BENELUX ~ A 2004/1/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 16 december Inzake. Polygon Insurance Company Limited. tegen

Vergelijkbare documenten
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2006/5/12. ARREST van 29 april Inzake PET CENTER BVBA. tegen. Willem SCHOUTEN. Procestaal : Nederlands

Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/ Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4. Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2

Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 BENELUX-MERKENBUREAU VLAAMSE TOERISTENBOND. Procestaal : Nederlands

BENELUX ~ A 2004/4/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRET du 24 octobre En cause. Etat belge. contre. De La Fuente

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP

BENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

BENELUX ~ A 2003/3/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : COMMERZBANK A.G. contre SABENA INTERSERVICE CENTER

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen.

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2009/2/6 ARRET. En cause : FAUCON B. c.s. contre BRAINE-L ALLEUD SABLIERE S. A.

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT

Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/

ARREST van 17 december 1998 in de zaak A 97/ College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent 2.

2. Overwegende dat uit het vonnis de navolgende feiten blijken: - de bromfiets van Patricia Jooris stond geparkeerd op de openbare weg;

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

~ A 2008/3/11. Arrest van 17 december 2009 in de zaak A 2008/3 STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VLAAMS GEWEST

ARREST van 22 juni MULTIMEDIAMAATSCHAPPIJ VAN DE AUTEURS VAN DE VISUELE KUNSTEN, afgekort SOFAM CVBA, Procestaal : Nederlands

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

~ A 2008/2/11. Arrest van 17 december 2009 in de zaak A 2008/2 STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VLAAMS GEWEST

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2010/8/10 ARREST. Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Tegen:

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

Instantie. Onderwerp. Datum

Arrest van 28 februari 2003 in de zaak A 2001/

Arrêt du 25 mai 1999 dans l affaire A 97/

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2004/5/12. ARRET du 24 octobre En cause : DELHAIZE. contre DIOR. Langue de la procédure : le français

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

ARRET Dans l affaire A 2011/1. En cause : ALLIANCE NATIONALE DES MUTUALITES CHRETIENNES contre: ASBL BUREAU BELGE DES ASSUREURS AUTOMOBILES

A 2000/2/12. ARRET du 16 décembre 2002 dans l'affaire A 2000/2

ARREST van 6 december 1999 in de zaak A 98/ ARRÊT du 6 décembre 1999 dans l affaire A 98/

Arrest van 2 oktober 2000 in de zaak A 98/ Arrêt du 2 octobre 2000 dans l affaire A 98/

~ A 2003/1/13. Arrest van 25 juni 2004 in de zaak A 2003/1. Arrêt du 25 juin 2004 dans l'affaire A 2003/1. UNILEVER N.V. et IGLO-MORA GROEP B.V.

COUR DE JUSTICE BENELUX

~ A 2005/1/9. ARREST van 29 juni Procestaal : Nederlands. ARRÊT du 29 juin 2006 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

Arrêt du 28 avril 2003 dans l affaire B 2001/ Langue de la procédure : le français

~ A 2009/3/14. Arrest van 23 december 2010 in de zaak A 2009/3 GMBH DAEWOO ELECTRONICS EUROPE. Arrêt du 23 décembre 2010 dans l affaire A 2009/3

ARREST van 19 december 1996 in de zaak A 95/

Hof van Cassatie van België

Arrest van 25 september 2000 in de zaak A 97/

COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 A 2010/4/ BRUSSEL TEL. +32 (0)

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

Zaak A 2010/1 VANSEER Mathieu & VANSEER Louise t. GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR, bevoegd voor de Provincie Limburg

Zaak A 2010/3 VANVELK Reinhilde t. GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR, bevoegd voor de Provincie Limburg

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/1

Arrest van 24 februari 2003 in de zaak B 2001/

GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 A 2010/6/ BRUSSEL TEL. +32 (0)

ARREST. College van Gedeputeerde Staten van Fryslân. Stichting De Faunabescherming ARRET. La députation provinciale de Frise

COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2009/1 N.V. BOUSSE-GOVAERTS e.a. t. C.V.B.A. COLORA BOELAAR

GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 A 2010/5/ BRUSSEL TEL. +32 (0)

Arrêt du 26 novembre 2001 dans l affaire B 2000/ Langue de la procédure : le français

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2009/5/10. ARREST van 24 juni Inzake. VAN HILST B.V. e.a. tegen THE JAGUAR COLLECTION LTD

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2006/5 B.V.B.A. PET CENTER / SCHOUTEN. Conclusie van Advocaat-Generaal J.F. Leclercq (stuk A 2006/5/4)

Hof van Cassatie van België

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

~ B 2009/1/12. Arrest van 29 oktober 2009 in de zaak B 2009/1. Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Conclusie van het Parket van het Benelux-Gerechtshof

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

BENELUX ~ A 2007/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 25 juni Inzake O.M. tegen F.T.A. METZELAAR. Procestaal : Nederlands

Hof van Cassatie van België

ARREST van 16 december 1998 in de zaak A 95/ ARRET du 16 décembre 1998 dans l affaire A 95/

Rolnummer Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Arrest van 29 november 2001 in de zaak A 99/

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2004/1/11 Inzake Arrest van 16 december 2004 Polygon Insurance Company Limited tegen E. Hamers, C. Naessens, S. Hamers, D. Hamers, K. Leniere, A. Deneve, P. Borremans, P. Dedecker, A. Goffart, A. Tonka, A. Arryn, J. Dierickx, P. Dierickx, I. Pierens, G. Bernard, I. Plovie, M.-L. Rondelez, M. Plovie, G. Plovie, L.-J. De Beus, L. Bellens, C. De Beus, Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, Landsbond der Onafhankelijke Ziekenfondsen, Landsbond van Liberale Mutualiteiten, Rode Kruis, E. Aneca, Katrien Mylle, Kurt Mylle en E. D Heere Procestaal : Nederlands En cause Arrêt du 16 décembre 2004 Polygon Insurance Company Limited contre E. Hamers, C. Naessens, S. Hamers, D. Hamers, K. Leniere, A. Deneve, P. Borremans, P. Dedecker, A. Goffart, A. Tonka, A. Arryn, J. Dierickx, P. Dierickx, I. Pierens, G. Bernard, I. Plovie, M.-L. Rondelez, M. Plovie, G. Plovie, L.-J. De Beus, L. Bellens, C. De Beus, Alliance Nationale des Mutualités Chrétiennes, Union Nationale des Mutualités Libres, Union Nationale des Mutualités Libérales, Croix Rouge, E. Aneca, Katrien Mylle, Kurt Mylle et E. D Heere Langue de la procédure : le néerlandais GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL TEL. 02.519.38.61 FAX 02.513.42.06 curia@benelux.be GREFFE 39, RUE DE LA RÉGENCE 1000 BRUXELLES TÉL. 02.519.38.61 FAX 02.513.42.06 curia@benelux.be

2 Het BENELUX-GERECHTSHOF heeft in de zaak A 2004/1 Polygon / E. Hamers en anderen het volgende arrest gewezen. 1. In een arrest van 11 december 2003 heeft het Hof van Cassatie van België in de zaak van Polygon Insurance Company Limited, met zetel in Guernsey, GY 4 HY St. Peter Port (verder te noemen: verzekeraar) tegen Eddy Hamers en anderen (verder te noemen: benadeelden) een vraag van uitleg van de Eenvormige Wet betreffende de dwangsom (verder te noemen: de Eenvormige Wet) aan het Hof gesteld overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof (verder te noemen: het Verdrag). Ten aanzien van de feiten 2. Uit het arrest blijken de navolgende feiten: - de dwangsomrechter veroordeelt in zijn beschikking van 13 juli 2000 de verzekeraar tot de overlegging van bepaalde documenten onder verbeurte van een dwangsom van twintig miljoen frank per dag vertraging om aan de vermelde hoofdveroordeling te voldoen vanaf 12 uur na de betekening van de beschikking ; - deze beschikking is aan de verzekeraar betekend op vrijdag 14 juli 2000 te 18 uur; - de verzekeraar overhandigt op maandag 17 juli 2000 de documenten aan de benadeelden; - de verzekeraar voert aan dat de dwangsom niet werd verbeurd omdat de door de dwangsomrechter bepaalde termijn in de zin van artikel 1385bis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek werd verlengd overeenkomstig het bepaalde in artikel 53 van hetzelfde wetboek. 3. Het Hof van Cassatie van België heeft bij arrest van 11 december 2003 de volgende vraag van uitleg aan het Benelux-Gerechtshof gesteld: Is de in artikel 1, vierde lid, van de Eenvormige Wet bedoelde termijn naar zijn aard een termijn die moet worden aangezien als een procesrechtelijke termijn die beheerst wordt door het nationale recht van elk der lidstaten en indien deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, is het een termijn die wordt verlengd tot de eerstvolgende werkdag wanneer hij vervalt op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag?

3 Ten aanzien van het verloop van het geding 4. Het Hof heeft, overeenkomstig artikel 6, lid 5, van het Verdrag, een voor conform getekend afschrift van het arrest van het Hof van Cassatie van België gezonden aan de partijen en aan de Ministers van Justitie van België, Nederland en Luxemburg. 5. De partijen hebben de gelegenheid gekregen schriftelijke opmerkingen te maken over de aan het Hof gestelde vraag. Voor de verzekeraar hebben mr. Hakim Boularbah en mr. Marc Godfroid, beiden advocaat bij de balie te Brussel, een memorie en een memorie van antwoord ingediend. Voor de benadeelden, behalve voor Eric D Heere die niet is vertegenwoordigd, heeft mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie van België, een memorie ingediend. 6. Advocaat-generaal J.F. Leclercq heeft op 8 juli 2004 schriftelijk conclusie genomen, waarop de verzekeraar een nadere reactie heeft doen indienen. Ten aanzien van het recht 7. Artikel 1, lid 4, Eenvormige Wet bepaalt dat de rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren. 8. Artikel 1, lid 3, Eenvormige Wet bepaalt dat de dwangsom niet kan worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld. 9. Artikel 2 Eenvormige Wet bepaalt onder meer dat de rechter de dwangsom op een bedrag per tijdseenheid kan vaststellen. 10. De verbeurte van een dwangsom berust in wezen enkel op de niet-naleving van de hoofdveroordeling. Behoudens de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld, behoeft de schuldeiser van de dwangsom niets te ondernemen om de dwangsom te laten verbeuren. Zodra de termijn waarbinnen de dwangsom niet kan worden verbeurd, voorbij is, gaat het enkel nog

4 om de niet-naleving van de hoofdveroordeling door de schuldenaar van de dwangsom, dit wil zeggen om de inbreuk op de rechterlijke uitspraak die de dwangsom oplegt. Die nietnaleving is een feitelijke situatie en is niet gelijk te stellen met een formele procesrechtelijke handeling waarmee onder andere een geding wordt ingeleid of voortgezet of waardoor een rechterlijke beslissing wordt uitgevoerd. 11. Hieruit volgt dat de in artikel 1, lid 4, Eenvormige Wet bedoelde termijn naar zijn aard geen termijn is die moet worden beschouwd als een procesrechtelijke termijn die beheerst wordt door het nationale recht van elk der lidstaten. 12. De rechter die een dwangsom oplegt, heeft de vrijheid aan de dwangsomveroordeling al dan niet een respijttermijn als bedoeld in artikel 1, lid 4, Eenvormige Wet te verbinden. De dwangsomrechter die een respijttermijn toestaat, kan preciseren of die respijttermijn al dan niet enkel werkdagen omvat, waarbij hij ook ermee rekening kan houden of de hoofdveroordeling kan worden nagekomen op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag. De respijttermijn is dus geen termijn die zonder meer wordt verlengd. De dwangsomrechter moet nauwkeurig bepalen of de opgelegde respijttermijn al dan niet moet worden verlengd indien hij vervalt op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag. Doet hij dit niet en voorziet hij niet in de verlenging, dan is er geen verlenging. 13. Hieruit volgt dat het tweede gedeelte van de gestelde prejudiciële vraag ontkennend moet worden beantwoord. Ten aanzien van de kosten 14. Het Hof moet, volgens artikel 13 van het Verdrag, de kosten vaststellen welke op de behandeling voor het Hof zijn gevallen, welke kosten omvatten de honoraria van de raadslieden van partijen voor zover zulks in overeenstemming is met de wetgeving van het land waar het bodemgeschil aanhangig is. 15. Krachtens de Belgische wetgeving, zijn de honoraria van de raadslieden niet begrepen in de kosten die aan de in het ongelijk gestelde partij in rekening worden gebracht.

5 16. Op de behandeling voor het Hof zijn geen andere kosten gevallen. Verklaring voor recht 17. De in artikel 1, lid 4, van de Eenvormige Wet betreffende de dwangsom bedoelde termijn is naar zijn aard geen termijn die moet worden beschouwd als een procesrechtelijke termijn die beheerst wordt door het nationale recht van elk der lidstaten. Die termijn wordt niet zonder meer verlengd tot de eerstvolgende werkdag wanneer hij vervalt op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag. Aldus gewezen door J. Jentgen, M. Lahousse, P. Neleman, R. Schmit en E. Forrier, rechters, D.H. Beukenhorst, M.-P. Engel, F. Fischer en A.M.J. van Buchem-Spapens, plaatsvervangende rechters, en uitgesproken ter openbare terechtzitting te Brussel, op 16 december 2004 door E. Forrier, voornoemd, in aanwezigheid van J.-F. Leclercq, advocaat-generaal, en C. Dejonge, waarnemend hoofdgriffier. C. Dejonge E. Forrier