De taakverdeling tussen de lexicograaf en de syntacticus dare caveas lenonem



Vergelijkbare documenten
UvA-DARE (Digital Academic Repository) De taakverdeling tussen de lexicograaf en de syntacticus Pinkster, H.

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

Z I N S O N T L E D I N G

BIJBELS GRIEKS LES 8

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Refrein: Als het regent in jouw hart en je kunt alleen maar huilen, kom dan bij me, hou me vast, in mijn armen mag je schuilen.

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

DIDASKO. Auteur: Jan Leenders. Inleiding

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Pdf versie uitleg Grammatica

Tekst: Job 16: 20 Thema: Doge jo wol? Bijzonderheden: Tweede zondag in de 40-dagentijd. Beste mensen,

De eerste liefde van God

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Door onze keuze is er een breuk tussen God en mens.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

VOORWOORD. René van Royen

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

futurum (vs) conditionalis perfectum

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Eigen vaardigheid Taal

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Over ALS spreken. Inhoud. Wat is ALS? 1. Waardoor wordt ALS veroorzaakt? 1. Wat doet ALS met een patiënt? 1. Hoe kan je jouw vriend(in) bijstaan?

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Samenvatting. (Summary in dutch)

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Jezus, het licht van de wereld

Bijbelstudie lessen voor 8-12 jaar

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

PERSOONLIJKE VORMING 1

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

Caroline Penninga-de Lange Je kind in balans

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Formuleren voor gevorderden

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

ADHD: je kunt t niet zien

Formuleren voor gevorderden

a. Leerlingen kiezen de brieftypen en talige verschijnselen uit lijsten

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid.

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september in deze dienst zal. Julia Brugge.

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Wat wil jij? Wat wil ik?

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Voor de dienst: "Laat Het Zien" van Reni en Elisa Welkom Lied 216 ( Morning has broken ) Bemoediging en groet Gebed Lied 780 (naar Psalm 139) Psalm 23

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Openingsgebeden INHOUD

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

Inhoud. 1 Spelling 10

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Die Jezus volbracht in zijn leven, toen hij in de wildernis leefde

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Startbijeenkomst met leidinggevenden. hand-out

Formuleren voor gevorderden

Zondag 30 oktober 2011, Kogerkerk Zevende zondag van de herfst, kleur groen Spreuken 9 & Matteüs 25, 1-13

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

Het gebruik van de conjunctivus

Een hele eenvoudige benadering van de oplossing van dit probleem die men wel voorgesteld heeft, is de volgende regel:

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

De Robijn Nieuwsbrief Januari Het wonder komt ongemerkt je geest binnen wanneer die even pas op de plaats maakt en stil is.

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

De Bijbel open (22-06)

JEZUS DE GEWELDIGE LERAAR

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

Heilig Jaar van Barmhartigheid

TIEN GEBODEN TIEN SCHILDERIJEN. Bart Jan Bakker. en teksten

Verwonderen door poëzie

Light up your fire voordat burnout toeslaat. Muriël Van Langenhove Psycholoog Coach Dienst Welzijn Personeel UZ Gent


(Deel van) Zijn Lichaam

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN

Transcriptie:

De taakverdeling tussen de lexicograaf en de syntacticus Harm Pinkster Woordenboeken en grammatica s zijn beide hulpmiddelen om iets over een of meer aspecten van een taal te weten te komen. Op het eerste gezicht is het niet moeilijk om aan te geven wat voor soort hulp beide instrumenten zouden moeten bieden: het woordenboek geeft informatie vanuit een lexicale invalshoek, een grammatica (ik bedoel met name een syntaxis) beschrijft de constellaties waarin lexicale eenheden kunnen voorkomen. Maar omdat bepaalde lexicale eenheden in bepaalde constellaties voorkomen en omgekeerd bepaalde constellaties alleen maar toegankelijk zijn voor bepaalde lexicale eenheden bevatten de (grotere) woordenboeken vaak grammaticale informatie en omgekeerd grammatica s veel lexicale informatie. In woordenboeken Latijn / Nederlands (Engels, etc.) vindt een gebruiker o.a. de volgende grammaticale informatie in het artikel dico: a) zeggen in dit geval wordt het werkwoord geconstrueerd met een zgn. accusativus cum infinitivo-constructie (zie voorbeeld 1 hier onder). b) gelasten in dit geval wordt het werkwoord geconstrueerd met een finiete bijzin met de subordinator ut (vb. 2). c) noemen, benoemen (tot) in dit geval wordt het werkwoord geconstrueerd met een zgn. dubbele accusativus-constructie (vb. 3). Mihi se locum dixit dare. (1) Hij zei dat hij mij een plek gaf. (Pl. Cas. 479) Dico ut caveas. (2) Ik zeg je op te passen. (Pl. Ps. 517) Numquam quisquam me lenonem dixerit (3) Niemand zal mij ooit een pooier hebben genoemd. (Pl. Rud. 790) Verder betekent dico ook d) praten, spreken in dit geval wordt het werkwoord vaak gecombineerd met een bijwoord van wijze, bijv. clare duidelijk, en het werkwoord heeft geen object. Deze informatie treffen we over het algemeen niet expliciet aan, vermoedelijk omdat het woordenboek aanneemt dat de gebruiker dat wel aanvoelt bij het 77

gebruik van de vertaling praten, spreken. Vaak is de informatie wel af te leiden uit de Latijnse voorbeelden. De bovengenoemde grammaticale informatie is heel relevant, want er is een direct verband tussen de onderscheiden betekenissen en de constructies: betekenis a) is niet van toepassing bij constructie b), etc. In Latijnse grammatica s treft de gebruiker uiteraard hoofdstukken aan over de accusativus cum infinitivo-constructie, over finiete ut-bijzinnen en over de dubbele accusativus-constructie. Er is informatie over de interne eigenschappen van deze constructies, maar ook over de distributie, onder andere over bij welke werkwoorden we deze constructies aantreffen. Er is geen hoofdstuk corresponderend met betekenis d) hierboven. Dat de accusativus cum infinitivo en de dubbele accusativus als zodanig wel in een grammatica voorkomen maar uiteraard niet in een woordenboek spreekt voor zich. Bij finiete ut-bijzinnen ligt dat anders. Daar is lexicaal materiaal aanwezig dat keurig zijn alfabetische plaats kan krijgen en bovendien doet zich bij ut hetzelfde voor als bij dico hierboven: ut heeft op zijn minst vier heel verschillende gebruikswijzen gepaard gaande met verschillende vertalingen in het Nederlands: hoe, zoals, toen, dat, zodat en andere. Om te weten welke vertaling wenselijk is, is informatie over de constellatie waarin ut voorkomt noodzakelijk. Het is niet verwonderlijk dat het lemma ut in de Oxford Latin Dictionary (OLD) maar liefst 12 kolommen bevat met vijf hoofdstukken en in totaal 44 paragrafen. In de index van de grote Latijnse Satzlehre van Kühner & Stegmann (1912) is het lemma ut ook een van de grootste. Het is aardig te zien dat de opzet van dat lemma heel veel lijkt op die van de OLD (maar zie beneden). Als iemand de electronische versie van het door mij gedirigeerde Latijn / Nederlands woordenboek doorzoekt op constellaties waarin een accusativus cum infinitivo-constructie voorkomt dan levert dat 162 lemmata op, waaronder dico. Zo vindt hij ook 81 lemmata waarin een dubbele accusativus-constructie voorkomt, waaronder opnieuw dico. En zo vindt hij ook onder de 107 (zeer heterogene) constellaties met finiete ut-bijzinnen het lemma dico. 1 Nu woordenboeken doorzoekbaar worden op grammaticale informatie kan in de syntaxis het aantal voorbeelden worden beperkt en lijsten van werkwoorden en uitdrukkingen waarbij de betreffende constructies voorkomen worden ingekort. Er zijn echter ook gevallen van de accusativus cum infinitivo-constructie die alleen in een grammatica te vinden zijn. Het gaat om emotionele en/of verbaasde uitroepen zoals in de voorbeelden (4) en (5) hieronder. 78

Haecine te esse oblitum (4) Dat je dit vergeten bent? (Pl. As. 226) te nunc, mea Terentia, sic vexari, sic iacere in lacrimis et sordibus, idque fieri mea culpa (5) dat jij nu zo gefolterd wordt, mijn Terentia, zo terneerligt in tranen en rouw, en dat dit gebeurt door mijn schuld (Cic. Fam. 14.2.2) De accusativus cum infinitivo-constructie komt ook voor bij werkwoorden die emotie en verbazing uitdrukken en vaak wordt bij gevallen als hierboven gezegd dat men er zo n werkwoord bij moet denken, maar in de omringende context is daarvoor gewoonlijk geen enkele aanwijzing. De constructie op zich is kennelijk toereikend. Dergelijke uitroepen kunnen ook de vorm van een vraag hebben. Het eerste voorbeeld heeft de vraagpartikel ne. In het Nederlands komt een vergelijkbare dat-uitdrukking voor, zoals uit de vertalingen blijkt. Er is in het Latijn in beginsel een goede taakverdeling tussen de accusativus cum infinitivo-constructie en de finiete bijzinnen met ut. De twee voorbeeldzinnen met dico (1) en (2) illustreren dit goed: de accusativus cum infinitivo-gevallen zijn declaratief, de ut-bijzinnen directief. Parallel aan zelfstandig gebruikte declaratieve accusativus cum infinitivo-constructies als hierboven vinden we in het Latijn ook zelfstandig gebruikte directieve ut-bijzinnen. Voorbeelden zijn (6) en (7). Nunc, pater mi, proin tu ab eo ut caveas tibi. (6) Nu, lieve vader, wees beslist op je hoede voor hem. (Pl. Bac. 739) Ibi ut sint omnia parata. (7) Zorg er voor dat alles daar in orde is. (Cic. Fam. 14.20.1) Id, amabo te, huic caveas. (8) Maak jij dit voor haar in orde, liefje! (Pl. Bac. 44) Ook hier wordt vaak gezegd dat je er iets bij moet denken, bijv zorg er voor (zoals in mijn vertaling). Anders dan ik doe worden zulke gevallen ook wel opgevat als zelfstandige zinnen (en niet als zelfstandig gebruikte bijzinnen) met het indefiniete bijwoord ut op een of andere wijze (of een relict daarvan), omdat we ook qua betekenis vergelijkbare zinnen hebben zonder ut, zoals vb. (8) hierboven. De directieve betekenis vloeit dan, in deze opvatting, voort uit het gebruik van de conjunctivus. De veronderstelde historische ontwikkeling was dan van vb. (8), via vb. (6) naar vb. (2): zelfstandig > zelfstandig + partikel ut > ondergeschikt + conjunctie ut. Deze behandeling van gevallen als (6) en (7) vinden we zowel in de syntaxis van Kühner & Stegmann (1912: II.209) als in het artikel ut van de OLD ( 43). Interessant is dat het woordenboek 79

het meest zijn aarzelingen bij deze behandeling onder woorden brengt. De reden zou wel eens kunnen zijn dat behalve in de gevallen waarvoor het indefiniete bijwoord als verklaring wordt aangevoerd er geen spoor is van een indefiniet bijwoord ut. De OLD heeft daar dan ook geen paragraaf aan gewijd. Er is nog een aantal gevallen waar het indefiniete bijwoord op de proppen komt (Kühner & Stegmann 1912: 510). Twee voorbeelden zijn (9) en (10). Het gaat om verontwaardigde vragen/uitroepen, waarin, net als in vb. (4) hierboven, de vraagpartikel ne kan voorkomen. De betekenis van dergelijke gevallen is ongeveer: Betekent dit dan dat? of Is de consequentie van een en ander dat?. Ego ut haec mihi patiar fieri? (9) Dat ik moet dulden dat dit me overkomt? (Pl. Truc. 758) Hancine ego ut contumeliam tam insignem in me accipiam, Gnatho? (10) Dat ik zo n enorme belediging jegens mij moet accepteren? (Ter. Eu. 771) Er is een groep van werkwoorden en uitdrukkingen waarbij naast de finiete ut-bijzin ook de accusativus cum infinitivo-constructie voorkomt, waaronder het werkwoord accidit het gebeurt. De ut-bijzinnen zijn duidelijk niet directief, zoals o.a. blijkt uit het gebruik van de negatie non (i.p.v. het in directieve uitingen gebruikelijke ne). Het aardige is dat de OLD suggereert ( 44) dat er een verband is tussen gevallen als (9) en (10) en het gebruik van dezelfde uitdrukking bij deze groep van werkwoorden en uitdrukkingen, onder expliciete verwijzing naar het zelfstandige gebruik van de accusativus cum infinitivo-constructie. De reden is vermoedelijk weer dat het woordenboek niets kan met een overigens niet bestaand indefiniet bijwoord. We zien dat de OLD veel grammaticale gegevens bevat en ook expliciet ingaat op mogelijke grammaticale analysis en niet volstaat met naar een grammatica te verwijzen. In dit specifieke geval is de grammaticale beschrijving van de OLD m.i. ook beter doordacht dan die van de grootste beschrijvende grammatica. Bij de bestudering van dat Latijnse materiaal vroeg ik me af hoe dergelijke verschijnselen zouden worden behandeld in Nederlandse woordenboeken en grammatica s. Hoe worden zelfstandig gebruikte dat-bijzinnen als in de vertalingen van voorbeelden (4) en (5) beschreven. Het antwoord is eenvoudig. Den Hertog (1973) en de ANS behandelen ze voorzover ik kan zien niet. Het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) behandelt uiteraard het voegwoord dat. Parallellen van mijn declaratieve voorbeelden (4) en (5) tref ik niet aan, maar wel van mijn directieve voorbeelden (6) en (7): in II,7 lezen we: 80

7) Dat leidt zinnen in, waarin een wensch of voornemen is uitgedrukt. Zulke zinnen zijn te beschouwen als lijdend-voorwerpszinnen bij een weggelaten ik wensch. T. Siet daer den Coning selfs. G. Dat jck hem val te voet, HOOFT, Ged. 2, 204. Is L. uw Vriend? Dat zulks toekomstig blijk'! STARING 4, 104. En daarom dat mijn zangen stroomen, En bruisen als mijn Hollandsch bloed, DE GÉNESTET 1, 73. In de beide grammatica s komt dit gebruik niet voor (wel enkele andere opmerkelijke gebruikswijzen van dat-zinnen). Het feit dat het WNT de geciteerde uitingen opneemt en er een verklaring voor geeft vloeit natuurlijk voort uit het feit het corpus de gevallen opleverde. De schrijver van het lemma kon er niet om heen. Parallellen voor mijn vb. (3) en (4) kwamen kennelijk niet in het corpus voor en hoefden dus niet beschreven te worden. Een lexicograaf kan er ook niet om heen om te proberen de samenhang te ontdekkken tussen uiteenlopende gebruikswijzen van een zelfde woord. In het geval van het WNT leidt dit tot de volgende uitspraak. DAT (II), voegw. De vierde nv. onz. enkelv. van het betr. vnw. als voegwoord gebruikt. Een dergelijk gebruik vindt men bij mnl. dat, mnd. dat, ohd., mhd. daz, ags. þœt, eng. that, lat. quod, gr. óτι. Het is aardig deze historische verklaring (ontstaan uit het betrekkelijk voornaamwoord) te leggen naast de eveneens historisch verklaring van Den Hertog: ontstaan uit het aanwijzend voornaamwoord. Het voegwoord dat is ontstaan uit het aanwijzend voornaamwoord dat. Aan een zin als Ik weet, dat hij leeft moet een constructie als Ik weet dat: hij leeft voorafgegaan zijn. (Den Hertog 1973: II.55) Je kunt je afvragen of Den Hertog deze op het eerste gezicht plausibele verklaring ook zou hebben gegeven als hij niet had gedacht aan voorbeelden met een declaratieve bijzin, maar aan voorbeelden met een directieve bijzin zoals (11), of misschien zelfs aan een zelfstandige bijzin van het soort dat het WNT geeft (12). Ik wens dat Piet nog lang van zijn welverdiende pensioen geniet. (11) Dat je nog maar lang van je welverdiende pensioen geniet! (12) Moraal: de tucht van het corpus dwingt een lexicograaf om een verklaring te zoeken voor wat hij tegenkomt. De syntacticus beperkt zich tot verschijnselen die het individuele woord te boven gaan en kon zich in het verleden, zeker voor het Nederlands en andere 81

moderne talen, onttrekken aan het corpus. Maar nu er voor alle grote talen electronische corpora bestaan gaat dat niet langer. Het wordt tijd dat er een samenhangende regie komt. Bibliografie Den Hertog, C.H. (1973) Nederlandse Spraakkunst, Amsterdam, Versluys (ingeleid en bewerkt door H. Hulshof) (3 dln) Kühner, Raphael & Carl Stegmann (1912) Ausführliche Grammatik der Lateinischen Sprache II Satzlehre, Hannover, Hahnsche Buchhandlung (2 dln) Oxford Latin Dictionary (1968 ), Oxford, Clarendon Press Pinkster, Harm (red.) (2003 2 ) Woordenboek Latijn/Nederlands, Amsterdam, Amsterdam University Press 1 Zoeken via geavanceerd zoeken, volledige tekst, m. aci., dubb. acc., m. ut. 82