Muizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010

Vergelijkbare documenten
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011

Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014

Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016

Onderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum

Notitie quickscan Flora en fauna

Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

NATUURWAARDENONDERZOEK LOCATIE THEATER EINDRAPPORTAGE GEMEENTE SCHIJNDEL. 28 oktober /CE4/OKO/ & ARCAD1S

MUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012

Resultaten soortenonderzoek

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len

Notitie flora en fauna

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

Muizenonderzoek 2012 Oisterwijkse Bossen en Vennen

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

Quickscan flora en fauna

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Interne mededeling. Quick scan

Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek

Briefnotitie Actualisatie quickscan natuurwaardenonderzoek Boomcateweg 39a Nijverdal. In het kader van de Flora- & Faunawet

6 Flora- en fauna quickscan

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Onderzoek beschermde flora en fauna Zuidas

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad.

MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI

Aanvullend onderzoek naar de Rugstreeppad (Epidalea calamita) in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs

Laneco. memo. Quick scan flora en fauna Nedereindseweg te Nieuwegein. Globale begrenzing plangebied 2 Onderzoeksmethode

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Bijlage 8 Bevindingen quickscan beschermde soorten Wet Natuurbescherming

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus AE Deventer

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

NATUURONDERZOEK BROKKING TE WORMERVEER

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Rapportage. Inventarisatie. Natuurwaarden

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

Flora- en Faunawet inventarisatie Lage Vuursche. eindrapport

Memo Doel van deze memo Wettelijke achtergrond Veldbezoek

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

Plangebied en voorgenomen ontwikkeling

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Inventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra

Quickscan planlocatie Rijnsteeg, Wageningen

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren)

Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010

memo datum: 28 maart 2012

Aanvullend natuuronderzoek Oostelijke Randweg in Doetinchem

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

v.v. RCL De heer H. van Liere Bloemerd BZ Leiderdorp

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Geachte heer van Gerven,

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Notitie aanvullend onderzoek bosrand Oisterwijk

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven

Omgevingscheck De Del te Rozendaal. categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Quick scan beschermde soorten zonneweide Ceresweg, Tholen

Nader onderzoek beschermde soorten De Slinger 3, Houten ( )

Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36

Bureauonderzoek Flora en fauna

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto

Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN

Transcriptie:

Muizenonderzoek Oldenzaalsestraat 53, Denekamp Rapportagenummer: 1011.01 15 november 2010 De Eik 40 7608 ES Almelo Tel: 0646111651 www.myotis.nl KvK: 51091224

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Onderzoekslocatie... 4 3. Onderzoek... 5 4. 3.1 Onderzoek NDFF... 5 3.2 Onderzoek met lifetraps... 6 3.2.1 Weersomstandigheden... 7 3.2.2 Samenvatting onderzoeksresultaten... 7 3.3 Aangetroffen vogels... 8 3.4 Aangetroffen zoogdieren... 8 3.5 Aangetroffen flora... 8 Conclusie... 9 2

1. Inleiding In het kader van de Flora en faunawet is door Myotis flora en fauna in oktober 2010 een onderzoek gedaan naar het voorkomen van veldspitsmuis op de locatie aan de Oldenzaalsestraat 53 te Denekamp, gemeente Dinkelland. De opdracht is uitgevoerd voor Econsultancy bv uit Doetinchem. Doel van het onderzoek is het voorkomen van veldspitsmuizen op de locatie vast te stellen of uit te sluiten. et onderzoek is uitgevoerd met zogenaamde lifetraps. Naast de resultaten van het muizenonderzoek bevat deze rapportage ook gegevens van overige flora en fauna die tijdens het muizenonderzoek tegen is gekomen op het terrein. 3

2. Onderzoekslocatie De locatie ligt net ten zuiden van Denekamp en betreft een te renoveren gebouw met een tuin en parkeerplaatsen (zie figuur 1 en 2). De parkeerplaatsen zijn voorzien van een halfverharding. Doordat het perceel reeds langere tijd niet meer in gebruik is als parkeerplaats en niet regelmatig meer wordt betreden is er deels opslag van wilgen ontstaan. De tuin van de locatie bestaat deels uit struikgewas met enkele opgaande bomen en deels uit een verruigd grasveld. Aan de zuidzijde van de locatie bevindt zich een sloot die kan voldoen als migratieroute voor Figuur 1: bebouwing en tuin op de onderzoekslocatie amfibieën, (kleine) zoogdieren en eventuele flora. De sloot staat in verbinding met de Dinkel. Op ongeveer 300 meter ten zuiden van de onderzoekslocatie bevind zich de Dinkel waarvan bekend is dat er ook waterspitsmuizen leven. Figuur 2: ligging onderzoekslocatie (rode kader) 4

3. Onderzoek et onderzoek bestaat uit 2 onderdelen. Ten eerste moet van de omgeving bekend zijn dat eventuele beschermde muizensoorten aanwezig zouden kunnen zijn. Er zijn kaarten geraadpleegd met gegevens uit de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF). Deze database wordt door honderden vrijwilligers elke dag aangevuld via websites als Telmee.nl en Waarneming.nl. Daarnaast leveren ook de Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO s) hier hun gegevens aan. Alle waarnemingen die in het systeem staan zijn goedgekeurd door experts en kunnen doorgaan als betrouwbaar. Tevens is er gebruik gemaakt van lifetraps (in dit geval de eslingaval). iermee worden de dieren levend gevangen. Door de lifetraps twee keer (tot drie keer) per dag te controleren wordt voorkomen dat dieren te lang in de lifetrap blijven zitten en uiteindelijk door voedselgebrek en stress overlijden. Vooral bij spitsmuizen is het van belang dat er voldoende dierlijk voedsel in de lifetraps zit. Bij veelvuldig vangen van spitsmuizen is het goed om de lifetraps een derde keer te controleren. De eslingaval (of Longworthval) heeft als groot voordeel dat er een grote leefruimte in zit die gevuld kan worden met hooi om de dieren een beschutte en warme plek te bieden. ierdoor houden de dieren het langer uit in de lifetrap. Voorafgaand op de vangperiode is er eerst een week geprebait. De muizenvallen zijn op 23 oktober geplaatst en op 29 oktober op scherp gezet. De muizen hebben hierdoor de gelegenheid gekregen om te wennen aan de vreemde objecten in hun leefomgeving en deze te vertrouwen. De vallen zijn al wel gevuld met hooi en voedsel. Na de prebaitperiode zijn de vallen op scherp gezet en is er op 29, 30 en 31 oktober twee keer per dag gecontroleerd. Vanwege de lage hoeveelheden spitsmuizen in de vallen was dit op deze locatie voldoende. Alle dieren zijn op naam gebracht, zijn gesekst en hebben een markering gekregen om hervangsten terug te herkennen. 3.1 Onderzoek NDFF Bij de NDFF zijn veel verschillende gegevens aanwezig. Bij het controleren op muizensoorten is gekeken naar een historisch plaatje (vanaf 1980 tot 2010) en een recent plaatje (2005 tot 2010) van de verschillende soorten. Een afname in de hoeveelheid stippen betekent niet automatisch dat de soort niet meer aanwezig is, maar kan ook betekenen dat er de laatste ren minder naar de soort is gekeken of minder is geïnventariseerd. Er is dan ook naar beide gegevens gekeken. Bij de veldspitsmuis betekent dit dat de soort van 1990 tot 2010 veelvuldig is gevonden in de omgeving van het onderzoeksgebied. Twente is een bolwerk voor de soort, waar wel degelijk rekening mee moet worden gehouden bij toekomstige quickscans. Als wordt gekeken naar de periode van 2005 tot 2010, dan is te zien dat de soort op een aantal plekken niet meer is waargenomen. Of de soort hier ook werkelijk is verdwenen is nog maar de vraag. De soort is vrij recent op zo n 4 kilometer van de onderzoekslocatie aangetroffen. Met rood is de onderzoekslocatie in onderstaande figuren afgebeeld. Figuur 3: Voorkomen veldspitsmuis 1990 2010 Figuur 4: voorkomen veldspitsmuis 2005 2010 5

Bij de waterspitsmuis is alleen gekeken naar de verspreiding in Nederland tussen 2005 en 2010. De soort is van oudsher bekend op een aantal plaatsen in Nederland maar is ook op veel plaatsen de afgelopen ren niet meer waargenomen. Omdat ook Twente veel beken heeft waar de waterspitsmuis zich goed thuis kan voelen, moet er ook rekening gehouden worden met deze soort. De waterspitsmuis komt voor langs schone, redelijk voedselrijke wateren, met een behoorlijk ontwikkelde watervegetatie en ruig begroeide oevers. De Dinkel is een plek waarvan bekend is dat de waterspitsmuis er voorkomt. oewel de soort tussen 2005 en 2010 niet binnen 5 kilometer van de onderzoekslocatie is aangetroffen, is er wel een lifetrap op het talud van de zuidelijke sloot geplaatst om de soort uit te sluiten. De waterspitsmuis is tijdens het onderzoek niet aangetroffen. Ook in figuur 5 is de onderzoekslocatie met rood aangefiguur 5: voorkomen waterspitsmuis geven. 2005 2010 3.2 Onderzoek met lifetraps De keuze waar de lifetraps te plaatsen, is op de onderzoekslocatie gemaakt. Door de vallen in de verschillende biotopen te plaatsen wordt aan het einde van het onderzoek een zo goed mogelijk beeld van de muizenpopulatie verkregen. De lifetraps zijn in 4 raaien geplaatst. De locaties zijn met GPS ingemeten en verwerkt tot figuur 6. Veldspitsmuizen hebben als biotoop cultuurlandschappen, met een vrij hoge en dichte kruidlaag. Verder komen de dieren voor in houtwallen, hagen, boomgaarden en langs bosranden. De onderzoekslocatie voldoet aan deze beschrijving en de zuidelijke sloot vormt een goede verbinding tussen eventuele leefgebieden van de soort in de omgeving. In totaal zijn er 33 lifetraps geplaatst op uiteenlopende plaatsen. Een deel is langs de perceelsgrens geplaatst tegen het struikgewas aan. Een deel in het verruigde grasland en een deel is in de opgaande begroeiing van wilg en els geplaatst. Opvallend was dat de vallen na de prebaitperiode vrijwel allemaal belopen waren, maar dat tijdens de vangsperiode niet alle lifetraps even goed gevangen hebben. Een oorzaak hiervan kan zijn dat enkele vallen niet helemaal goed functioneerden. Desondanks is er door de totale aantal vallen een goede indicatie van de aanwezige muizenpopulatie verkregen. Een ander opvallende gebeurtenis was dat er tijdens de vangstperiode een bosmuis haar jongen in een lifetrap heeft gekregen. et lokvoer in de lifetraps bestond uit een mengsel van wortel, appel, aardappel, pindakaas en meelwormen. Er zijn geen dieren dood aangetroffen in de lifetraps tijdens de vangstperiode. Figuur 6: locaties lifetraps op onderzoekslocatie 6

3.2.1 Weersomstandigheden al 31 oktober Tijdens de vangactie waren de weersomstandigheden goed. Zowel op 30 oktober als regende het soms licht. De temperaturen bleven ruim boven het vriespunt. Er waren geen weersomstandigheden heden die tot een verminderde vangst konden leiden. In tabel 1 staan alle gegevens gegeve van de weersomstandigheden van de drie vangdagen vermeld. 29 oktober 2010 30 oktober 2010 31 oktober 2010 10,3 11,2 8,2 minimum temperatuur 5,9 6,9 4,3 maximum temperatuur 13,8 13,7 11,2 gemiddelde temperatuur aantal uren zon 4,9 uur 0,1 uur 0 uur alf tot zwaar bewolkt alf tot zwaar bewolkt Zwaar bewolkt mm neerslag 0 mm 1,7 mm 3,0 mm Windrichting Zuid Zuid Oost gemiddelde windsnelheid 3 Bft 2 Bft 2 Bft 79% 84% 98% bedekking wolken Luchtvochtigheid Tabel 1: weersomstandigheden vangdagen 3.2.2 Samenvatting onderzoeksresultaten o De resultaten van de drie vangdagen zijn verwerkt in bijlage 1. Er zijn in totaal 70 muizen gevangen. Dit waren 40 rosse woelmuizen, 29 bosmuizen en 1 dwergdwerg spitsmuis. In figuur 7 staan de vangsten in een grafiek weergegeven. Bij de bosmuizen was 67% mannelijk nelijk en 33% vrouwelijk.. Bij de rosse woelmuizen lag het percentage op 54% mannelijk en 46% vrouwelijk. vrouw En er is 1 mannelijke dwergspitsmuis gevangen. Bij de rosse woelmuizen lag het percentage hervangsten op bijna 38% % terwijl dit percentage bij de bosmuizen zelfs bijna 48% was. 33% van de muizenvallen bleven tijdens de vangactie leeg. Bosmuis Dwergspitsmuis Figuur 7: grafiek vangsten 7

3.3 Aangetroffen vogels Tijdens de vangacties zijn de volgende vogelsoorten aangetroffen: koolmees, pimpelmees, roodborst, winterkoning, fazant, vink, merel, goudvink, ransuil en ijsvogel. De ransuil is niet fysiek aanwezig aangetroffen, maar vastgesteld door middel van een braakbal die gevonden is onder één van de coniferen. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het hier niet om een vaste rust of verblijfplaats. Dit omdat er maar één oudere braakbal gevonden is. De ijsvogel maakt gebruik van het struikgewas en de bomen op het terrein en is maar éénmalig gezien. De vogel maakt gebruik van de beek als foerageergebied en heeft verder geen binding met de onderzoekslocatie. 3.4 Aangetroffen zoogdieren Op de locatie zijn naast de muizen de volgende zoogdieren waargenomen: gewone dwergvleermuis, konijn, haas en egel. aas en egel zijn door middel van uitwerpselen aangetroffen. De onderzoekslocatie is door de verwildering voor deze dieren een goed foerageer en rustgebied. De gewone dwergvleermuis is op en rond de locatie zowel foeragerend als baltsend aangetroffen met behulp van een batdetector. et ging hier om enkele exemplaren. 3.5 Aangetroffen flora Er is geen beschermde flora aangetroffen op de onderzoekslocatie. De vegetatie op de onderzoekslocatie bestaat voornamelijk uit tuinplanten, jonge opslag van els en wilg en een stuk verruigd grasveld. 8

4. Conclusie Op 29, 30 en 31 oktober 2010 is in opdracht van Econsultancy B.V. door Myotis flora en fauna een muizenonderzoek uitgevoerd aan de Oldenzaalsestraat 53 te Denekamp. De vangsten bestonden uit bosmuis (41,4%), rosse woelmuis (57,2%) en veldspitsmuis (1,4%). Er waren geen vangstbeperkende factoren aanwezig die de resultaten van het onderzoek hebben beïnvloed. Op grond van het uitgevoerde onderzoek is het voorkomen van veldspitsmuis op de onderzoekslocatie uit te sluiten. 9

Bijlage 1: tabel met vangstregistratie nummer op scherp gezet 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 29102010 30102010 31102010 Ochtend Avond Ochtend2 Avond2 Ochtend3 Avond3 Bosmuis Bosmuis Bosmuis Bosmuis Bosmuis (+4j) Bosmuis Bosmuis Bosmuis 10

2.9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 Bosmuis Dwergspitsmuis Bosmuis (esc.) Bosmuis Bosmuis = hervangst 11