VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

Vergelijkbare documenten
VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonne-installaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCROSSAL 100. voor de gebruiker van de installatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCAL 160-A. voor de gebruiker van de installatie. Warmwater-warmtepomp NL 12/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 111-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS VITOPEND. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 111-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITODENS 100. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS 100-W VITODENS 111-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Calorimeter. voor de gebruiker van de installatie. Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCROSSAL. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 200. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2016 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 300. voor de gebruiker van de installatie NL 9/2014 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke en vacuüm-buiscollectoren

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 300-RF. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1, 2 of 3 verwarmingscircuits

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 300. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de gebruiker van de installatie

Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VITOTRONIC 100. Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling. Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met elektronische ketelcircuitregeling

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met elektronische ketelregeling

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS VITOPEND VITOLADENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 300-A. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS VITOLADENS VITOPEND. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de gebruiker van de installatie

Bedieningshandleiding voor de exploitant van de installatie VITOTRONIC 200-H

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamertemperatuurregelaar Type UTDB-RF2

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Regeling voor Vitotrans 353. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2014 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 300. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 300A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 of maximaal 3 verwarmingscircuits

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITODENS VITOPEND VITOPLUS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 300A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 tot maximaal 3 verwarmingscircuits

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOTRONIC 300. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

Bedieningsvoorschriften

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOLIGNO 300-H. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

Gasdiafragma vervangen

VIESMANN. Montage- en inbedrijfstellingshandleiding. Afstandsbediening Radiorepeater. Veiligheidsvoorschriften. Montagevoorbereiding.

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTWIN 300-W VITOTWIN 350-F. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Ruimtetemperatuurregelaar Type UTDB-RF2

Gasdiafragma vervangen

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

Transcriptie:

Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur Vitotronic 100, type CC1E Vitotronic 100, type CC1I VITOTRONIC 100 3/2017 Bewaren a.u.b.!

Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de gebruikers van de verwarmingsinstallatie. Dit apparaat kan ook worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde fysische, sensorische mentale vaardigheden gebrek aan ervaring en kennis, wanneer ze onder toezicht zijn zijn onderwezen in het veilig gebruik van het apparaat en de gevaren die het gebruik van het apparaat met zich meebrengt.! Opgelet Kinderen in de buurt van het apparaat onder toezicht stellen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en door de gebruiker te verrichten onderhoud mogen niet worden verricht door kinderen die niet onder toezicht staan. Aansluiting van het toestel Het toestel mag enkel door erkende vakmensen aangesloten en in bedrijf genomen worden. Toestel enkel met de geschikte brandst gebruiken. Vermelde elektrische aansluitvoorwaarden naleven. Wijzigingen aan de aanwezige installatie mogen enkel door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend door elektromonteurs worden uitgevoerd. Werkzaamheden aan het toestel Instellingen en werkzaamheden aan het toestel enkel volgens de instructies in deze bedieningshandleiding uitvoeren. Overige werkzaamheden aan het toestel mogen enkel door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Toestel niet openen. Bekledingen niet verwijderen. Aangebouwde delen geïnstalleerde toebehoren niet veranderen verwijderen. Buisverbindingen niet openen aantrekken. Gevaar Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken. Toestel niet openen. Hete oppervlakken en niet-geïsoleerde buizen, armaturen en rookgasbuizen niet aanraken. Beschadigingen aan het toestel 2 Gevaar Beschadigde toestellen brengen uw veiligheid in het gedrang. Toestel controleren op externe schade. Een beschadigd toestel niet in gebruik nemen.

Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Druk nooit op schakelaars van verlichting en elektrische toestellen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren openzetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Gas- en elektriciteitsbedrijf en installatiebedrijf buiten het gebouw informeren. Stroomvoorziening naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Installatieplaats ventileren. Deuren van woonruimtes sluiten. Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstleidingen sluiten. Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC). Wat te doen bij uit het toestel ontsnappend water Gevaar Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar voor elektrische schokken. Verwarmingsinstallatie aan de externe scheidingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast, stroomverdeling) Breng uw installateur op de hoogte. Wat te doen bij storingen aan de verwarmingsinstallatie Gevaar Storingsmeldingen wijzen op defecten aan de verwarmingsinstallatie. Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar bevestigen. Installateur op de hoogte brengen zodat deze de oorzaken kan analyseren en het defect kan verhelpen. 3

Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Voorwaarden voor de installatieruimte Gevaar Gesloten ventilatieopeningen leiden tot een gebrek aan verbrandingslucht. Dat veroorzaakt onvolledige verbranding en de vorming van het levensgevaarlijke koolstmonoxide. Aanwezige luchttoevoeropeningen niet versperren afsluiten. Geen latere wijzigingen aan de installatie uitvoeren, die gevolgen voor de veilige werking kunnen hebben (bijvoorbeeld plaatsen van leidingen, bekledingen scheidingswanden). Gevaar Licht ontvlambare vloeistfen en materialen (bijv. benzine, oplos- en schoonmaakmiddelen, verf papier) kunnen explosies en brand veroorzaken. Dergelijke stfen niet in de verwarmingsruimte en niet in de onmiddellijke buurt van de verwarmingsinstallatie opslaan gebruiken.! Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Voor een omgevingstemperatuur van meer dan 0 ºC en minder dan 35 ºC zorgen. Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstfen (bijv. in verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en sterke stvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) vermijden. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door voortdurend wasgoed te drogen) vermijden. Afzuigtoestellen Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enzovoort) kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige werking met de verwarmingsketel kan rookgas terugstromen. Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buitenlucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Gepaste maatregelen voor een voldoende aanvoer van verbrandingslucht nemen. Neem indien nodig contact op met uw installateur. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie de goede werking ervan belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 4

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Eerst informeren Symbolen... 7 Vaktermen... 7 Gebruik conform de regelgeving... 7 Productinformatie... 8 Eerste inbedrijfstelling... 8 Uw installatie is vooraf ingesteld... 8 2. Regeling bedienen Basisprincipes van de bediening... 9 Homescreen: Indicaties en instellingen... 9 Indicaties in het homescreen... 9 Instellingen in het homescreen... 10 Ovezicht over het Hodmenu... 10 Ter beschikking staande menu s in het Hodmenu... 10 In formatie in de Energie-cockpit... 11 Basisindicatie in de Energie-cockpit... 11 Energieopbrengst van het zonne-energiesysteem... 11 Energ.balans in combinatie met het zonne-energiesysteem:... 12 Temperaturen van de warmwaterboiler... 12 Energieverbruik en werkingsgegevens... 12 Correctiefactor voor energieverbruik... 13 Aandeel energieverbruik aan kamerverwarming en warmwaterbereiding... 13 Informatie over de werkingsprogramma s... 14 Werkingsprogramma's voor verwarmen, warm water, vorstbescherming... 14 Bijzondere werkingsprogramma's... 14 3. Kamerverwarming Instellingen voor de kamertemperatuur... 15 Kamertemperatuur instellen... 15 Ketelwatertemperatuur (aanvoertemperatuur) instellen... 15 Werkingspr. voor kamerverwarming instellen... 15 Kamerverwarming uitschakelen... 15 4. Warmwaterbereiding Warmwatertemperatuur instellen... 16 Werkingspr. voor warmwaterbereiding instellen... 16 Warmwaterbereiding uitschakelen... 16 5. Overige instellingen Taal instellen... 17 Helderheid voor het display instellen... 17 Tijd en Datum instellen... 17 Signaal bediening... 17 Internet-interface activeren (LAN)... 18 Instellingen voor de LAN-verbinding... 18 Display voor de reiniging deactiveren... 19 Fabrieksinstellingen herstellen... 19 Contactgegevens van de installateur invoeren... 19 6. Opvragingen Hulpteksten opvragen... 20 Informatie opvragen... 20 Zonne-energie opvragen in combinatie met zonnesystemen... 20 Werkingsgegevens (teller) terugzetten... 20 Onderhoudsmelding opvragen... 21 Onderhoudsmelding oproepen... 21 Onderhoudsmelding opvragen... 21 Storingsmelding oproepen... 21 Branderstoringen... 22 7. Service-testfunctie... 23 8. Uit- en inschakelen Bedieningselementen van de regeling... 24 5

Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Vitotronic 100, type CC1E... 24 Vitotronic 100, type CC1I... 24 Verwarmingsinstallatie uitschakelen... 24 Met vorstbeschermingsbewaking... 24 Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling)... 25 CV-installatie inschakelen... 25 9. Wat doen? Ruimten te koud... 26 Ruimten te warm... 27 Geen warm water... 27 Warm water te heet... 28 en Storing wordt weergegeven... 29 en Branderstoring wordt weergegeven... 29 ë en Onderh. wordt weergegeven... 29 Externe bijschakeling wordt weergegeven... 30 Extern programma wordt weergegeven... 30 10. Onderhoud Reiniging... 31 Inspectie en onderhoud... 31 Verwarmingsketel... 31 Warmwaterboiler (indien voorhanden)... 31 Veiligheidsklep (warmwaterboiler)... 31 Tapwaterfilter (indien aanwezig)... 31 Beschadigde aansluitleidingen... 32 11. Bestelling van stookolie Olieadditieven... 33 Verbrandingsverbeteraars... 33 Biobrandst... 33 12. Bijlage Knoppen en symbolen... 34 Knoppen en symbolen in de menuregel... 34 Knoppen in het navigatiebereik... 34 Knoppen en symbolen in het functiebereik... 34 Menuoverzicht... 35 Overzicht homescreen... 35 Overzicht Hodmenu... 36 Verklaring van de begrippen... 39 App... 39 Werkingsprogramma... 39 Werkingsstatus... 40 Verwarmingscircuit... 40 CV-pomp... 40 Open werking... 40 Gesloten werking... 40 Veiligheidsklep... 40 Zonnecircuitpomp... 40 Gewenste temperatuur... 40 Zomerwerking... 40 Boilerlaadpomp... 41 Tapwaterfilter... 41 Gewenste temperatuur... 41 Instructies inzake afvalverwijdering... 41 Verwijdering van de verpakking... 41 Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering van de verwarmingsinstallatie... 41 13. Index... 42 6

Eerst informeren Symbolen Symbool 1. Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Vaktermen Om de functies van uw Vitotronic-regeling beter te begrijpen, worden enkele begrippen verklaard. Die informatie vindt u in het hodstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag conform de regelgeving alleen voor de regeling van Viessmann middelgrote en grote ketels met branders op olie gas en het gebruik conform de regelgeving hiervan worden gebruikt. De meegeleverde montage-, service- en bedieningshandleidingen moeten in acht genomen worden. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is sprake wanneer de functie volgens de regelgeving van componenten in het verwarmingssysteem wordt gewijzigd. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant per geval worden goedgekeurd. 7

Eerst informeren Productinformatie De Vitotronic regelingen Vitotronic 100, type CC1E en type CC1l, zijn voor de regeling van een installatie met een ketel met constante ketelwatertemperatuur voorzien. De Vitotronic regeling is in de fabriek als Indiv. ketel const. regeling geconfigureerd. Bij de werking met constante ketelwatertemperatuur levert de verwarmingsketel onafhankelijk van de buitentemperatuur verwarmingswater met constante temperatuur. Bij installaties met een ketel gebeurt de kamerverwarming en warmwaterbereiding met constante ketelwatertemperatuur. Daarbij komt de aanvoertemperatuur voor de warmwaterboiler overeen met de ingestelde ketelwatertemperatuur. De aanvoertemperatuur voor de kamerverwarming kan in combinatie met apart aangesloten regelingen op lagere temperaturen geregeld worden. De vakman kan de Vitotronic regelingen alternatief als Verw.ketel in de cascade configureren: De Vitotronic regeling is daardoor geschikt als regeling van de ketelwatertemperatuur van een verwarmingsketel in een installatie met meerdere ketels. U vindt alle informatie over de bediening in de bedieningshandleiding Vitotronic 300. Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en aanpassing van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie, evenals de instructie van de bediening, moeten door uw installateur worden uitgevoerd. Uw installatie is vooraf ingesteld Uw verwarmingsinstallatie is vooraf in de fabriek ingesteld en dus klaar voor gebruik: Kamerverwarming De ruimten worden verwarmd volgens de instellingen op uw regeling en uw kamerthermostaat. Warmwaterbereiding Het tapwater wordt tot 50 C opgewarmd. Vorstbescherming De vorstbescherming van uw verwarmingsketel en warmwaterboiler is gegarandeerd. Winter-/zomertijdomschakeling De omschakeling vindt automatisch plaats. Datum en tijd Datum en tijd zijn door uw verwarmingsfirma ingesteld. U kunt de instellingen op elk ogenblik aan uw persoonlijke wensen aanpassen. Stroomuitval Bij stroomuitval blijven alle instellingen behouden. 8

Basisprincipes van de bediening Regeling bedienen De regeling is van een touchscreen voorzien. Voor instellingen en vragen op de daarvoor bestemde toetsen tippen. Overige bedieningstoestellen: Als in uw kamers afstandsbedieningen zijn geïnstalleerd, kunt u de instellingen ook op de afstandsbedieningen invoeren. Bedieningshandleiding van de afstandsbediening In combinatie met een Viessmann App kunt u de regeling via uw smartphone bedienen. Homescreen: Indicaties en instellingen Op het homescreen staan de meest gebruikte instellingen en opvragingen ter beschikking. Zo roept u het homescreen op: Stand-byindicatie is actief: Tip ergens op het display. U bent in het hodmenu: Tip op. Indicaties in het homescreen Afb. 1 A Menuregel B Functiebereik C Navigatiebereik Knoppen en symbolen in de menuregel A Hodmenu oproepen Systeemgegevens: Datum Tijd Knoppen en symbolen in het functiebereik B Toetsen: / Gew. ketelwatertemperatuur verhogen verlagen Werkingsprogramma instellen Poorten: LAN-verbinding is actief LAN-verbinding is inactief WiFi-verbinding voor vakman is geactiveerd Geen WiFi-verbinding 9

Regeling bedienen Homescreen: Indicaties en instellingen (vervolg) Betekenis van de aangegeven temperaturen: 50 C Ingestelde gewenste ketelwatertemperatuur 47 C Actuele ketelwatertemperatuur Afwisselend met de ketelwatertemperatuur kan in deze regel het volgende aangegeven worden: Bijzondere werkingsprogramma's: Zie pagina 14 Resterende dagen tot volgend onderhoud Symbolen: In combinatie met het zonne-energiesysteem: Zonnecircuitpomp loopt Brander (gas olie) in werking Werking met gas Werking met olie Invoer keuze bevestigen Hulptekst oproepen / In het menu bladeren Naar andere indicatiebereiken wisselen, bijv. naar de energiecockpit De symbolen verschijnen niet continu, maar zijn afhankelijk van de installatie-uitvoering en van de bedrijfstoestand. Verklaring van alle knoppen en symbolen: Zie pagina 34. Knoppen in het navigatiebereik C U gaat naar het homescreen. In het menu een stap terug Begonnen instelling annuleren Instellingen in het homescreen De volgende instellingen kunt u uitsluitend in de basisindicatie in het homescreen uitvoeren: Gew. ketelwatertemperatuur met / Meer informatie: Zie pagina 15 Werkingsprogramma Meer informatie: Zie pagina 14 Ovezicht over het Hodmenu In het Hodmenu kunt u alle overige instellingen uit de functieomvang van de regeling uitvoeren en opvragen. Zo roept u het Hodmenu op: Stand-byindicatie is actief: Tip ergens op het display en dan op. U bent in het homescreen: Tip op. U bevindt zich ergens in het menu: Tip op en vervolgens op. Ter beschikking staande menu s in het Hodmenu In het Hodmenu kunt u alle overige instellingen uit de functieomvang van de regeling uitvoeren en opvragen: Testwerk. Uitsluitend voor de service-testfunctie. Meer informatie: Zie pagina 23 Instellingen Bijv. de helderheid voor het display. Meer informatie: Zie pagina 17 10 Warm water Voor instellingen voor de warmwaterbereiding, bijv. voor de Warmwatertemperatuur. Meer informatie: Zie pagina 16 Informatie Voor de opvraging van werkingsgegevens, bijv. van temperaturen. Meer informatie: Zie pagina 20 Service Uitsluitend voor de vakman.

Regeling bedienen Ovezicht over het Hodmenu (vervolg) Met / bladert u in het menu. De beschikbare menu s zijn afhankelijk van de uitrusting van uw verwarmingsinstallatie. Menuoverzicht met alle menu s: Zie pagina 35 In formatie in de Energie-cockpit In de Energie-cockpit krijgt u aanschouwelijke informatie over de energetische situatie van de componenten van uw verwarmingsinstallatie. 2. / voor Energie-cockpit Als u de Energie-cockpit voor het eerst oproept, krijgt u de informatie dat de aangegeven waarden niet voor de afrekening met het energiebedrijf mogen worden gebruikt. Als u de informatie met OK bevestigt, wordt de Energie-cockpit geopend. De informatie verschijnt dan niet meer. Als u op annuleren klikt, wordt de Energie-cockpit niet geopend. De informatie verschijnt de volgende keer opnieuw. Basisindicatie in de Energie-cockpit De in de installatie aanwezige componenten worden grafisch weergegeven. Voor informatie over de energetische situatie van deze installatiecomponenten tipt u op de betreffende installatiecomponent. Zie ook volgend hodstuk. De weergaven van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler zijn afhankelijk van de in de installatie gebruikte producten. Bij verwarmingsketels met geïntegreerde warmwaterboiler is de warmwaterboiler in de warmtegenerator geïntegreerd weergegeven. De volgende informatie kunt u in de Energie-cockpit opvragen: 60 C Actuele temperatuur van het thermische zonneenergiesysteem Energieopbrengst van het thermische zonneenergiesysteem: Zie pagina 11 Energiebalans van de verwarmingsinstallatie in combinatie met het thermische zonne-energiesysteem: Zie pagina 12 Temperaturen van de warmwaterboiler: Zie pagina 12 / Energieverbruik (gas olie) en werkingsgegevens: Zie pagina 12 Verwarming van de warmwaterboiler door de warmtegenerator actief (rood en geanimeerd) Verwarming van de warmwaterboiler door het zonne-energiesysteem actief (rood en geanimeerd) Afb. 2 Energieopbrengst van het zonne-energiesysteem U kunt de energieopbrengst van het zonne-energiesysteem van de laatste 7 dagen inclusief de actuele dag opvragen. De energieopbrengst wordt in kilowattuur kwh aangegeven. De opvraging is alleen in combinatie met de zonneregelingsmodule, type SM1, mogelijk. In combinatie met een zonneregeling Vitosolic kunt u de zonne-energieopbrengst aan de zonneregeling opvragen. 11

Regeling bedienen In formatie in de Energie-cockpit (vervolg) 4. Op een dag, bijv. Ma De energieopbrengst van de gekozen dag wordt in kwh aangegeven. 2. / voor de Energie-cockpit 3. Op de zonnecollector De energieopbrengst van de laatste 7 dagen inclusief de actuele dag worden in de vergelijking als staaf weergegeven. Energ.balans in combinatie met het zonne-energiesysteem: U kunt de energiesituatie van de laatste 7 dagen inclusief de actuele dag opvragen. De door de zon opgewekte warmtehoeveelheid en het energieverbruik van de verwarmingsketel (gas olie) worden telkens in kilowattuur kwh aangegeven. De opvraging is alleen in combinatie met de zonneregelingsmodule, type SM1, mogelijk. 2. / voor de Energie-cockpit 3. In het navigatiebereik De Energ.balans wordt grafisch weergegeven. Blauw: verbruikte gashoeveelheid Donkergeel: verbruikte oliehoeveelheid Lichtgeel: Door het zonne-energiesysteem opgewekte warmtehoeveelheid Temperaturen van de warmwaterboiler U kunt de actuele warmwatertemperaturen in de warmwaterboiler opvragen ( Laadtoestand ). 2. / voor de Energie-cockpit 3. Op de warmwaterboiler Energieverbruik en werkingsgegevens U kunt de volgende informatie over uw verwarmingsketel opvragen: Actuele vermog. (warmtevermogen) Bedrijfsuren (werkingstijd) Brandst Brandstverbruik (energieverbruik) 2. / voor de Energie-cockpit 3. In combinatie met gasketel In combinatie met olieketel De werkingsgegevens worden aangegeven, bijv. de Bedrijfsuren Bedrijfsuren terugzetten: Zie hodstuk Informatie opvragen. 4. Energieverbruik: bij Brandstverbruik 12

Regeling bedienen In formatie in de Energie-cockpit (vervolg) 5. Op de gewenste periode: laatste 7 dagen inclusief de actuele dag van laatste 5 weken inclusief de actuele week laatste 12 maanden inclusief de actuele maand De laatste 2 jaar inclusief het actuele jaar Meer minder verbruik wordt ter vergelijking binnen de gekozen periode grafisch weergegeven: Donkere vlakken: Aandeel kamerverwarming aan het energieverbruik Lichte vlakken: Aandeel warmwaterbereiding aan het energieverbruik Aanwijzing bij het aangegeven energieverbruik Bij de berekening van het energieverbruik wordt rekening gehouden met de gebruikte installatiecomponenten alsook met het gebruikersafhankelijke installatiegedrag (bijv. looptijd en benutting). Door installatiespecifieke omstandigheden kunnen er afwijkingen tussen de aangegeven (berekende) en de feitelijke verbruikswaarden zijn. Daarom is een gebruik als bindende afrekeningsbasis met het energiebedrijf niet mogelijk. 6. In het diagram op bijv. een dag, een week, enz. Het energieverbruik van die periode wordt als getallenwaarde in kilowattuur kwh aangegeven. 10 kwh komen ongeveer overeen met een liter stookoie een kubieke meter gas. Correctiefactor voor energieverbruik Om de aangegeven (berekende) waarden van het energieverbruik/brandstverbruik aan de werkelijke (aan de teller van het huis gemeten) waarden aan te passen, kunt u een correctiefactor invoeren. De berekende waarde wordt met de correctiefactor vermenigvuldigd. Door seizoensgebonden milieuomstandigheden en andere factoren zijn ook dan nog afwijkingen t.o.v. de werkelijke verbruikswaarden mogelijk. 3. In combinatie met gasketel In combinatie met olieketel 4. bij Brandstverbruik 5. Invoer correctiefactor 6. / voor de gewenste correctiefactor 7. ter bevestiging 2. / voor de Energie-cockpit Aandeel energieverbruik aan kamerverwarming en warmwaterbereiding U stelt in met welke verhouding uw totaal energieverbruik (100 %) over het energieverbruik voor de kamerverwarming en het energieverbruik voor de warmwaterbereiding wordt opgedeeld. U kunt de waarden schatten ze door meermaals per jaar met het aflezen van de teller bepalen. De hier ingestelde waarden worden uitsluitend in de diagrammen voor het energieverbruik ( Brandstverbruik ) gebruikt. Fabrieksinstelling: Warmwaterbereiding: 65 % Kamerverwarming: 35 % 2. / voor de Energie-cockpit 3. In combinatie met gasketel In combinatie met olieketel 4. bij Brandstverbruik 5. Aandeel warm water - verw. 6. / voor de gewenste waarde wel bij Warm water wel bij Verwar.. De andere waarde past zich automatisch aan zodat de som van beide waarden 100 % is. 7. ter bevestiging 13

Regeling bedienen Informatie over de werkingsprogramma s Met het werkingsprogramma stelt u bijv. in, u kamers alleen tapwater wilt verwarmen. Werkingsprogramma's voor verwarmen, warm water, vorstbescherming Symbool Werkingsprogramma Functie Kamerverwarming en warmwaterbereiding Verwarmen en warm water Alleen bij installaties zonder warmwaterboiler: Verw. Warmwaterbereiding (alleen in combinatie met een warmwaterboiler mogelijk) Vorstbescherming Alleen WW Uitschakelwerk. De kamers worden volgens de instellingen aan het kamertemperatuur-regeltoestel verwarmd (zie hodstuk Kamerverwarming ). Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur opgewarmd (zie hodstuk Warmwaterbereiding ). De kamers van het gekozen verwarmingscircuit worden volgens de instellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd. Zie hodstuk Kamerverwarming. Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur opgewarmd (zie hodstuk Warmwaterbereiding ). Geen kamerverwarming Vorstbescherming van de verwarmingsketel en de warmwaterboiler is gegarandeerd. Geen kamerverwarming Geen warmwaterbereiding Vorstbescherming van de verwarmingsketel en de warmwaterboiler is gegarandeerd. Bijzondere werkingsprogramma's Afhankelijk van de installatie-uitrusting staan de volgende bijzondere werkingsprogramma s ter beschikking: Externe bijschakeling Het bedrijfsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is bijv. via een externe toets omgeschakeld. Voorbeeld: In een school moet buiten de schooluren verwarmd worden, bijv. voor een ouderavond. De functie kan aan de regeling niet beïnvloed worden. Als de externe omschakeling niet meer bestaat, is het ingestelde werkingsprogramma opnieuw actief. Extern programma Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door een ander bedieningstoestel omgeschakeld. Bijv. door uw mobiele telefoon met uw Viessmann App. U kunt het werkingsprogramma aan de Vitotronic regeling wijzigen. De bijzondere werkingsprogramma's worden afwisselend met de ketelwatertemperatuur aangegeven. In het hodmenu kunt u onder Informatie het ingestelde werkingsprogramma oproepen (zie pagina 20). 14

Instellingen voor de kamertemperatuur Kamerverwarming Kamertemperatuur instellen U stelt de gewenste kamertemperatuur in aan het kamertemperatuur-regeltoestel. Bedieningshandleiding kamerthermostaat Ketelwatertemperatuur (aanvoertemperatuur) instellen Stel de temperatuur zodanig is dat uw kamers warm genoeg worden. Fabrieksinstelling: 70 C Instelbereik: 20 tot 81 C 2. / voor Gew. ketelwatertemperatuur 3. / voor de gewenste waarde 4. ter bevestiging Werkingspr. voor kamerverwarming instellen U activeert het Werkingspr. voor de kamerverwarming. De instelling wordt alleen vereist, als een van de volgende werkingsprogramma s is ingesteld: Alleen WW Uitschakelwerk. 2. voor Werkingspr. Het ingestelde Werkingspr. wordt op de voorgrond geplaatst. 3. Verwarm. en warmwater Verw. om kamerverwarming in te stellen. 4. ter bevestiging Verklaring bij de werkingsprogramma's, zie pagina 14. Kamerverwarming uitschakelen U deactiveert het Werkingspr. voor de kamerverwarming. De instelling wordt alleen vereist, als het Werkingspr. Verwarm. en warm water Verwarm. is ingesteld. 2. voor Werkingspr. Het ingestelde Werkingspr. wordt op de voorgrond geplaatst. 3. Alleen WW Uitschakelwerk. (De vorstbescherming van de CV-ketel en de warmwaterboiler is actief) 4. ter bevestiging 15

Warmwaterbereiding Warmwatertemperatuur instellen U stelt de Gewenste warmwatertemperatuur voor de warmwaterboiler in. Fabrieksinstelling: 50 C 2. voor het Hodmenu 3. Warm water voor instellingen voor de warmwaterbereiding 4. Gewenste warmwatertemperatuur 5. / voor de gewenste waarde 6. ter bevestiging Werkingspr. voor warmwaterbereiding instellen U activeert het Werkingspr. voor de warmwaterbereiding. De instelling wordt alleen vereist, als het Werkingspr. uitschakelwerk. is ingesteld: 3. Alleen WW Verwarm. en warm water 4. ter bevestiging Verklaring bij de werkingsprogramma's, zie pagina 14 2. voor Werkingspr. Warmwaterbereiding uitschakelen U deactiveert de warmwaterbereiding. 2. voor het Hodmenu 3. Warm water voor instellingen voor de warmwaterbereiding 4. Gewenste warmwatertemperatuur 5. voor 10 C 6. ter bevestiging 16

Taal instellen Overige instellingen 2. voor het Hodmenu 4. Taal 5. Vlag van de gewenste Taal 6. ter bevestiging 3. Instellingen Helderheid voor het display instellen Er staan u 2 instellingen ter beschikking: helderheid voor de bediening Helderheid voor de stand-byindicatie 2. voor het Hodmenu 4. Helderh.beeldsch. 5. Helderheid bedien. Helderh. stand-by 6. / voor de gewenste waarde 7. ter bevestiging 3. Instellingen Tijd en Datum instellen Tijd en Datum worden af fabriek ingesteld. Wanneer uw CV-installatie langere tijd buiten bedrijf was, moet u eventueel Tijd en Datum opnieuw instellen. 2. voor het Hodmenu 3. Instellingen 4. Datum en tijd 5. Datum Tijd 6. Kies telkens de gewenste weergave, bijv. TT-MM- JJ, 24-uur indicatie 7. / voor de gewenste waarde 8. ter bevestiging Signaal bediening In de toestand bij levering klinkt bij elk tippen op een knop een signaal. U kunt dit signaal uitschakelen en naar behoefte opnieuw inschakelen. 2. voor het Hodmenu 3. Instellingen 4. Zomer 5. AAN UIT 6. ter bevestiging 17

Overige instellingen Internet-interface activeren (LAN) De regeling is van een netwerkmodule voorzien. In combinatie met een Viessmann App kunt u de regeling via uw smartphone bedienen. Informatie over de aansluiting en de activering van de netwerkmodule vindt u in een apart handleiding op www.vitotronic.info De voor de inbedrijfstelling vereiste toegangscode vindt u als sticker aan de regeling in de buurt van de bedieningseenheid. Plak de toegangscode hier in de bedieningshandleiding om hem voor later gebruik te kunnen terugvinden. 7. om de aanwijzing te bevestigen. De LAN-verbinding wordt automatisch met dynamische verbindingsgegevens ( DHCP ) tot stand gebracht. Als de LAN-verbinding wordt onderbroken, heeft uw vakman zich evt. in uw installatie ingelogd. Menu LAN instellingen Als u de internet-interface LAN activeert, staat er nog een menu ter beschikking. In dit menu LAN instellingen kunt u naar statische IP-adressering omschakelen ( STATIC ). LAN-verbinding deactiveren 2. voor het Hodmenu 3. Instellingen 4. LAN-mod. aan/uit 5. AAN 6. ter bevestiging 2. voor het Hodmenu 3. Instellingen 4. LAN-mod. aan/uit 5. UIT 6. ter bevestiging 7. om de aanwijzing te bevestigen. Instellingen voor de LAN-verbinding U kunt kiezen tussen statische en dynamische IPadressering. Bij dynamische IP-adressering DHCP wordt de verbinding met het internet automatisch tot stand gebracht. Bij statische IP-adressering STATIC moet u de verbindingsgegevens individueel invoeren. 2. voor het Hodmenu 6. ter bevestiging 7. Als u DHCP gekozen hebt: om de aanwijzing te bevestigen. 8. Als u STATIC gekozen hebt: voor een gewenst invoerveld Voer met behulp van het virtueel toetsenbord uw verbindingsgegevens in. 9. ter bevestiging 3. Instellingen 4. LAN-instellingen 5. Kies DHCP voor dynamische verbindingsgegevens STATIC voor individuele verbindingsgegevens 18

Display voor de reiniging deactiveren Overige instellingen Als u het display wilt reinigen, kunt u het gedurende 30 seconden deactiveren. Daardoor vermijdt u ongewilde instellingen. 2. voor het Hodmenu 3. Instellingen 4. Scherm schoonmaken Een teller start. Fabrieksinstellingen herstellen Instellingen en waarden, die worden teruggezet: Gewenste ketelwatertemperatuur Werkingsprogramma Gewenste warmwatertemperatuur 3. Instellingen 4. Fabrieksinstellingen 5. ter bevestiging om de actie te annuleren. 2. voor het Hodmenu De volgende instellingen blijven behouden: Contactgegevens van de CV-installateur: Zie pagina 19 Signaal bediening: Zie pagina 17 Helderheid voor display: Zie pagina 17 Verbindingsgegevens voor LAN-module: Zie pagina 18 Werkingsgegevens (teller): Ze moeten apart teruggezet worden, zie pagina 20 Contactgegevens van de installateur invoeren U voert de contactgegevens van uw installateur in. 2. voor het Hodmenu 3. voor Informatie 4. voor Invoer service-contactgeg. 5. Gewenst invoerveld 6. Voer met behulp van het virtueel toetsenbord de contactgegegevens van uw installateur in. 7. ter bevestiging 19

Opvragingen Hulpteksten opvragen U kunt bij de indicaties en de functies hulpteksten oproepen. 2. om terug naar de oorspronkelijke indicatie te gaan. 1. om de hulpteksten op te roepen. Informatie opvragen Naargelang de aangesloten componenten en uitgevoerde instellingen kunt u de actuele temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen. De informatie is in groepen ingedeeld: Alg. / Brander (gas olie) Verwar. Warm water Solarenerg. Invoer service-contactgeg. LAN Geg. terugzetten Gedetailleerde opvraagmogelijkheden bij de afzonderlijke groepen vindt u in hodstuk Menuoverzicht. 2. voor het Hodmenu 3. Informatie Zonne-energie opvragen in combinatie met zonnesystemen De opvraging is alleen in combinatie met de zonneregelingsmodule, type SM1, mogelijk. In combinatie met een zonneregeling Vitosolic kunt u de zonne-energieopbrengst aan de Vitosolic opvragen. 2. voor het Hodmenu 3. Informatie 4. Solarenerg. 5. Alleen voor energieopbrengst van het zonnesysteem: Solarenergie histogram De energieopbrengst van het zonnesysteem kunt u ook in de Energie-cockpit opvragen. Werkingsgegevens (teller) terugzetten De volgende werkingsgegevens kunt u terugzetten op nul: Branderbedrijfsuren Branderstarts Solarpomp Solarenerg. SM1 uitgang 22 (bedrijfsuren) Alle geg. 3. Informatie 4. Geg. terugzetten 5. bij een gewenst gegevenspunt Alle geg. 6. ter bevestiging om de actie te annuleren. 2. voor het Hodmenu 20

Onderhoudsmelding opvragen Opvragingen Uw CV-installateur kan onderhoudstijdstippen (grenswaarden) instellen (bijv. voor de bedrijfsuren van de brander). Van zodra de grenswaarden overschreden worden, wordt een onderhoudsmelding gegenereerd. Als uw installatie een onderhoud moet ondergaan, wordt dat op het display met het symbool en Onderh. aangegeven. Als u de contactgegevens van uw CV-installateur hebt ingevoerd (zie pagina) 19), worden deze ook aangegeven. Tip op. In het navigatiebereik knippert. Onderhoudsmelding oproepen 1. in het navigatiebereik. De onderhoudsmelding verschijnt in een lijst. Als er gelijktijdig andere meldingen zijn,, verschijnen na het tippen op evt. de volgende menu s: Storingslijst voor storingen aan de verwarmingsinstallatie Branderstoringen voor storingen aan de automatische branderregeling brander van de verwarmingsketel Servicemeldingen voor uitstaande onderhoudswerkzaamheden 3. Met kunt u aanwijzingen over de onderhoudsmelding oproepen. 4. Informeer uw verwarmingsfirma. 5. voor het accepteren van alle onderhoudsmeldingen. 6. ter bevestiging. Als het onderhoud pas op een later tijdstip kan worden uitgevoerd, verschijnt de onderhoudsmelding de volgende maandag opnieuw. 2. Servicemeldingen De onderhoudsmeldingen verschijnen in een lijst. Onderhoudsmelding opvragen Als aan uw installatie storingen zijn voorgekomen, wordt dat op het display met het symbool en Storing aangegeven. Als u de contactgegevens van uw CV-installateur hebt ingevoerd (zie pagina) 19), worden deze ook aangegeven. Tip op. in het navigatiebereik knippert. Als u voor storingsmeldingen een signaalinrichting (bijv.een claxon) heeft aangesloten, wordt de meldinrichting door het bevestigen van de storingsmelding uitgeschakeld. Als de storingen pas op een later tijdstip kunnen worden verholpen, verschijnt de storingsmelding de volgende dag om 7:00 uur opnieuw. De meldinrichting wordt weer ingeschakeld. Storingsmelding oproepen 1. in het navigatiebereik. De storingsmelding verschijnt in een lijst. Als er gelijktijdig andere meldingen zijn,, verschijnen na het tippen op evt. de volgende menu s: Storingslijst voor storingen aan de verwarmingsinstallatie Branderstoringen voor storingen aan de automatische branderregeling brander van de verwarmingsketel: Zie volgende hodstuk Branderstoringen Servicemeldingen voor uitstaande onderhoudswerkzaamheden 2. Storingslijst De storingsmeldingen verschijnen in een lijst. 3. Met kunt u aanwijzingen over het gedrag van de verwarmingsinstallatie oproepen. U krijgt tips over welke maatregelen u zelf kunt treffen, alvorens u uw installateur op de hoogte brengt. 4. Noteer de storingscode en storingsoorzaak. Bijvoorbeeld:: 10: Buitentemperatuursensor. Zo is de verwarmingsfirma beter voorbereid en bespaart u op eventuele extra voorrijkosten. 5. voor het accepteren van alle storingsmeldingen. 21

Opvragingen Onderhoudsmelding opvragen (vervolg) 6. Informeer uw verwarmingsfirma. 7. ter bevestiging. Gevaar Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Bevestig de storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar. Als de storing opnieuw optreedt, informeer dan uw installateur. Het kan de oorzaken analyseren en het defect verhelpen. Branderstoringen In geval van een storing een de brander wordt het symbool en Branderstoring aangegeven. In combinatie met Vitotronic 100, type CC1E (zie afb. 3, pagina 24) 1. Duw op de ontgrendelingstoets van de brander aan de verwarmingsketel. De ontgrendelingstoets is door een opening in de buitenplaat bereikbaar. Zie aparte handleiding van de verwarmingsketel op brander. 2. Druk op in het navigatiebereik voor het accepteren van alle storingsmeldingen 3. Als de branderstoring opnieuw voorkomt, informeer dan uw CV-installateur. In combinatie met Vitotronic 100, type CC1I (zie afb. 4, pagina 24) 1. ter bevestiging van de storingsmelding 2. om de brander te ontgendelen om het proces te annuleren 3. Informeer uw verwarmingsfirma. Gevaar Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Bevestig de storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar. Als de storing opnieuw optreedt, informeer dan uw CV-installateur. Het kan de oorzaken analyseren en het defect verhelpen. 22

Service-testfunctie Service-testfunctie De service-testfunctie mag alleen door uw installateur bij de jaarlijkse controle worden geactiveerd. De service-testfunctie wordt geactiveerd voor de rookgasmeting met hogere ketelwatertemperatuur gedurende korte tijd. Tijdens de service-testfunctie voor voldoende warmteopname zorgen. De volgende functies worden geactiveerd: De brander wordt ingeschakeld. Op het display verschijnt Tst loopt De pompen worden ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt geregeld via de temperatuurregelaar. Service-testfunctie activeren 3. Testwerk. 4. ter bevestiging 2. voor het Hodmenu Service-testfunctie beëindigen U hebt 2 mogelijkheden om de service-testfunctie te beëindigen: Tip op. De service-testfunctie eindigt automatisch na 60 minuten. 23

Uit- en inschakelen Bedieningselementen van de regeling Vitotronic 100, type CC1E A B C D 23.02.17 16:55 50 C + - Afb. 3 E D Netschakelaar E Enkel voor de CV-installateur: Temperatuurbegrenzer Vitotronic 100, type CC1I A B 23.02.17 16:55 50 C + - Afb. 4 A Display B Netschakelaar Verwarmingsinstallatie uitschakelen Met vorstbeschermingsbewaking A Display B Enkel voor de CV-installateur: -toets om de veiligheidstemperatuurbegrenzer te controleren C Enkel voor de CV-installateur: Ontgrendelingstoets voor de veiligheidstemperatuurbegrenzer Kies het werkingsprogramma Uitschakelwerking. Geen kamerverwarming Geen warmwaterbereiding Vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler Zie ook hodstuk Kamerverwarming uitschakelen op pagina 15. 24 De circulatiepompen worden automatisch om de 24 uur even ingeschakeld zodat ze niet vast komen te zitten.

Uit- en inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) 1. Schakel de netschakelaar uit. 2. Gasketel: sluit de gasafsluitkraan. Olieketel: sluit de afsluitkleppen van de olieleidingen (op tank en filter). Advies bij langere buitenbedrijfstelling Omdat de circulatiepompen gedurende langere tijd niet meer lopen, kunnen ze komen vast te zitten. Na langere buitenbedrijfstelling kan het nodig zijn datum en tijd opnieuw in te stellen (zie pagina 17). 3. Schakel de CV-installatie spanningsvrij, bijvoorbeeld met de aparte zekering een hodschakelaar.! Opgelet Als u verwacht dat de buitentemperatuur lager wordt dan 3 C, dient u geschikte maatregelen te nemen voor de vorstbescherming van de CV-installatie. Neem indien nodig contact op met uw verwarmingsfirma. CV-installatie inschakelen Informeer bij uw installateur over het volgende: Grootte van de vereiste installatiedruk (minimuminstallatiedruk) Situatie van de volgende onderdelen: Manometer Be- en ontluchtingsopeningen Gasketel: Gasafsluitkraan Olieketel: Afsluitkranen van de olieleidingen (op tank en filter) 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer. Als de druk van de verwarmingsinstallatie te laag is (< 1,0 bar/< 0,1MPa), vult u water bij informeert u uw installateur. 2. Controleer de be- en ontluchtingsopeningen van de stookruimte open staan en niet geblokkeerd zijn. 3. Gasketel: Open de gasafsluitkraan. Olieketel: open de afsluitkleppen van de olieleidingen (op tank en filter). 4. Schakel de netspanning in, bijvoorbeeld met de aparte zekering een hodschakelaar. 5. Schakel de netschakelaar in. Na enige tijd verschijnt op de display het homescreen. Uw CV-installatie en, indien aanwezig, de afstandsbedieningen zijn bedrijfsklaar. Wanneer uw CV-installatie langere tijd buiten bedrijf was, moet u eventueel Tijd en Datum opnieuw instellen: Zie hodstuk Tijd en datum instellen. 25

Wat doen? Ruimten te koud Oorzaak Oplossing De CV-installatie is uitgeschakeld. Schakel de netschakelaar in (zie pagina 24). Schakel de hodschakelaar, indien aanwezig (buiten stookruimte) in. Schakel de zekering in de stroomkringverdeling (huiszekering) in. De regeling is verkeerd ingesteld. De kamerthermostaat is verkeerd ingesteld. Afzonderlijke bedieningshandleiding De warmwaterboiler wordt opgewarmd. Geen brandst. Storing wordt in het display getoond. Branderstoring wordt op het display getoond. De kamerverwarming moet zijn ingesteld. Controleer en corrigeer eventueel de instellingen: Werkingsprogramma (zie pagina 14) Kamertemperatuur en ketelwatertemperatuur (zie pagina 15) Wacht tot de warmwaterboiler is opgewarmd. Reduceer eventueel de afname van warm water tijdelijk de warmwatertemperatuur. Bij olie vloeibaar gas: Brandstvoorraad controleren en eventueel bijbestellen. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Vraag evt. na bij uw gasbedrijf. Vraag het soort storing op. Bevestig de storing (zie pagina 21). Informeer eventueel de verwarmingsfirma. Vitotronic 100, type CC1E: Duw op de ontgrendelingstoets aan de automatische branderregeling van de verwarmingsketel. De ontgrendelingstoets is door een opening in de buitenplaat bereikbaar. Zie aparte handleiding van de verwarmingsketel op brander. Vitotronic 100, type CC1I: Volg de instructies in het display: Zie pagina 22. Als de brander weer niet inschakelt, uw CV-installateur. Gevaar Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Bevestig de storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar. Als de storing opnieuw optreedt, informeer dan uw CV-installateur. Het kan de oorzaken analyseren en het defect verhelpen. Externe bijschakeling is geactiveerd. Extern programma is geactiveerd. 26 Geen maatregel nodig. Het bedrijfsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is bijv. via een externe toets omgeschakeld. Voorbeeld: In een school moet buiten de schooluren verwarmd worden, bijv. voor een ouderavond. De functie kan aan de regeling niet beïnvloed worden. Als de externe omschakeling niet meer bestaat, is het ingestelde werkingsprogramma opnieuw actief. Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door een ander bedieningstoestel omgeschakeld. Bijv. door uw mobiele telefoon met uw Viessmann app. U kunt het werkingsprogramma aan de Vitotronic regeling wijzigen.

Wat doen? Ruimten te warm Oorzaak De regeling is verkeerd ingesteld. De kamerthermostaat is verkeerd ingesteld. Afzonderlijke bedieningshandleiding Storing wordt in het display getoond. Externe bijschakeling is geactiveerd. Extern programma is geactiveerd. Oplossing Controleer en corrigeer eventueel de instellingen: Werkingsprogramma (zie pagina 14) Kamertemperatuur en ketelwatertemperatuur (zie pagina 15) Vraag het soort storing op. Bevestig de storing (zie pagina 21). Informeer eventueel de verwarmingsfirma. Geen maatregel nodig. Het bedrijfsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is bijv. via een externe toets omgeschakeld. Voorbeeld: In een school moet buiten de schooluren verwarmd worden, bijv. voor een ouderavond. De functie kan aan de regeling niet beïnvloed worden. Als de externe omschakeling niet meer bestaat, is het ingestelde werkingsprogramma opnieuw actief. Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door een ander bedieningstoestel omgeschakeld. Bijv. door uw mobiele telefoon met uw Viessmann app. U kunt het werkingsprogramma aan de Vitotronic regeling wijzigen. Geen warm water Oorzaak Oplossing De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld. Schakel de netschakelaar in (zie pagina 24). Schakel de hodschakelaar, indien aanwezig (buiten stookruimte) in. Schakel de zekering in de stroomkringverdeling (huiszekering) in. De regeling is verkeerd ingesteld. De kamerthermostaat is verkeerd ingesteld. Afzonderlijke bedieningshandleiding Geen brandst. Storing wordt in het display getoond. De warmwaterverwarming moet zijn ingesteld. Controleer en corrigeer eventueel de instellingen: Werkingsprogramma (zie pagina 14) Warmwatertemperatuur (zie pagina 16) Bij olie vloeibaar gas: Brandstvoorraad controleren en eventueel bijbestellen. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Vraag evt. na bij uw gasbedrijf. Vraag het soort storing op. Bevestig de storing (zie pagina 21). Informeer eventueel de verwarmingsfirma. 27

Wat doen? Geen warm water (vervolg) Oorzaak Branderstoring wordt op het display getoond. Oplossing Vitotronic 100, type CC1E: Duw op de ontgrendelingstoets aan de automatische branderregeling van de verwarmingsketel. De ontgrendelingstoets is door een opening in de buitenplaat bereikbaar. Zie aparte handleiding van de verwarmingsketel op brander. Vitotronic 100, type CC1I: Volg de instructies in het display: Zie pagina 22. Als de brander weer niet inschakelt, uw CV-installateur. Gevaar Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Bevestig de storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar. Als de storing opnieuw optreedt, informeer dan uw CV-installateur. Het kan de oorzaken analyseren en het defect verhelpen. Externe bijschakeling is geactiveerd. Extern programma is geactiveerd. Geen maatregel nodig. Het bedrijfsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is bijv. via een externe toets omgeschakeld. Voorbeeld: In een school moet buiten de schooluren verwarmd worden, bijv. voor een ouderavond. De functie kan aan de regeling niet beïnvloed worden. Als de externe omschakeling niet meer bestaat, is het ingestelde werkingsprogramma opnieuw actief. Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door een ander bedieningstoestel omgeschakeld. Bijv. door uw mobiele telefoon met uw Viessmann app. U kunt het werkingsprogramma aan de Vitotronic regeling wijzigen. Warm water te heet Oorzaak De regeling is verkeerd ingesteld. De warmwaterbereiding gebeurt door het zonne-energiesysteem. Oplossing Controleer en corrigeer evt. de warmwatertemperatuur (zie pagina 16). Controleer en corrigeer indien nodig de instellingen aan de zonneregeling. Afzonderlijke bedieningshandleiding 28

Wat doen? Warm water te heet (vervolg) Oorzaak Externe bijschakeling is geactiveerd. Extern programma is geactiveerd. Oplossing Geen maatregel nodig. Het bedrijfsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is bijv. via een externe toets omgeschakeld. Voorbeeld: In een school moet buiten de schooluren verwarmd worden, bijv. voor een ouderavond. De functie kan aan de regeling niet beïnvloed worden. Als de externe omschakeling niet meer bestaat, is het ingestelde werkingsprogramma opnieuw actief. Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door een ander bedieningstoestel omgeschakeld. Bijv. door uw mobiele telefoon met uw Viessmann app. U kunt het werkingsprogramma aan de Vitotronic regeling wijzigen. en Storing wordt weergegeven Oorzaak Oplossing Storing in de CV-installatie Ga te werk zoals beschreven op pagina 21. en Branderstoring wordt weergegeven Oorzaak Storing aan de automatische branderregeling brander van de verwarmingsketel: Oplossing Vitotronic 100, type CC1E: Duw op de ontgrendelingstoets aan de automatische branderregeling van de verwarmingsketel. De ontgrendelingstoets is door een opening in de buitenplaat bereikbaar. Zie aparte handleiding van de verwarmingsketel op brander. Vitotronic 100, type CC1I: Volg de instructies in het display: Zie pagina 22. Als de brander weer niet inschakelt, uw CV-installateur. Gevaar Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Bevestig de storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar. Als de storing opnieuw optreedt, informeer dan uw CV-installateur. Het kan de oorzaken analyseren en het defect verhelpen. ë en Onderh. wordt weergegeven Oorzaak Een onderhoudstijdstip dat door uw verwarmingsfirma is ingesteld, is bereikt. Oplossing Ga te werk zoals beschreven op pagina 21. 29

Wat doen? Externe bijschakeling wordt weergegeven Oorzaak Het bedrijfsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is bijv. via een externe toets omgeschakeld. Voorbeeld: In een school moet buiten de schooluren verwarmd worden, bijv. voor een ouderavond. Oplossing Geen maatregel nodig. De functie kan aan de regeling niet beïnvloed worden. Als de externe omschakeling niet meer bestaat, is het ingestelde werkingsprogramma opnieuw actief. Extern programma wordt weergegeven Oorzaak Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door een ander bedieningstoestel omgeschakeld. Bijv. door uw mobiele telefoon met uw Viessmann app. Oplossing U kunt het werkingsprogramma wijzigen. 30

Reiniging Onderhoud U kunt de regeling met een gangbaar huishoudelijk reinigingsproduct (geen schuurmiddelen) reinigen. Het display kunt u met een microvezeldoek reinigen. Voor de reiniging kunt u het display tijdelijk deactiveren: Zie hodstuk Display voor de reiniging deactiveren Inspectie en onderhoud De inspectie en het onderhoud van een verwarmingsinstallatie worden door de energiebesparingverordening en de normen DIN 4755, DVGW-TRGI 2008 en DIN 1988-8 voorgeschreven. Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrije, energiebesparende, milieuvriendelijke en veilige verwarming. Ten laatste om de 2 jaar moet uw verwarmingsinstallatie door een geautoriseerde installateur worden onderhouden. Hiertoe kunt u het beste een inspectieen onderhoudscontract met uw installateur afsluiten. Verwarmingsketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt ook het energieverlies groter. Wij adviseren om de verwarmingsketel jaarlijks te laten reinigen. Warmwaterboiler (indien voorhanden) DIN 1988-8 en EN 806 schrijven voor dat uiterlijk 2 jaar na inbedrijfstelling en daarna indien nodig onderhoud reiniging moet plaatsvinden. Het intern reinigen van de warmwaterboiler, inclusief de tapwateraansluitingen, mag uitsluitend door een erkende installateur worden uitgevoerd. Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboiler een toestel voor waterbehandeling bevindt, bijvoorbeeld een sluis- injecteerinrichting, moet de vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Tevens bij Vitocell 100: Voor het testen van de verbruiksanode raden wij een jaarlijkse werkingscontrole aan door een installateur. De functiecontrole van de verbruiksanode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De installateur meet de beveiligingsstroom met een anodetester. Veiligheidsklep (warmwaterboiler) Elk half jaar moet de gebruiker de installateur door middel van beluchting controleren de veiligheidsklep goed werkt (zie handleiding van de klepfabrikant). Het gevaar bestaat dat de klepzitting vervuild raakt. Tijdens het verwarmen kan water uit de veiligheidsklep druppen. De afvoer is naar de lucht open en mag niet gesloten worden. Tapwaterfilter (indien aanwezig) Omwille van hygiënische redenen als volgt te werk gaan: Bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld, elke 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle elke 2 maanden). Bij filters die kunnen worden teruggespoeld elke 2 maanden terugspoelen. 31