De toestand na de dood Raymond R. Hausoul 1 Je wordt opgebeld: Een casus Hoi. Ik zit met een vraag. Onlangs is er een zus uit onze gemeente overleden van wie ik veel hield. Aangezien ik weet dat jij ETS volgt wilde ik je vragen hoe het nu verder gaat met haar? Is ze al in de hemel of hoe moet ik het zien? Probeer gedegen en uitvoerig op deze vraag te antwoorden. Je mag er zeker vanuit gaan dat deze zus gered was door Christus en kunt je dus richten op de kern van de vraag.
Sterfelijkheid van de mens 1 Is er een deel van de mens eeuwig? a) Is het lichaam, de geest of de ziel eeuwig? b) Scheiding: geest perfect, lichaam niet perfect. c) Moet God de hele mens vernieuwen? 2 Beknopt idee van de mensbeelden a) Trichotomie: ziel geest lichaam b) Dichotomie: ziel-geest lichaam c) Holisme: ziel-geest-lichaam 1 Oude Testament De plaats van de doden a) Sjeol: dodenrijk of niet-land voor alle gestorvenen 2 Nieuwe Testament a) Hades, bet. dodenrijk. Enkel bij ongelovigen nu? b) Gehenna. Voor ongelovigen straks c) De schoot van Abraham die door een kloof gescheiden is van de hades (Lc16:26) d) Paradijs (Gr. paradeisos; Lc23:43; vgl. 2Ko12:4) e) Gebouw van God of eeuwige huis (2Ko5:1). f) Met Christus (Fp1:23).
Verschillende tussentoestanden 1 Onbewuste zielenslaap. 2 Bewuste rustplaats. 3 Vagevuur. 4 Vereeuwiging. 5 Reincarnatie. 6 Opstanding in de dood. Onbewuste zielenslaap: Introductie 1 Omschrijving a) Slapen tot aan de opstanding. 2 Aanhangers a) Wederdopers b) Zevendagsadventisten [periode van niet-existentie] c) Lutheranisme
Onbewuste zielenslaap: Argumenten 1 Gebruik van woord ontslapen (Gr. komaó). a) Maar: Oosters eufemisme voor gestorven zijn (Jh11:11-14). b) Wel niet algemeen bekend bij discipelen in Jh11. 2 1Ts4: geen vermelding van bewustzijn a) Maar: Paulus spreekt enkel over opstanding van lichaam. b)dat is het hoogste doel en van belang voor de gelovigen. 3 Moeilijkheden met biologisch verklaren van bewustzijn in de dood. Waaraan is dat verbonden? a) Maar: Dood blijft mystiek voor de mens. Bewuste zielenslaap: Introductie 1 Omschrijving a) Bewustzijn tot aan opstanding. Wel zonder lichaam. 2 Aanhangers a) Calvinisme b)moody: Binnenkort zullen jullie in de krant lezen dat ik dood ben. Geloof het maar voor geen cent, ik zal namelijk meer levend zijn dan ooit van tevoren.
Bewuste zielenslaap: Argumentatie 1 Heden, zul je met Mij in het paradijs zijn (Lc23:43). 2 Martelaren bij bewustzijn in Op6:9-11 (vgl. 7:9-17). a) Maar: Gaat om bijzondere groep op bijzonder tijdstip. 3 Lazarus en rijke man bij bewustzijn in Lc16:19-31. a) Maar: Lazarus schijnt niets mee te krijgen van het gesprek tussen Abraham en de rijke. 4 Mozes en Elia verschijnen op de berg van de verheerlijking en slapen dus niet. a) Maar: Bijzondere situatie. 1 Omschrijving Vagevuur a) Gelovigen eerst louteren in vagevuur, dan hemel. b)wij kunnen hen helpen: zoveel kaarsjes ontstoken, zoveel zieltjes geholpen. 2 Aanhangers: RKK en Talmoed. 3 Argumentatie a) Traditie van Talmoed en kerkvaders. b) Hb9:27: Eenmaal sterven en daarna het oordeel. c) Staat niet loutering. d) 2Makk12:41-45 e) Gaat om soldaten die stierven bij afgodendienst.
Andere vormen tussentoestand 1 Vereeuwiging a) Karl Barth: geen voortzetting. Dit leven staat vereeuwigd voor Gods ogen. 2 Reïncarnatie a) Oosters geloof. Je komt terug in een ander wezen. b) Voorbeeld: Elia incarneert in Johannes de Doper. Onzin! Johannes komt in de kracht van Elia c) Wat je zaait zul je oogsten, zegt Paulus (Gl6:7). De mens sterft eenmaal en daarna het oordeel (Hb9:27) 3 Opstanding in de dood a) Geen tussentoestand/opstanding. Krijgt meteen het nieuwe lichaam. De mens in de tussentoestand 1 Volgens de leer van het bewustzijn: a) Heeft kennis van vroeger (Op6:9-11). Zou anders een vreemde situatie zijn. Bijv. wie is Christus? b) Ziet alles vanuit een ander perspectief. Leed is niet vergeten, maar anders bezien (vgl. Op14:10). Christus zal onze tranen afwissen (Op21:4). c) Heeft inzicht in Gods doen in het heden Martelaren vragen God voor reactie op aarde (Op6:9-11). 2 De mens ziet uit naar de voltooiing van Gods plan. a) Opstanding van het lichaam. b) Volledige vernieuwing van de schepping.