Gemeente ft Bergen op Zoom

Vergelijkbare documenten
In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 april 2013

gemeente Steenbergen

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

GEMEENTE BOEKEL. Raadsbesluit Z/ AB/ De raad van de gemeente Boekel;

Voorstel aan de Raad. Onderwerp : De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Raadsvergadering : 26 juni 2013 Agendapunt :

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Gemeente Dalfsen. Gemeenteraad

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gemeente Boxmeer I-SZ/2012/724 / RIS (6)

B&W-Aanbiedingsformulier

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening Langdurigheidstoeslag Voor de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 27 februari 2009, inzake de Langdurigheidstoeslag;

aspecten van te_~t!~~1~_g1=-~'-''-'''--- Gemeente -.. -_ Voorstel:

Gemeente Dalfsen. Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Dalfsen 2012 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag 2012.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2008 (Gemeenteblad 2008, nr. 367);

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Langdurigheidstoeslag 2013

vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag Zeewolde 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening langdurigheidstoeslag 2009.

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Bergen op Zoom RVB Voorlegger Raadsvoorstel

CVDR. Nr. CVDR188254_1. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

Raadsstuk GEWIJZIGD EXEMPLAAR. 081/ april 2009 SZW/BB 09/ Verordening Langdurigheidstoeslag Aan de Raad der gemeente Haarlem

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 15 december 2011,

Nijverdal, 5 februari gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012;

De Raad van de gemeente Ede,

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2012/25698 WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag 1 / 5

13 april Verordening Langdurigheidstoeslag 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Cuijk 2012 A

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Zoetermeer 2009

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Nummer Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet BMWE 2015

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 november 2010;

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 februari 2012;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

CVDR. Nr. CVDR28457_1. Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB ;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE HOUTEN

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag

De raad van de gemeente Koggenland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Raadsvergadering d.d.: 9 februari 2009 Agenda nr: Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Valkenburg aan de Geul

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

Gemeente Albrandsuuaard

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gezien het advies van [naam commissie];

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr ;

Voorstel van het college inzake Verordening Langdurigheidstoeslag 2012.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

Verordening individuele inkomenstoeslag Beuningen 2015 at IIII I'll II Hi lil III IIII

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

Transcriptie:

Gemeente ft Bergen op Zoom RVB8-25 Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en naam Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 RVB8-25 Sector/ : SMD/ 16 december 28 Afdeling Sociale Zaken Annette Baart A.P.E.Baart@bergenopzoom.nl 164-277169 3. Sociale voorzieningen Voorstel: - De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 vast te stellen alsmede de inwerkingtreding hiervan te bepalen op 1 februari 29 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 29. - Evaluatie van de verordening te bepalen aan het einde van 21. - Bijgaande begratingswijzig ing vast te stellen. Type voorstel: IE! Kaderstellend Controlerend Rest Zijn in het voorstel een of meer van de volgende aspecten van toepassing? Ja Nee Zijn doelen en/of effecten beschreven RTJ r I Financiele consequenties KTJ r I Inspraakverordening van toepassing r-1 r%\ Communicatieparagraaf: De clientenraad is geinformeerd. Na vaststelling dient afkondiging in de Bergse Bode te geschieden. Samenvatting: De verordening regelt het recht op een langdurigheidstoeslag aan personen met een langdurig laag inkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering. Door vaststelling van deze verordening wordt voldaan aan een wettelijk plicht.

Bergen op Zoom RVB8-25 Raadsvoorstel BiilSQSn; '9 eef aan of een b 'i a 9 e is bi J9 evo egd of ter inzage is gelegd; benoem en nummerdeze bijlagen) Bijlage nr. 6 biz. Omschrijving Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 Begrotingswijziging Bijgevoegd/Ter inzage bijgevoegd bijgevoegd

Gemeente tj Bergen op Zoom RVB8-25 Raadsvoorstel Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp 29 januari 29 RVB8-25 Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 Aan de gemeenteraad, Voorstel - De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 vast te stellen alsmede de inwerkingtreding hiervan te bepalen op 1 februari 29 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 29. - Evaluatie van de verordening te bepalen aan het einde van 21. - Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen. Inleiding De regering wil gemeenten meer armslag geven in de bestrijding van armoede door middel van gerichte inkomensondersteuning, waar mogelijk gericht op het bevorderen van participate (Coalitieakkoord). Deze wens is ook neergelegd als afspraak in het Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten "Samen aan de slag". Daarin is onder andere afgesproken, dat de langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt gedereguleerd. Tevens geeft de regering hiermee invulling aan de wens van de Tweede Kamer, gemeenten toe te staan gerichte inkomensondersteuning te verlenen aan specifieke groepen. De langdurigheidstoeslag bestaat sinds 24 als een uitwerking van de wens om te komen tot een aanvulling op het inkomen voor personen die langdurig van een laag inkomen afhankelijk zijn. De langdurigheidstoeslag stuitte in de gemeentelijke praktijk veelvuldig op uitvoeringsproblemen. Van de zijde van de Tweede Kamer was er de wens om bij kleine neveninkomsten uit arbeid toch de langdurigheidstoeslag uit te laten keren. Gerechtelijke uitspraken ten aanzien van het recht op langdurigheidstoeslag voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten noopten tot codificering. Daardoor is er inmiddels in feite sprake van een complex stelsel, dat voortdurend nieuwe vragen oproept en de uitvoering voor nieuwe grensgevallen stelt. Aan de gemeente wordt gevraagd in een verordening vast te leggen onder welke voorwaarden burgers recht op een langdurigheidstoeslag hebben. Hiermee wil het kabinet de gemeente in staat stellen om meer maatwerk te leveren op een wijze die werkaanvaarding of inkomensverbetering niet in de weg staat.

Bergen op Zoom RVB8-25 Raadsvoorstel In de gewijzigde artikelen 8 en 36 van de WWB wordt aan de gemeente de opdracht gegeven op aanvraag een langdurigheidstoeslag te verstrekken aan personen die langdurig op een laag inkomen zijn aangewezen, geen in aanmerking te nemen vermogen en geen uitzicht op inkomensverbetering hebben. De gemeente is verplicht in een verordening met betrekking tot de hoogte van de toeslag en de invulling van de begrippen langdurig en laag inkomen regels te stellen. De langdurigheidstoeslag wordt een bijzondere vorm van categoriale bijzondere bijstand. Het rijk voert een generiek inkomensbeleid, waarbij op een aantal beleidsterreinen (zorg, huisvesting, onderwijs, kinderopvang) inkomensondersteunende maatregelen zijn getroffen. Daarnaast is er ruimte voor aanvullend gemeentelijk inkomensondersteuningsbeleid. Om te voorkomen dat dit gemeentelijke inkomensondersteuningsbeleid leidttot een ongewenste doorkruising van het generieke inkomensbeleid, vindt het rijk het noodzakelijk dat de ruimte van dat gemeentelijke beleid wettelijk wordt ingekaderd. Door de gemeenten voor te schrijven om de financiele ondersteuning aan meerjarige minima middels een langdurigheidstoeslag in een gemeentelijke verordening vast te leggen, wordt bevorderd dat deze minima, net als onder de oude regeling, een bij de gemeente afdwingbaar recht op inkomensondersteuning hebben. Het wettelijk kader geeft voorts een begrenzing aan van de ruimte voor gemeentelijk beleid: gemeenten moeten invulling geven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. Daarbij dient uiteraard rekening te worden gehouden met de begrenzing als gevolg van het generieke inkomensbeleid, dat is voorbehouden aan het rijk. Met deze vormgeving is er sprake van een samenhangend stelsel waarmee het overgrote deel van de mensen aan de onderkant van het inkomensgebouw elk een op de eigen behoefte toegesneden pakket van ondersteuning krijgt aangeboden. Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling De rechtvaardiging van de langdurigheidstoeslag is dat mensen die langdurig van het sociaal minimum afhankelijk zijn, over het algemeen geen mogelijkheden meer hebben om te reserveren voor (onverwachte) hoge kosten, zoals voor vervangingsuitgaven die na verloop van tijd onvermijdelijk zijn. Uitwerking voorstel Zie de verordening. Consequenties van het voorstel Financiele consequenties De uitgaven aan langdurigheidstoeslag in 27 bedroegen 163.247,. In 28 was hiermee een bedrag van 143.617, gemoeid (stand van 17/11/28).

Bergen op Zoom RVB8-25 Raadsvoorstel Als gevolg van de decentralisatie van de langdurigheidstoeslag wordt deze toeslag een bijzondere vorm van bijzondere bijstand. Nu wordt de langdurigheidstoeslag nog vanuit het Inkomensdeel WWB bekostigd. De huidige middelen uit het macrobudget Inkomensdeel worden met ingang van 29 overgeheveld naar het gemeentefonds. In de Mei-circulaire gemeentefonds 28 is bekend gemaakt dat het bedrag voor de langdurigheidstoeslag in 29 voor onze gemeente 168.364, bedraagt, welk bedrag niet is geoormerkt. De verdeelmaatstaven van het gemeentefonds zijn afwijkend van de verdeelmaatstaven van het l-deel WWB. Dit heeft als onvermijdelijk gevolg, dat er in enige mate herverdeling optreedt van de middelen die met de langdurigheidstoeslag zijn gemoeid. Kleinere gemeenten gaan er overwegend op vooruit. Voor enkele grate gemeenten geldt, dat zij over minder middelen zullen gaan beschikken. De negatieve herverdeeleffecten blijven voor alle gemeenten beperkt tot minder dan 1 euro per inwoner. Onze gemeente ontvangt per saldo 11.693, minder aan middelen. Door de wettelijke uitbreiding op grand van de leeftijdsgrens, de verlaging van de referteperiode naar 3 jaar alsmede het vervallen van het begrip arbeidsmarktperspectief wordt de doelgroep van de langdurigheidstoeslag uitgebreid. Uitgaande van een huidig bereik van 7 % wordt geprognosticeerd dat de uitgaven in 29 een bedrag van 265., belopen. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een bedrag ad. ± 197., derhalve een uitzetting ad. 68.,. Deze uitzetting kan worden opgevangen binnen het programma door de storting voor chronisch zieken en gehandicapten ad. 1., met dit bedrag te verlagen. Alternatieven In de verordening een referteperiode van 5 jaar net als voorheen in de wet. Deze termijn stemt echter niet overeen met ons armoede / bijzondere bijstand / debiteurenbeleid. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom De secpetaris, De bupgemeeste Drs. A. Haasnoot.

Gemeente jn Bergen op Zoom Ill RVB8-25 De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 16 december 28, nr. RVB8-25; overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven; BESLUIT: - De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 vast te stellen alsmede de inwerkingtreding hiervan te bepalen op 1 februari 29 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 29. - Evaluatie van de verordening te bepalen aan het einde van 21. - Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 29. De griffier, De voorzitter, F.P. de Vos

De raad van de gemeente Bergen op Zoom; overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 december 28, nummer RVB8-25; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8, lid 1, sub d en lid 2, sub b juncto artikel 36 van de Wet werk en bijstand; B E S L U IT: de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29 vast te stellen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijving 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom; b. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); c. bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, sub c van de wet; d. peildatum: datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat; e. referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum; f. inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede "een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan" moet worden gelezen als "de referteperiode", waarbij een bijstandsuitkering, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen wordt gezien; g. vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de peildatum; h. minimumloon: het bruto minimumloon als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub a van de Wet minimumloon en en minimumvakantiebijslag. Hoofdstuk 2. Voorwaarden Artikel 2. Doelgroep 1. Tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag behoren personen van 21 jaar en ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen hebben en geen in aanmerking te nemen vermogen en geen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Het leeftijdscriterium geldt bij gehuwden voor beiden. 2. Personen, die op de peildatum of in de referteperiode een uitkering op grand van de Wet studiefinanciering 2 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten hebben genoten, worden wel geacht uitzicht op inkomensverbetering te hebben en komen niet voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking.. Artikel 3. Langdurig laag inkomen Onder langdurig een laag inkomen wordt verstaan een gemiddeld inkomen per maand dat gedurende de referteperiode niet uitkomt boven 1% van de geldende bijstandsnorm.

Artikel 4. Hoogte van de langdurigheidstoeslag 1. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is afhankelijk van de gezinssituatie op de peildatum. 2. De toeslag bedraagt: - voor gehuwden als bedoeld in artikel 4, sub c van de wet 498, per jaar; - voor een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4, sub b van de wet 447, per jaar; - voor een alleenstaande als bedoeld in artikel 4, sub a van de wet 349, per jaar. 3. Indien een van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem of haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 4. De in lid 2 genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met het percentage waarmee het minimumloon ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar is gestegen. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen Artikel 5. Beleid Het college kan zonodig ter uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen. Artikel 6. Hardheidsclausule Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 7. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 29". Artikel 8. Ingangsdatum Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 februari 29 en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 29. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 29. De griffier, De voorzitter,

Algemene toelichtinq De regering wil gemeenten meer armslag geven in de bestrijding van armoede door middel van gerichte inkomensondersteuning, waar mogelijk gericht op het bevorderen van participatie (Coalitieakkoord). Deze wens is ook neergelegd als afspraak in het Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten "Samen aan de slag". Daarin is ook afgesproken, dat de langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt gedecentraliseerd met het oogmerk tot deregulering. Om deze reden is voormeld artikel gewijzigd. Voorts is aanpassing noodzakelijk, omdat de langdurigheidstoeslag onder de bijzondere bijstand is gebracht. Op grand van het eveneens aangepaste artikel 8 van de Wet werk en bijstand dient de gemeenteraad bij verordening regels vastte leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Hiermee is beoogd te bewerkstelligen dat de langdurigheidstoeslag zoveel mogelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid wordt. Het is aan de gemeenteraad om in ieder geval de hoogte van de langdurigheidstoeslag te bepalen, wat langdurig is en wat een laag inkomen is. De rechtvaardiging van de langdurigheidstoeslag is dat mensen die langdurig van het sociaal minimum afhankelijk zijn, over het algemeen geen mogelijkheden meer hebben om te reserveren voor (onverwachte) hoge kosten, zoals voor vervangingsuitgaven die na verloop van tijd onvermijdelijk zijn. Hiermee treedt ten aanzien van de positiebepaling van de langdurigheidstoeslag in het inkomensbeleid geen wijziging op. Bij de invoering van de WWB is die als volgt omschreven: "Om deze reden wordt de langdurigheidstoeslag voor een jaar toegekend en in een belastingvrij bedrag uitbetaald. Hiermee wordt bereikt dat er op het moment van uitbetaling ruimte ontstaat binnen het budget waaruit hogere kosten kunnen worden voldaan, bijvoorbeeld voor vervangingsuitgaven". De decentralisatie wordt gerealiseerd door van de langdurigheidstoeslag een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand te maken. Bijzonder, omdat gemeenten in tegenstelling tot de normale (categoriale) bijzondere bijstand, gehouden zijn het gemeentelijke beleid ten aanzien van de langdurigheidstoeslag in een verordening vast te leggen. Voorts bijzonder, omdat gemeenten gehouden zijn de langdurigheidstoeslag te verstrekken indien de aanvrager aan de gestelde voorwaarden voldoet. Deze bijzondere categoriale voorziening staat in beginsel open voor iedereen met een minimum inkomen, dus ook voor werkenden die onder de oude wetgeving waren uitgesloten van een langdurigheidstoeslag. De armoedevalproblematiek waarmee de langdurigheidstoeslag tot voor kort gepaard ging, wordt hierdoor verminderd. In de oude situatie raakten bijstandsgerechtigden met een langdurigheidstoeslag de hele langdurigheidstoeslag kwijt op het moment dat zij gingen werken. Voortaan hebben ook werkenden die geen perspectief hebben om op de arbeidsmarkt door progressie substantieel meer te gaan verdienen dan het minimumloon recht op een langdurigheidstoeslag. Het gewijzigde artikel 36 van de Wet werk en bijstand luidt als volgt: 1. Het college verieent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering. 2. Bij de vaststelling van het inkomen, bedoeld in lid 1, wordt een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag buiten beschouwing gelaten. 3. Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van 12 maanden in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. 4. De langdurigheidstoeslag wordt verleend met ingang van de datum waarop de persoon langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft. 5. De artikelen 12, 43,44,49 en 52 zijn niet van toepassing.

6. De artikelen 5, 36 en 39, zoals die luidden op 31 december 28, blijven van toepassing op een aanvraag voor een langdurigheidstoeslag in 29, indien: a. die aanvraag ziet op een recht op een langdurigheidstoeslag dat in 29 is ontstaan, b. in 28 een recht op een langdurigheidstoeslag is ontstaan en een aanvraag daarvoor in 28 is ingediend, en c. door toepassing van dit lid de hoogte van een langdurigheidstoeslag niet lager uitvalt dan zonder toepassing van dit lid het geval zou zip. Dit lid vervalt met ingang van 1 januari 21. In lid 1 van het nieuwe artikel 36 wordt bepaald wanneer een langdurigheidstoeslag wordt verstrekt. Het college verieent de langdurigheidstoeslag op aanvraag. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan, dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat. Er zijn echter wel mogelijkheden om de aanvraag te vereenvoudigen. Als uit de gemeentelijke administratie blijkt, dat in de situatie van betrokkene het afgelopen jaar geen wijzigingen zijn opgetreden, kan een reeds ingevuld aanvraagformulier worden toegezonden, waarna betrokkene door het zetten van zijn handtekening de aanvraag officieel maakt. Door de zinsnede "geen uitzicht heeft op inkomensverbetering" wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief, zoals studenten, niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Verder is de ondergrens voor aanvragers van de langdurigheidstoeslag van 23 jaar vervangen door 21 jaar. De reden hiervan is, dat de refertetermijn van vijf jaar in de Wet werk en bijstand is vervallen. Gemeenten kunnen zelf bepalen wat zij onder de term "langdurig" verstaan. De ondergrens is bepaald op 21 jaar, omdat dit de leeftijd is waarop de ouderlijke onderhoudsplicht vervalt. Hiermee blijft de langdurigheidstoeslag aansluiten op het systeem van de wet ten aanzien van personen jonger dan 21 jaar. Lid 2 heeft geen wijziging ondergaan. Voordat invulling gegeven kan worden aan de term "laag inkomen", zal moeten worden vastgesteld wat de hoogte van het inkomen van de aanvrager is. Dit gebeurt aan de hand van artikel 32 van de Wet werk en bijstand.. In afwijking van artikel 32 wordt tevens bepaald, dat eerder verstrekte langdurigheidstoeslag niet meetelt bij de vaststelling van dat inkomen. Dit voorkomt dat het ontvangen van langdurigheidstoeslag in de weg staat aan het nogmaals ontvangen van de langdurigheidstoeslag na 12 maanden. In lid 3 is bepaald dat een persoon ten hoogste eenmaal binnen 12 maanden in aanmerking komt voor een langdurigheidstoeslag. De verstrekking is echter niet gebonden aan die periode van 12 maanden. Het kan zijn dat per 12 maanden meerdere malen langdurigheidstioeslag wordt verstrekt, indien de verstrekking ziet op een recht dat in voorgaande jaren is ontstaan maar pas later is aangevraagd. Er geldt namelijk geen termijn voor het aanvragen van langdurigheidstoeslag. Lid 4 bepaalt het moment waarop het recht op langdurigheidstoeslag bestaat. Lid 5 hangt samen met de overheveling van de langdurigheidstoeslag naar de bijzondere bijstand en deze artikelen in strijd zijn met dan wel niet passen bij de doelstelling van de langdurigheidstoeslag. In lid 6 is overgangsrecht geregeld. Aangezien de bedragen van de langdurigheidstoeslag per 1 januari 29 hoger zijn dan in 28 is dit niet aan de orde.

Artikelqewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de wet om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk aansluiting blijft bij de wetgeving die van toepassing is. Gekozen is om de referteperiode vast te stellen op 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. Hiermee is meteen invulling gegeven aan het begrip 'langdurig'. Dus over de duur van de referteperiode wordt bepaald of iemand langdurig een laag inkomen heeft. In de verordening wordt het begrip belanghebbende gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Artikel 2. Doelgroep Lid1 De doelgroep is in feite iedereen die aan de criteria voldoet welke in deze verordening nader zijn ingevuld. Lid 2 Door de zinsnede "geen uitzicht heeft op inkomensverbetering" wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Van studenten wordt per definitie gesteld dat zij arbeidsmarktperspectief hebben. Om te voorkomen dat degene met een baan met een minimuminkomen, die zijn positie middels avondstudie probeert te verbeteren, niet in aanmerking zou komen, is bepalend of de studerende in de referteperiode studiefinanciering heeft genoten. Studiefinanciering is immers alleen mogelijk bij een dagstudie en bij studenten beneden een bepaalde leeftijd. Artikel 3. Langdurig laag inkomen Zoals eerder gesteld, wordt onder langdurig verstaan een termijn van 36 maanden. Onder de oude regeling was de referteperiode 5 jaar, hetgeen als te lang wordt ervaren. Nadat betrokkene 3 jaar op een minimum inkomen is aangewezen, is er over het algemeen niet veel reserveringsruimte over. Onder een laag inkomen wordt verstaan een inkomen dat gemiddeld niet hoger is dan 1 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Onder de bijstandsnorm wordt verstaan de wettelijke norm inclusief de gemeentelijke toeslag of verlaging en de vakantietoeslag. Marginale overschrijdingen van deze 1 % grens dienen genegeerd te worden (zie uitspraak van de Centrale Raad van Beroep d.d. 19 aug. 28, UN: BE8918). Er is bewust niet gekozen om het recht op de langdurigheidstoeslag ook toe te kennen bij een inkomen boven bijstandsniveau. Het in aanmerking laten komen van belanghebbenden met een hoger inkomen van bijvoorbeeld 11 % van de bijstandsnorm valt niet te rijmen met de wettelijke uitsluiting van belanghebbenden van 65 jaar en ouder. Zij zijn immers uitgesloten van het recht op een langdurigheidstoeslag, omdat het inkomen al voldoende hoger zou zijn dan de bijstandsnorm voor belanghebbenden jonger dan 65 jaar. Afhankelijk van de gezinssituatie bedraagt het verschil maar ongeveer 5 %. Het hanteren van een grens van 11 % zou daarom maken dat de uitsluiting van 65-plussers in dat geval strijdig is met het verbod op leeftijdsdiscriminatie, zoals dat is vastgelegd in artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. Artikel 4. Hoogte van de langdurigheidstoeslag Lid1 Gelijk aan de oude wetgeving is de hoogte van de langdurigheidstoeslag afhankelijk van de gezinssituatie.

Lid 2 De bedragen zijn afgeleid van de normenbrief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de bijstandsbedragen per 1 januari 29. Lid 3 In dit lid wordt een regeling getroffen overeenkomstig artikel 24 WWB voor situaties waarin bij gehuwden een van beide partners is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grand van artikel 11 of artikel 13, lid 1 WWB. De wet voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor de rechthebbende echtgenoot, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor gehuwden in dergelijke situaties ook niet opportuun is. Met nadruk wordt erop gewezen, dat het hier betreft een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 11 of artikel 13, lid 1 WWB. Indien een van beide gehuwden niet in aanmerking komt voor het recht op langdurigheidstoeslag wegens het niet voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 van de wet of deze verordening, hebben beide partners geen recht op langdurigheidstoeslag. Het recht op langdurigheidstoeslag komt gehuwden immers gezamenlijk toe. Zij moeten daarom ook allebei, zowel afzonderlijk als gezamenlijk aan de voorwaarden voldoen. Lid 4 Om niet jaarlijks de verordening voor de bedragen te hoeven aanpassen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met het minimumloon waaraan ook de bijstandsnormen zijn gekoppeld. Omdat de bijstandsnormen in beginsel twee maal per jaar worden gemdexeerd en de langdurigheidstoeslag slechts eenmaal, wordt steeds een vergelijking gemaakt met de langdurigheidstoeslag per 1 januari van het voorafgaande jaar. Artikel 5. Beleid Ten behoeve van de uitvoering van de verordening kan het college zonodig nadere beleidsregels vaststellen. Artikel 6. Hardheidsclausule Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 7. Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 8. Ingangsdatum Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Besluit tot wijziging van de programmabegroting Gemeente Provincie Dienstjaar Nummer Bergen op Zoom Noord-Brabant 29 Wijziging uitvoering verordening langdurigheidstoeslag Sociale Zaken Initierende SECTOR :SMD AFDELING : Sociale Zaken Wijziging programmabegroting: Betreft programma('s) RVB8-25 Te behandelen in de volgende Commissies: Mens en Maatschappij Stad en Ruimte Burger en Bestuur X De raad van de gemeente Bergen op Zoom besluit de programmabegroting voor bovengenoemd dienstjaar, met goedkeuring van de bovengenoemde commissies, onder bovengenoemde nummering en omschrijving te wijzigen als hierna aangegeven. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 29 januari 29 Ter kennisname gebracht van Commissie Burger en Bestuur van de griffier, de voorzitter, Dhr. F.P. de Vos Dhr. Drs. J.M.M. Polman Ingevolge artikel 192 van de gemeentewet ter kennisneming gezonden aan Gedeputeerde Staten. Datum van toezending Sector Afdeling Aantal exemplaren : Middelen : Administrate : -1-

Wijziging (meerjaren-)programmabegroting Cat. Prod/kpl GRBR KSTP PRJC OBJS OBJC Lasten Begr. Begr. Begr. Begr. 29 21 211 212 Baten Begr. Begr. Begr. Begr. 29 21 211 212 Exteme producten: Deklarabele biistand 44222 6611 C689 Biizondere biistand 197.558-197.558-197.558-197.558-44222 66141 C689 Mutaties reserves werk 265. 265. 265. 265. 46 69815 R61 Interne producten: Aframinq stortinq werk en inkomen 499997 599 A R61 86 599 A R61 Investerinqen / reserves en voorzieninqen: Aframinq stortinq werk en inkomen 63113 A R61 Toelichtinq: Deze wijziging is opgesteld om de nieuwe verordening langdurigheidstoeslag 29 van de afdeling sociale zaken uit te kunnen voeren. De dekking kan uit een herpositionering van de primitieve begrotingspost langdurigheidstoeslag WWB en een aframing van de storting langdurige zieken in de reserve Werk en Inkomen komen.