwezigheid van concentraties middeleeuws aardewerk. Er werden sporadisch fragmenten aardewerk uit de Nieuwe Tijd aangetroffen, deze zijn vanwege het sporadische karakter niet verzameld of ingemeten. Er was in geen geval sprake van de aanwezigheid van concentraties aardewerk uit de Nieuwe Tijd. Binnen de door middel van een oppervlaktekartering onderzochte delen van Vindplaats 10 werden nergens aanwijzingen voor de aanwezigheid van nederzettingsterreinen uit de Middeleeuwen of Nieuwe Tijd aangetroffen. Door RAAP was in het noordoostelijke deel van Vindplaats 10 een wat verhoogde concentratie aardewerk uit de Middeleeuwen (Pingsdorf, Paffrath, Andenne, kogelpotaardewerk) aangetroffen. Het ging hierbij om circa 40 fragmenten aardewerk. Deze vondst vormt mogelijk een aanwijzing voor de aanwezigheid van bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen, ter plaatse (SOB Research: 2004). Advies Middeleeuwse niveau: er waren geen aanwijzingen dat zich ter plaatse van de door SOB Research onderzochte gebieden binnen RAAP-Vindplaats 10 daadwerkelijk een middeleeuwse vindplaats zou bevinden met de omvang zoals deze door RAAP was vastgesteld. Mogelijk bevindt zich echter wel een middeleeuwse bewoningsplek in het noordoostelijke deel van Vindplaats 10. Hier zullen bij ontwikkelingswerkzaamheden graafwerkzaamheden onder Archeologische Begeleiding moeten worden uitgevoerd (zie Afbeelding 10). Voorafgaand aan de uitvoering van deze Archeologische Begeleiding dient een Programma van Eisen te worden opgesteld dat vervolgens door het bevoegd gezag wordt goedgekeurd. Voor de niet door SOB Research onderzochte gebiedsdelen binnen RAAP-Vindplaats 10 geldt dat hier geen adviezen over kunnen worden uitgebracht. Wanner deze gebieden alsnog zullen worden ontwikkeld, zal ook hier een oppervlaktekartering moeten worden uitgevoerd. Binnen de door SOB Research wel onderzochte delen van RAAP-Vindplaats 10 werd de uitvoering van nader archeologisch onderzoek ter plaatse niet noodzakelijk geacht (met uitzondering van de mogelijke bewoningsplek in het noordoostelijke deel). (SOB Research: 2004). 14

Afbeelding 10. Posities van de zone (rood omkaderd) ter plaatse van RAAP-Vindplaats 10 waar graafwerkzaamheden onder Archeologische Begeleiding zouden moeten plaatsvinden.deze zone bevindt zich buiten de grenzen van de uitbreiding van Plangebied De Poel II. Schaal 1: 10.000. 2.5 Overleg (2004) Op 29 juli 2004 vond overleg plaats tussen de Gemeente Goes, de Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland (de heer drs. R. M. van Dierendonck) en SOB Research. Onderwerp van gesprek waren de resultaten van het door SOB Research uitgevoerde Waarderend Archeologisch Onderzoek Bestemmingsplan De Poel II en Bestemmingsplan Ouverture/Aria, Goes, waarin opgenomen conclusies en adviezen ten aanzien van RAAP-Vindplaats 10. Tijdens dit overleg werd afgesproken dat de nog niet door SOB Research door middel van een oppervlaktekartering onderzochte delen van Vindplaats 10 alsnog onderzocht diende te worden. Dit onderzoek was tweeledig: het noordelijke deel van Vindplaats 10 diende alsnog door een oppervlaktekartering te worden onderzocht (zie Afbeelding 8, de noordelijke groene zone). Ter plaatse van het zuidelijke deel (zie Afbeelding 8, de zuidelijke groene zone) diende eerst te worden nagegaan in hoeverre en hoe hier sprake was van een Stibokamelding betreffende een oude woongrond (zie Afbeelding 4). Mogelijk diende binnen deze zone alsnog, op basis van de gegevens van Stiboka, een oppervlaktekartering te worden uitgevoerd. Vervolgens diende op basis van de nieuw verkregen informatie nogmaals overleg plaats te vinden met de Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland, waarna een definitief advies zou worden opgesteld ten aanzien van de gehele Vindplaats 10 (SOB Research, gespreksverslag: 2004). 2.6 Brief Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland (2006) In een brief van de Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland, de heer drs. R.M. van Dierendonck, d.d. 27 november 2006, werden de afspraken d.d. 29 juli 2004 nogmaals bevestigd. Tevens werd geconstateerd dat de voorgestelde onderzoeken nog niet waren uitgevoerd. De Provinciaal Archeoloog van de Provincie Zeeland adviseerde vervolgens, conform de gemaakte afspraken, de onderzoeken alsnog te doen uitvoeren, zodat daarna aan de hand van de in een rapport vastgelegde resultaten, nieuw overleg kan plaatsvinden (Dierendonck, R.M. van: 2006). 15

16

3. Uitbreiding Plangebied De Poel II 3.1 Uitbreiding Plangebied De Poel II Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Goes is voornemens een bestemmingsplan ten behoeve van de Uitbreiding Plangebied De Poel II op te stellen. De Gemeente Goes heeft aan SOB Research verzocht de consequenties van de aanwezigheid van het zuidelijke deel van RAAP-Vindplaats 10 binnen de begrenzing van Uitbreiding Plangebied De Poel II (zie Afbeelding 11) in kaart te brengen. 3.2 Aanbevelingen Op basis van de onderzoeksgeschiedenis (zie Hoofdstuk 2), de gemaakte afspraken (zie Hoofdstuk 2) en de door de Gemeente Goes aangeleverde plankaart (zie Afbeelding 11 en 12) kan ten aanzien van de archeologische belangen binnen het oostelijke deel van Uitbreiding Plangebied De Poel II het volgende worden geconcludeerd: Ter plaatse van het zuidelijke deel van RAAP-Vindplaats 10 (zie Afbeelding 12, het blauw gemarkeerde deel van Uitbreiding Plangebied De Poel II), is door SOB Research in het kader van de (her-)waardering van RAAP-vindplaats 10 een oppervlaktekartering uitgevoerd. Deze onderzoeksmethode is effectief voor wat betreft de geschetste archeologische verwachting ter plaatse; middeleeuwse bewoningssporen ter plaatse van een niet afgedekte, dagzomende Duinkerke IIinversierug. Tijdens deze oppervlaktekartering werden geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen aangetroffen. Binnen het op Afbeelding 12 blauw gemarkeerde deel behoeft in het kader van ruimtelijke inrichting geen nader archeologisch onderzoek meer te worden uitgevoerd. Ter plaatse van het overige deel van RAAP-Vindplaats 10 binnen het oostelijke deel van Uitbreiding Plangebied De Poel II (zie Afbeelding 12, het geel gemarkeerde deel van Uitbreiding Plangebied De Poel II), is door SOB Research in het kader van de (her-)waardering van RAAP-vindplaats 10 nog geen oppervlaktekartering uitgevoerd. Dat betekent dat voor wat betreft deze zone nog geen uitspraken kunnen worden gedaan over de aan- of afwezigheid van archeologische waarden binnen dit gebied. Op basis van de nu bestaande planvorming (mededeling de heer J. Huisman, Gemeente Goes) betreft dit kavel Hoekman, en zullen hier geen bodemingrepen plaatsvinden. Indien binnen deze zone echter wel bodemingrepen worden voorzien, dient hier alsnog een archeologisch onderzoek plaats te vinden, dat zal bestaan uit een archiefonderzoek (bestudering Stiboka-melding) en mogelijk een veldonderzoek (oppervlaktekartering, of bij onmogelijkheid van dit, een karterend booronderzoek). 17

Afbeelding 11. Ligging van het zuidelijke deel van RAAP-Vindplaats 10 (oranje omkaderd) binnen het oostelijke deel van de uitbreiding van plangebied De Poel II (in kleur weergegeven), geprojecteerd op de door de opdrachtgever aangeleverde plankaart. Schaal 1: 5000. 18

Afbeelding 12. Ligging van het door SOB Research nader onderzochte deel (blauw gemarkeerd) van het zuidelijke deel van RAAP-Vindplaats 10 binnen het oostelijke deel van de uitbreiding van plangebied De Poel II, geprojecteerd op de door de opdrachtgever aangeleverde plankaart. Het nog niet nader door SOB Research onderzochte deel van Vindplaats 10 is geel gemarkeerd. Schaal 1: 5000. 19

20

Literatuur - Dierendonck, R.M. van: Brief aan College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Goes; Middelburg: 27-11-2006 - Gemeente Goes: Verslag van Bespreking; Goes: 14-10-2002 - Schute, drs. I. A., ir. G. H. de Boer, B. Jansen en drs. I. M. C. Nuijten, Structuurbeeld Goes- Zuid, plangebieden Ouverture/Aria/Aria en De Poel 2, gemeente Goes; een Aanvullende Archeologische Inventarisatie, RAAP-rapport 522; Amsterdam: 2001 - SOB Research: Archeologische Begeleiding Bestemmingsplan Ouverture/Aria- Vindplaats 7, Goes; Heinenoord: 2001 - SOB Research: Waarderend Archeologisch Onderzoek Bestemmingsplan De Poel 2 en Bestemmingsplan Ouverture/Aria, Goes; Heinenoord: 2004 - SOB Research: Verslag Overleg Waarderend Archeologisch Onderzoek Bestemmingsplan De Poel II en Bestemmingsplan Ouverture/Aria, Goes; Heinenoord: 29-7-2004 21

22

Bijlage 1 SOB Research: Gegevens Naam: Bezoekadres: SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek B.V. Hofweg 13, Heinenoord Postadres: Postbus 5060 3274 ZK Heinenoord Telefoon: 0186 604432 Fax: 0575 476139 E-Mail: sobresearch@wxs.nl Directeur: Raad van Advies: jhr. J. E. van den Bosch J. van de Erve (Voorzitter) Prof. dr. ir. J. T. Fokkema (Vice-Voorzitter) J. van Kerchove (Secretaris) Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam Inschrijvingsnummer Register: 24346983 BTW nummer: NL 8118.55.600.B.01 Bankrelatie: Rabobank Berkel-IJssel Rekeningcourant: Nr.: 3543.43.181 23