TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AANNEMINGS- EN VERHUURBEDRIJF DE HOESSENBOSCH BV statutair gevestigd te Berghem, gemeente Oss, kantoorhoudende te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal datum faillissement: 23 mei 2001 faillissementsnummer: 01/152 F rechter-commissaris: mr. M.P. de Valk datum verslag: 26 oktober 2001 curator: mr. J.M.A.J. Thielen
pagina 2 Inhoud: Hieronder zullen de navolgende onderwerpen aan de orde komen waarbij de nummering is aangehouden van het eerste verslag. 1. Historie en oorzaak faillissement 2. Volstorting aandelen 4. Bestuurdersaansprakelijkheid/pauliana/fraude 5. Huur- en Nutsovereenkomsten 6. Overige duurovereenkomsten 7. Werknemers 10. Eigendomsvoorbehouden 13. Voortzetting bedrijf/activatransactie 14. Boedelschulden 15. Preferente schuldeisers 17. Procedures 18. Stand van zaken 19. Prognose 20. Opgaaf aantal uren van de betreffende verslagperiode 1. Historie en oorzaak faillissement: In het eerste verslag werd onder dit hoofdstuk gemeld dat het voor curator onduidelijk is op welke wijze in 1996 de eenmanszaak van de heer Boeijen in deze vennootschap is ingebracht. Deze kwestie is nog steeds onduidelijk. De heer Boeijen zelf is niet in staat uitleg te verstrekken en ook zijn er geen stukken voorhanden die betrekking hebben op de inbreng. Volgens de heer Boeijen zou voormalig accountant de heer P.J. van den Hoogen hierover meer informatie moeten kunnen verstrekken, doch vanwege een conflict met deze accountant is met hem geen normaal contact meer mogelijk. Wel is duidelijk geworden dat kort na de oprichting een aanzienlijke bankschuld van de eenmanszaak werd overgenomen. Curator zal deze kwestie dan ook verder onderzoeken alsmede hierover overleg plegen met de rechter-commissaris. 2. Volstorting aandelen: De vennootschap is opgericht op 27 juni 1996. Zoals in mijn verslag van 18 juni 2001 is aangegeven is sprake van een contante oprichting. De inbrengcontrole bij oprichting vond plaats aan de hand van een zgn. Bverklaring (verklaring in de zin van art. 2:203a lid 1 sub b BW). Onderzoek naar de vraag of de inbreng reëel is geweest heeft het volgende aan het licht gebracht. De B-verklaring is afgegeven op een rekening ten name van Aannemings- en verhuurbedrijf de Hoessenbosch BV i.o. nr. 1065.16.469 (hierna de 469 rekening). Op deze rekening werd op de oprichtingsdatum overgeboekt een
pagina 3 bedrag van f. 40.000. Overboeking geschiedde vanaf een ten name van de eenmanszaak van de oprichter staande rekening nr. 1065.26.707 (hierna de 707 rekening). De 707 rekening vertoonde na overboeking een negatief saldo van f. 1.959.538,90. De 469 rekening is na oprichting ten name van de vennootschap gesteld. Dat gebeurde enige tijd later eveneens met de 707 rekening. Na wijziging van de tenaamstellingen van de rekeningen werd de f. 40.000 overgemaakt van de 469 naar de 707 rekening. Dit laatste vond plaats op 13 september 1996. Op grond van het bovenstaande zou de conclusie getrokken kunnen worden dat er geen reële volstorting heeft plaatsgevonden hetgeen op zich verstrekkende gevolgen kan hebben. Ook hierover zal curator nader overleg voeren met de rechter-commissaris. 4. Bestuurdersaansprakelijkheid/pauliana/fraude: Curator is vooralsnog niet gebleken van paulianeuze en/of frauduleuze handelingen. Mogelijk echter dat de kwesties die hierboven zijn besproken kunnen leiden tot aansprakelijkheid van de oprichters/bestuurders. Zoals echter aangegeven dient nog enig nader onderzoek te worden verricht alsmede overleg met de rechter-commissaris. 5. Huur- en Nutsovereenkomsten: Na later onderzoek is gebleken dat het huurcontract betreffende de ruimte aan de Mosterdwal 5 te Beneden-Leeuwen er een was van bepaalde tijd (zes maanden) en dat de huurpenningen vooruit betaald waren. Er ontstaat derhalve geen boedelvordering in verband met deze huurovereenkomst. Ten aanzien van de overname van de contracten met betrekking tot Nutsvoorzieningen zijn curator geen onregelmatigheden gebleken. Alle contracten zijn bij gelegenheid van "de verhuizing overgenomen en derhalve niet ten laste van de Hoessenbosch BV doorgelopen. 6. Overige duurovereenkomsten: De afwikkeling van één leaseovereenkomst met betrekking tot een terreinwagen merk Hyundai heeft bijzondere aandacht gekregen. Curator ging er aanvankelijk van uit dat die auto in vrije eigendom was van de boedel doch later bleek er door de leasemaatschappij pandrecht te zijn gevestigd op deze auto. De Lage Landen Financial Services BV wist de auto uiteindelijk (zeer gunstig) te verkopen voor een bedrag van ƒ 25.600,- (ex. BTW). Het pandrecht was niet alleen gevestigd tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen uit de leaseovereenkomst met betrekking tot deze auto doch ook tot zekerheid van de nakoming van de verplichtingen uit andere leaseovereenkomsten met deze maatschappij. Daarnaast was er ten behoeve van deze leasemaatschappij door de Rabobank een bankgarantie van ƒ 20.0000,- afgegeven.
pagina 4 Ondanks enkele verzoeken hiertoe, heeft er nog steeds geen definitieve afrekening met de Lage Landen plaatsgevonden. Het ziet ernaar uit dat de opbrengst van de auto afdoende is ter dekking van de openstaande verplichtingen en dat derhalve de bankgarantie niet behoeft te worden aangesproken. 7. Werknemers: De afwikkeling van de rechten van de werknemers door het GUO is tot op heden goed verlopen. Curator leidt dit af uit het feit dat er zich bij hem nog geen werknemers hebben gemeld met klachten. 10. Eigendomsvoorbehouden Alle kwesties waarin sprake was van een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud zijn naar tevredenheid van alle betrokkenen opgelost. 13. Voortzetting bedrijf/activatransactie: In het vorige verslag werd gemeld dat de overnemer, ABV BV, de verplichting op zich had genomen het risico van de bankgaranties over te nemen. Dit is tot op heden niet afdoende geregeld. Dit betekent dat het banksaldo bij de Rabobank Berghem nog steeds niet ter vrije beschikking staat van de boedel. Over dit onderwerp vinden momenteel nog gesprekken plaats met ABV BV en de bank. 14. Boedelschulden: Eerder werd onder dit hoofdstuk gemeld dat rekening moest worden gehouden met een boedelschuld van de verhuurder van het pand Mosterdwal 5 te Beneden-Leeuwen. Zoals hiervoor echter al aangegeven betrof het een contract voor bepaalde tijd en waren de termijnen vooruit betaald. Er zal in dit verband dan ook geen boedelvordering worden ingediend. De boedelvordering van GUO in verband met overgenomen loonverplichtingen is nog niet bekend. 15. Preferente schuldeisers: Zowel de Belastingdienst als het GUO hebben hun totale vordering nog niet vastgesteld en ingediend. 17. Procedures: De in het vorig verslag aangehaalde verzekeringskwesties dienen nog nader te worden onderzocht. Mogelijk dat er procedures gevoerd dienen te worden tegen een tweetal ontvangers van nietige betalingen. Feit is dat daags na het uitspreken van het faillissement er nog diverse bedragen zijn afgeboekt van de bankrekening van
pagina 5 de Hoessenbosch BV. Nu die afboekingen zijn te beschouwen als betalingen die na faillissementsdatum hebben plaatsgevonden zijn deze ook nietig. De betreffende begunstigden zijn in eerste instantie vriendelijk verzocht tot terugboeking over te gaan en in die gevallen waarin die terugboeking niet plaatsvond, werd er gesommeerd. In een tweetal gevallen met een totaal belang van ƒ 7.907,10 is geen terugbetaling weten te verkrijgen. Curator heeft inmiddels toestemming verkregen van de rechter-commissaris om tegen deze twee personen in rechte op te treden. 18. Stand van zaken: A. Nog te verrichten werkzaamheden Alle werkzaamheden ten behoeve van een correcte afwikkeling van de activatransactie zijn verricht en er zijn in dat verband geen noemenswaardige problemen ontstaan. Wel dient het risico van de verstrekte bankgaranties nog te worden overgenomen door ABV BV en curator zal in dat verband dan ook nog het een en ander dienen te ondernemen. Daarnaast dient er nog uitgebreid gecorrespondeerd te worden met de Belastingdienst en het GUO om te komen tot vaststelling van hun vorderingen. Er dient nog nader overleg plaats te vinden met de Lage Landen om te komen tot een eindafwikkeling waarin duidelijk zal moeten worden of er al dan niet een vordering resteert waarvoor de bankgarantie zou kunnen worden aangesproken. Met name de kwesties met betrekking tot de volstorting en de inbreng van de eenmanszaak zijn gecompliceerd en vragen veel aandacht. Er dient nog enig nader onderzoek te worden verricht terwijl tevens overleg dient plaats te vinden met de rechter-commissaris. B. Financiële stand van zaken Afgezien van de opbrengst van de activatransactie kon er ook uit andere hoofde actief worden gerealiseerd voor de boedel. - Daags na faillissement zijn er nog diverse bedragen van de bankrekening van de Hoessenbosch BV afgeboekt ten gunste van diverse crediteuren. Betreffende afboekingen waren te kwalificeren als betalingen gedaan na faillissementsdatum en derhalve nietig. Deze bedragen zijn dan ook teruggevorderd van de begunstigden en uit dien hoofde werd inmiddels een totaalbedrag ontvangen van ƒ 4.546,09. Een tweetal begunstigden aan wie een totaalbedrag is betaald van ƒ 7.907,10 weigeren vooralsnog terug te betalen. - Aan de Hoessenbosch BV was een bepaalde subsidie (plaatsingsbudget) toegekend voor de indienstneming van een bepaalde werknemer. Deze subsidie werd pro rato berekend naar datum faillissement en in dat verband werd uiteindelijk ƒ 8.551,72 overgemaakt op de boedelrekening.
pagina 6 - De Hoessenbosch BV hield ook een bankrekening in Duitsland aan. Curator heeft om opheffing van die rekening verzocht met overboeking van het saldo op de boedelrekening. In dat verband werd een bedrag van ƒ 28.921,18 overgemaakt op de boedelrekening. Later bleek hiervan een bedrag van ƒ 6.380,50 toe te komen aan ABV BV op grond van de bepalingen van de activatransactie. Dit bedrag werd dan ook weer aan haar uitgekeerd. Er zijn uiteraard ook diverse kosten gemaakt door de curator zoals vertaalkosten, kosten ten behoeve van uittreksels e.d. Daartegenover is er ook rente ontvangen op de boedelrekening. Het afschrift van de boedelrekening van 16 oktober 2001 geeft een boedelactief van ƒ 352.519,36. 19. Prognose: Aangezien er nog veel onderzoeken en overleg dient plaats te vinden is het nog steeds niet mogelijk enige prognose te doen ten aanzien van de afwikkeling van dit faillissement. 20. Opgaaf aantal uren van de betreffende verslagperiode: Tot en met heden werden door de curator 130 uur en 55 minuten besteed aan dit faillissement. Tiel, 26 oktober 2001 mr. J.M.A.J. Thielen curator