Belgian Max Challenge Technisch 2015 reglement Micro Max
MICRO MAX 1. Chassis Elk chassis moet volgens de CIK voorschriften zijn. Prototypes zijn niet toegelaten. Per wedstrijd mag slechts 1 chassis ingeschreven worden. Wielbasis Maximale breedte Maximale lengte Hoofdchassis buis Op elk chassis en elke motor die gebruikt worden voor de wedstrijd (incl. kwalificatiereeksen en tijdritten) dient een identificatienummer te zijn ingeklopt. De piloot dient eigenhandig de nummers van het chassis op de technische fiche in te vullen en te controleren. Tijdens het ganse verloop van de wedstrijd mag enkel gebruik gemaakt worden van het chassis waarvan het nummer werd ingevuld op de technische controlefiche. Foutief ingevulde nummers en/of gebruik maken van dubbele nummers, alsook rijden met materialen waarvan het nummer niet op de fiche werd ingevuld, wordt beschouwd als fraude en heeft onmiddellijk diskwalificatie voor de betrokken reeks/finale tot gevolg. 900 mm +/- 50 mm 1200mm 1500mm Diameter 28mm x 2mm 2. Rem Mechanisch of hydraulisch uitsluitend werkend op de achteras. Voorremmen niet toegelaten. Verplicht dubbele bediening (= 2* kabel min. 1.8mm ofwel stang + kabel min.1.8mm). 3. Velgen Aluminium of magnesium / diameter met 5 inch. Er mag op geen enkel moment een materie buiten de velg uitsteken (bv achteras, 4. Banden Voorvelg Achtervelg fusé, ). Toevoegingen op, aan of rond de velgen zijn verboden. 120mm, gemeten aan de buitenzijde (5mm tolerantie) 150mm, gemeten aan de buitenzijde (5mm tolerantie) Slicks Type Cadetti Voor 10x4.0 5 Achter 11x5.0 5 Regen Niet toegelaten Slick wedstrijdbanden dienen op voorhand besteld te worden bij de organisatie. (zie sportief reglement). Regen banden zijn niet toegelaten bij de Micro max. Per wedstrijd is er slechts 1 set banden toegelaten. Bij problemen met de banden dien je altijd contact op te nemen met de Technische Commissie. Er zijn geen modificaties en behandelingen toegestaan. Merknamen, codenummers, barcodes en aanduidingen dienen altijd zichtbaar te zijn op de banden. Na elk wedstrijdonderdelen moeten de banden en velgen verplicht in het Parc Fermé blijven. 5. Achterbumper De achterbumper dient altijd gemonteerd te zijn op de kart. De bumper moet gehomologeerd zijn en minstens 2/3 van de achterwielen bedekken. 6. Voorbumper Uitsluitend een voor micro bedoelde bumper is toegelaten op de kart. 7. Chassisbescherming Chassisbescherming is toegelaten op de kart na goedkeuring van de Technische Controle. Wegens veiligheidsoverwegingen is het enkel mogelijk om deze te monteren nadat de Technische Commissie de bescherming heeft goedgekeurd. Zorg ervoor dat uw bescherming goed vasthangt!
8. Benzinetank De benzinetank dient goed gemonteerd te zitten aan de daar voorziene plaats. Alle ontluchtingen dienen uit te monden in een reservoir. 9. Brandstof Enkel loodvrije benzine met olie is toegelaten. Rijden met andere brandstoffen heeft onmiddellijke diskwalificatie voor de hele wedstrijd tot gevolg. Een week voor elke wedstrijd zal de organisator een benzinepomp benoemen waar alle rijders hun benzine moet halen. Deze voorgeschreven benzine moet gebruikt worden tijdens de kwalificaties en finales. Tijdens elk onderdeel van de wedstrijd kan de benzine gecontroleerd worden en zelfs verwisseld worden met benzine van de organisatie. Indien we de benzine wisselen zal je benzine 95 krijgen die op voorhand gemixt is met 2% denicol. 10. Gewicht Minimaal 108 kg met de piloot en de volledige race uitrusting. Piloten die wedstrijd klaar lichter zijn dan voorgeschreven, moeten extra gewicht bevestigen aan hun kart, zodat zij toch aan het voorgeschreven gewicht voldoen. Lood mag uitsluitend op het chassis of op de stoel gemonteerd worden. De Technische commissie mag elke piloot verplichten om het lood op een andere plaats te bevestigen. Het extra gewicht dient zodanig bevestigd te zijn dat de veiligheid te allen tijde gegarandeerd is: Tot en met 3 Kg minimaal 2 x M6 bouten Tot en met 6 Kg minimaal 2 x M8 bouten Tot en met 10 Kg minimaal 4 x M8 bouten 11. Motor Iedere piloot is verplicht om een EVO motor bij de organisatie te huren. Deze is volledig verzegeld en verkrijg je doormiddel van loting. 12. Carburator De carburator wordt verzegeld meegeleverd met de motor. Het is verboden de zegel door te knippen of los te maken. De regeling van de luchtschroef is vrij. De carburator mag niet verwisseld worden met een andere carburator. De carburator hoort bij de geleverde motor. 13. Luchtfilter De piloot dient zelf een luchtfilter te voorzien. Enkel het nieuwe luchtfilterelement is toegelaten (ref. 225053). 14. Radiator a) De origineel meegeleverde radiator bij de motor mag niet verwisseld worden met een andere radiator. De meegeleverde radiator dient te allen tijden bij de motor te zijn. Bij technisch defect dien je de Technische Commissaris op te roepen. b) Extra, niet origineel koelingsmateriaal is niet toegelaten. Er mag enkel een plastieken plaat gebruikt worden om de radiator af te dekken. Tape mag in geen geval gebruikt worden. Het originele deksel mag indien gewenst gedemonteerd worden. 15. Bougie Enkel de Nippon denso Iridium bougie IW 27 is toegelaten. Indien er een nieuwe bougie wordt gemonteerd dient de afmeting identiek te zijn aan de origineel geleverde bougie. De ring dient mee gemonteerd te worden. 16. Startnummer, nummerbord & naam Elke piloot dient de correcte startnummers, kleur van het nummerbord en de naam op de kart te plaatsen. De Micro Max heeft een rood bord met witte cijfers. De beschikbare nummers zijn op de website terug te vinden en gaan
van 002 tot 199. Het nummer dat je kiest voor de eerste wedstrijd zal je nummer worden waar je het volledige seizoen mee rijdt. De nummers dienen op de 2 zijkanten, achterbumper en voorspoiler gemonteerd te zijn. De naam van de piloot dient op de 2 zijkanten gemonteerd te zijn. De naam en de nummers dienen ten alle tijden goed leesbaar te zijn. Enkel de winnaar van vorig seizoen heeft recht op nummer 1. 17. Tandwiel De tandwielverhouding is vastgelegd op 14/72 18. Bobine Wanneer je de gehuurde motor in ontvangst neemt is deze compleet met bobijn, uitlaat, carburator en radiator. Het is niet toegelaten om de bobijn te veranderen. Deze dient ten alle tijden dezelfde te zijn. 19. Uitlaat Elke piloot krijgt de uitlaat door middel van een loting op zondagochtend. De uitlaat is mee verzegeld en mag niet verwisseld worden. a) De specifieke micro max uitlaat moet gebruikt worden in plaats van de originele uitlaat. Zie illustratie b) Uitlaat-lekkage is niet toegelaten (olie mag niet zichtbaar zijn). c) Het gebruik van 4 uitlaatveren is verplicht ( tussen uitlaat en cilinder). d) Geen aanpassing, beschadiging of vervorming aan de uitlaat of collecteur is toegelaten. 20. Uitlaat restrictie a) De uitlaatrestrictor (onderdeel nr. 273 972) moet gebruikt worden in plaats van de originele uitlaatflens (gemonteerd tegen de cilinder) b) De uitlaatrestrictor mag maximaal de volgende binnendiameter hebben : 22.0 +0.20mm. 21. Camera s Het gebruik van een camera is toegelaten mits deze correct gemonteerd wordt en goedgekeurd wordt door de Technische Commissie. Elke piloot die een camera monteert dient op eigen verantwoordelijkheid zijn camera laten goedkeuren door de aanwezige technische commissarissen. De beelden van de camera kunnen door de Sport Commissie goedgekeurd worden om te gebruiken als bewijsmateriaal. Maar de sport commissie is niet verplicht deze beelden te aanvaarden. Helmcamera s zijn niet toegelaten. 22. Uitrusting Een piloot dient verplicht te zijn uitgerust en ter keuring verschijnen met het volgende: De volledige uitrusting moet voldoen aan de CIK voorschriften Een turbovizier is toegelaten in geval van regen. Degelijke handschoenen die de gehele hand bedekken. Hoge schoenen, die de enkels bedekken en beschermen. Rib- en nekbeschermer verplicht De verantwoordelijke dokter op het evenement kan om veiligheidsredenen bepaalde types borst-, nek- of ribbenbeschermers afkeuren voor gebruik. Vanaf het ogenblik dat de piloot zich op het circuit begeeft dient hij/zij de verplichte uitrusting te dragen zoals omschreven. Het niet naleven van dit artikel zal een sanctie tot gevolg hebben.
23. Algemeen Elke piloot wordt geacht de motor als een goede huisvader te beheren. Bij de loting van de motoren ontvangt elke piloot een goede en werkende motor. Bij problemen of stukken is de piloot verantwoordelijk en wordt de nieuwprijs in rekening gebracht. De motor dient in dezelfde omstandigheid terug gebracht te worden na het evenement. Alle geleverde onderdelen moeten terug gebracht worden en is het ten strengste verboden om onderdelen te wisselen. Indien er een vermoeden is dat de motor niet goed behandeld wordt, kan de piloot uitgesloten worden voor een volledig seizoen.